• No results found

jaren haar deel gehad van de stormen van de tijd. Ze heeft

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "jaren haar deel gehad van de stormen van de tijd. Ze heeft"

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

R. H. TAWNEy1)

SOCIALE DEMOCRATIE iN ENGELAND

D

e socialistische regering in Engeland heeft gedurende de afgelopen

jaren haar deel gehad van de stormen van de tijd. Ze heeft

.

onge- twijfeld ook zelf blunders begaan, maar wat voor critiek men ook op haar mag hebben, het verwijt dat zij haar beloften niet is nagekomen hoort daar niet bij. Zij heeft, onbezonnen of nauwkeurig overwogen, haar program uitgevoerd en langs de gewone weg van de parlementaire demo- cratie de grondslagen gelegd van een sociale orde, die, wanneer ze blijvend wordt vernieuwd, niet slechts op onderdelen, maar in beginsel en hoofd- zaak zal blijken te verschillen van dl;! maatschappelijke orde waarmee Engeland de oorlog inging.

Wat waren op binnenlands gebied, dat h,er uitsluitend zal worden beschouwd, de voornaamste tendenzen van de gevoerde politiek?

In een profetische passage merkte een Frans historicuS eens op, dát alle grote crises in de Europese geschiedenis altijd tegelijk oorlogen en revolu- ties waren. Indien het woord revolutie wordt gebruikt, zoals het behoort, om een algehele hervorming van de sociale instituten aan te duiden, onafhankelijk van de daarbij gebruikte methoden, kan men zeggen, dat het Europa van vandaag te doen heeft met de resultaten van beide. Het worstelt zo goed als het kan met de erfenis van de oorlog en het onder- gaat in bepaalde, niet onbelangrijke, opzichten de eerste fasen van de revolutie. De problemen, waarvOOr het is gesteld, behoren daarom tot twee verschillende complexen. In de practijk werken deze natuurlijk op elkaar

in,

maar er kan slechts verwarring uit voortkomen indien men aan het ene complex van factoren de gevolgen van het andere toeschrijft. Het maken van onderscheid tussen deze groepen van factoren is het begin der wijsheid. Het betekent de erkenning zowel van de pathologische omstan- digheden waarin Europa zich als gevolg van de gebeurtenissen van de laatste tien jaren bevindt, als het bestaan van krachten die, zelfs als het herstel van zijn economie sneller mogelijk zou zijn, het

~n

feite noch mogelijk noch wenselijk zouden maken, dat Europa in zijn voor-oorlogse vorm zou worden hersteld.

Het eerste van deze problemen is ons nu zo vertrouwd, dat het onnodig is er lang bij stil te staan. De moderne oorlog gelijkt op een gevaarlijk

1) Prof. Tawney doceert economische geschiedenis aan de .. London \So1l.Ool of EconomieSl". Hij heeft ve.rschiLlende boeken over de grondslagen van de maat~

schappij~orde op zijn naam staan, waarvan zijn studie over het verband tussen godsdienst en kapi.talistische ontwikkeling het meest bekend is geworden. Red.

65

(2)

chirurgisch ingrijpen. Een operatie heeft, indien ze de voorkeur verdient n boven andere mogelijkheden, niet als onmiddellijk gevolg een robuste

gezondheid, maar een toestand die een bijzondere zelfbeperking vereist, in niet mindere mate dan de ziekte, die de operatie noodzakelijk maakte.

In het geval van volken bestaat die zelfbeperking in het voortzetten gedurende de eerste jaren van de vrede van een economie, die slechts in graad verschilt van de oorlogs-economie. Deze voortzetting is noodzake- lijk omdat lang nadat de laatste granaat is afgevuurd en de laatste bom gevallen, de omstandigheden die tot de oorlogshandelingen aanleiding gaven, blijven voortbestaan. Indien de patient die herstel-periode tracht over te slaan of voortijdig tracht af te sluiten, wordt het herstel niet ver- haast, maar een nieuwe ineenstorting onvermijdelijk.

In de jaren na 1918 heeft Engeland zich, evenals enkele andere Europese landen, aan die dwaasheid schuldig gemaakt en er duur voor betaald. De positie van Engeland verschilt thans in vele opzichten sterk van die van na 1918 en slechts weinigen zouden, met de lessen van het verleden voor ogen, een herhaling van de onmiddellijke vermindering van de controle en de beperking hebben durven riskeren. Zelfs indien voor die politiek een grotere aanhang had bestaan dan in feite het geval was, zou de uitvoe- ring daarvan · vrijwel onmogelijk zijn geweest. Het land eiste de maximale beschikbaarstelling van de schaarse bronnen voor de productie van export-

.

goederen om de oruÎlÎsbare import te betalen. De importen van niet- onmisbare goederen dienden rigoureus beperkt, arbeid en kapitaal van niet-essentiële industrieën naar de export- of import-vervangende industrie te worden overgeheveld. Waar de consumptiemiddelen

'schaars waren

moest een distributie-systeem in stand worden gehouden om een redelijke verdeling te waarborgen. De economische situatie van Engeland maakte

-

de handhaving van het controle-systeem dus minder tot een zaak van keuze dan wel van noodzaak.

Hoewel de socialistische regering natuurlijk een speciale verantwoorde- lijkheid gevoelt voor het welzijn van de armste mede-burgers, heeft dit controle-systeem weinig specifiek socialistisch. Het is het product, niet van de speciale opvattingen van een bepaald kabinet, maar van de prac- tische eisen, waaraan elk kabinet van welke politieke kleur ook, gedwon- gen zou zijn geweest te voldoen.

