• No results found

textielgeschiedenis Tilburg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "textielgeschiedenis Tilburg"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg en de nijverheidstentoonstellingen

De firma Pieter van Dooren op bedrijfsdrukwerk Bibliografie Tilburgse textielgeschiedenis

Tilburg kort

(2)

wisselexposities 4 k e e r p e r j a a r

s i g n a l e m e n t i e d e r e z e s w e k e n zie m u s e u m l a d d e r s in l a n d e l i j k e b l a d e n

p e r m a n e n t e e x p o s i t i e s

t e x t i e l i n d u s t r i e in n e d e r l a n d t e x t i e l d e s i g n

b e e l d e n d e k u n s t

d o o r l o p e n d e demonstraties

s p i n n e n , v e r v e n , w e v e n , b r e i e n t a p i s s e r i e

filmzaal

d i v e r s e f i l m s

g o i r k e s t r a a t 9 6 5 0 4 6 g n t i l b u r g t e l ( 0 1 3 ) 3 6 7 4 7 5 o p e n : d i t / m v r i j 1 0 . 0 0 - 1 7 , 0 0 u. z a e n z o 1 2 . 0 0 - 1 7 , 0 0 u v o o r f e e s t d a g e n g e l d e n g e w i j z i g d e o p e n i n g s t i j d e n b e l v o o r i n f o r m a t i e d e i n f o l i j n ( 0 1 3 ) 4 2 2 2 4 1 g r o e p s r o n d l e i d i n g e n , v e r g a d e r i n g e n e n m a a l t i j d e n n a a f s p r a a k

E l

D m

(1)

- O

co l 3 -

0 )

••-»

X CD

CA) ^

C ö O

CD

• ö ( D

c

Eerder verschenen

Eerder verschenen bij de Stichting tot

behoud van Tilburgs cultuurgoed als themanummers van

Tilburg":

— N o r b e r t i j n e n 1134-1984 (sept. 1984)

— 200 j a a r b r a n d w e e r i n T i l b u r g

( d e c e m b e r 1985)

— T e x t i e l f a b r i e k e n i n T i l b u r g

( m a a r t 1986)

— V i e r b e s c h e r m d e stadsgezichten i n T i l b u r g

( j u n i 1986)

— G r o e n e L o n g (september 1987)

— O p e n b a r e b i b l i o t h e e k i n T i l b u r g 1913-1988 ( m a a r t 1988)

— M o n u m e n t e n i n T i l b u r g

( J u n i 1989)

De Schaduw

A n t i q u a r i a a t , U i t g e v e r i j en B o e k h a n d e l N i e u w l a n d s t r a a t 25

5038 S L T i l b u r g 013-431229

I A n t i q u a r i a a t D e S c h a d u w :

Inkoop en verkoop van romans,

wetensch. boeken, oude kinderboeken, gravures, landkaarten, enz.

(open: na 12.00 uur.)

I I Uitgeverij De Schaduw 1. Catechismus (herdruk) 2. Puk en Muk uit de

Schaduw van Tilburg 3. Uri Nooteboom:

Jeugd in een fabrieksstad 4. Sim en Sam (herdruk)

5. Jan Horsten: De Vier Winden 6. Willem II 90 jaar in beeld 7. De Doopkaars (herdruk) 8. Herman Post:

De hemel is om de hoek 9. E . v . d . Wilk: E d de Nève

10. Herman Post: Te voet naar Rome

ƒ 1 5 , -

/ 1 5 , -

ƒ 7,90

/ 17,90

/ 22,90

ƒ 27,50

ƒ 24,90

ƒ 17,50

/ 29,95

/ 24,50

(3)

T I L B U R G

Tijdschrift voor geschiedenis, monumen- ten en cultuur

Verschijnt vier maal per jaar.

Ten geleide

Jaargang 8, nr. 1 maart 1990

ISSN: 0168-8936

Uitgave

Stichting tot Behoud van Tilburgs Cultuurgoed K . v . K . S 096029

Redactie/Vormgeving Henlc van Doremalen Ronald Peeters

Stukken voor de redactie te zenden aan redactie- secretariaat

t.a.v.

Ronald Peeters Montfortanenlaan 96 5042 C X T i l b u r g .

Abonnementen Jaarabonnement ƒ 27,50

instellingen en bedrijven / 32,50

Losse nummers verkrijgbaar in de boekhandel ( ƒ 6 , 9 5 ) . Abonneren door overmaking op de rekening van de Stichting tot Behoud van Tilburgs CuUuurgoed,

Beeklaan 57, 5032 A B T i l b u r g .

Gironummer 5625554 A M R O - b a n k rek.nr.

42.81.63.343

onder vermelding van 'abonnement 1990'

Foto's

Indien niet anders ver- meld: fotocollectie van het Gemeentearchief T i l - burg.

Omslagfoto: De nijver- heidszaal op de tentoon- stelUng 'Stad T i l b u r g 1909'.

D r u k

Drukkerij Pabo Print b.v.

Tilburg

Naar aanleiding van twee tentoonstellingen die momenteel in Tilburg plaats- vinden, verschijnen er in dit nummer van 'Tilburg' drie artikelen. In het Ge- meentearchief is tot en met 4 mei een kleine expositie te zien over het textielbe- drijf 'Pieter van Dooren'. De tentoonstelling sluit prima aan bij de wisselexpo- sitie die momenteel in het Nederlands Textielmuseum plaatsvindt. Tot 27 mei is in het Mommerscomplex aan de Goirkestraat de tentoonstelling 'Textielin- dustrie verbeeld. Een eeuw presentatie en promotie van de Tilburgse textielin- dustrie' te zien. 'Textuur' het bulletin van het Nederlands Textielmuseum geeft een toelichting bij deze tentoonstelling. Voor de lezers van het tijdschrift ' T i l - burg' stelde het Nederlands Textielmuseum een exemplaar van 'Textuur' be- schikbaar, dat u bijgaand aantreft. Een onderdeel van deze expositie betreft de nijverheidstentoonstellingen die in het verleden in Tilburg georganiseerd werden.

Over de nijverheidstentoonstelhngen schrijft Henk van Doremalen. Het eerste deel gaat over de Tilburgse deelname aan tentoonstellingen zoals die in de 19e eeuw elders plaatsvonden. I n zijn verhaal gaat hij ook in op de nijverheidsten- toonstellingen die in het begin van de 20e eeuw met groot succes in Tilburg ge- organiseerd werden.

Henk Muntjewerff behandelt in zijn artikel het presentatieaspect bij Pieter van Dooren. Centraal staat het bedrijfsdrukwerk dat Pieter van Dooren liet ver- vaardigen. Muntjewerff bereidt een dissertatie voor over de bedrijfsgeschiede- nis van Pieter van Dooren.

Regelmatig wordt er gevraagd naar een overzicht van literatuur over de Til- burgse textielnijverheid. Tot op heden was dit niet voorhanden. Margriet Win- kelmolen reikt met de beknopte bibliografie die ze heeft samengesteld bouwste- nen aan voor een uitvoerig bibliografisch overzicht van de Noordbrabantse textielhistorie. Het is de eerste keer sinds 1955 (de 'bibhografie Schurink') dat er een historische bibliografie met betrekking tot Tilburg verschijnt.

Tilburg Kort bevat zoals gebruikelijk veel nieuws op het gebied van geschiede- nis, monumenten en cultuur.

De redactie

Deze uitgave werd mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van Van Raak B. V. en Melis Gieterijen B. V.

Inhoud

Tilburg en de nijverheidstentoonstellingen

Henk van Doremalen 4

Een fabriek in vogelvlucht,

de presentatie van de firma Pieter van Dooren op haar bedrijfsdrukwerk

Henk Muntjewerff 12

Beknopte bibliografie Tilburgse textielgeschiedenis

Margriet Winkelmolen 19

Tilburg kort 26

3

(4)

afb. 1 Briefhoofd Paulus

& Hendrilc Vreede & Co.

met vermelding van be- haalde tentoonstel- lingsprijzen.

Tilburg en de

nijverheidstentoonstellingen

Henk van Doremalen

In 1909 herdacht Tilburg het feit dat het 100 jaar eerder tot stad was verheven. De gelegenheid werd aangegrepen om het Industriële karakter van de stad In de vorm van een nijverheidsten- toonstelling uit te dragen. De tentoonstelling 'Stad Tilburg 1809-1909' was de eerste grote nij- verheidsexpositie die in de stad gehouden werd. Toch had een gedeelte van het Tilburgse be- drijfsleven toen al een eeuw ervaring met deze mogelijkheid om produkten te exposeren en kennis te nemen van nieuwe ontwikkelingen. De Tilburgse (wollenstoffen)industrle was vanaf 1808 met individuele of collectieve inzendingen vertegenwoordigd bij diverse nationale en in- ternationale tentoonstellingen.

