• No results found

Vraag nr. 53van 23 december 2004van mevrouw HILDE CREVITS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 53van 23 december 2004van mevrouw HILDE CREVITS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 53

van 23 december 2004

van mevrouw HILDE CREVITS

Positie lokale politica's – UG-onderzoek

In de toelichting bij de begroting wordt verwezen naar een onderzoek van de Universiteit Gent naar de positie van lokale politica's.

1. Wie was de promotor ?

2. Hoe werd het onderzoek opgesteld en uitge-voerd ? Op welke termijn wordt/werd het on-derzoek uitgevoerd ?

3. Zijn de resultaten van dit onderzoek reeds be-kend ?

Antwoord

1. De promotor van het onderzoek naar de posi-tie van de Vlaamse lokale politica's is prof. dr. Herwig Reynaert.

2. In het kader van dit onderzoek werden achte-reenvolgens de rekrutering, het profiel en het af-haken van Vlaamse lokale politïra'sjuiderzocht. Dit leidde tot drie onderzoeksrapporten:

– "Kaartje kopen en dé trein op..." - de politieke rekrutering van vrouwelijke lokale mandataris-sen in Vlaanderen"

Alle lokale politica's uit een steekproef van 100 Vlaamse gemeenten ontvingen schriftelijk een vragenlijst. 300 personen (51%) stuurden deze ingevuld terug. Op basis van de ant-woorden werden het sociaal profiel, het con-tactprofiel (hoe zijn de politica's - in hun per-ceptie - in contact gekomen en beland in de lo-kale politiek?) en de beïnvloedende netwerken bestudeerd.

– "Cherchez la femme. De vrouwelijke lokale po-litieke elite in Vlaanderen."

In dit onderzoeksdeel werd het profiel van de vrouwelijke lokale politicus doorheen de tijd (1946-2000) in kaart gebracht. Dit gebeurde in vier hoofdstukken die elk een ander aspect be-lichten. In het eerste hoofdstuk werd

onder-zocht welke bevolkingsgroepen tot de lokale verkozenen behoren. In een tweede hoofdstuk werd onderzocht in welke mate er een onder-scheid bestaat wat betreft vrouwelijke verte-genwoordiging bij de lokale verkozenen naar gelang van het behoren tot een bepaalde poli-tieke partij. In een volgend hoofdstuk werd onderzocht in welke mate er een onderscheid bestaat qua vrouwelijke vertegenwoordiging bij de lokale verkozenen naargelang de functie die men bekleedt (gemeenteraadslid, schepen en burgemeester). Ten slotte werd gefocust op eventuele verschillen in de vrouwelijke verte-genwoordiging op basis van de lokaliteit (pro-vincie, grootte van de gemeente). Dit onder-zoek werd gebaseerd op de gegevens van 100 Vlaamse gemeenten.

– "Adieu. Een analyse van de vrouwelijke afha-kers bij de lokale mandatarissen in Vlaande-ren."

Dit rapport vertrekt vanuit een surveyanalyse bij mannelijke en vrouwelijke lokale mandata-rissen die hun politiek mandaat opgaven bin-nen twee jaar na hun installatie in de gemeen-teraad na de verkiezingen van 2000. Op grond van een vergelijking tussen de mannelijke en vrouwelijke afhakers werd getracht om een beeld te geven van wie deze afhakers zijn en welke motieven aan hun afhaken ten grondslag liggen.

Het onderzoek is in maart 2003 van start ge-gaan en werd in november 2004 officieel afger-ond.

3.De resultaten zijn bekend. Het onderzoeksrap-port is niet gepubliceerd, maar kan worden aan-gevraagd bij

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het definitief strategisch plan voor de Gentse Kanaalzone (R4 – streefbeeld) wordt bepaald dat in de toekomst het verkeer op het voormelde kruis- punt moet worden

In de beslissing van de Vlaamse Regering van 17 december 2004 werd vastgelegd dat voor 1 juli 2005 meer duidelijkheid zal gegeven wor- den over de concrete projecten

62 gemeenten die het tweede milieuconvenant ondertekenden, hebben afgehaakt en hadden de samenwerkingsovereenkomst 2002-2004 in het jaar 2003 nog niet ondertekend2. Terwijl

Om te bepalen wie in het buitengebied, zijnde het gebied dat nog niet is aangesloten op een waterzuiveringsinstallatie, verantwoordelijk is voor de uitbouw van de collectieve

Door het gewest wordt daarnaast, eveneens via Aquafin, geparticipeerd in gemeentelijke modelleringsstudies, telkens in verhouding tot het bovengemeentelijk aandeel in deze

De uit- eindelijke bedoeling van de minister is dankzij deze verlenging te zoeken naar een oplossing voor het zuidelijke gedeelte, tot er duidelijkheid is over zijn

Volgt de minister het ontwerpstreefbeeld van de afdeling Wegen en Verkeer West-Vlaanderen en zo ja, wordt er dan een oplossing uitgewerkt in het belang van de

Is er reeds zicht op de aanpak van de nieuwe databank, zodat de werking ervan succesvoller zou zijn dan deze van