II

Deze léenmerken van de Europese situatie - een gedeeltelijke econo- mische ineenstorting, langzaam herstel en een interim-bewind om de kloof tussen beide te overbruggen - vormen één aspect van het probleem, maar ook niet meer dan één. Ze worden begeleid door een tweede, dat, ofschoon in betekenis toegenomen door de gebeurtenissen van. de laatste tien jaren, veel verder terug ligt verworteld.

Er is een economisch systeem en een sociale orde denkbaar, die, hoewel

66

(3)

niet onkwetsbaar voor schokken van buiten, door degenen die onder dit systeem leven, zo volkomen wordt aanvaard, dat de discussie van alterna- tieven van dit systeem niet anders zou zijn dan tijdverdrijf voor een vrij uur. In hoeverre het geheel van juridische instellingen, economische belangen ,

en psychologische gewoonten, . dat gewoonlijk, zij het op misleidende wijze, wordt aangeduid als "kapitalisme", die positie geniet in de Verenigde Staten, laat ik in het midden. In Europa had het die positie e. ens, maar dat is nu voorbij. Engeland, dat eens een niet te verwaarlozen rol speelde als zijn profeet en pionier, maakt daarop geen uitzondering.

De term "kapitalisme" is natuurlijk hoogst dubbelzinnig. Het is de aan- duiding van een soort met vele variëteiten. Zijn inhoud verschilt in het- zelfde land in de loop der jaren en iIJ

yerschillende

landen in dezelfde tijd.

Het kan in hoge mate individualistisch zijn, maar ook een grote veelheid

. van corporatieve organisatievormen vertonen; een grote mate van con-

currentie, maar ook van. monopolie; vast besloten

'zijn zich. te verweren

tegen overheidsinmenging, maar ook in andere omstandigheden bereid de overheid te begroeten als bondgenoot en haar als werktuig te gebruiken.

Het kan zelfs' eigenschappen verenigen die in de ogen van de onnozele onschuld onverzoenlijk schijnen door een uitbundige geestdrift voor de zegeningen van

tree enterprise te paren aan een hardnekkig vasthouden

aan tarieven, speciaal opgezet om te voorkomen dat het met die zegeningen te máken zou krijgen. Het ontkennen van deze elasticiteit zou

'

klaarblijke- lijk naïef zijn, maar wie de veranderingen gedurende de laatste twee generaties beschouwt moet wel door één aspect bijzonder worden getrof- fen. Het is de verrassende omkeer in houding gedurende die periode tegen- over een economisch systeem dat, wat ook zijn meest eigenlijke kenmerk mag zijn, aan het begin van onze eeuw nog onaantastbaar scheen. In West-' Europa en in het bijzonder in Engeland waar dit systeem eèn geschiedenis van drie eeuwen heeft, is het zozeer vervlochten met de psychologie van de enkeling en het leven van de gemeenschap, dat een verdwijnen zonder meer, zelfs als het gewenst was, ondenkbaar zou ziJn. Maar er heeft een proces plaats gevonden van uitputting en verval - verval van economisch prestige, van politiek leiderschap, van moreel gezag - dat, waar de mens- heid niet van louter negaties kan leven, begeleid is - door de groei van een constructieve oppositionele beweging, die voor zichzelf de toewijding en de hoop heeft verzameld die het oude regiem niet meer vermocht te inspireren.

De reden voor het ineenschrompelen van een eens vereerd idool kunnen

we nu in het midden laten. Doch maatschappelijke instellingen berusten

op psychologische grondslagen en het onderschatten van de gevolgen van

deze niet voorziene ommekeer zou onverantwoord zijn. Het betekent dat

de opbouw, zowel voor Engeland als voor verscheidene

van

zijn buurlan-

den op :tIet continent, 'een subtielere en nauwkeuriger

aangel~genheid

is

dan alleen het herstel van een beschadigd gebouw. De opstand tegen het

kapitalisme vindt zijn stuwing niet slechts in stoffelijke nood, maar ook in

67

(4)

een ressentiment tegen een economisc'h systeem dat het bestaan ontmen- selijkt door de massa van de mensheid niet te behandelen als verantwoor- delijke medewerkers in de gezamenlijke poging om de no atuur dienstbaar te maken aan de mens, doch als werktuigen waarmee men manipuleert terwille van het geldelijk voordeel van een minderheid van bezitters.

Lieden die zelf, maar al te dikwijls naar de mate waarin hun doeleinden worden bereikt. minderwaardig zijn geworden.

Het vraagstuk waarvoor wij thans staan, moet op dat vlak worden benaderd. Het is eerder van morele en politieke dan van economische aard.

0

Het is het probleem van het falen van net bestaande stelsel én van de maatstaven van succes, die het hanteert. Het gaat er niet slechts om de voorwaarden, tot stoffelijke welvaart te herstellen, hoe nodig dit ook mag zijn, het gaat er om een nieuwe sociale synthese te verwerkelijken, die recht zal doen zowel aan de waarden van het liberale tijdperk als aan niet minder belangrijke aspectt,n van het bestaan, waarvoor dat tijdvak met al zijn deugden maar al te dikwijls blind was. In geding

is

het verschaffen van dwingender impulsen tot het voortzetten van de gemeenschappelijke poging, die onze beschaving onder de huidige toestanden van massa-organisatie vergt, door dit pogen te verbinden met gemeenschappelijke doeleinden, die niet alleen weerklank vinden in het belang maar evenzeer in het bewustzijn en de geest van alle mensen van goede wil.

111

Voor zover deze taak langs politieke weg moet worden volvoerd heeft de socialistische beweging een historische bijdrage geleverd. Het is echter duidelijk, dat "socialisme" een woord is met meer dan één betekenis. Het heeft geen zin

'

er over te praten zonder aan te geven welk speciaal type er van men op het oog heeft. Het Britse type pretendeert niet uniek te zijn. De sociaal-democratie, waarvan

o

de Engelse een bepaalde

0

variëteit vertegenwoordigt, wordt uit twee verschillende gezichtshoeken aangevallen.

