M
M EE MM OO
AAN : De leden van de Commissie Ruimte
VAN : wethouder Van Bussel
DATUM : 3 juli 2012
BETREFT : Planning bedrijventerreinen SRE-regio en gemeente Asten
Geachte heer, mevrouw,
Via deze memo informeer ik u over de regionale afspraken in het kader van de
bedrijventerreinenplanning zoals die onlangs tot stand zijn gekomen met de provincie.
Inleiding
In de regio Zuidoost- Brabant vindt binnen het SRE sinds jaar en dag afstemming plaats over de planning en ontwikkeling van bedrijventerreinen. In november 2008 heeft de regioraad van het SRE de Regionale Agenda Bedrijventerreinen (RAB) vastgesteld, waarbinnen voor en door iedere subregio een eigen uitvoeringsagenda is bepaald en een afsprakenkader is gemaakt voor de hele regio. Belangrijkste doelstelling van het RAB is het op verantwoorde en duurzame manier faciliteren van de economische groei, en daarbij tekorten en overschotten op de markt te voorkomen. Een van de belangrijkste afspraken uit het RAB is dat de subregio zelf verantwoordelijk is voor het ruimtebudget. Beoordeling van de voorraadsituatie en planontwikkeling en evt. bijsturing van beleid kon alsdan via het subregionale planningsoverleg plaatsvinden. De rol van het SRE is beperkt tot het faciliteren hiervan en ook het monitoren van de regionale afspraken. Hiervoor wordt het Regionaal Ruimtelijk Overleg (RRO) gebruikt, opdat de provincie direct betrokken is.
Tot zover lag er met dit RAB een goede en breed gedragen basis en afsprakenkader onder de regionale planning van bedrijventerreinen. Als gevolg van veranderende omstandigheden en opgave door de crisis is het noodzakelijk geworden de plannen bij te stellen. Op basis van de nieuwste provinciale prognoses dreigt de regio op een enorm overschot van
werklocaties af te stevenen. De provincie heeft maatregelen genomen door in haar beleid de verplichting op te leggen in regionaal verband een visie werklocaties op te stellen en daarbij uit te gaan van beduidend lagere prognoses, dan waarvoor de regio nog bij het opstellen van het RAB is uitgegaan. Tijdens het poho/RRO overleg van december 2010 is bepaald dat er in de regio een visie werklocaties zou worden opgesteld, gebaseerd op de nieuwste ramingen en waarbij de visie – analoog aan het proces van het RAB - van onderop zou worden opgebouwd.
De gemeenten in de Peel hebben hun verantwoordelijkheid genomen en dit heeft geresulteerd in een visie werklocaties De Peel, die als onderlegger is gebruikt voor de Regionale afspraken & programmering werklocaties Zuidoost-Brabant die tijdens het Poho- RRO overleg van 13 juni jl. is geaccordeerd.
-2-
In de bijlagen treft u de diverse regionale documenten en de onderlegger daarvoor van De Peel aan. Tevens kunt u via de link www.sre.nl/bedrijventerreinen de diverse regionale documenten bekijken.
Voorbereiding in de Peel
Zoals aangegeven heeft de Peel haar verantwoordelijkheid genomen en een eigen visie opgesteld, die als input heeft gediend voor het regionale afsprakenkader. Voor de totstandkoming van de visie is de bestaande overlegstructuur benut van de
portefeuillehouders en beleidsadviseurs EZ van de gemeenten Asten, Deurne, Gemert- Bakel, Laarbeek en Someren. Tevens heeft afstemming plaatsgevonden met
vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven in de Peel.
Bijzonder in dit proces is dat de gemeente Helmond in de werkgroep vertegenwoordigd is geweest.
Haar positie in de Peel maakt dat overleg en afstemming binnen de Peel wenselijk is.
Helmond is van grote betekenis voor de Peel als het gaat om het evt. accommoderen van de doorontwikkeling van grote bedrijven afkomstig uit of van toegevoegde waarde voor de Peel. Daarnaast vormt de aanwezigheid van zowel de High Tech Automotive Campus als Groene Campus een prima vertrekpunt om de ambities voor Brainport Oost te realiseren.