In een in 1955 verschenen artikel wees Van den Eerenbeemt al op de deelname van de Tilburgse nijverheid aan de 'Eerste Algeme- ne Tentoonstelling voor Volksvlijt' die in 1808 in Utrecht werd gehouden.'' Tilburg was met elf inzendingen van lakenfabrikan- ten een van de belangrijkste deelnemers aan deze nijverheidstentoonstelling. De grond- legger van deze tentoonstelling, koning L o - dewijk Napoleon, heeft bij een bezoek aan Tilburg in 1809 de industriële belangrijkheid van de plaats bevestigd door het dorp op 18 april 1809 het predikaat 'stad' te verlenen.

Na een minder succesvol vervolg in 1809 in Amsterdam duurde het tot 1820 (Gent) en 1825 (Haarlem) voor er weer nijverheidsten- toonstellingen werden gehouden.2* Bekend is dat in ieder geval de firma P. & H . Vreede op deze vroeg-negentiendeeeuwse tentoonstel- lingen succesvol aanwezig was. Uit een brief- hoofd blijkt dat de firma Vreede zowel in

1808, 1820 als 1825 voor de door haar gepro- duceerde lakens bekroond werd.

De volgende nationale nijverheidsten- toonstelling met Tilburgse representanten vond eerst in 1852 in Arnhem plaats.^' De Tilburgse fabrikant J . H . A . Diepen maakte

aan PAOLÜS t HENDRIK VREEDE W hiM^um^

deel uit van de tentoonstelUngscommissie.

De Tilburgse wollenstoffenindustrie was met vier bedrijven op het eerste gezicht wat schaars vertegenwoordigd. De firma's Mut- saers en Kerstens, Pollet en Zonen, J . N . Die- pen en Comp. en P. & H . Vreede en Comp.

gaven acte de présence. Duffel, baai, vries en domets waren de belangrijkste stukken stof die zij inzonden; met andere woorden zware, grove wollen stoffen, die toen als voorbeeld golden voor het typisch Tilburgse produkt.

Was het in het begin van de 19e eeuw vooral de firma P. & H . Vreede die bij tentoonstel- lingen op de voorgrond trad, vanaf de jaren vijftig komen we ook telkens dezelfde namen tegen. De wollenstoffenfabrikanten Gebr.

Diepen, L . Ledeboer en Z n . , Gebr. Mut- saerts. Pollet en Z n . en P.& H . Vreede zijn vast terugkerende namen, terwijl ook de fir- ma gebr. Bressers (handboog- en pijlenfabri- kanten) en het bedrijf Smits-Lommen, dat 'alchoUsche vernissen' produceerde, meer dan eens aanwezig waren.

Opvallend is overigens dat de Tilburgse in-

dustrie op twee tentoonstellingen die in 1855

en 1857 in 's-Hertogenbosch werden gehou-

den slechts mager vertegenwoordigd was. In

1855 vond in de provinciehoofdstad een 'al-

gemeene tentoonstelling van landbouw en

nijverheid' plaats, die georganiseerd werd

door de afdeling 's-Hertogenbosch van de

Noordbrabantse Maatschappij ter bevorde-

ring van Nijverheid.'" Slechts de gebroeders

Bressers hadden de moeite genomen om zo-

wel voor de afdeling landbouw (honing en

was) als nijverheid (bogen, pijlen en pezen)

produkten in te zenden. De textielindustrie in

het algemeen was vrijwel afwezig op deze

tentoonstelling, de Tilburgse textielnijver-

heid ontbrak volledig. Overigens laat de ca-

talogus zien dat het nijverheidsaspect van de-

ze tentoonstelling eerder betrekking had op

de ambachtelijke dan de industriële produk-

tiewijze. Bovendien stond de landbouw cen-

traal.

(5)

Dat gold niet voor de eerste provinciale ten- toonstelling van nijverheid, die in 1857 werd gehouden. 238 deelnemers zonden 781 voor- werpen naar Den Bosch.'' Ook hier valt weer op dat Tilburg relatief mager vertegen- woordigd was (dertig nummers ingezonden door acht deelnemers). Slechts de firma's Le- deboer, Diepen en Vreede waren aanwezig.

Het vrijwel afwezig zijn van de wollenstof- fenindustrie leidde in het eindverslag van de tentoonstellingscommissie tot de opmerking dat van het vak wollen manufacturen met recht een veel aanzienlijker inzending had mogen worden verwacht. Ledeboer en Die- pen behaalden op deze tentoonstelling een zilveren medaille. Vreede werd voor 'ver- schillende soorten flanel, allen van goede hoedanigheid' beloond met brons, terwijl ook perkamentfabrikant P . C . de Bont en de fabrikant van stoom- en andere werktuigen De Bruyn-Kops en Co. een derde prijs ont- ving. Vernisfabrikant Smits en Lommen, schrijnwerker J . van Hoof en A . van der Vrande (die een tuinbank vervaardigd had) waren de andere representanten op deze pro- vinciale nijverheidstentoonstelling.

afb. 3 Advertentie in Weekblad van Tilburg 24 maart 1866.

Beperken we ons verder tot de textiehn- dustrie, met de landbouw het hoofdbestaans- middel voor de Tilburgse bevolking in de 19e eeuw. Bij een tentoonstelling in 1858 in Mid- delburg was de bijdrage op het gebied van geweven stoffen uit Helmond en Leiden aan- zienlijk omvangrijker dan die uit Tilburg.*' Alleen de firma Ledeboer was (weer) aanwe- zig met duffel en (lam)baai. Evenals Vreede was Ledeboer afkomstig uit Leiden.

De algemene nationale tentoonstelling die in

1861 in Haarlem werd gehouden bracht eer- ste prijzen voor de lakens, flanellen en do- mets van de firma P.& H . Vreede. Vreede kreeg de prijs overigens niet uitgekeerd, om- dat hij zitting had in de jury. Ook Ledeboer en Pollet werden in Haarlem met een gouden medaille bekroond. Kerstens en Diepen za- gen hun inzendingen met zilver bekroond, terwijl de Goirlese firma W. van Enschot en Zonen een eervolle vermelding ontving.'''

Nationale nijverheidstentoonstelhngen von- den in het derde kwart van de 19e eeuw plaats in Arnhem (1853), Haarlem (1861), Amsterdam (1866) en nogmaals Arnhem (1868) en Amsterdam (1877). Het is toch op zijn minst opmerkelijk dat in belangrijke centra van de industrie als Twente, Maas- tricht en Tilburg geen (grote) tentoonstellin- gen werden gehouden. Een mogelijke verkla- ring wordt gegeven door Eliëns.^' Hij meent dat de eerste nijverheidstentoonstellingen vooral bedoeld waren om het peil van de na- tionale nijverheid te verbeteren, terwijl in de tweede helft van de 19e eeuw het ontwikke- len van de smaak bij het pubhek een rol ging spelen. Het kunstzinnige element, de wijze waarop kunst toegepast was op het industrië- le produkt, werd van meer belang.

Gedeeltelijk geeft dit een verklaring waarom de Tilburgse fabrikanten op een enkele uit- zondering na ontbraken op de meeste nijver- heidstentoonstellingen. Mogelijke andere verklaringen zijn te vinden in de tot 1863 ronduit slechte verbindingen vanuit Tilburg en in de omstandigheid dat het traditionele afzetgebied afgezien van de legerorders voor de meeste bedrijven niet op Holland was ge- oriënteerd.

Pas in het laatste kwart van de 19e eeuw raakte men in Tilburg meer algemeen tot de overtuiging dat deelname aan nijverheidsten- toonstellingen de naamsbekendheid van het

TMTöOKSTElllM

M D E R L M D S C I E

t e h o u d e n

Vr. P I . A . \ T J ^ K I . I J K K CO.M.MISSIK

voor

THiury, Oi-^tenr'Jk t-n (toirle,

hTJnnert !lrrr:'n Ifi'iuslriüclcn,

lat <ie n l l i e t t e n v a n i D z e n t l i n s m e i e n .vorJtn i n ^ M : ; v i ' r i ' , T ó ó r d c n 1 A p i ' l l a . 8 .

De Plaaiutijke Commissie voornoemd, J . J . A . KEU.STK.NS, I V s i ü i i i t . I I . R 0 / . 1 ' : ^ D A A I , , Sccrelar'i!.

5

(6)

Swagemakers Caesar. C. M o m m e r s & C°.

No.

cBÊnaimitg..

Cenliiiiclcrs. p. Mfiicr.

cèciiaminq-.

Conti meitrs. Holl. crt.

p. Meier.