Men beschuldigt het van hypocrisie, die het nodig zou hebben om zijn

. economische doeleinden te kunnen verbergen terwille van het instand-

houden van de steriele formaliteiten van de politieke democratie. Tegelijk verwerpt men het om de roekeloze vasthoudendheid waarmee het de democratie in gevaar brengt door vast te houden aan een economische hervorming, die, voor zover ze wordt verwerkelijkt, onvermijdelijk, zo zegt men, moet uitlopen op een ondermijning daarvan.

Twee opmerkingen mogen op dit punt worden gemaakt. In de eersté plaats: de enige juiste maatstaf voor een politiek stelsel is de practische invloed die het uitoefent op het bestaan van de meJlJSen die er onder leven.

Wat de mensen vragen zijn niet alleen paragrafen in grondwetten, maar resultaten in de vorm van overeenkomsten; die voor hen de wezenlijke elementen verzekeren van een menswaardig bestaan en hun duidelijk eerbied tonen voor hun waardigheid als mens. Wil de democratie blijven 68

b

E

k v

o

d

(5)

bestaan dan zal ze haar geloof door "werken" waar moeten maken. De Engelse socialisten en hun collega's op het continent arbeiden thans om·

-

iets van deze "werken" zichtbaar te maken. Zij willen hun maatschappij niet scheppen door hun democratische instellingen los te laten, mà ar door meer dan voorheen de krachten, die daar in opgesloten liggen, te gebrui- ken. De massa van de. Labour Party kent zeer wel de gevolgen van de verlamming en ontaarding waaraan, bij het ontbreken van een krachtige openbare mening,de democratie is onderworpen, aanzienlijk beter zelfs, dan. de welsprekende intellectuelen die hun chique gehoor pijnigen met jammerklachten over de gebreken van de distributie; maar ze weten ook wat zij aan de democratie te danken hebben. Zij beschouwen democratie niet als een hindernis op de weg naar het socialisme, maar als een instru- ment om het te bereiken en de democratische beginselen uit te breiden tot de maatschappelijke sferen die tot dusver aan de invloed van die beginselen ontsnapten.

Slechts weinigen van de Engelse socialisten zullen ontkennen dat het kapitalisme een onmisbare rol heeft gespeeld in het vrijmaken van ge- kluisterde energie en in het stimuleren van deze energie - met winst als magneet - tot het vergroten van de productie, noch dat een andere sociale orde moet worden gebouwd op de technische grondslagen door het kapi- talisme gelegd, noch dat in een wereld, waarin met uitzondering van enkele bevoorrechte gebieden, nog altijd een ellendige armoede heerst, vergroting van de productie een zaak van het allergrootste belang

iJS.

Ze zullen echter, terwijl zij hun tribuut betalen aan deze eerbiedwaardige algemeenheden, daarin slechts een reden vinden, niet tot het laten varen van hun socialis- tische doeleinden, maar tot het hardnekkiger najagen daarvan. Het vraag- stuk, dat thans aan de orde is, ligt op een ander vlak dan de genoemde koeien-waarheden. Het is de vraag of het menselijk vermogen tot een ver'- standige leiding van de zaken van de gemeenschap gelijkwaardig is aan zijn meesterschap over de krachten der natuur en of als gevolg daarvan het machtige productie-apparaat, dat hij thans bestuurt, met het grootste nut en in het belang van allen wordt gebruikt.

Het antwoord op deze vraag is niet uitsluitend van economische of tech- nische aard, maar is ook een

vra~g

van psychologie en sociale organisatie.

Gewone mensen verlangen een redelijke mate van zekerheid, tegen onver- diend ongeluk, veroorzaakt door krachten, die enkelingen niet kunnen beheersen of controleren. En in hoeverre die redelijke mate van zekerheid ontbreekt - daarvan getuigen een overvloed van werklo'osheidsstatistieken, cijfers omtrent de inkomensverdeling, feiten betreffende de opeenhoping van bezit en nog meer van economische macht. En wat Engeland zelf betreft: de periode tussen de beide oorlogen gaf de chronische ellende te zien in de zgn. "depressed areas", de noodgebieden waar gemiddeld een werkloosheid bestond van 14 % voor alle 18-jarigen en ouderen. En daar- naast was er de achterlijke situatie in de oude industrieën als die' van steen- kool en katoen, die eens de ruggegraat van het Britse economische leven

69

(6)

hadden gevormd; monopolistische praktijken kwamen na de grote crisis van '29 op tot voordien ongekende schaal voor.

Voor zover het hét binnenland betrof was het programma van de Labour Party, waarmee het de ~erkiezingen van 1948 inging, tegen deze achtergrond gegeven.

IV

De pdncipieel nieuwe uitgangspunten kunnen gemakshalve in drie groepen worden ondergebracht. De eerste heeft zich beziggehouden met de uitbreiding en verbetering van verschillende vormen van socialç voorzie- ningen - onderwijs en opvoeding, gezondheidszorg, verzekering tegen ziekte en werkloosheid, voor de oude dag en voor weduwenpensioen, medische zorg en schoolmaaltijden voor kinderen - die, ofschoon zeer ver- schillend in doelstelling en gevolg, in Engeland onlogisch genoeg worden samengevoegd onder de weinig briljante naam van "sociale diensten".

De tweede en derde

gr~ep maatregelen van de'

regeringspolitiek liggen op een ander vlak. Ze houden zich niet bezig met een meer gelijke ver- deling van de nationale rijkdommen maar met een meer effectieve organi- satie van de bronnen van die rijkdom. Zij omvatten maatregen tegen werk- loosheid, de nationalisatie van

.

bepaalde belangrijke bedrijfstakken en dien- sten en, een reeks maatregelen tot uitschakeling van de te vermijden oor- zaken van inefficiency bij de industrieën, die nog niet tot de waardigheid van gemeenschapseigendom zijn uitverkoren - en dat zal voor de grote meerderheid nog voor lange tijd het geval zijn.

