• No results found

Freddie Langeler, Het berenboekje · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Freddie Langeler, Het berenboekje · dbnl"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het berenboekje

Freddie Langeler

bron

Freddie Langeler, Het berenboekje. Hausemann & Hotte, Amsterdam ca. 1948

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/lang152bere01_01/colofon.php

© 2012 dbnl erven Freddie Langeler

i.s.m.

(2)

De pechvogel

De moeder van Tom Teddybeer die deed een boodschap op een keer en onze Tommie die mocht mee en Pietje ook en kleine Kee.

Nadat de boodschap was gedaan, toen zou men weer naar huis toe gaan.

‘Ga langs de speelgoedwinkel, moe?’

zo zeurde kleine Piet - ‘hè, toe!’

Freddie Langeler, Het berenboekje

(3)

2

En als ze bij de winkel zijn,

zegt Tommie: ‘Zij zijn nog maar klein, ik ben voor speelgoed al wat groot, maar toch’ - en hij greep Moeders poot,

‘kijkt U eens, wat een mooie trein...

als ik die toch eens had - hè fijn!’

‘Nou,’ zegt z'n moeder, ‘dat is goed, je was de hele week zó zoet...

Jij krijgt die mooie trein van mij en Kee die pop in roze zij en Pietje krijgt een harlekijn, die is voor treinen nog te klein.’

Freddie Langeler, Het berenboekje

(4)

Maar als ze binnen zullen gaan - wie komt daar op de drempel staan?

't Is Knorrepot, de speelgoedbeer, en dat is lang geen makk'lijk heer.

Hij bromt: ‘Het spijt me wel Mevrouw, maar nu ik U toch net zie, nou - nou moet het hoge woord eruit:

Uw Tommie brak bij mij een ruit!

't Is al de tweede, deze week...’

Ma Teddybeer wordt vrees'lijk bleek en sist: ‘Die trein die gaat niet dóór, ik zal jou wel eens leren, hoor!’

‘Piet krijgt z'n mooie harlekijn en Kee haar pop, maar jij géén trein, koop jij maar ruiten voor dat geld - och lieve help, ik sta versteld...’

Zo jammert Moeder Teddy door, maar Tommie krabt zich achter 't oor en denkt: ‘Ik kom er nòg goed af, verbeeld je dat ik, voor m'n straf, die ruiten zèlf betalen moest!

Ik zeg dus niets, ik hou me koest en 'k trek maar een heel braaf gezicht...

Mijn spaarpot blijft tenminste dicht!’

Freddie Langeler, Het berenboekje

(5)

4

Botaniseren

Op een Zondag in de zomer wandelt Timmy Teddybeer

's morgens heel vroeg al naar buiten want het is verrukk'lijk weer.

Aan een riempje hangt zijn trommel:

Timmy doet aan botanie!

Achter hem, stil en eerbiedig, stapt zijn zusje Annemie.

Eerst vindt Tim een madeliefje, dan, bij 't vrolijke gezoem van de hommels en de bijtjes, vindt hij nog een boterbloem...

Freddie Langeler, Het berenboekje

(6)

Wie komt daar juist aangewandeld?

't Is professor Berenbaard - wat die niet van planten afweet, dat is 't weten ook niet waard.

‘Wel mijn vriendje,’ zegt hij minzaam tegen Timmy Teddybeer,

‘ook aan het botaniseren met dat prachtig mooie weer?’

‘Ja professor, en ik ben er aardig al in thuis geraakt:

kijk, hier 's nu de bloem bijvoorbeeld waarvan men de boter maakt.’

Freddie Langeler, Het berenboekje

(7)

6

De snoepers

De tweelingbeertjes Brom en Bram zijn snoepers van belang,

en of daar nu ook straf voor kwam dat maakt ze heel niet bang.

De Moederbeer moet naar het woud en zegt tot Bram en Brom:

‘Pas goed op 't huis en wees niet stout, ik kom meteen weerom.’

Freddie Langeler, Het berenboekje

(8)

Ze denkt: ‘Ik stopte alles weg, - ik heb goed opgepast - en zette op de hoogste plank de honing in de kast.’

Doch niets is 't tweelingpaar te zwaar, als het naar honing speurt.

Ze klimmen boven op elkaar en dan is 't gauw gebeurd...!

Ze spreken 't potje duchtig aan, voor hen was 't niet te hoog...

en straks zal Moeder merken gaan hoe of ze zich bedroog.

Freddie Langeler, Het berenboekje

(9)

8

Ruiten lappen

Och, die arme jongeheer Timotheus Teddybeer!

Op zijn vrije dag zei Moe:

‘Ga de ruiten lappen - toe!

Anders loop je maar op straat en doet niets dan kattekwaad!’

En zo staat Tim dan op de leer;

zijn poot gaat heftig op en neer.

Hij denkt: ‘Als ik ze netjes was - al ben ik ook niet in mijn sas - krijg ik na 't eten van m'n moe misschien wel iets heel lekkers toe!’

Freddie Langeler, Het berenboekje

(10)

Maar wie verschijnt daar in de straat?

Nu krijgt Tim het toch wel te kwaad, het is Jakobus Potjelik

met bei z'n neefjes - Prop en Dik.