1 Wolblauw Duiïül 1 Zwart Mescowa Krimprvij 138/40 /•3.Ü0

'2 '2 Blauw T. » 3 , M

\VolbhuwRalinéS:Duiï.:l'2i!ijdiii " Olyf 3.Ö0

^ Vriosbani i:i8 Zwart Tricol » 13.1/3G 3.—

5 Kcpnr McTifel » Supra Castor o 3 . -

G " liever 1 Grijs Diagonaal 1'28 1.7Ü

7 .. ÜMi 401 Goïtrcept u 1.75

8 Yiiosbaai •m :i72 EloITy Krimpvrij 13C •2.Ü0

9 1 >• •> '2-50

10 Ropf^r Hevor :i72 0 '2.5Ü

II Klaiiel tj5 J 8 5 " 2.5Ü

VI

Flanel >- '2.5(1

r.\ Koper Moni.'c;l Bovpr i:i8

Wiiiler Paletotslof m •m

15 'Ml '2.8r.

h; 7c:> •2.85

i 7 2.85

IB Kstiuinios 132/34 '2.50

10 Kamgaron •loriii ' i M

20 io:.8 2.50

21 •27-2 2.50

22 2.D0

2:1 Kal[l^'al•^!ll '2,50. ,

24 sriO 2,50

7'J7 2.50

afb. 4 'Catalogus der Tilburgsche Af deeling op de Internationale, Kolo- niale en Uitvoerhandel tentoonstelling in 1883 te Amsterdam'. De inzen- dingen van de firma's Swagemakers Caesar en C. Mommers & Co.

afb. 5 Overzicht ten- toonstellingsterrein 'Stad Tilburg 1809 - 1909'. Op de achtergrond de fa- briek van Kessels en de Noordhoekse kerk.

Tilburgse produkt ten goede zou komen. Het directe effect dat de fabrikanten ervan ver- wachtten, bleef overigens dikwijls uit.

In de tweede helft van de 19e eeuw worden te beginnen met London 1851 de grote mas- saal bezochte wereldtentoonstelhngen ge- houden. Met wisselend succes heeft de Til- burgse wollenstoffenindustrie aan de ten- toonstellingen in Parijs (1867), Wenen (1873), Philadelphia (1876) en Parijs (1878) deelgenomen. Bij deze exposities en bij de Amsterdamse wereldtentoonstelhng van

1883 was de Tilburgse wollenstoffenindustrie met collectieve inzendingen aanwezig. Voor het eerst zijn dan de (tot in de jaren zestig en zeventig van deze eeuw bestaande) grote be- drijven zoals L . E . van den Bergh, Beka, G.Bogaers en Z n . , W. Brands en Z n . , J . Brouwers, Van Dooren en Dams, Pieter van

Dooren, H . Eras en Z n . , Janssens de Hori- on, C . Mommers en C o . , Gebr. Pessers, G . van Spaendonck & Zonen, B . F . Strater, F . A . Swagemakers als deelnemer aanwe- zig.'' Diepen, Kerstens, Pollet en Vreede hadden zich al eerder op nijverheidsten- toonstellingen laten zien.

Van de tentoonstelhngen in Wenen, Phila- delphia en Parijs zijn diploma's en medailles voorhanden.'"'

Terwijl Tilburg het industriële centrum was van Noord-Brabant, vonden de belangrijke tentoonstellingen of buiten de provincie plaats of werden ze in 's-Hertogenbosch of Breda georganiseerd. Niet onbelangrijk is in dezen de houding van de wollenstoffenin- dustrie geweest. De noodzaak om deel te ne- men aan exposities elders werd inmiddels on- derschreven, het organiseren van een nijver- heidstentoonstelling in de eigen stad werd (nog) niet relevant geacht. Het initiatief hier- toe kwam dan ook uit een andere hoek.

Stad Tilburg 1809 - 1909"'

De vereniging Tilburg Vooruit is de initiator geweest van de tentoonstelhng 'Stad Tilburg 1809-1909'. Deze op 10 juh 1907 opgerichte organisatie had als algemeen doel 'het groot maken van de stad'. Centraal stond daarbij het bevorderen van handel, industrie en vreemdehngenverkeer. Daarnaast werd het bevorderen van letterkundige, muzikale en kunstlievende bijeenkomsten beoogd.

Het voorstel om het 100-jarig bestaan van de stad Tilburg op 19 april 1909 niet ongemerkt voorbij te laten gaan was afkomstig van dr.

B. Dijksterhuis. In de vergadering van Til- burg Vooruit van 28 oktober 1907 werd vol- gens de geschiedvorser Lambert de Wijs het besluit genomen om een grote tentoonstel- hng voor handel en industrie te houden.

Het initiatief om een eeuwfeest te houden

was niet bij voorbaat van brede steun verze-

kerd. Het gemeentebestuur stelde zich aan-

vankelijk aarzelend op. Men had daarvoor

twee redenen. In de eerste plaats vond de ver-

heffing van Tilburg tot stad in 1809 onder

Franse overheersing plaats. Volgens het ge-

meentebestuur bij monde van burgemeester

G . Raupp 'geen aanleiding om het op bijzon-

dere feestelijke wijze te herdenken'. Vooral

ook niet - en dat was de tweede reden - om-

dat 'de 'gemeente' Tilburg niets meer heeft

aan de voorrechten, die zij verkreeg door in

den rang der steden te worden opgenomen' .

De aarzeling van het gemeentebestuur moet

overigens snel verdwenen zijn toen men ont-

dekte dat de vorm waarin het eeuwfeest ge-

goten werd, een nijverheidstentoonstelling,

niet beperkt bleef tot een plaatselijke exposi-

tie van de lokale middenstand. Raupp en de

(7)

afb. 6 De kunstzaal, 1909.

afb. 7 Het tentoonstel- lingscomité, v.l.n.r. zit- tend: M. Schreinema- cher, E. Elias, L . Bruy- elle, H. v.d. Muijsen- bergh en B. Daamen;

staand: J.K. Mercx, A.

V. Beurden, A. Weijers, J. v.d. Schoot, A.C.B.

Arts en H.C. Milius.

Tilburgse wethouders P . F . Bergmans, L . Goijaerts en J . M . J . Kerstens hadden naast onder anderen de minister van landbouw, nijverheid en handel A . S . Talma en de com- missaris van de Koningin in Noord-Brabant baron Van Voorst tot Voorst zitting in het ere-comité van de tentoonstelling. De ge- meenteraad besloot voor een bedrag tot 5000 gulden deel te nemen in het waarborgfonds van de tentoonstelling. Daarnaast nam hij de kosten van het verbeteren van de toegangs- wegen naar het tentoonstelhngsterrein en de aanleg van gas- en waterleiding voor zijn re- kening. Het ging hier om een bedrag van 4.000 gulden.

Ook de Vereniging van Tilburgse fabrikan- ten van Wollen Stoffen, de V T F W S , repre- sentant van een groot deel van de belangrijk- ste industrietak van de stad, de wollenstof-

fenindustrie, had in eerste instantie bezwa- ren. We komen daar verderop nog op terug.

Het comité dat zich met de voorbereiding van de tentoonstelling bezighield, bestond uit Leon Bruyelle, voorzitter van 'Tilburg Vooruit', dr. B. Daamen, E . Ehas, A. Weij- ers, mr. A . C . B . Arts, Albert van Beurden, J . K . Merckx, H.C.Milius, Jos van der Schoot, H . van den Muijsenbergh en M . Schreinemacher. Deze elf leden vormden het uitvoerend comité van de tentoonstelhng.

Daarbij hielden Milius, Schreinemacher (ei- genaar van een technisch installatiebureau) en Merckx zich in het bijzonder bezig met de bouwtechnische aangelegenheden. Daamen had de commissie 'Kunst' onder zijn beheer, terwijl Arts voorzitter was van de perscom- missie.

In het hoofdcomité waren de belangrijkste industrietakken vertegenwoordigd. Dat gold in ieder geval voor de wollenstoffenindustrie (Elias) en de metaalsector (machinefabriek Merckx, ijzerwarenhandel Van den Muijsen- bergh en rijwielenfabriek Van der Schoot).

Op 15 oktober 1908 kwam dit comité tot de definitieve vaststelhng van een reglement voor de tentoonstelling. Hierin stond om- schreven waaruit de tentoonstelhng zou gaan bestaan. Bovendien werd aangegeven op wel- ke voorwaarden en tegen welke kosten men kon deelnemen. Het reglement werd met een inschrijvingsbiljet en een toelichting toege- zonden aan tal van bedrijven. De tentoon- stelling in het 'Nederlandsche Leeds', zoals Tilburg werd omschreven, zou uit twee afde- lingen gaan bestaan. Afdeling A betrof de plaatselijke nijverheid, handel en kunst; af- deling B bestond uit een internationale ten- toonstelhng van kracht- en ambachtswerk- tuigen.

In het voorjaar van 1909 wist men te melden dat het aantal exposanten dat ingeschreven had 'reeds het drievoudige bereikt had van het getal op vorige dergelijke in Nederland gehouden Tentoonstelhngen'. Toen stond ook vast dat de Tilburgse wollenstoffenin- dustrie geen verstek zou laten gaan.

