• No results found

Freddie Langeler, Het betoverde poesje · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Freddie Langeler, Het betoverde poesje · dbnl"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Freddie Langeler

bron

Freddie Langeler, Het betoverde poesje. Advisa, Amsterdam ca. 1955

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/lang152beto01_01/colofon.php

© 2010 dbnl

(2)

Heel Kattenland staat op z'n kop, 't Is feest als nooit te voren, Want in het Koninklijk paleis Is een prinses geboren.

Zij krijgt een hele mooie naam, Zij heet Prinses Catootje.

Haar velletje is zwart als git Maar wit haar rechterprootje.

Heel de familie wordt verzocht Die dag te komen eten.

Maar tante Petronella werd Bij ongeluk vergeten!

Wat is die Tante Nella boos!

Vals schitteren haar ogen.

Zij is, de haren recht omhoog, Op kraambezoek getogen.

Freddie Langeler, Het betoverde poesje

(3)

De Koningin, Poes Miepelien, Schrikt als zij haar ziet komen.

Dat Tante Nella toov'ren kan, Heeft zij al vaak vernomen.

Daar staat zij bij de roze wieg, Buigt zich erover henen,

Zegt woorden die geen poes verstaat En is dan plots verdwenen.

Maar dreigend klinkt het uit de gang:

‘Omdat ik werd vergeten Heeft de Prinses haar leven lang Een tegenzin in eten!

Totdat haar iets wordt voorgezet, Waarbij zij uitroept: ‘Papje!

Wat is dat lekker! Alstublieft!

Ik wil nóg graag een hapje!’

Freddie Langeler, Het betoverde poesje

(4)

Na deze woorden blijft het stil.

De Koningin lacht luide.

‘Was 'k daar zo bang voor?’ prevelt zij,

‘Het heeft niets te beduiden!’

Maar straks, als 't kind haar melk niet wil, Geen drupje gaat naar binnen,

Besluipt opnieuw de onrust haar.

Wat moet zij toch beginnen!

Het wordt een tobben zonder eind, Cato vindt alles: bah!

Een haringkop, een muizestaart, Zelfs room en chocola!

Is dat die mooie zwarte vacht, Die vale grauwe kat?

En ook word 't arme poezekind Zo mager als een lat.

Freddie Langeler, Het betoverde poesje

(5)

De Koning, die geen raad meer weet, Laat zetten in de krant:

Hij, die Cato aan 't eten brengt Wordt Prins van Kattenland!

Vijf katers komen er op af, Vier doen het om de prijs, Maar nummer vijf uit medelij.

Ze gaan terstond op reis.

De eerste trekt naar 't strand der zee En werpt zijn netten uit.

Hij vangt een schelvis en hij juicht:

‘Catootje wordt mijn bruid!’

De schelvis, met citroen gestoofd, Biedt hij 't Prinsesje aan!

Zij proeft en woedend roept zij: ‘Bah!

Ik zet geen bek er aan!’

Freddie Langeler, Het betoverde poesje

(6)

De tweede haalt een mooie kaas Van Vaders boerderij.

Hij denkt: van kaas houdt elke Poes, Catootje is van mij!

De derde heeft voor haar een worst, De vierde levertraan.

Zij worden allen weggejaagd, Bah! Niets vindt zij er aan!

Maar nummer vijf heeft langer werk, Want zoekend trekt hij rond

Naar iets dat lekker is van smaak En voedzaam en gezond.

Hij keurt, hij proeft, maar hij vindt niets.

Soms is de smaak wel goed, Maar ach, geen eten voor een poes, Te week of veel te zoet!

Freddie Langeler, Het betoverde poesje

(7)

Als hij terugkomt in de stad Ontmoet hij op de straat Een oude vriend, hond Dino, die Een poosje met hem praat.

De poes vertelt het droef verhaal Van de mislukte tocht.

‘Ik kan je helpen!’ blaft de hond,

‘'t Is vlakbij wat je zocht!

Er is een winkel op het plein Hier midden in de stad,

Daar koop je 't beste wat bestaat Voor hond zowel als kat!

De naam is Felix voor de kat Of Bonzo voor de hond.

Ze smaken beide even goed, En 't is ook erg gezond.’

Freddie Langeler, Het betoverde poesje

(8)

De kater is toen met een zak Vlug naar 't paleis gegaan, Van 't Felix profet dan de prinses En ziet hem stralend aan.

Ze roept dolblij haar Vader toe Die angstig wacht: ‘O Papje!

Wat is dàt lekker! Nee maar, zeg!

Ik wil nòg graag een hapje!’

De boze vloek van Tante Nel Verloor voorgoed zijn kracht En heeft aan kater en Prinses Het googst geluk gebracht!

Het bruiloftsmaal wordt blij gevierd Daar wordt nu pas gesmuld!

Hoera! met Felix voor de kat Is ieders bord gevuld.

Freddie Langeler, Het betoverde poesje

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

O neen, haar fier gezicht was eertyds my een fchyn Van vriend'lykheid en luft, dat vaak myn hart deê blaaken, Nu heeft het deze borft zo kout als y s doen maaken, Niet dat ik

Met zijn hoofd zonder kin bijna en zijn verbaasde oogen, die de schilder er met potlood bijgeteekend heeft, doet hij aan, alsof hij in een plasken water zijn eigen leelijkheid

x Cupressocyparis leylandii ‘Sirebo ’ Deze Nederlandse species uit 1982 heeft wit- bont gespikkeld loof en verder vrijwel gelijke afmetingen en morfologische kenmerken als de

Zo jammert Moeder Teddy door, maar Tommie krabt zich achter 't oor en denkt: ‘Ik kom er nòg goed af, verbeeld je dat ik, voor m'n straf, die ruiten zèlf betalen moest.. Ik zeg

Toen ze ontbeten hadden, zei de koning tegen Anneke: ‘zullen we nu eens gaan kijken naar de toebereidselen voor je reis?’ Weetgraag en Flipje zijn de hele morgen reeds bezig in

Snorretje streelt haar en zegt: ‘Lieve Nel, Wees maar niet bang; wat dacht hij wel!’4. Poesje-Nel

weg, 'k heb u niet lief, Want gij zijt valsch, gij zijt een dief, Gij krabt en snoept, doet altijd kwaad, En wordt teregt door elk gehaat.. En daarom speel 'k met u niet meer, Want

‘Ze heeft er meer dan eens mee gedreigd, maar, ofschoon ze lang niet lief tegen mij was, was ik toch liever zelf weggegaan, dan haar te verdringen.. Maar zou ze niet ergens in