Wat de sociale diensten betreft, heeft de Labour-regering enigennate kunnen voortbouwen op bepaalde maatregelen van het coalitie-kabinet, dat· in 1944 een nieuwe onderwijswet schiep en het volgende jaar de ,Family Allowance Act, de wet op de gezinstoeslagen. De onderwijswet baande de weg voor de meest revolutionnaire hervorming sinds een openbaar stelsel van onderwijs werd ingevoer·d. Het stelde een systeem van middelbaar onderwijs in de plaats van de mogelijkheden voor beperkte groepen die tot dusver hadden bestaan. Het stelde 15 in plaats van 14 jaar vast als minimum-leeftijd voor het beëindigen van het verplichte onderwijs, met de toevoeging, dat, zodra de omSitandigheden dit toe zouden laten, het onderwijs tot 16 jaar v-erplicht zou zijn. Het schafte schoolgeld af en maake het voorgezette onderwijs' toegankelijk voor iedereen, met uitzondering van een klein aaQLtaI sc!holen voor voort- gezet oll,derwijs. Dientengevolge zullen allé kinderen en niet, zoals tot nu toe slechts een gedeelte, tussen hun lle en 12e jaar overgaan naar een of ander type van VQor.t- gezet of middelbaar onderwijs, ·terwijl de catasrrophale kloof tussen schooI en <ÎI1Idustrie

gedeeltelijk zal worden overbrugd door verplicht avond-onderwijs tot het IBe jaar.

Het was de eerste Labour-kanselier van de schatkist, die de belangrijke stap nam tot vergroting en herziening van de bevoegdheden en plichten van het lichaam, op welk.s advies de Staat financiële hulp verleent aan hen, die aan de Universiteiten studeren.

Op het gebied van verzekering tegen werkloosheid en ziekte zijn nog belangrijker vorderingen gemaakt. Een omvattende "nationale verzekeringswet" heeft de vroegere gezondheids- en werkloosheidsverzekeringen vervangen; de regering heeft ze onder een minister voor nationale verzekering geplaatst en een algemeen Sltelsel opgebouwd

70

(7)

met standaardbijdragen en uitkeringen (beide, maar in het bijzonder de uitkeringen, verhoogd), waaronder elke burger is verzekerd tegen ziekte en werkloosheid van de leeftijd waarop het verplichte onderwijs ophoudt tot op die, waarop men voor pensioen in aanmerking komt.

Een andere wet voorziet in 'het geval van invaliditeit of ziekte, opgelopen tijdens het werk, met talrijke bijkomende -verbeteringen.

De "nationale gezondheidswet" heeft tot doel de beste medische behandeling ter beschikking te stellen van de gehele bevolking, onafhankelijk van de financiële middelen van het gezin. Het betekent niet, zoals wel eens gesuggereerd, een

"nationalisatie van het medische bero~p" '6D de medici, die oorspronkelijk afkerig bleken van de maatregel, omdat zij een bedreiging zou vormen voor de onafhanke.

lijkheid van de uitoefenaren van een huisartsen praktijk, besloten na enige aarzeling om mee te werken tot het slagen er van. Hlet betek,ent gratis hulp voor allen op het ogenblik van behandeling, terwijl de kosten worden gedragen, gedeeltelijk uit de verzekeringsfondsen, gedeeltelijk door plaatselijke tarieven en gedeeltelijk door toeslagen uit de schatkist. Ziekenhuizen zijn uit handen van de plaatselijke auto.

riteiten en ,de vrijwillige lichamen genomen en onder het minis,terie van Gezondheid gesteld. Onder dit ministerie wor,den zij bestuurd door regionale raden, voor de helft samengesteld uit artsen ën voor de andere helft benoemd door het ministerie en de plaatselijke autoriteiten op het gebied van de gezondheidszorg. De dokters zijn vrij om hun privé.praktijken voort te zetten of in dienst te trede~ van.. de nationale gezondheidsdienst of om beide te combineren, zoals zij zelf willen.

De Family AlloW08nce Act van 1945 ,biedt een aantal voorzieningen ten behoeve van het grote gezin. Het gehele systeem van voorzieningen is geen !litwas van socialistische politiek, maar een wezenlijk deel daarvan. Het is een, investering in de menselijke energie, die op den duur zeker dividenden zal afwerpen en het was volkomen juist, aat een Labour.regering voorrang gaf aan de poging om dit stelsel

in het leven te roepen.

Wat betreft de maatregelen ter voorkoming van werkloosheid, deze kunnen op dit ogenblik enigszins voorbarig lijken, maar het verleden heeft geleerd, d'at het peil van de productie niet aan zich zelf kan worden overgelaten en ook, d~t maat.

regelen, gebaseerd op het eigenbelang van de ondernemer (verlicht of niet), niet' de beslissende factor mogen zijn bij het bepalen van de werkgelegenheid. Dank zij in hoge mate het werk van de economische denkers als Keynes en Beveridge (beiden politiek liberaal), schijrut de onderdrukking van kwaad da.{ ·tot voor kort werd aanvaard als een "Act of God", zoals typhus en cholera anderhalve eeuw geleden, voor een goed deel, zij het ongetwijfeld nog niet geheel, niet meer boven het menselijk vermogen te gaan.