De textielindustrie

'Het idee om de Tilburgsche textielindustrie, door een retrospectieve tentoonstelhng te doen deelnemen, (werd) door onze leden met zeer weinig sympathie begroet', zo schreef de Vereeniging van Tilburgsche Fabrikanten van Wollen Stoffen toen haar door het colle- ge van B. & W. om advies werd gevraagd m.b.t. de tentoonstelling.'^'

De belangrijkste industrie van Tilburg gaf

7

(8)

TENTOONSTELONG

ffi,STAD TILBURG 190^

HRNDEL li'JVERHEID e m KUHST

afb. 8 Ontwerptekening voor de tentoonstelling 1909. Gouache, water- verf, 110 X 81 cm (coll.

Nederlands Textielmu- seum, inv. nr. P 0152).

afb. 9 Speciale ten- toonstellingskran t.

daarmee aan dat zij niet zonder meer wenste bij te dragen aan de tentoonstelling.

De V T F W S was van mening dat het niet mo- gelijk was een 'eenigsinds getrouw beeld' te geven van de Tilburgse textielhistorie vooral ook niet omdat 'al deze verouderde Machi- neriën en gereedschappen bereids onder sloo- pershamers zijn verdwenen'.

De V T F W S zag ook wel in dat ze moeilijk kon ontbreken op een zo groots opgezette manifestatie. Ze was tot de overtuiging geko- men dat een collectieve inzending de beste vorm van deelname was. Wel zag men graag

dat de stedelijke weefschool in dezelfde ruimte een plaats zou krijgen.

Uit de discussie die binnen de V T F W S over de tentoonstelling was gevoerd, kwam verder naar voren dat verschillende fabrikanten van mening waren dat deelnemen aan de ten- toonstelling meer nadeel dan voordeel zou hebben, vooral omdat de artikelen die men vervaardigde in het buitenland werden afge- zet. Kortom, men zag het directe eigenbelang van de tentoonstelling niet en men was aan- vankelijk niet gevoelig voor het promotione- le argument. Een groot deel van de fabrikan- ten (twintig) nam uiteindelijk toch aan de tentoonstelling deel. Een van de argumenten voor deelname was gelegen in het feit dat di- verse buitenlandse constructeurs machines en hulpmiddelen zouden tentoonstellen.

Bekende Tilburgse bedrijven die op de ten- toonstelling ontbraken, waren ondermeer Beka (destijds een van de grootste bedrijven in Tilburg), Pieter van Dooren, G . Bogaers

& Zonen, Strater, Blomjous, Kerstens en de Goirkese firma's A . Franken, gebr. Franken en De Rooy van Dijk.

Met de collectieve inzending van de Tilburg- se wollenstoffenindustrie en de bijdrage van de Tilburgsche weefschool, de textielvereni- ging (vakvereniging) Unitas en een aantal le- veranciers van machines of onderdelen voor de (textiel)industriële produktie was de tex- tielsector toch royaal vertegenwoordigd. Op de foto van de nijverheidszaal is de textielin- dustrie duidelijk aanwezig, op de opname van de machinehal is ze zelfs dominerend.

In onderstaande tabel wordt een beeld gege- ven van de deelname van het Tilburgse be- drijfsleven aan de tentoonstelling."'' Naast de textielindustrie was de metaalindustrie en de leer- en schoenenindustrie het belangrijkst in Tilburg. Bij de metaalindustrie moet men denken aan de machinefabrieken van Gebr.

Deprez, H . Vorselaars, Jan Mandos en het bedrijf van de gebr. Merckx.

Ook de Singer (naaimachine) Maatschappij, A . Hovers, N . van Blerk en de firma's Van der Schoot en Van den Muijsenbergh beho- ren tot deze categorie.

In de sector leerindustrie komen we onder- meer de fabriek van Jan van Arendonk te- gen, destijds een van de grootste schoenfa- brieken in Nederland.

De catalogus van bedrijven die aan de ten-

toonstelling deelnamen, laat zien dat sommi-

ge nog steeds bestaande Tilburgse bedrijven

al een lange historie hebben. Drijfriemenfa-

briek D . P . van Maren (nu een bewerkingsbe-

drijf voor garens), kunsthandel Ant. de

Jong, oliehandel Van Vollenhoven-Smul-

ders, zadelmakerij Hamers van Hooff, glas-

handel Van Erp van Gorcum en de fabriek

(9)

afb. 10 S/uilzegel, 1909.

Deelname van Tilburgse bedrijven aan 'Stad Tilburg 1809-1909', per indelingsgroep (klasse)

groep soort totaal Tilburg

1. machines voor het algemeen bedrijf 13 2

2. werktuigen voor: textielindustrie 18 4

overige industrie 15 4

3. elektriciteit 5 5

4. nijverheidsprodukten

1. wol-draden-garens-weefsels 21 21

4. leer-schoenen-lederwaren 6 4

6. bewerkte metalen 6 4

- overige klassen (22) 64 23

5. delfstoffen 3

6. machinebehoeften 7 5

8. vloer- en dakbedekking 4 1

9. vervoermiddelen 11 10

10-13. kunstafdeling 53 10

overige tentoonstellingsonderdelen 6 3

totaal aantal deelnemers 232 96

afb. 11 Het feestterein, 1909.

voor kantoorbehoeften J . van Laarhoven zijn er voorbeelden van.

De tentoonstelling 'Stad Tilburg 1809-1909' werd gehouden op een ongeveer 10 ha groot terrein ten westen van de toenmalige be- bouwde kom van de stad.

Het terrein lag tussen de spoorwegen Breda- Tilburg en Turnhout-Tilburg. Deze lijnen kwamen in die tijd bij de Gasthuisstraat (nu Gasthuisring) bij elkaar. De hoofdingang lag aan de Ie Herstalse dwarsstraat. Het ten- toonstellingsterrein wordt nu grotendeels in beslag genomen door het raccordement van de NS en Van Gend en Loos.

De bezoekers die door de poort het terrein betraden, zagen een ruim aangelegd park met een kiosk en enkele kleine gebouwtjes.

Dominerend waren echter drie grote gebou- wen. Aan de rechterzijde (de noordelijke kant) was de grote nijverheidszaal met daar- tegenaan de kunstzaal. Een even groot (ge- lijksoortig) gebouw stond aan de linkerzijde tegen de spoorlijn naar Turnhout. Dat was de machine- en werktuigenzaal. Aan de oost- kant van de tentoonstelling lagen het restau- rant en de feestzaal met daarachter de sport- terreinen en het kermisterrein.

Tussen de machinezaal en het restaurant was 'Venetië' geconstrueerd. Door een weekblad uit die tijd werd het de 'clou van de tentoon- stelling' genoemd. Waterpartijen, terrasjes, standjes, bruggetjes en gondels zorgden dat hier de sfeer van Venetië was nagebootst.

De tentoonstelling stond gepland voor de pe- riode 15 juli tot 8 augustus. A l spoedig bleek dat de tentoonstelling, niet in de laatste plaats door de manifestaties (speciale feesten ter gelegenheid van de 50.000ste inwoner van Tilburg), sportfeesten, kermisachtige attrac- ties en dans- en feestavonden waarmee ze omgeven was succesvol verliep. Exacte be- zoekerscijfers zijn niet bekend, maar in de pers werd melding gemaakt van dagbezoeken van 20.000. In totaal moeten enkele hon- derdduizenden mensen een bezoek gebracht hebben aan de expositie. De tentoonstelling werd met een week verlengd, al werd daar bezwaar tegen gemaakt door de gezamenlij- ke koffiehuishouders. Zij zagen hun klanten naar de tentoonstelling trekken en waren bo- vendien bevreesd dat de koopkracht van de Tilburgers danig te lijden had onder de ten- toonstelhng. Met het oog op de naderende kermis wilden zij dan ook sluiting op de af- gesproken datum.

9

(10)

Resultaten

afb. 12

De tentoonstelling van 1909 is ondanks de bezwaren die er vooraf tegen gemaakt waren een succes geworden. De begroting die 78.000 gulden besloeg (waarvan 50.000 gul- den voor de enorme tentoonstellingshallen, de aanleg van 'Venetië' en alle verdere ge- bouwtjes en omheiningen), bleek achteraf sluitend te zijn, zodat de gemeente niet ver- der hoefde bij te springen. Ook handel en in- dustrie in Tilburg waren over de tentoonstel- hng tevreden.

De pers had lovende kritieken.

In dit artikel hebben we met name de rol van de textielindustrie bij de tentoonstellingen extra belicht. De textielnijverheid had geaar- zeld deel te nemen aan 'Stad Tilburg 1909'.

De Tilburgse textielindustrie en de buiten- landse en Nederlandse leveranciers van ma- chines voor die industrie kregen een promi- nente plaats op de tentoonstelling van 1909.

