• No results found

Bijlage w nota vaste activia definitief 17-12-2009

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijlage w nota vaste activia definitief 17-12-2009"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NOTA

VASTE ACTIVA

2010

(2)

Vaste activa

Doel van de nota

In de financiële verordening gemeente Asten 2010 zijn de uitgangspunten van het financieel beleid vastgelegd. De bepalingen uit deze verordening vormen een belangrijk kader voor deze nota vaste activa.

De nota vaste activa is een nadere uitwerking van artikel 14 van de financiële verordening en heeft als doel om regels voor vaste activa te verduidelijken en om een eenduidige toe- passing van de regels te bevorderen.

Inhoud van de nota

In hoofdstuk 1 wordt beschreven wat vaste activa zijn, vervolgens worden in hoofdstuk 2 de soorten vaste activa behandeld. Het onderscheid naar soorten vaste activa is belangrijk om- dat iedere soort vaste activa ook haar eigen specifieke regels kent. De algemene regels voor vaste activa worden beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 komen de uitgangspunten bij activering aan de orde.

Als laatste wordt in bijlage 1 de afschrijvingtabel gepresenteerd en in bijlage 2 het begrip- penkader.

Hoofdstuk 1: Wat zijn vaste activa ?

Vaste activa zijn bezittingen en schulden en hebben als kenmerk dat ze voor langere periode gebruikt worden bij het realiseren van doelen c.q. taken. De uitgaven die gepaard gaan met de aanschaf van activa worden dan ook niet in één jaar ten laste van de exploitatie

gebracht, maar geactiveerd. Jaarlijks wordt ten laste van de exploitatie de waardeverminde- ring van het actief tot uitdrukking gebracht middels afschrijvingen. De afschrijving represen- teert in feite het nut dat verloren is gegaan door het gebruik van het actief gedurende het jaar.

Hoofdstuk 2: Soorten vaste activa

De vaste activa worden op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, artikel 33) onderverdeeld in drie soorten categorieën:

2.1 immateriële vaste activa;

2.2 materiële vaste activa - met een economisch nut;

- met maatschappelijk nut;

2.3 financiële vaste activa.

2.1. Immateriële vaste activa (artikel 34 en artikel 60 BBV)

Immateriële activa zijn vaste activa die niet tastbaar zijn. Het betreft bezittingen die wel een rol spelen in het financiële proces, maar nooit in het fysieke proces.

Hieronder vallen de volgende investeringen:

• Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen;

• Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief, bijvoorbeeld een haalbaarheidsstudie.

Specifieke regels immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa worden in principe niet geactiveerd.

Kosten onderzoek en ontwikkeling kunnen in de totale investering worden meegenomen, de algemene regels vaste activa zijn dan van toepassing.

(3)

2.2 Materiële vaste activa

De materiële vaste activa kent twee subcategorieën: investeringen met economisch nut en maatschappelijk nut. Het onderscheid is belangrijk omdat voor elke subcategorie specifieke regels van toepassing zijn.

Investeringen met een economisch nut (artikel 35-1a en 59-1 en 2 BBV)

Investeringen met een economisch nut zijn alle investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar zijn. Hierbij kan bij- voorbeeld gedacht worden aan een investering in het zwembad De Schop.

Specifieke regels materiële vaste activa met economisch nut

Deze investeringen moeten verplicht worden geactiveerd en afgeschreven.

Op de investeringen met economisch nut mogen reserves niet rechtstreeks in mindering worden gebracht.

Zie verder algemene regels vaste activa

Specifieke regels software

Software (als afzonderlijk actief ) en gebruiksrechten op software voor onbepaal- de duur die ineens in rekening worden gebracht zijn investeringen met een eco- nomisch nut.

Besturingssoftware is een component van het actief waarvoor het een besturings- component is. Het wordt dan als onderdeel van het desbetreffende actief geacti- veerd of als last verwerkt in geval van een investering met maatschappelijk nut.

(Besturingssoftware verkeerslichten).

Implementatiekosten van nieuwe hard- en/of software kunnen worden geacti- veerd, ze vallen onder de bijkomende kosten die op grond van artikel 63,2 BBV als onderdeel van de verkrijgingsprijs worden gezien. Implementatiekosten kun- nen zowel de kosten van externen als kosten van eigen medewerkers betreffen.

Opleidingskosten voor nieuwe software worden als last verwerkt en dus niet geac- tiveerd.

Specifieke regels riolering

Investeringen in het riool zijn investeringen met economisch nut.

In het riooltarief mogen bijdragen meegenomen worden voor toekomstige ver- vangingsinvesteringen (het gespaarde bedrag wordt in de voorziening gestort).Dit gespaarde bedrag kan op het te activeren bedrag in mindering worden gebracht.