Bij de maatregel.en ter voorkoming van een terugkee~ van werkloosheid in de toekomst, pretendeert de La.bour Party niet over een onfei'lbare formule te beschik.

ken. Gegeven een bepaalde planning-organisatie, die als een econolllische generale staf kan fungeren en waarvan de kern gedurende de oorlog was geschapen, en die nu onder de kanselier van de schatkist is gep'laatst,. was het eerst noodzakelijke voor de regering de middelen te scheppen om het financiële proce~ te kunnen beheersen. Daartoe is de Bank of England genationaliseerd, is een nationale in.

vesterings:çaa·d me.t adviserende en stimulerende bevoegdheden opgericht en is ten aanzien van de belasting. en ,de begrotingspolitiek een nieuwe weg ingeslagen. Her- haling van blunders -als in 1925, toen men uit ontzag voor een bepaald sentiment in beurskringen de exportindustr.ie opoffer.de door een terugkeer tot de gouden standaard 71

(8)

op een te hoge pariteit en bijv. de telken&' voorkomen stompzinnigheid om kapitaal te smijten in de bouw van luxedbts en villa's op een tijdstip, dat steenkool en katoen van hun noodzakelijke bronnen tot herstel werden beroofd, zijn daarmee op zijn minst onwaarschijnlijk geworden. En het was geen Labour-man, maar een eerbied- waardig bankier, die reeds een 20 jaar geleden opmerkte dat de sociale diensten, omdat zij niet aan scherpe fluctuaties onderhevig zijn, een stabiliserende factor in de nationale economie vormen. En was het niet Keynes, die schl'eef, dat "onder de tegenwoordIge verhoudingen ;de ontwikkeling van de welvaart, verre van afhankelijk te zijn van de besparingen van de rijken, veel meer kans loopt daardoor te worden tegengegaan"?

Het streven naar vergroting van de stabiliteit door beheersing van de inves- teringen heeft dan <lok in de Labour-politiek een grote rol gespeeld. De publieke investeringen, die gemakkelijk van jaar tot jaar kunnen wOl'den gereguleel'd, zijn een naar verhouding aanzienlijk grotere plaats gaan innemen: de ,uitvoering van het woningbouwprogramma; de ruimtelijke planning t.a.v. gemeenten en provincies; de wet op de vestiging van de industrie en de speciale ontwikkelingsgebieden, die in het kader van deze wet zijn geschapen, hebben hierbij een belangrijke rol gespeeld.

De socialisering van een half dozijn bedrijfstakken niet minder.

Bij dit alles dient men te bedenken dat de scheidingslijn tussen de economische sector, voorbehouden aan de activiteiten van de particuliere ondernemer, en de overheidssector, nooit die scherpte en vastheid heeft bezeten, die onwetenden er dikwijls aan toe schrijven. Een blik op de Europese geschiedenis is voldoende om te tonen dat deze lijn herhaaldelijk anders is getrokken en een waarnemer van die indrukwekkende socialis- tische onderneming, aangeduid met de naam T(ennessee) V(alley) A(utho- rity), is het vergeven als hij niet zeker is of zelfs het meest deugdzame van alle volken op deze situatie wel een uitzondering .vormt. Eigenlijk is er ook niets verrassends in het gezichtspunt, dat wanneer de omstandigheden ver- anderen, ook een herverdeling van de private en publieke sector periodiek noodzakelijk wordt. Het is een illusie te veronderstellen, dat de voorstan- ders van de uitbreiding van het gemeenschapsbezit in Engeland aUeen te vinden zijn onder de leden van één partij of dat deze partij deze uitbreiding als een universeel toe te passen formule beschouwt. VeI1Schillende gezag- hebbende lieden, die politiek heel moeilijk ergens zijn onder te brengen, hebben de nationalisatie aanbevolen op grond van practische ervaring waar het monopolies, landbouwgronden, het verkeer, de steenkool- ot de energie- voorziening betrof. De Labour Party benadert het probleem in dezelfde realistische geest. Daarnaast heeft zij ook oog voor het gevaar, dat opeen- hoping van economische macht in particuliere handen oplevert voor demo- cratie en vrijheid, maar zij beschouwt de uitbreiding van het gemeenschaps- bezit slechts als één uit verschillende mogelijkheden om dat gevaar te ver- mijden. Hët resultaat is geweest een proces van selectieve nationalisatie waartoe werd overgegaan wanneer op een of meer verschillende gronden de balans van voor- en nadelen daartoe doorsloeg.

Bij de tot dusver plaats gevonden hebbende nationalisaties waren deze

gronden niet ver te zoeken. Waarschijnlijk is daarin ook een van de voor-

72

(9)

naamste redenen gelegen waarom de oppositie tegen dit onderdeel van de

regerin~spolitiek veel minder om het

lijf

had dan men zou hebben verwacht.

Goed 30 jaar geleden verwekte de aanbeveling van een daartoe ingestelde commissie tot nationalisatie van de mijnen een storm van protest. Toen in 1946 ten slotte dat voorstel wet werd, g~f niemand een kik. Men vergete trouwens niet dat zelfs na alle thans uitgevoerde nationalisaties 4/5 van de industriële beroepsbevolking nog in de particl,lliere industrie zal blijven werken.