Ook bij de in 1913, 1924, 1934 en 1959 ge- houden grote Tilburgse tentoonstellingen zou de textiel een voorname plaats innemen, ondanks de aarzelingen die er ook in die j a - ren waren.

Noten

afb. 13 Tussen de machi- nezaal en het restaurant was 'Venetië' geconstru- eerd, 1909.

afb. 14 en 15 (foto's rechts) De machinehal, 1909.

1. H . F . J . M . van den Eerenbeemt, 'De Tilburgse n i j - verheid en de eerste algemene tentoonstelling van volksvlijt te Utrecht in 1808', i n : H . J . A . M . Schu- rink en J . H . van Mosselveld (red.). Van Heidorp tot industriestad. Verkenningen in het verleden van T i l - burg, (Tilburg, 1955) 177-181.

2. Titus Eliëns, 'De nationale nijverheidstentoonstel- lingen in Nederland in de 19de eeuw', i n : Industrie en vormgeving in Nederland 1850-1950. Ten- toonstellingscatalogus Stedelijk Museum Amster- dam 1985-1986, (Amsterdam, 1985).

3. Catalogus der voorwerpen ingezonden op de ten- toonstelling van voortbrengselen der nationale n i j - verheid van Nederland en zijne overzeesche bezittin- gen te A r n h e m , 1852, ( A r n h e m , 1852).

4. Lijst van Voorwerpen ingezonden op de Algemeene tentoonstelling van landbouw en nijverheid te hou- den door de afdeeling 's Hertogenbosch der N o o r d - brabantsche Maatschappij ter bevordering van N i j - verheid, ('s-Hertogenbosch, 1855).

5. Lijst van Voorwerpen ingezonden ter eerste Provin- ciale Tentoonstelling van nijverheid te 's Hertogen- bosch, ('s-Hertogenbosch, 1857).

Verslag van de eerste provinciale tentoonstelling van nijverheid te 's Hertogenbosch 6-26 augustus 1857, ('s Hertogenbosch, 1858).

6. Tentoonstelling van voorwerpen van nijverheid te houden te M i d d e l b u r g , van 2 tot 14 augustus 1858, (Middelburg, z . j . ) 45-51.

7. Algemeene nationale tentoonstelling Haarlem, 1861. Verslag uitgebragt door de j u r y van beoordee- ling, (Haarlem, z . j ) .

8. Eliëns, a.w., 55-56

9. Catalogus der Tilburgsche afdeeling op de internati- onale, koloniale en uitvoerhandel tentoonstelling in 1883 in Amsterdam, ('s Hertogenbosch, z . j . ) . Nieuwe Tilburgsche Courant 26 februari 1926. Over de internationale tentoonstellingen zijn verslagen gepubliceerd. Een opsomming zou hier te ver voe- ren. Zie ondermeer b i j : P.C. Boeren, Het Hart van Brabant. Schets eener economische geschiedenis van T i l b u r g , (Tilburg, 1942) 84-86. A . W . M . Keune, 'De industriële ontwikkeling gedurende de 19e eeuw', i n : H . F . J . M . van den Eerenbeemt en H . J . A . M . Schurink (red.). De opkomst van Tilburg als industriestad. Anderhalve eeuw economische en sociale ontwikkehng, (Nijmegen, 1959), 11-60.

10. A l in 1926 werd daarover het volgende meegedeeld:

'Collectieve diploma's van inzendingen op tentoon- stellingen bezit de Gemeente en zij kunnen dus wandversieringen voor een komend museum wor- den'. D i t (stedelijk) museum dat ooit beoogd werd, is uiteindelijk het textielmuseum geworden.

11. De belangrijkste bronnen zijn:

G A T , Secretarie-archief 1908-1937, stukken 1909, map tentoonstelling.

Eveneens op het gemeentearchief berust een docu- mentatiemap met knipsels betreffende de in Tilburg gehouden tentoonstellingen.

Tilburgsche Courant en Nieuwe Tilburgsche Cou- rant 1908 en 1909.

Catalogus 'Tentoonstelling Stad T i l b u r g 1909'.

In A c t u m TilHburgis j r g . 6 nr. 1 (mei 1975) is van de hand van P.J. van Berkel eerder een artikel over deze tentoonstelling verschenen. Daarin wordt een beschrijving gegeven van met name de opening op 15 j u l i 1909 door minister A . S . Talma en het bezoek van Prins Hendrik op 26 j u l i 1909.

12. G A T , Secr. A r c h . 1908-1937, 1909, 'tentoonstel- l i n g ' , brief T i l b u r g Vooruit en Tentoonstellingsco- mité d.d. 12 o k t . 1908. Zie ook bijlage bij de catalo- gus van de tentoonstelling.

13. G A T , Secr. A r c h . 1908-1937, 1909, 'tentoonstel- l i n g ' , brief V T F W S aan B . & W . van T i l b u r g d.d.

2 maart 1909.

14. Samengesteld op basis van de catalogus en twee lijsten met deelnemers, die aangetroffen werden in de map 'tentoonstelling' (zie noot 11). De lijsten waren genaamd: 'Tentoonstelhng Stad Tilburg 1909. Indeeling der inzendingen' en '...Tilburgsche f i r m a ' s . . . '

15. G A T , Gemeenteverslag 1909, 133. Verslag K v K (bijlage bij het gemeenteverslag 5).

(11)
(12)

Een fabriek in vogelvlucht

De presentatie van de firma Pieter van Dooren op haar bedrijfsdrukwerk

Henk Muntjewerff*

De rijk versierde brieflioofden van handel en nijverheid spreken tot de verbeelding, niet alleen van de klant aan wie ze in eerste instantie gericht waren, maar vooral van de onderzoeker die geïnteresseerd is in de geschiedenis van een bedrijf. Als aspect van Industriële Archeologie worden briefhoofden reeds lang gebruikt als studiemateriaal bij het ontrafelen van de ontwik- kelingsgeschiedenis van fabrieksgebouwen.'*

*) De auteur is als histori- cus verbonden aan de Economische Faculteit van de K U B en bereidt een proefschrift voor over de bedrijfsgeschie- denis van de firma Pie- ter van Dooren.

H i j schreef eerder over Bredase industrieel- archeologische en be- drijfshistorische onder- werpen, o.a. in Jaar- boek De Oranjeboom.

In het nu volgende artikel zullen we aan de hand van de afbeeldingen op het bedrijfs- drukwerk van de Tilburgse wolspinnerij Pie- ter van Dooren kijken naar de ontwikkeling van het familiebedrijf. Daarbij biedt de ken- nis over de totstandkoming van de brief- hoofden inzicht in het ondernemersgedrag van de firmant Frangois P. J . M . van Dooren.

Van 1880 tot en met 1948 was hij de leidende kracht achter het bedrijf, waarin sinds 1923 ook zijn drie zonen als directeur werkzaam waren.

Onder een briefhoofd verstaan we het ge- drukte opschrift boven briefpapier, uiteenlo- pend van een simpele tekst tot en met een af- beelding van het bedrijf omringd door rijke versiering. Het oudst bekende briefhoofd dat door een Tilburgs bedrijf is gevoerd, stamt uit omstreeks 1827 en is van de lakenfabriek Paulus en Hendrik Vreede; het bestond uit een aantal versierde medailles.

De eerste briefhoofden met een afbeelding van het fabriekspand treffen we aan bij de grootste wollenstoffenfabriek uit die tijd, de firma J . N . Diepen & C o . , met een vooraan- zicht van de gevel uit ongeveer 1840. In 1868 komt de ververij J . N . Franckenhoff met een

zijaanzicht dat al een enigszins panoramische indruk geeft. E n als in 1884 Pieter van Doo- ren zijn eerste briefhoofd laat maken is het algemeen gebruik om naast de fabriek ook wat van de omgeving te laten zien.^' Er is tot nu toe weinig serieus onderzoek ge- daan naar de ontwikkeling van het 'Neder- landse' briefhoofd. Giel van Hooff geeft in zijn artikel over het briefpapier van de Hel- mondse textielnijverheid een goed overzicht van de vele aspecten die er aan de briefhoof- den vastzitten. Wat voor hem door gebrek aan bronnenmateriaal een vraag bleef, was de werkwijze van de drukker; hoe kwam zo'n briefhoofd nu tot stand en wat was daarvan de kostprijs?^'

Bronnen

Het rijke archiefmateriaal bij Pieter van Dooren biedt de mogelijkheid om op deze vragen een antwoord te vinden. Bedrijfsar- chieven en overheidsarchieven bevatten meestal grote collecties correspondentie, ter- wijl facturen vaak, ten onrechte, worden ver- nietigd. Dat bemoeilijkt het onderzoek naar briefhoofden, die toch vooral op facturen

afb. I Briefhoofd van de firma J.N. Diepen & Co.

mei afbeelding van het fabriekspand omstreeks

1840.

