Vraag nr. 245 van 12 juli 1996
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Vlaams-Brabantbeleid – Nederlands in supermarkten In een recent nummer van het tijdschrift De Zes wordt de aandacht gevestigd op het feit dat in de Delhaize- en GB-warenhuizen in Kraainem een Nederlandsonvrien-delijk klimaat heerst. Sommige personeelsleden be-heersen het Nederlands zelfs niet. Dezelfde situatie doet zich trouwens voor in andere gemeenten van de Vlaamse rand rond Brussel.
De Zes merkt terecht op dat de Vlaamse regering niet over juridische dwangmiddelen beschikt om hieraan iets te veranderen, maar "dat het wenselijk zou zijn dat zij er de betrokken warenhuisdirecties duidelijk zou op wijzen dat Kraainem en andere Vlaamse gemeenten rond Brussel zich grondwettelijk in het Nederlandse taalgebied bevinden en dat het bijgevolg onaanvaard-baar is dat er Nederlandsonkundige of -onwillige perso-neelsleden worden tewerkgesteld".
Is de minister op de hoogte van de situatie ?
Heeft hij, in het kader van zijn bijzondere aandacht voor de Vlaams-Brabantse problematiek, reeds contac-ten gehad met de betrokken warenhuisdirecties ? Indien niet, wordt dat overwogen ?
Antwoord
Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger zelf op-merkt, bestaat met betrekking tot het gebruik van het Nederlands in de distributiesector en de kleinhandel geen wettelijke regeling. De verklaring daarvoor is terug te vinden in de grondwettelijke bepalingen in ver-band met het taalgebruik. Artikel 30 van de Grondwet bepaalt dat het gebruik van de in België gesproken talen vrij is en niet kan worden geregeld dan door de wet en alleen voor handelingen van het openbaar gezag voor rechtszaken.
In de toelichting die werd gegeven bij het tekstvoorstel dat uiteindelijk resulteerde in het huidig artikel 30 van de Grondwet, werd benadrukt dat in het dagelijks taal-gebruik en voor die handelingen waarbij slechts private belangen betrokken zijn, iedereen de taal kan gebrui-ken die hij wenst.
De grondwet laat enkel toe het taalgebruik te regelen in limitief aantal bepaalde domeinen.
Artikel 129, § 1 geeft het Vlaams Parlement de bevoegdheid het gebruik der talen te regelen voor : 1. de bestuurszaken ;
2. het onderwijs in de door de overheid opgerichte, gesubsidieerde of erkende instellingen ;
3. de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel, alsmede de door de wet en de veror-deringen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen.
Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger ongetwijfeld weet, hebben de decreten die in deze materies door het Vlaams Parlement worden goedgekeurd territoriaal enkel werking in de taalhomogene gemeenten van het
Nederlandse taalgebied, en zijn ze dus niet van toepas-sing in de rand- en taalgrensgemeenten en de facilitei-tengemeenten. Conform artikel 129, § 2 van de Grond-wet is de federale minister van Binnenlandse Zaken in deze laatste gemeenten bevoegd voor taalaangelegen-heden.
Het is dus ongrondwettelijk het taalgebruik decretaal te regelen voor het door de Vlaamse volksvertegen-woordiger aangehaalde domein. Dit wil ook zeggen dat er geen sluitende verbintenissen kunnen afgesloten worden met de grote distributiebedrijven voor het alleenrecht van het Nederlands en het terugdringen van de tweetaligheid in de faciliteitengemeenten.
Dit betekent echter niet dat de Vlaamse overheid een toenemende verdrukking van het Nederlands zomaar zal tolereren. In het versterkt actieplan voor de Vlaam-se Rand dat momenteel door de VlaamVlaam-se regering wordt voorbereid, wordt gewezen op de belangrijke rol die alle actoren in de Vlaamse rand ter zake te vervul-len hebben. Naast de Vlaamse Gemeenschap hebben ook de provincie Vlaams-Brabant en de sturen een belangrijke rol te spelen. De gemeentebe-sturen zijn het best geplaatst om kordaat en alert te reageren tegen bedrijven die een handelspolitiek voe-ren die indruist tegen de homogeniteit van het Neder-landse taalgebied. Deze rol kan in de faciliteiten-gemeenten overgenomen worden door de provincie Vlaams-Brabant. De provincie kan dan ook instaan voor een sensibilisering naar gemeenten en bedrijven toe.
De Vlaamse regering zal bij de uitvoering van haar ver-sterkt actieplan voor Vlaams-Brabant deze actiepunten in samenwerking met het provinciestuur en de gemeen-tebesturen concretiseren. Ik wens hier wel aan toe te voegen dat ik de betrokken warenhuizen op de hoogte zal brengen van mijn ongerustheid over het eentalig Franse karakter van hun vestigingen in Kraainem.