Daarom is het vraagstuk van de contrOle op de dficiency zo belangrijk. Qp ver- schillende wijzen is getracht daarin te voorzien. In de eerste plaats is op de indu- strieën zelf de verantwoordelijkheid gelegd voor de plannen tot verbetering, door de benoeming van "working parties", samengesteld uit werkgevers en werknemers, die rapporten dienden over te leggen aan de Board of Trade (Economische Raad). In de tweede plaats heeft de regering Development Counci/s opgericht, die tot taak h!lldden, goedgekéuooe reorganisatieschema's te doen uitvoeren en iru bepaalde gevallen, bijv. in de katoenindustrie, heeft de regering de modernisering ges,timuleerd door 'het verstrekken van financiële bijstand. In de derde plaats is er eén wet op de monopolies gekomen, waardoor een commissie een onderzoek kan instellen naar monopolistische practijken en de desbetreffende minister onder goedkeuring V!ln het parlement, ondememersafspraken en regelingen, die in/strijd worden bevonden met het algemeen belang, kan verbieden. Ten slott~ heeft ze maatregelen getroffen ter vergroting van het aanbod van wetenschappelijk opgeleide bedrijfsingenieurs, fondsen beschikbaar gesteld ter bevordering ván technische, maar ook van econo- mische en sociale research, de stichting van een "instituut voor bedrijfsorganisatie"

aangemoedigd (gedeeltelijk met publieke fondsen gefinancierd) en de werkingssfeer van de openbare ,;dienst voor productie-efficiency" ~itgebreid. '

V

Indien de voortekenen niet bedriegen, zal de sociale orde, die zich thans ontwikkelt, niet minder verschillen van de kapitalistische plutocratieën, die vroeger in West-Europa overheersten, dan van de Oosterse dictaturen.

Enkele van haar kenmerken kunnen' reeds thans worden onderscheiden.

Parlementaire democratie en persoonlijke vrijheid blijven niet alleen in Engeland voortbestaan, maar krijgen een grotere betekenis zowel door het feit dat het parlement veranderingen mogelijk heeft gemaakt, die elders met geweld zijn opgelegd, als dank zij de omstandigheid dat de

I persoonlijke vrijheid positiever inhoud heeft gekregen door de garantie van werkgelegenheid en sociaal wel~ijn. Particuliere belangen tellen minder bij de bepaling van 'de economische strategie, .en publieke belangen meer. De voorrang, die in de schommelende machtsbalans van bezit en scheppend werk de eigendom v,roeger had, krijgt nu de arbeid. Sociale solidariteit is versterkt, daar de wezenlijke beschavingselemepten, die eens het voorrecht

~aren van een minderheid, in toenemende mate tot gemeenschappelijk bezit zijri geworden. Beoordeeld naar de inkomensverdeling is thans een maatschappij met meer gelijkheid in wording dan voor de oorlog in Engeland bestond en thans in de Sowjet-Unie of in de Verenigde Staten bestaat.

73

I .

(10)

"Schep gelijkheid en de hebzucht verdwijnt" is zonder twijfel een verre van bevredigende formule. In een

we~eld

evenwel, waarin de communis- tische leer en de Amerikaanse nraktijk samengaan in het verwerpen van deze formule, is het misschien niet zo ongelukkig dat er een volk is toe- gevoegd aan het kleine aantal, dat bereid is ze ernstig te nemen.

Laten we overigens niet vergeten dat alle sociale organismen hun eigen gifstoffen afscheiden. De sociale democratie vormt daar

.

geen uitzondering op. Slechts een onnozele kan menen, dat een verandering in

orga~isatie

een voorbehoedsmiddel is tegen de stupiditeiten van de menselijke natuur.

Het is sinds lang een gemeenplaats dat de socialisatie van een bedrijf of een dienst niet belangrijk is als laatste fase van de reorganisatie van dat bedrijf, maar als middel dat in staat stelt die reorganisatie doelmatig uit te voeren. Een feit blijft, dat deze nieuwe maatschappij te kampen zal hebben met problemen van geheel eigen aard en daarbij, èvenals haar kapitalistische voorgangers, haar eigen blunders zal maken. Ze zal aan de verleiding bloot staan om bij de uitbouw van de sociale diensten af te gaan op de populaire smaak in plaats van deze op te voeden, om een te groot deel van het nationale inkomen te besteden voor behoeften met een massa- vraag met verwaarlozing van minder spectaculaire, maar op den langen

_

duur. gezien, belangrijker vereisten. Fouten.. zullen worden gemaakt bij

d~

keuze van de te nationaliseren bedrijfstakken. Onbruikbare organisatie- vormen zullen worden geprobeerd, gewijzigd en op zij gezet. De kwade erfenis van wantrouwen bij de arbeiders, nagelaten door het kapitalisme, zal waarschijnlijk oorzaak zijn, dat het zeer lang zal duren alvorens een hartelijke saménwerking tot stand komt tussen de publieke lichamen, ver- antwoordelijk voor de leiding van een genationaliseerde sector, e.n de arbeiders daarin.

Zo valt er meer te noemen, maar het meest opmerkelijke in de huidige discussié is een geheel ander verschijnsel. Na een discussie van minstens twee generaties over het socialisme, vindt thans aan beide zijden een leerrijke verschuiving in accent plaats. In toenemende mate betrokken bij de regeringstaak, zowel plaatselijk als nationaal, hebben socialisten_ hun profetische rol van het verleden verwisseld voor de gewoonten en mentali- teit van de praktische bestuurder. Hun

·tegenstanders zijn in de tegenover-

gestelde richting opgeschoven. De eersten zijn realisten geworden, soms zelfs met een bijsmaakje. De laatsten, hoewel zij voortgaan bepaalde aspecten van de socialistische politiek te wraken, diskwalificeren de socialisten niet langer als economisch-onkundigen en wereldvreemde utopisten, maar bestoken hen met de majestueuze grootheden van religie en moraal.

