• No results found

Filosofie van de Natuurkunde (NS-257b) 2 juli 2004

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Filosofie van de Natuurkunde (NS-257b) 2 juli 2004"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Julius Instituut, Faculteit Natuur- en Sterrenkunde, UU.

In elektronische vorm beschikbaar gemaakt door de TBC van A−Eskwadraat.

Het college NS-257b werd in 2003/2004 gegeven door D.G.B.J. Dieks.

Filosofie van de Natuurkunde (NS-257b) 2 juli 2004

Probeer bij de beantwoording van onderstaande vragen zo volledig mogelijk de essenti¨ele pun- ten/argumenten te noemen.

Opgave 1

Volgens Plato is de studie van de Wiskunde uiterst belangrijk voor het verkrijgen van een goed inzicht in wat kennis is. Leg uit waarom hij dit dacht, en ga daarbij in op zijn Idee¨enleer.

Opgave 2

Volgens empiristische wetenschapsfilosofen zijn natuurwetten niet normatief, maar descriptief. Leg uit wat het verschil is, en illustreer het met enkele voorbeelden.

Opgave 3

Volgens Kant zijn er synthetische a-priori-oordelen mogelijk. Leg uit wat dit voor oordelen zijn.

Bespreek vervolgens welke rol ze spelen in Kants oplossing van het inductieprobleem.

Opgave 4

In de klassieke mechanica wordt het bestaan van een “absolute ruimte” aangenomen. Leg uit waarom dit volgens Newton noodzakelijk was, ondanks het feit dat dit absolute ruimte niet direct waarneembaar is.

Opgave 5

Bespreek het verschil tussen instrumentalisme en realisme. Aan welke positie geef je zelf de voorkeur? Geef je argumenten.

Opgave 6

Van de quantummechanica zijn er verschillende interpretaties, o.a. de Kopenhaagse interpretatie en de Bohm-interpretatie. Deze stemmen met elkaar overeen wat betreft voorspellingen van waarneembare grootheden. Geef een overzicht van de posities die men zou kunnen innemen met betrekking tot de keus tussen zulke interpretaties.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ter oplossing van het inductieprobleem stelde Popper dat het in de natuurwetenschap goedbeschouwd helemaal niet gaat om inductie, maar alleen om falsificatie.. Leg uit wat

In ´ een van zijn paradoxen betoogt Zeno dat Acilles nooit een schildpad kan inhalen. Wat wilde Zeno met die “gedachte-experiment“ bewijzen? Vergelijk zijn visie met de manier waarop

Geef in je antwoord aan wat deze termen (realisme en instrumentalisme) betekenen, en geef (uiteraard) argumenten betreffende de samenhang tussen deze posities en het nominalisme..

Welke van deze twee hypothesen wordt volgens jou het best door het empirisch materiaal ondersteund?. Er wordt wel gezegd dat zelfs als we Hume’s oorspronkelijke probleem

Volgens Hume is het niet mogelijk in de natuurwetenschappen ooit zeker te zijn van theorie¨ en.. Wat was

Volgens Popper kunnen we algemene uitspraken nooit bewijzen, maar is het wel gemakkelijk ze te weerleggen.. Leg

Er zijn twee versies van deze interpretatie te onderscheiden: de eerste, van voor 1935, en de tweede, van na 1935. Geef aan waarin het verschil zit en hoe Bohr gedwongen werd

Leg vervolgens uit hoe volgens Aristoteles wetenschap in het algemeen moet worden opgebouwd, en laat zien hoe de vacu¨ um-redenering hierin past..