(4)

Investeringen met maatschappelijk nut ( artikel 35-1 b en 59-4 BBV)

De gemeente heeft investeringen die geen middelen genereren, maar wel duidelijk een publieke taak vervullen. Het gaat hierbij om investeringen in bijvoorbeeld wegen, water en groenvoorzieningen.

Specifieke regels investeringen met maatschappelijk nut:

Activa in de openbare ruimte met maatschappelijk nut worden rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht.

Wanneer de financiële positie het niet toelaat om de activa rechtstreeks ten laste van de exploitatie te brengen, mag geactiveerd worden. Als hiervoor wordt geko- zen dan:

- is de afschrijvingsperiode conform afschrijving tabel vaste activa;

- zijn extra afschrijvingen toegestaan;

- mogen reserves op de investering wel in mindering worden gebracht (artikel 62-3 BBV).

Zie verder algemene regels vaste activa

2.3 Financiële vaste activa (artikel 36 BBV )

Financiële vaste activa zijn bijvoorbeeld leningen en uitzettingen en bijdragen aan activa in eigendom van derden.

Specifieke regels financiële vaste activa Financiële vaste activa worden geactiveerd.

Specifieke regels voor bijdrage aan activa van derden

Als het om bijdrage aan activa van derden gaat (bijvoorbeeld gemeenschapshuizen) mo- gen deze bijdragen alleen geactiveerd worden als aan alle volgende 4 voorwaarden vol- daan wordt:

1. er is sprake van een investering door een derde;

2. de investering draagt bij aan de publieke taak;

3. de derde verplicht zich tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is over- eengekomen en

4. de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. Voldoet de bijdrage niet aan alle vier de voorwaarden, dan mag deze niet worden geactiveerd.

(5)

Hoofdstuk 3. Algemene regels vaste activa

In dit hoofdstuk worden de algemene regels van vaste activa beschreven.

Algemene regels vaste activa

1. Uitgaven tot € 10.000,= worden niet geactiveerd maar rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht.

2. De kosten van (klein en groot) onderhoud zijn niet levensduurverlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. Deze kosten kunnen ten laste worden gebracht van de exploitatie, reserve of voorziening.

3. Investeringen worden gewaardeerd tegen de hiervoor gemaakte historische kosten (verkrijging- of vervaardigingprijs artikel 63 BBV).

4. Op de investeringen mogen rijksbijdragen, subsidies e.d. die in directe relatie staan met de investering, rechtstreeks in mindering worden gebracht;

5. De restwaarde is nul. De boekwinst die wordt gerealiseerd bij het afstoten van een kapitaalgoed moet als incidentele bate in de jaarrekening worden ver- werkt.

6. De rekenrente voor de kapitaallasten van nieuwe investeringen wordt bepaald aan de hand van uitgangspunten in de begroting. Voor investeringen in riool wordt de rekenrente voor de hele looptijd vastgezet. Voor geldleningen wordt de rente van de uitgezette leningen toegepast.

7. De gemeente Asten hanteert in principe de annuïtaire afschrijvingsmethode.

8. Een investering kan op basis van één afschrijvingtermijn worden afgeschreven of de componentenbenadering kan worden toegepast. Een nieuw gebouw kan dan bijvoorbeeld gesplitst worden in nieuwbouw gebouw en technische instal- laties.

9. De afschrijvingstermijnen(jaren) zijn opgenomen in de afschrijvingtabel (zie bijlage 1).

Hoofdstuk 4. Activering Uitgangspunten bij activering:

• De kapitaallasten worden berekend over de boekwaarde aan het begin van het jaar op basis van de jaarrekening;

• Een actief dat buiten gebruik wordt gesteld wordt op het moment van buitengebruik- stelling afgewaardeerd (dus vervroegd afgeschreven);

• De afschrijvingstermijn start in het jaar na de oplevering en of ingebruikname van het actief

Bijlage 1: Afschrijvingstabel Bijlage 2: Definities

(6)

BIJLAGE 1

Afschrijvingstabel behorende bij de nota vaste activa

De in de tabel opgesomde afschrijvingstermijn zijn maximale termijnen. Een kortere af- schrijvingstermijn is mogelijk in verband met werkelijke economische of technische levens- duur.