Gedeeltelijk als gevolg van het toenemen van economische bekwaamheid

in het overheidsapparaat hoort men minder dan vroeger over het onprak-

tische en onzakelijke van het socialisme en van de

c~tastrophes,

die het

gevolg zouden zijn van bureaucratische onkunde. Daarentegen wordt veel

meer gesproken over de bedreiging die het socialisme zou opleveren voor de

(11)

hogere belangen van de natie. Men wil wel toegeven dat een uitbreiding van de economische taak van de overheid zou kunnen resulteren in een doelmatiger' gebruik van de welvaartsbronnen en een gelijker verdeling. van het resultaat van de gezamenlijke inspanning, maar de keerzijde daarvan zou niet gering zijn. De staat zal als hij zijn macht uitbreidt, een "dode" orde scheppen en die efficiency noemen. Hij zal de morele waarden - vrijheid, belangeloze culturele activiteit, het intieme en informele van het menselijk vefkeer - , waarbij de waarde van economische resultaten in het niet ver- zinkt, in gevaar brengen. Zo sluit de cirkel zich. De verdediger van het kapitaiisme vraagt, zonder op te houden met het prijzen van de materiële zegeningen van het stelsel, bezorgd "wat baat het de maatschappij indien ze de gehele wereld gewint, maar schade lijdt aan haar ziel?" De socialist, in zijn gelovige jeugd er aan gewend om uitgelachen te worden als een idealist met het hoofd in de wolken, hoort zich op zijn oude dag niet dezelfde animo uitgemaakt voor een gemene materialist met de ogen vast gericht op het kasregister.

,

.

Nu is het in de eerste plaats duidelijk dat de suggestie van verwantschap tussen sociaal-demoèratie en communisme, die door kwaadwillende of onwetende critici telkens in dit verband wordt gemaakt, op een naïeve misvatting van het karakter van beide berust. De tegenstelling tussen de Russische politiestaat en het Westeuropese socialisme is te duidelijk om veel commentaar te behoeven. De eerste heeft als achterland een gedurende vier eeuwen niet-onderbroken autocratische traditie, het laatste de ver- langens van volken, die reeds lang terug hebben afgerekend met absolutis- tische aanspraken. Het Engelse socialisme betekent niet de beperking van vrijheden, maar een uitbreiding daarvan en die' genen, die het als een

'

tyrannie voorstellen, moet men zoeken onder hen, die van deze uitbreiding een verzwakking van hun positie verwachten. Klassen aan de top van de maatschappelijke ladder kunnen vallen, maar niet meer stijgen. De vrij- heidsleer van deze klassen is het directe resultaat van deze positie. Deze vrijheidsleer is er als het ware van nature op gericht om een politiek tot vergroting van de mogelijkheid tot stijging voor het individu tot de hoogste sporten te voorkomen. Ze wil zekerheden scheppen

voo~

het blijvend genieten door enkele individuen en groepen van de macht en de voordelen, die de sociale orde van het verleden hen bezorgden: Voor een socialist is deze gelijkstelling van vrijheid met de speelruimte van een bevoorrechte minderheid, als een zonde tegen de Heilige Geest. Hij be- schouwt vrijheid niet in de eerste plaats als een te verdedigen bezit - hoewel hij getoond heeft,

d~t zo nodig zeer goed te kunnen - maar als

een te bereiken doel. Hij legt vrijheid uit als de grootst mogelijke ont- wikkelingsmogelijkheid voor de bekwaamheden van ieder

mens~n

als de vrijwillige organisatie van de maatschappij voor het bereiken van dat doel.

Alleen vrijheden die ook werkelijk kunnen worden gebruikt, hebben zin.

Een maatschappij, waarin sommige groepen kunnen doen waar zij alleen

75

(12)

maar 'ns zin in hebben, terwijl andere niet eens kunnen doen wat ze zouden behoren te doen, kan vele deugden hebben - vrijheid behoort daar niet toe.

En nu de rol van de staat daarbij. Bevoorrechte klassen nemen nog altijd aan, dat, wanneer de staat niets doet, dat wat overblijft, als gevolg van zijn afzijdigheid, vrijheid is. Voor 'zover het het grootste deel der mensheid betreft

is

dat overblijvende tyrannie. Als de overheid geen regels stelt is het resultaat niet, dat elk individu vrij is om ze voor zichzelf te stellen, maar dat ze worden opgelegd door particuliere machtsgroepen - door groot-grondbezitters, die belang hebben bij stijgende pachten of door kapitalisten, geïnteresseerd in stijgende winsten. Het resultaat is in beide gevallen niet vrijheid, maar een dictatuur die niet minder drukkend is, omdat ze grotendeels onbewust is en zij, die er voordeel van hebben, haar heel netjes als identiek met vrijheid beschouwen. De vergroting van

d~

vrijheid voor gewone mannen en vrouwen gedurende de laatste twee generaties heeft niet plaats gevonden, óndanks het ingrijpen van de over- heid, maar dánk zij dit ingrijpen. De moeder der vrijheid

i~

in feite de wet geweest.

Wanner professor Von Hayek in zijn "De weg naar Slavernij" zijn aan- val richt op deze ontwikkeling, bestrijdt hij niet de economie van het socialisme, maar het politieke en culturele totalitairisme, dat dit volgens hem inhoudt. De toekomstige slavendrijver in Von Hayeks tragedie is natuurlijk "de staat, die plant en organiseert". Nu verstaat hij onder planning iets wat door geen enkele Engelse socialist van naam wordt aan- vaard. Hij verstaat er een alles-omvattende programma onder dat het gehele economische gebied bestrijkt en waarin kwantiteit en kwaliteit

v~

elk geproduceerd artikel van hoogovens tot spijkers, het werk en de be- loning van elk individu voor een reeks van jaren vooruit door een centraal gezag worden voorgeschreven en wel door een gezag, dat handelt zonder consumenten of producenten te raadplegen, dat geen enkele verantwoorde- lijkheid erkent tegenover een vertegenwoordigend lichàam enz .

.

Gegeven deze uitgangspunten is het niet verwonderlijk dat daaruit een totalitair monstrum tevoorschijn treedt. Indien echter, zoals gewoonlijk door Engelse socialisten wordt gesteld, het wezenlijke kenmerk van plan-economie niet bestaat in een gedetailleerd productie-program, zoals Von Hayek suggei:eert, maar in de overdracht van de verantwoordelijkheid VOor het belangrijkste deel van de economische strategie van de particuliere ondernemers aan een centraal gezag, schrompelt zijn bloeddorstige Leviathan ineen tot een ge-

dienstige werkezel.