(13)

prijken. Voor Pieter van Dooren beschikken we gelukkig naast een uitgebreide correspon- dentie over het bedrijfsdrukwerk ook nog wel over enige bewaard gebleven facturen.

Maar in het bedrijfsarchief vind je natuurlijk weinig facturen van het bedrijf zelf; die moet je zoeken in andere bedrijfsarchieven of in collecties briefhoofden op de gemeentear- chieven.'*'

Het bedrijfsdrukwerk

Voordat we naar de briefhoofden overgaan, is het nuttig te kijken naar wat er zoal aan bedrijfsdrukwerk in de wollenstoffennijver- heid gebruikt werd. We maken daarbij een onderscheid naar intern of fabrieksdrukwerk en extern of handelsdrukwerk. Voor de in- terne fabrieksregeling waren nodig: 1. pro- duktielabels, e.d.; 2. stalenboeken t.b.v.

produktie; 3. registers t.b.v. boekhouding;

4. loonregisters, loonboekjes en loonzakjes.

Gedurende de eerste helft van de negentiende eeuw werden deze stukken meestal met de hand geschreven en werden met rode inkt de kolommen ingedeeld. Pas vanaf 1880 ver- schijnen er voorgedrukte boeken, die gele- verd werden door de kantoorboekhandel.

In het contact met de klanten vormen kwi- tanties en wissels wel de oudste groep van handelsdrukwerk; daarnaast valt te denken aan 2. circulaires en prijscouranten (PvD- prijscourant 1871); 3. memoranda en brief- papier 4. rekeningen; 5. vracht- en verzend- brieven; 6. stalenboeken en monsterzakjes

t.b.v. klanten; 7. adreskaartjes en briefkaar- ten; 8. enveloppen. Het merendeel van dit handelsdrukwerk bleef echter beperkt tot wat voorbedrukte tekst, zoals de firmanaam en plaats.

Een verzorgd briefhoofd verscheen voor het eerst op de rekening, omdat dit het meest ge- bruikte handelsdrukwerk was; vervolgens werden brieven, briefkaarten, en wissels er- mee opgesierd. Het diende naast reclame- middel ook als publikatiemiddel, om de trot- se prestaties van de ondernemer te verbeel- den. Daarom werd er na iedere belangrijke verbouwing, die gepaard ging met een be- hoorlijke investering, een nieuw briefhoofd vervaardigd.

Soorten briefhoofden

A . Met afbeelding van fabriek

1. voor- en/of zij-aanzicht op grondniveau (portret)

2. vergezicht in vogelvluchtperspectief (land- schap)

3. interieur

B. zonder afbeelding van de fabriek 1. verzorgde letters met medailles

2. verzorgde letters met machine-afbeeldin- gen

De categorieën A.1 en B.1 stammen uit de

beginperiode van de industriahsatie, toen

vooral in kleine fabriekjes werd geprodu-

ceerd. Nadat er rond 1880 grotere fabrieks-

complexen waren ontstaan, was het aantrek-

kelijk om door middel van een fabrieksland-

13

(14)

{ Pieter v a n DoorenJilburg.

afb. 3 Briefkaart 1888 vervaardigd door de fir- ma Hyll & Klein.

schap een panorama met spoorHjnen en fa- brieksschoorstenen af te beelden. Rond 1900 doet de geretoucheerde foto haar intrede, eerst alleen voor de interieurs en machines, daarna komen ook de fabriekgebouwen zelf aan de beurt en rond 1921 volgde de intro- ductie van de luchtfoto.

Met de luchtfoto waren eindelijk echte vogel- vluchtperspectieven mogelijk. Vanaf 1921 fotografeerde de K L M objecten van in- dustrie, handel en verkeer in opdracht en voor rekening van particulieren. Niet alleen behoorde Pieter van Dooren tot de vroege opdrachtgevers van de K L M (fotono's 445 en 446!), maar ook behoorde zij tot de eersten die de luchtfoto toepasten op hun briefpapier.''

Drukkers

De mogelijkheden van de verschillende soor- ten handelsdrukwerk werden in belangrijke mate bepaald door de voortgang die de druk- techniek maakte en de toepassing daarvan door de drukkerijen. Voor een eenvoudige opmaak van het briefhoofd voldeed de boek- druk, het afdrukken van tekst. Maar voor het drukken van afbeeldingen in grote opla- gen was de lithografie of steendruk noodza- kelijk. Vanaf het begin van de negentiende eeuw stonden de voornaamste steendrukke- rijen in Duitsland; zij waren tot ver in de 20ste eeuw toonaangevend in de wereld van de lithografie.*'

Voor het gewone drukwerk deed Pieter van Dooren een beroep op de Amsterdamse stoomdrukkerij J . J . Arnd & Zonen, terwijl hij de kantoorboeken bestelde in Tilburg, af- wisselend bij de firma's Jan van Laarhoven en Everts & C o . . De meeste van zijn brief- hoofden liet Pieter van Dooren vervaardigen door het Grafisch atelier van de Duitse steen- drukkerij Hyll & Klein in Barmen. Het is de

werkwijze van deze firma die we nu nader onder de loep zullen nemen.

Alhoewel de firma Hyll & Klein sinds februa- ri 1889 een filiaal in Eindhoven bezat, dat in februari 1904 naar Amsterdam werd ver- plaatst, stond haar drukkerij en lithografie- afdeling in de fabriek te Barmen. Het Neder- lands filiaal deed dienst als magazijn, door- zendhuis en handelsvertegenwoordiging voor het Duitse moederbedrijf. Mogelijk werd in

1913, toen Ernst Klein onder de naam van Handelsmij Graphos opereerde, wel te Am- sterdam in eigen beheer drukwerk verzorgd.

Wanneer Pieter van Dooren een bestelhng plaatste voor een nieuw te maken brief- hoofd, dan kwam eerst de Nederlandse ver- tegenwoordiger van Hyll & Klein een praatje maken in Tilburg. De omvang van het werk en de prijs voor de lithografie, het cliché, werden dan afgesproken.

Vervolgens was het wachten op de vaste Duitse tekenaar van Hyll & Klein, die een potlood-schets van de fabriek ter plaatse moest maken. Dit gebeurde in nauw overleg met van Dooren. Daarna werd door de litho- graaf de schets bewerkt en het ontwerp aan de opdrachtgever voorgelegd. Meestal was het dan noodzakelijk dat de Duitse litho- graaf, op rondreis door Nederland, ook de fabriek van Pieter van Dooren bezocht voor nadere instructies met betrekking tot details van de opname. Pas dan kon de litho, dat wil zeggen de steen, worden gemaakt en een proefdruk ter goedkeuring worden overge- legd. Het was niet de bedoeling van de druk- ker dat dan nog uitvoerige wijzigingen wer- den aangebracht.

Op dat moment moesten er nog afspraken worden gemaakt over de te gebruiken papier- soort en de omringende tekst in boekdruk, waarna offerte volgde. Meer dan eens bleken de oplagen voor de drukker veel te klein, maar om zijn klant niet te verliezen voor de toekomst, leverde hij dan tegen kostprijs.

Voordat dan uiteindelijk het besteld briefpa- pier, na het nodige oponthoud aan de grens, bij de Tilburgse wolfirma was gearriveerd, was er soms wel een vol jaar verstreken.

Opdrachtgever

Met de wensen van Frangois van Dooren met betrekking tot het arrangement van het brief- hoofd, de compositie van het formuher, de kleur, de papiersoort, de oplage en de prijs moest de drukker terdege rekening houden.

Niet alleen werd de steen, en dus de afbeel-

ding, eigendom van de opdrachtgever, maar

waren nabestellingen mogelijk. Daarnaast

was Fran^ois van Dooren iemand met een

duidelijk idee van de manier waarop het han-

delsdrukwerk van de firma moest worden sa-

mengesteld.

(15)

afb. 4 Factuur Pieter van Dooren 1892.

De zakenrelaties van de firma Pieter van Dooren kunnen uit het soort en de oplage van het drukwerk worden afgeleid. De afne- mers van de Spinnerij bestonden uit een vas- te groep Nederlandse tapijtfabrikanten en Tilburgse wollenstoffenfabrieken, die hun rekeningen meestal halfjaarlijks betaalden en relatief weinig brieven hoefden te ontvan- gen. De klantenkring van de afdeling Wollen Stoffen, dit is de weverij, omvatte een veel- heid aan confectiehuizen, Engelse mantelfa- brieken en Nederlandse warenhuizen, die re- gelmatig om inlichtingen vroegen en geregeld de rekening gepresenteerd kregen. Het hoofdbedrijf was echter de wolspinnerij, en in 1909 werd de afdehng Wollen Stoffen ge- sloten, de specialisatie in grove garens bood betere perspectieven.

