1 Bijlage: Raadsinformatiebrief opgesteld door SRE
Gemeenteraden SRE
uw kenmerk uw brief van ons kenmerk datum 23 juni 2011
onderwerp e-mailadres
Planning bedrijventerreinen
Geachte leden van de gemeenteraad,
De ambitie is helder: de regio Zuidoost-Brabant wil uitgroeien tot de best presterende regio van Nederland, tot een van de technologisch meest innovatieve regio’s van Europa!
Om dit te bereiken is ondermeer afgesproken om op het gebied van bedrijventerreinen een gezamenlijk regionaal programma te maken. Hierbij wordt ingezet op kwalitatief goede bedrijventerreinen, die optimaal tegemoet komen aan de wensen van de markt.
Programmering bedrijventerreinen Zuidoost-Brabant
Uit prognoses blijkt dat er in de regio minder ruimte nodig is dan de hectares bedrijventerrein die nu zijn gepland. Ook ondernemers erkennen in hun
‘Ondernemersvisie Bedrijventerreinen Brabant’ 1 dat er minder ruimte nodig is voor bedrijventerreinen dan nu is gepland en dat de kwaliteit van nieuwe en bestaande terreinen in de toekomst steeds belangrijker gaat worden. De SRE-Gemeente hebben de afgelopen maanden samen met de provincie bekeken hoe ze het beste met het overaanbod om kunnen gaan.
Als eerste stap hebben de vier subregio’s (Peel, Kempen, A2-Gemeenten, Stedelijk Gebied) een inventarisatie gemaakt van vraag en aanbod en waar mogelijk een besluitengenomen over de uit- of afstel van plannen. Op basis hiervan is door Provincie en SRE een programma gemaakt voor het hele SRE-gebied. In document ‘Regionale afspraken en programmering werklocaties Zuidoost-Brabant’ is deze overkoepelende programmering opgenomen.
Het totaaloverzicht laat zien dat het overaanbod bijna 600 hectare bedraagt. De verschillen per subregio zijn groot. De meeste overcapaciteit zit in het stedelijk gebied.
Deze subregio zet de komende jaren in ieder geval voor 200 hectare plannen ‘on hold’.
De Kempen heeft de ontwikkeling van 33 hectare stilgelegd, de A2 gemeenten 8 hectare.
In de Peelgemeenten wordt gewerkt met een ijzeren voorraad als gevolg waarvan 95 Hectare voorlopig niet aan bod komt.
De komende periode zal worden gebruikt om de markt van vraag en aanbod verder in balans te brengen. Uitgangspunt blijft hierbij dat het voor de ontwikkeling van de Brainport-regio belangrijk is dat aan de vraag van het bedrijfsleven voldaan kan worden.
1 Ondernemersvisie Bedrijventerreinen Brabant, KVK/BZW, 21 december 2012
2
Regionale afspraken bedrijventerreinen Zuidoost-Brabant
Hieronder zijn de afspraken opgenomen hoe gemeenten, provincie en SRE met de komende maanden met de programmering omgaan. Deze afspraken zijn gemaakt in het Portefeuillehoudersoverleg / Regionaal Ruimtelijk Overleg van 13 juni 2012.
1. Instemmen met de uitgangspunten
De afgelopen maanden is er een stevig fundament gelegd met gedegen onderzoeken naar en inventarisaties van vraag en aanbod van bedrijventerreinen in Zuidoost- Brabant. De gemeenten, provincie en SRE committeren zich aan de vraag- en aanbodinventarisaties zoals opgenomen ‘Regionale afspraken en programmering werklocaties Zuidoost-Brabant’
2. Instemmen met programmering tot nu toe
Wetende dat vraag en aanbod in de regio nog niet volledig in balans zijn, hechten provincie, SRE en gemeenten er aan dat wat nu reeds is bereikt ten aanzien van de programmering wordt vastgelegd. Dat betekent dat die terreinen waarvan de ontwikkeling in het verkeerslichtenmodel nu op 'oranje' en 'rood' is gezet op basis van de huidige inzichten niet verder ontwikkeld worden. De terreinen die op 'groen' gezet zijn in Regionale afspraken en programmering werklocaties Zuidoost-Brabant’
kunnen voorlopig wel verder ontwikkeld worden.