Inhoud visie werklocaties De Peel
Voor het opstellen van de subregionale visies werklocaties is door provincie en SRE een richtlijn opgesteld. Naast de planning en programmering van werklocaties, met toepassing van een verkeerslichtenmodel om te komen tot een prioritering, is het ook de bedoeling dat de regio in haar visie ingaat op de herstructureringsopgave en de regiospecifieke thema’s en knelpunten. De Peel heeft hier voorts nog een afsprakenkader aan toegevoegd.
Hierna wordt ingegaan op de hoofdlijnen en gekozen uitgangspunten.
Planning en programmering werklocaties
Uitgangspunt bij de vraagraming is de methodiek van de Ruimteplanner. Dit
planningsinstrument is in 2007 geïntroduceerd door de Kamer van Koophandel en binnen de Peel omarmd als methode om meer vraaggericht te werk te gaan bij de planning van
werklocaties. Alle peelgemeenten hebben dit instrument gebruikt om de behoefte in kaart te brengen en – een uitzondering daargelaten - door middel van herhalingsonderzoeken up to date te gehouden. Als gevolg hiervan is goed inzicht verkregen in de autonome behoefte:
voor de Peel is die alsdan bepaald op 88 hectare netto. In aanvulling hierop is door een aantal gemeenten zelf een inschatting gemaakt van de ruimtebehoefte als gevolg van lokale ambities. Hierbij kan gedacht worden aan sanering van bedrijfslocaties in of buiten de kom of benodigde schuifruimte om de herstructurering op gang te brengen. Daarnaast is door Bureau Buiten onderzocht wat de effecten kunnen zijn op de ruimtebehoefte van de ambities voor Brainport-Oost, zoals vastgelegd in de Economische Visie Brainport-Oost.
Deze additionele vraag is in totaal becijferd op ca. 16 hectare tot 2020. Ook het aanbod is in deze context zorgvuldig in kaart gebracht, waarbij als horizon 2020 is genomen, met een doorkijkje naar 2030. Tot 2020 is een aanbod gepland van 96 hectare en daarna nog eens 44 hectare.
De confrontatie van vraag en aanbod laat tot 2020 Peelbreed een klein overschot zien en vormt geen reden tot paniek. Op lokaal niveau ligt het beeld wat genuanceerder en is ingrijpen wel degelijk gewenst. De Peel is zich zeer bewust van de nieuwe werkelijkheid en kiest in het kader van het regionaal perspectief en de beoogde programmering bewust voor een ijzeren voorraad methodiek. Hierbij is als vuistregel gehanteerd dat iedere gemeente 5x de gemiddelde jaarlijkse behoefte als uitgangspunt hanteert en dit aanbod op groen zet. Al het overige aanbod staat dan minimaal op oranje. Monitoring van vraag en aanbod kan leiden tot aanpassing van de programmering (dynamisch model).
Herstructureringsopgave
De herstructureringsopgave in de Peel is bepaald op ruim 200 hectare bruto
bedrijventerrein en omvat daarmee ca. 40 % van de totale voorraad. Het gaat hierbij om
-3-
het behoud van economische functies en daarmee werkgelegenheid. Zeker 25 hectare betreft structurele leegstand, waarvoor een herstructurering van incourant vastgoed noodzakelijk is. In totaal een omvangrijke opgave, waarbij de Peel zich realiseert dat verschillende instrumenten ingezet moeten worden om dit proces aan de gang te krijgen.
Zo kan via lokaal uitgiftebeleid gestuurd worden op schaarste, of juist schuifruimte
gecreëerd worden. De gemeente Asten heeft met de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) de herstructurering van de terreinen Molenakkers en ’t Hoogvelt succesvol opgepakt maar een duurzaam financieringsinstrumentarium is van belang, zeker gelet op het feit dat diverse fondsen aan het opdrogen zijn en de voeding van lokale herstructureringsfondsen ook onder druk staat. De Peel ziet om die reden dan ook een kans in de verzakelijking van de bedrijventerreinenmarkt. In Deurne is deelgenomen aan de pilot verzakelijking van het rijk en dit levert interessante aanknopingspunten om de markt meer zijn werk te laten doen.