Het ondernemersgedrag van Fran^ois van Dooren kunnen we vooral ten aanzien van de eisen aan de afbeelding goed volgen. Zo stel- de hij er prijs op dat de fabriekspanorama's in hoge mate 'natuurgetrouw' werden afge- beeld. Aan al de aspecten waarmee de druk- ker zo vertrouwd was geraakt, om de fabriek grootser en mooier voor te stellen dan ze in werkelijkheid was, bood Van Dooren weer- stand. De betrouwbaarheid van de afgebeel- de fabrieksgebouwen zoals de perspectiefte- kening in de diepte; de verhoudingen van ge- bouwen en figuren (mens en machine); de vormgeving, de gevelschetsen en het land- schap stonden voorop. Zelfs een detail als de elektrische klok van juli 1909 verscheen op het briefhoofd van 1913.

In tegenstelling tot briefhoofden van andere fabrikanten bieden de opnamen van Pieter van Dooren dan ook een juiste illustratie van de ontwikkeling van het fabriekscomplex.

Niet voor niets besloot Frangois van Dooren in 1922 een luchtfoto van zijn fabriek te laten nemen en die te gaan gebruiken voor zijn briefhoofd, want wat was er 'natuurgetrou- wer' dan een foto?

Het feit dat de firma Pieter van Dooren zich kon adverteren als de oudste industriële

m l * J N E R I < J v A « ,

, v o o r W o l l e n - e n ^ H a l f w o l l e n S t o f f e n ,

wolspinnerij in Nederland, met 'Opgericht in 1827', en vanaf de opname van 1902 ook met 'Eerste Stoomfabriek', droeg daaraan zeker bij.

De briefhoofden

Over het briefhoofd van 1884, voor de fac- tuur, zijn twee interessante aspecten te ver- melden: de drukker en de oriëntatie van de tekening. Op de factuur staat als drukker 'Ensinck, Tilburg' genoemd. Het gaat hier om de Gebroeders Fredericus Juhus en Jo- hannes Petrus Ensinck, graveurs uit Antwer- pen. Hun vader, F . J . Ensinck (1806-1883), was gedurende de periode 1841-1856 de li- thograaf voor de Koninklijke Militaire Aca- demie te Breda en vestigde zich daarna als zelfstandig lithograaf te Antwerpen.''' De Gebroeders Ensinck kwamen naar alle waar- schijnlijkheid uitsluitend voor de firma Pie- ter van Dooren naar Tilburg; ze stonden van

19 maart tot en met 11 juni 1884 ingeschre- ven in het Bevolkingsregister van Tilburg.

Mogelijk hadden ze hun hoop nog gevestigd op vervolgopdrachten van andere wol- lenstoffenfabrikanten, maar daarvan is mij niets gebleken. Nadat Frangois van Dooren zijn rekening had betaald, vertrokken de ge- broeders Ensinck direct weer naar Antwer- pen.

Vergelijken we de afgebeelde fabriek met de plattegrondtekening voor de brandverzeke- ring uit die tijd, dan blijkt dat de situering van de gebouwen en de bouwmassa aardig overeenkomen. Slechts een gebouwtje op de voorgrond is foutief geplaatst en de raam- partijen zijn niet in het juiste perspectief.

Opmerkelijk is dat het fabriekscomplex van- af de veldzijde is opgenomen in plaats van vanaf de straatzijde, zoals bij de latere brief- hoofden.

Nadat in 1887 het kantoor, de paardenstal en het wolmagazijn door brand waren ver- woest, vond nieuwbouw en gelijktijdige uit- breiding daarvan plaats. Op het briefhoofd uit 1888 zien we die nieuwe situatie duidelijk weergegeven, met een schitterend aangelegde tuin ernaast, en op de achtergrond hangen de wollen lakens te drogen. Achter op het ter- rein zien we nog de nieuwe stalgebouwen en midden op de bedrijfsweg staat een klein ge- bouwtje, de vrouwentoiletten. Dit fa- briekslandschap werd, met toestemming van Frangois van Dooren, ook gebruikt door zijn zwager J . P . Wijers uit Dordrecht voor diens woUenmanufacturenfabriek.

Dat Van Dooren zich intensief met de details van het fabriekslandschap bezighield, blijkt wel uit de opmerkingen die hij keer op keer maakte bij de ontwerpen en drukproeven.

'Zes boomen moestuin weg', '2 schoorstenen

15

(16)

W O L L E N G A R E N S voor T A P I J T E N

G A R E N S V O O R W O L L E N - e n H a l f w o l l e n S t o f f e n , B ^ * E i G A R E N S . O p g , r i = ht Ir, 1837.

/g9

len als die niet te duur uitviel. Daarnaast moesten er nu ook veel Engelse formulieren gedrukt worden, zoals statements en ont- vangstbrieven.

Ondanks de vele kritieken die Van Dooren steeds had op de uitvoering van het fa- briekslandschap, moeten we toch aannemen dat naar de stand van de techniek de drukker zijn uiterste best deed. In 1892 was de litho- graaf van Hyll & Klein op reis ter opname van tekeningen en moest Van Dooren even geduld hebben voordat een nieuwe druk- proef kon worden vervaardigd, daar '...wij dien arbeid maar niet aan lederen hthograaf kunnen opdragen', aldus de drukker. Ze hadden bovendien nogal problemen om 'ee- nen allessints bekwamen lithograaf' te vin- den.

afb. 5 Factuur 1892 in andere vormgeving.

afb. 6 Adreskaartje 1904 (opname 1902).

land weg', 'grooter aantal boomen aan den weg voor groote fabriek (er staan er eens zooveel), de boomen desnoods wat kleiner dat releveert de gebouwen', 'laan meer rechts, bredere tuin'. Voor de kleur kon Van Dooren kiezen uit zwart, staalblauw of zee- groen; facturen in die drie kleuren zijn aan- getroffen in de archieven. Een tweekleuren- druk, waarvan sprake was, is evenwel niet aangetroffen.

Ter voorbereiding op de marktexpansie van de firma in Engeland werd in 1891 de weverij belangrijk uitbreid en het ketelhuis ver- nieuwd. Op het briefhoofd van 1892 zien we dat de zaagtanddaken zijn verlengd, de fa- brieksschoorsteen bij de inrijpoort is vrij ko- men te staan en bij de gashouder is een nieuw ketelhuis uitgebouwd. Let ook eens op de af- gebeelde mensen en vervoermiddelen; de eer- ste fietsen verschijnen. Ook dit keer bestelde Van Dooren net als in 1888 het hele pakket aan handelsdrukwerk: facturen, brieven, briefkaarten en wissels. Maar van de brief- kaarten maakte hij blijkbaar weinig gebruik, want hiervan had hij nog zoveel in voorraad dat hij de nieuwe opname alleen wilde bestel-

T I L B U R C

0 p n . ^ e 1 9 0 2 , H O L L A N D . E E R S T E S T O O M F A B R I E K .

O P G E R r C H T I N 1 8 2 7 .

Gedurende de jaren negentig volgden regel- matig nabestellingen, waarvan sommige met een nieuw tekstontwerp naar de stand van de mode. Regelmatig zat Van Dooren bijna zonder handelsdrukwerk, doordat Hyll &

Klein nogal lange tijd nodig hadden om het briefpapier bij te drukken. Ze zonden steeds een drukproef in verband met de wisselende kwahteit van het drukwerk op de diverse pa- piersoorten en vanwege de nieuwe tekstar- rangementen. Daardoor bestelde Van Doo- ren vaak gewoon briefpapier, met alleen tekst, bij J . J . Arnd & Zn.

In 1894 moest de gasfabriek plaats maken voor een nieuwe machinekamer en in 1896 en 1903 werd direct achter het hoofdgebouw een wol- en garenwasserij gebouwd. Op het briefhoofd van 1904 ('opname 1902') zien we de wasserij wel getekend alhoewel zij vanuit die hoek niet zichtbaar geweest kan zijn; de andere gebouwen zijn daardoor naar boven opgeschoven. Dat het werk van 'onzen besten teekenaar' verschilt van de schets uit 1892 zien we het best aan de schaal van het woonhuis en het hoofdgebouw, die nu meer in verhouding zijn. Het landschap rondom de fabriek is minder belangrijk geworden in tegenstelling tot de fabriekstuinen.

Op het briefhoofd van 1913 is de foutieve plaatsing van de wolwasserij van 1903 ge- handhaafd. De tekenaar heeft zich geconcen- treerd op de grote uitbreidingen van de spin- nerij met machinekamer en ketelhuis in

1912-1913. Dat de hoek waaronder de teke- naar zijn schets maakte, veel uitmaakt voor het globale beeld blijkt wel uit vergelijking met de briefhoofden van 1892 en 1902, die meer een vogelvluchtperspectief weergeven.

