Die man gevoelde zich zoo fier Hij dacht „dat zijn mijn velden hier
En ginder rijst mijn slot
Wis knaagt de nijd u in t gemoed Gij die op aarde zwoegen moet
Gij vloekt gewis uw lot
Toen zei er een met stifle stem
„Wie ruilde zegt van ons met hem En alien lachten Geen
an wie zoo n levee zonder vreugd an wie de rijkdom zonder jeugd
Benij denswaardig scheen