Specifieke thema’s en knelpunten
Als onderdeel van de Brainport is door de Peel – in samenspraak met het bedrijfsleven - een economische visie Brainport-Oost opgesteld, met daarin aandacht voor de regiospecifieke speerpuntsectoren. De Peel, incl. Helmond heeft een stevige uitgangspositie als het gaat om de clusters automotive en agrofood en processing. Anderzijds is de Peel ook goed
aangehaakt bij Greenport Venlo. Kortom volop potentie en reden om ons positief te onderscheiden. Met het bedrijfsleven is een ontwikkelagenda opgesteld waarin concrete projecten benoemd zijn die invulling geven aan de ambitie. De effecten op de
ruimtebehoefte zijn –zoals eerder aangegeven – onderzocht door Bureau Buiten. Ook de ontwikkeling van de Noordoost Corridor zal van invloed zijn op de vestiging van
bedrijvigheid en regionaal worden gewogen. Bereikbaarheid is een van de belangrijkste locatiekeuzes bij bedrijven.
Afsprakenkader de Peel
De Peel stelt zich op het standpunt dat een bottom-up aanpak voorop blijft staan: lokaal draagvlak is onontbeerlijk .Dat laat onverlet dat een aantal zaken regionaal opgepakt moet worden als het gaat om kennisuitwisseling, beleidsafstemming en monitoring. Dit draagt immers bij aan de betere positionering van de Peel en daar worden we allemaal beter van.
Ter zake worden werkafspraken gemaakt.
Consequenties voor Asten
Door relatief weinig bedrijventerrein te ontwikkelen de afgelopen 10 jaar, heeft Asten te maken met een grote inhaalvraag. Dat wordt door het Regionaal Ruimtelijk Overleg erkend. Voor Asten betekent dit dat de ontwikkeling van bedrijventerrein De Stegen doorgang kan vinden. Daarnaast zijn de (in het strijd met het bestemmingsplan zijnde) terreinen van Hoefnagels aan het Laagveld en Raijmakers aan de Kanaalweg op ‘groen’
gezet. Dat betekent niet dat de terreinen nu ontwikkeld kunnen worden. Wel wordt erkend dat deze terreinen voldoen aan een vraag van het lokale bedrijfsleven. Indien de gemeente Asten wenst dat deze situaties gelegaliseerd dienen te worden, zullen daar nog procedures voor gevoerd dienen te worden waarvan de uitkomsten niet bij voorbaat vast staan.
De ontwikkeling van de percelen gelegen ter linker- en rechterzijde van Hotel Nobis worden op basis van de huidige vraagcijfers pas voorzien na 2020 en is afhankelijk gesteld van de behoefte en de uitgifte de komende jaren.
Tijdens dit proces is continue afgestemd met de wethouder EZ van de gemeente Someren.
Vervolg
Zoals uit de stukken kan worden opgemaakt is thans de eerste stap gezet om in regionaal verband afspraken te maken over de planning van bedrijventerreinen. Het ligt in de bedoeling voor het einde van het jaar tot een definitieve programmering te komen, aangezien er nog een behoorlijke afwijking bestaat tussen de geprognosticeerde vraag en het geplande aanbod in de regio. Met name het stedelijk gebied rondom Eindhoven zal nog fors plannen moeten schrappen. Het gaat dan om enkele honderden hectares. Daarnaast moeten er aanvullende afspraken worden gemaakt over de herstructureringsproblematiek.
In de Peel zal hierbij opnieuw de overlegstructuur tussen de portefeuillehouders en adviseurs economische zaken worden ingezet.
-4-
Namens wethouder Van Bussel, Jan-Willem van der Mark
Bijlagen ter inzage:
- Raadsinformatiebrief opgesteld door het SRE
- Beslisnotitie regionale afspraken portefeuillehoudersoverleg / regionaal ruimtelijk overleg 13 juni 2012
- Regionale afspraken & programmering werklocaties Zuidoost-Brabant - Overzicht status plannen bedrijventerreinenontwikkeling
- Kaarten met groen, oranje en rode plannen - Onderlegger Visie Werklocatie De Peel