Wat de briefkaarten betreft, vraag je je bij

Pieter van Dooren soms wel af waarom hij ze

liet maken en of hij ze wel ooit gebruikte. Zo

zijn er van de in 1913 bij de Tilburgse foto-

(17)

afb. 7 Factuur 1913.

afb. 8 Adreskaartje 1913.

graaf H . van der Schoot bestelde 200 gefoto- grafeerde briefkaarten nu nog altijd 60 exemplaren over. Hetzelfde geldt voor de briefkaarten uit de twintiger jaren.

afb. 9 De eerste luchtop- name van een Tilburgs bedrijf op briefpapier, 1925 (opname 1922).

Na het bezoek aan een grafische vakbeurs in het najaar van 1923 besloot Frangois van Dooren in zee te gaan met de Vereenigde Drukkerijen te Amsterdam, die gespeciali- seerd waren in koperdiepdruk. Het gedrukte briefhoofd benaderde daarbij de kwaliteit van een foto. Wat zowel de drukker als de opdrachtgever niet in de gaten hadden, was dat die kwaliteit alleen bereikt kon worden indien men uitging van een fotonegatief. E n

P D H T E I ^ V A I N l © © © I ^ I l l N l

S P I N N E R I J V A N WOLLEN ÖARENS VOOR T A P I J T E N

E E R S T E S T O O M F A B R I E K

OPGERICHT 1827

O P N A M E 1 9 2 2

T D I L I ^ y J I ^ ©

H O L L A N D

GARENS VOOR W O L L E N EN HALFWOLLEN

S T O F F E N BREIGARENS TELEFOON N:I43

van de luchtfoto die Van Dooren wilde ge- bruiken, berustte het negatief bij de K L M , die zelf daarmee op orders voor briefpapier hoopte. Omdat er bij de fabriek '...geen ge- legenheid bestaat een vogelvlucht opname te maken anders als uit een vliegmachine' bleef het maar behelpen, zodat na bijna een jaar Van Dooren het vertrouwen in de drukker opzegde en naar een ander uitzag.

De firma Emrik & Binger te Haarlem mocht in augustus 1924 offerte opmaken voor een briefhoofd in lichtdruk. Ook hierbij voldeed de kwaliteit niet aan de verwachtingen van Frangois van Dooren: de luchtfoto leek meer op een schilderij dan op een fotografie. Pas nadat de drukker het beeld 'geheel in Ameri- kaanse retouche opgewerkt' had, voldeed het briefhoofd enigszins aan de verwachtingen.

Maar ook hier gold weer dat 'een reproductie van een reproductie' gemaakt moest worden door het ontbreken van het negatief. Augus- tus 1925 was eindelijk het briefpapier gereed.

In tegenstelling tot voorgaande bestellingen, toen Van Dooren facturen, offertebrieven, verzendbrieven, e.d. apart had laten maken, ontving hij nu alleen een grote hoeveelheid briefpapier. Deze liet hij dan naar behoefte door W. Bergmans in Tilburg bedrukken met tekst van offertes, orderbevestigingen, nota's, en dergelijke.

In de jaren tussen 1913 en 1925 vond er wei- nig bouwactiviteit plaats bij de fabriek, de introductie van de luchtfoto was de aanlei- ding voor een nieuw briefhoofd geweest.

Achter het kantoor verscheen in 1915 een uit- breiding van zowel de spinnerij als van het kantoor. Het meest in het oog springend was de sloop in 1918 van de fabrieksschoorsteen bij de fabrieksweg; de voet bleef staan, want daaraan hing de fabrieksklok.

Zeven jaar na de eerste luchtfoto was er op het fabrieksterrein zoveel bouwactiviteit ge- weest dat een tweede luchtfoto in 1929 loon- de. De uitbreiding van de wolspinnerij met sheddaken en de nieuwbouw van de wolwas- serij en wolmalerij met platte daken, alle uit 1928, zijn daarop goed zichtbaar. In 1931 liet Van Dooren daarvan door de vermaarde Franse briefhoofden-drukker B. Arnaud te Lyon een medaillonvormige afbeelding op het briefpapier drukken. Tijdens de crisisja- ren volgden daarvan nog nabestellingen.

In de loop van 1941 raakte de voorraad briefpapier met afbeelding op en liet de fir- ma Pieter van Dooren bij H . C . van Grinsven in Tilburg briefpapier in staaldruk, zonder afbeelding, drukken. Niet alleen markeerde die bestelling het begin van een moeizame commerciële toekomst, maar ook het einde van een mode.

Het gebruik van fabrieksafbeeldingen voor handelsdrukwerk was voorbij.

17

(18)

S P I N N E R I J V A N W O L L E N G A R E N S

EERSTE STOOMFABRIEK OPGERICHT 1827,

T e l e f o o n No.14.3 P o s t g i r o r e K e n i n g Mo. 53952

afb. 11 Briefpapier (staaldruk) van 1941.

Pieter van Dooren

Aantallen geleverd bedrijfsdrukwerk

drukwerk afdeling 1888 1892 1902 1913

factuur wollenstoffen 2.000 1.000 2.000 0

spinnerij 1.500 1.000 2.000 3.000

adm. P. V . Dooren 0 0 1.000 0

brief wollenstoffen 4.000 1.000 3.000 0

spinnerij 1.000 0 3.000 5.000

adm. P. V . Dooren 0 1.000 0 0

briefkaart wollenstoffen 1.000 500 500 0

spinnerij 300 100 0 200

adm. P. V . Dooren 0 0 0 0

wissels adm. P. V . Dooren 2.000 1.000 2.000 3.000

Noten

1) P . N i j h o f , Oude fabrieksgebouwen in Nederland.

Amsterdam 1985. En meer in het bijzonder: J . M . Bos en W . de Natris, 'Textielfabriek Pieter van Dooren te T i l b u r g 1825-1975', i n : P. N i j h o f ed..

Monumenten van bedrijf en techniek. Industriële ar- cheologie in Nederland. Zutphen 1978.

2) Zie P . J . M . van Gorp en Ronald Peeters, Textielfa- brieken op briefhoofden 1866-1956. T i l b u r g 1981.

3) Giel van H o o f f , 'Helmonds textielnijverheid i n de 19de eeuw op briefhoofden', i n : De Vlasbloem, Historisch jaarboek voor Helmond (1984) 135-155.

Zie voor Enschede: T . Wiegman, Enschede van toen op briefpapier. Beelden van het oude Enschede aan de hand van illustraties op briefpapier en rekenin-

gen. Enschede 1981.

4) Gemeente Archief T i l b u r g , Archief Wolspinnerij Pieter van Dooren 1825-1975. Series: Ingekomen Stukken, Uitgaande Stukken (beide op naam en da- tum); Memoriaal en Onkostenboek.

5) Cees van Leeuwen, 'Vogelvluchtfotografie, 60 jaar K L M A e r o c a r t o ' , i n : tijdschrift Foto (1982) 39-40.

Zie ook: KLM Vogelvluchtopnamen van Nederland 1921-1939. Catalogus Fototechnisch en cartogra- fisch bedrijf K L M - S c h i p h o l , 1940. Meer in het b i j - zonder: Henk van Doremalen, 'Textielfabrieken i n T i l b u r g ' , i n : Tilburg 4 (1986) 4-8.

6) Fabrik im Ornament. Ansichten auf Firmenbrief- köpfen des 19. Jahrhunderts. Munster 1980.

7) Zie: Drie eeuwen Bredase boeken 1604-1900. Ten- toonstellingscatalogus Stedelijk Museum Breda 1984. p. 59 en 66.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Ruimte voor maatwerk: In de praktijk zijn er diverse soorten bedrijven met een winkelcomponent die con- form het huidige beleid niet zijn toegestaan in de perife- rie (op

De gemeente koopt indien nodig woningen in wijken waar nu nog geen bijzondere groepen zijn gehuisvest, zodat in ieder wijk moeilijk plaatsbare bewoners kunnen worden gehuisvest....

Onderdelen die niet door of via de bouwonderneming worden uitgevoerd, vallen niet onder de Woningborg Garantie- en waarborgregeling.. Daarnaast worden in uw aannemingsovereenkomst

De omgeving van het plangebied werd in ieder geval vanaf het begin van de nieuwe tijd als akker gebruikt, en de archeologische verwachting voor deze periode is dan ook laag

VOOR IEDERE INWONER MINSTENS ÉÉN EXTRA BOOM IN DE VIJF BRABANTSE STEDEN: 895.000 BOMEN IN TOTAAL?. In dit manifest lees je waarom er extra bomen in Brabant

In de biografie van Seedorf staat dat hij meerdere malen door zijn vader werd geadviseerd om te stoppen met het Nederlands elftal, omdat Seedorf volgens zijn vader niet alleen

instrumentarium om Energietransitie handen en voeten te geven, maar inzet is primair het. (besluitvormings)proces.. mutual gains approach &amp; community

Een van de doelen van de Wet van 11 juli 2018 is het bieden van compensatie voor de cumulatie van kosten bij langdurige ziekte van de werknemer. In deze wet is geen rekening