En als ze Timmie daar zien staan, dan is het met zijn rust gedaan:

‘Kijk, kijk, dat zie ik nu zo graag,’

spreekt deftig Jaap, de ergste plaag,

‘dat zo een kleine beren-man z'n moesje helpt, zoveel hij kan.’

‘Zeg, doe vooral je schortje voor - en mors niet op je buisje, hoor!’

Zo plagen ze de arme Tim, maar Timmie is verbazend slim:

Freddie Langeler, Het berenboekje

(11)

10

hij doet alsof hij heel niets hoort, maar eind'lijk, bij het laatste woord, dan zegt hij plots: ‘Ik heb je dóór!

Maar jullie màg niet meedoen, hoor!

ik doe het zelf, dat fijne werk.

Of denk je dat ik het niet merk?

ik zie het best, jouw valse lach - dat is omdat je 't zelf niet mag!’

De and're beertjes staan versteld;

nog niemand heeft hun ooit verteld, dat ruitenlappen - o, gewis! - het leukste werk ter wereld is...

Freddie Langeler, Het berenboekje

(12)

En eindelijk zegt zachtjes Dik:

‘Zeg Tim, je krijgt van mij een flik, wanneer ik ook eens even mag!’

‘'t Is goed,’ zegt Timmie met een lach.

Na Dik komt Propje aan de beurt, omdat hij zo verschrikkelijk zeurt en daarna Jaap, die geeft een cent.

Tim zegt: ‘'t Is omdat jij het bent!’

En nu wordt, eer je het goed snapt, het hele raam piekfijn gelapt.

Tim, met z'n handen in z'n zak, die staat er bij, op z'n gemak.

Hij heeft een cent en ook een flik en 't werk... dat deden Jaap en Dik!

Freddie Langeler, Het berenboekje

(13)

12

Tracteren!

Toosje Teddiebeer is jarig en van d'oude Teddieberen krijgt ze 'n grote zak met zuurtjes om op school uit te tracteren.

Freddie Langeler, Het berenboekje

(14)

In de les mag 't echter niet omdat meester het verbiedt.

‘Want,’ zegt meester, ‘eerst studeren - 'k gun jelui heus een pleziertje...’

IJv'rig gaan ze sommen maken...

Eind'lijk komt het speelkwartiertje:

nu is er genoeg geleerd!

Toosje Teddiebeer tracteert!

Freddie Langeler, Het berenboekje

(15)

14

De wildebras

‘Foei,’ zegt moe op barse toon tot haar wilde jongste zoon.

‘'t Is te gek - pas voor'ge week, toen ik naar je schoenen keek, waren ze nog nieuw en goed.

En nu... wat j'er toch mee doet...?

Freddie Langeler, Het berenboekje

(16)

Kijk eens even, wat een gaten, om van modder niet te praten.

Ik wil niet, versta me goed, dat jij meer aan voetbal doet.

Hiermee kun je niet meer lopen, ik moet maar weer nieuwe kopen.’

Moeder Beer heeft lang gezocht, eer ze eind'lijk een paar kocht.

‘Want,’ zegt zij, ‘als ik iets koop, kost het vaak een hele hoop, maar 't is ook geen rommel - néé!

Jaren, jaren gaat het mee!’

Freddie Langeler, Het berenboekje

(17)

16

Maar Ma Beer wist niet dat Bas captain van het elftal was.

Daarom ging 't hem erg vervelen niet meer mee te kunnen spelen.

En warempel, op een dag toen hij wist dat Moe 't niet zag, heeft Bas tòch weer meegedaan...

met zijn nieuwe schoenen aan!

Wat er thuis toen is geschied...

dat vertel ik liever niet.

Freddie Langeler, Het berenboekje

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De bekeerling krijgt een opdracht mee: met in zijn achterhoofd de essentie van de tora die Hillel hem meegaf moet hij nu zelf aan de studie om te leren, wat dit betekent voor

Dat sociale media het recht- streekse sociaal contact onder jongeren doen afnemen, blijkt overigens niet te kloppen.. „On- derzoek wijst erop dat online ge- sprekken

De rechter in Zutphen, Nederland, heeft de 70-jarige Albert Heringa gisteren wel schuldig verklaard, omdat hulp bij zelfdoding niet is toegestaan.. Zoiets kan alleen binnen de

O Christen Broeders schept doch vreugt, Laet vleys en bloet u niet verwinnen, Godt heeft u door sijn groote deught,.

Soms is de smaak wel goed, Maar ach, geen eten voor een poes, Te week of veel te zoet!. Freddie Langeler, Het

Kwetsbaarheid tonen door te praten met elkaar of elkaar in de ogen kijken lijkt langzaam door ons intuïtieve brein geregistreerd te worden als iets gevaarlijks, Naar mijn idee

Ik kom niet om te zweven naar een plek hier ver vandaan Ik kies er liever voor om hier gewoon naast jou te staan Om samen te ontdekken wie of wat we mogen zijn Zo zoekend naar

Homo-, lesbische en bi-jongeren worden vaak omringd door heteroseksuele mensen in wie zij zich niet of weinig kunnen herkennen en waarbij zij het gevoel hebben ‘anders’ te