Omschrijving afschrijving

Maximaal 1 Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa (in principe niet activeren)

Kosten onderzoek en ontwikkeling Looptijd vast

actief

Kosten sluiten van geldleningen Looptijd

lening

2 Materiële vaste activa

a. Gronden en terreinen Geen

afschrijving

b. Woonruimten

Nieuwbouw 40

Aanbouw 25 jaar (of langer afhankelijk van hoofdbestanddeel) 25

Renovatie en restauratie 25

Aankoop bestaande gebouwen Variabel

Semi-permanente gebouwen 15

c. Bedrijfsgebouwen

Nieuwbouw 40

Aanbouw 25 jaar (of langer afhankelijk van hoofdbestanddeel) 25

Renovatie en restauratie 25

Aankoop bestaande gebouwen Variabel

Semi-permanente gebouwen 15

d. Grond – weg- en waterbouwkundige werken

Vrijvervalriolering 50

Persleidingen, drukriolering 40

Rioolgemalen, drukrioolgemalen, randvoorzieningen 30

Drainage leidingen 25

Aanleg/reconstructie wegen, fiets- en voetpaden, parkeervoor- zieningen

25

Aanleg/reconstructie plantsoenen, parken speelterreinen 25

Sportvelden 25

Kunstgrasveld 15

Overstorten 5

e. Vervoermiddelen

Brandweer hulpverleningswagen/ tankautospuit 15

Overige vervoermiddelen 8

(7)

f. Machines, apparaten en installaties

Aanleg/vervanging openbare verlichting 20 Machines, apparatuur technische installaties 15 Hulpverlening- en brandbestrijdingsmaterialen 10

g. Overige materiële vaste activa

Speeltoestellen, sporttoestellen en sportmaterialen 10 Inrichting gebouw, onder andere meubilair, inventaris etc. 10

Overige materiële vaste activa 10

Hard- en software 5

4 Financiële vaste activa

Financiële vaste activa variabel

Bijdrage in activa van derden Afhankelijk van

actief

(8)

BIJLAGE 2

Definities

Hieronder volgen een aantal begrippen die voor de nota van vaste activa van belang zijn:

Activeren

Het op de balans presenteren van de financiële waarde van het aangeschafte of vervaardig- de kapitaalgoed dat vanaf dat moment als bezitting kan worden beschouwd.

Afschrijven

Het bedrag van de waardevermindering in de boekhouding van (een) kapitaalgoed(eren).

Annuïtaire afschrijving

De gezamenlijke lasten van rente en afschrijvingen blijven jaarlijks gelijk gedurende de ge- bruiksduur/afschrijvingstermijn van het actief. De jaarlijks dalende rentelasten worden exact gecompenseerd door de jaarlijks stijgende afschrijvingslasten. In de beginjaren wordt er weinig afgeschreven en in de laatste jaren veel.

Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Algemene maatregel van bestuur (AMvB) met regels voor de begroting, verslaglegging en informatie aan derden door provincies en gemeenten.

Boekwinst

Indien een object met een bepaalde restwaarde wordt afgestoten, dient afboeking van de restwaarde plaats te vinden. Indien bij het afstoten een boekwinst (opbrengst is hoger dan de boekwaarde) wordt gerealiseerd, dient deze boekwinst na overdracht te worden verwerkt als incidentele bate in de jaarrekening. De opbrengst mag niet direct met de aanschafwaar- de van het eventuele vervangingsobject worden verrekend

Componentenbenadering

Verschillende samenstellende delen van een materieel vast actief afzonderlijk afschrijven op basis van het individuele waardeverloop van die delen.

Investeren

Het aanschaffen of vervaardigen van goederen, waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt.

Kapitaalgoed

Een kapitaalgoed wordt gebruikt om goederen en diensten mee te produceren. Bijvoorbeeld een vrachtauto voor het leveren van diensten.

Kapitaallasten

Rente en afschrijving van kapitaalgoed(eren).

Restwaarde

De waarde van een actief aan het eind van de gebruikstermijn tegen het huidige prijspeil.

Verkrijgingsprijs

De inkoopprijs en de bijkomende kosten.

(9)

Vervaardigingsprijs

De aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend.

Vervangingsinvesteringen

Investeringen ten behoeve van de vervanging van een bestaand actief of als gevolg van economische veroudering of slijtage.

Waardering:

Het toekennen van een waarde aan een kapitaalgoed.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit betreft een bestemmingsfonds gevormd voor gelden welke ontvangen zijn en specifiek te besteden zijn aan de noodinloop voor daklozen. Deze middelen zijn gedurende het

Overeenkomst met de gemeente Vught en Boxtel zijn op basis van de dieren die niet door eigenaar worden opgehaald. Aantal dieren

Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde.. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is

De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op basis van verkrijgingsprijs, verminderd met de daarover berekende lineaire afschrijvingen, welke zijn gebaseerd op de verwachte

[r]

[r]

- recht van hypotheek ter grootte van € 136.134 op het gebouw met ondergrond, parkeerterrein en erf, staande en gelegen aan de Prickwaert 196 te Sliedrecht, sectie K nummer

Om te voorkomen dat de vereniging hierdoor haar algemene reserve zou verliezen heeft het bestuur een bufferreserve gevormd waarmee twee dergelijke tegenvallers opgevangen kunnen