3. Completering programmering
De programmering van de werklocaties maakt duidelijk dat de regio haar verantwoordelijkheid neemt als het gaat om een prioritering van de werklocaties. Er zijn al de nodige stappen gezet: ruim 300 hectare is bevroren. Gezien de omvang van het overaanbod is zijn er nog wat stappen te zetten. Gemeenten, Provincie en SRE spannen zich in om in voor het Portefeuillehoudersoverleg / Regionaal Ruimtelijk Overleg dit najaar het totale aanbod in het verkeerslichtenmodel te hebben gezet en vraag en aanbod verder in balans te hebben gebracht.
4. Benoemen en meenemen locaties met bovenlokale betekenis in de programmering Op dit moment bestaat er in de regio geen totaalbeeld van de locaties met een bovenlokale betekenis. Onderdeel van de completering van de programmering voor het einde van het jaar is dan ook het verkrijgen van dit beeld als het gaat om de locaties met een (sub)regionale betekenis. Bedoeld wordt in het bijzonder op multimodale knooppunten en terreinen voor zware industrie.
5. Bijstellen programmering op basis van monitoring vraag/aanbod in de toekomst Door middel van een jaarlijkse monitoring van vraag/aanbod wordt bijstelling van de programmering mogelijk. Hierdoor kunnen we er voor zorgen dat vraag en aanbod blijvend passen bij de behoefte van de markt. Dit geschiedt via het reguliere Regionaal Ruimtelijk Overleg / Portefeuillehoudersoverleg. Eenduidige systematiek moet hierin voorzien. In het overleg dit najaar wordt hiervoor een voorstel neergelegd als integraal onderdeel van de afspraken over de werklocaties.
6. Herstructureringsopgave betrekken bij monitoring
In de regio wordt steeds meer het belang van de kwaliteit van de bestaande locaties erkend. Om die reden gaat de herstructureringsopgave onderdeel uitmaken van de monitoringsystematiek van vraag en aanbod.
7. Nieuwe kansen ontwikkelen voor rode en oranje bedrijventerreinen
Uit de completering van de programmering komen ongetwijfeld een aantal locaties naar voren die – om diverse redenen – voorlopig niet de kleur groen zullen krijgen.
Dat wil niet zeggen dat deze bij voorbaat kansloos zijn. De regio bezint zich in samenspraak met de provincie op creatieve oplossingen om ‘de pijn’ te verzachten door te kijken naar tijdelijke of permanente andere invulling van deze terreinen.
Status afspraken en vervolg
In de Provinciale Verordening Ruimte is de verplichting opgenomen om in regionaal verband afspraken te maken over de planning van bedrijventerreinen. Met het opstellen van ‘Regionale afspraken en programmering werklocaties Zuidoost-Brabant’ is hiertoe een eerste stap gezet. De programmering die er nu ligt geeft is nog niet sluitend. Er is nog een aanzienlijk verschil tussen vraag en aanbod van bedrijventerreinen, met name in de subregio Stedelijk Gebied. Gemeenten, SRE en provincie stellen zich tot doel tot doel
3
het verschil te verkleinen voor het eind van het jaar. In het Regionaal Ruimtelijke
Overleg / Portefeuillehoudersoverleg van eind november moet dan een besluit vallen over het totaal. Voorlopig is Regionale afspraken en programmering werklocaties Zuidoost- Brabant’ de basis waarop gemeenten aan de slag gaan en de provincie nieuwe
initiatieven zal beoordelen. Voor de definitieve besluitvorming over de afspraken komend najaar is het van belang ook gemeenteraden te informeren. Uw raad zal tijdens het proces geïnformeerd worden over de voortgang