Maar waar komt deze veronderstelling van een despotische staat eigen- lijk vandaan? De idee, dat er een grootheid is, genaamd "staat", die op grond van eigen titel uniforme kenmerken bezit, en onafhankelijk van de zich wijzigende historische en economische omgeving,

~an

wettelijke rege-

lingen en van de sociale psychologie van elke speciale situatie zou kunnen

bestaan, is puur bijgeloof. Het is een :stukje mystiek, te verontschuldigen

(13)

bij mensen die groot gebracht zijn in verering voor

~en

sterfelijke god, maar dat niettemin niet meer dan bluf is. Een halve eeuw geleden, toen ons door de navolgers van Hegel werd verteld dat de staat ons beste zelf vertegenwoordigde, was het een optimistische bluf. Thans, nu ons regel- matig wordt verteld dat de staat de uitvoerder is van de wil van de kapitalistische kiasse of - nog verschrikkelijker - het product van één van de Freudiaanse complexen van de nare soort, is het pessimistische bluf.

Maar bluf blijft het.

De staat is een belangrijk instrument, vandaar de strijd om hem te be- heersen. Maar het is een instrument en niets meer. Dwazen zullen hem gebruiken, als ze de kans krijgen, voor dwaze doeleinden en misdadigers

voor

" misdadige oogmerken, verstandige en fatsoenlijke mensen zullen hem

gebruiken voor doeleinden die verstandig en fatsoenlijk zijn. Wij, in Engeland, hebben herhaaldelijk de staat hervormd en we zijn nu bezig hem te hervormen én we zullen hem

str~ks

wéér anders maken. Waarom zouden we in hemelsnaam dan bang VOOr hem zijn? De waarheid is, dat al die alarmkreten o.ver de bedreiging van de persoonlijke vrijheid, die in elke nieuwe uitbreiding van het overheidsingrijpen zou zijn opgesloten, het product zijn van een autoritaire nachtmerrie, die in die ongelukkige landen, waar men zijn regeerders nog niet heeft geleerd dat zij dienaren zijn en geen meesters, slechts al te zeer gerechtvaardigd is, maar waar een vol- waardige democratie bovenuit moet zijn gegroeid.

Om te besluiten, een redelijk welvaartspeil is natuurlijk belangrijk, maar het is belangrijk als middel, niet als doel. Beschaving is niet de zaak van de hoeveelheid van bezit, maar van de wijze van leven. Ze mag niet worden beoordeeld naar de productie per hoofd der bevolking, maar naar het gebruik dat van de goederen wordt gemaakt. Een

maatschappij,

die de volkswelvaart hoger schat dan het particuliere ongenoegen, die, ofschoon betrekkelijk arm, bij het gebruik van haar geringe middelen de voorrang geeft aan het scheppen voor een ieder van de voorwaarden tot een intens en zich zelf respecterend bestaan, die onder deze voorwaarden een voor- name plaats geeft a'lln geestelijke activiteiten en de voorzieningen die ze kunnen bevorderen, die er aan vasthoudt, dat het belangrijkste bij mensen niet het uiterlijke verschil in inkomen en omstandigheden is dat hen ver- deelt, maar het gemeenschappelijke mens-zijn dat hen verenigt en die er

.

daarom naar streeft om dergelijke verschillen te verkleinen tot het onbetekenende peil waarop ze thuis horen - zulk een maatschappij mag verre van volmaakt zijn, maar zij heeft op z'n minst het gezicht naar het licht gekee. rd. Het

iJS

de vestiging van zulk een maatschappij, waarvoor Engelse socialisten thans werken.

77

(14)

HEINZ UMRATH

DE NIEUWE INDUSTRIËLE REVOLUTIE EN DE MAATSCHAPPIJ

VAN MORGEN

T

ot de voorstellingen, die zich in de wereld buiten de Verenigde Staten

van het leven aldaar gevormd hebben, behoort, dat de invloed van de techniek

'

in Amerika zó groot en zó diepgaand is, dat in zekere zin de gehele maatschappij gemechaniseerd is. Aan de ene kant de huisvrouw, die aan koelkast, wasmachine en auto de voorkeur geeft boven een gezellig huis, aan de andere kant de geleerde, die met steeds volmaakter automa- tische hersenen ingewikkelde problemen in een minimum van tijd oplost.

Dat blijken de twee uiterste vertegenwoordigers te zijn van een samen- leving, waar men alleen maar in kwaQtitatieve begrippen en verhouaingen

I

denkt. Dit technisch-kwantitatief karakter van de Amerikaanse maatschappjj blijkt dan ook de weerspiegeling van een mentaliteit te zijn, waarin de rangorde van de algemeen erkende waarden anders verloopt dan ten onzent: materieel succes staat hoger aangeschreven dan geestelijke prestatie, bedrijvigheid is belangrijker dan bezinning.

Heeft dit alles tot nu toe bij ons een soort lichtelijk minachtènd mede- lijden verwekt, zoals dat van een oude zeer gecultiveerde aristocraat tegen- over een druk doend parvenu, langzamerhand begint een gevoel van angst ons te bekruipen. Reeds nu zien wij de invloed van de Amerikaanse "opper- vlakkigheid" aan deze kant van de oceaan gestadig groeien. Hoe zal het worden, als de mechanisatie ginds steeds verder gaat en daardoor de macht en de invloed zo groot worden, dat zij zullen dreigen alles omver te werpen, wat wij als grondslag van

on~e

beschaving beschouwen.

Dit gevaar blijkt met de dag groter te worden. Er zijn in Amerika tech- nische veranderingen te verwachten van een zodanige draagwijdte, dat men reeds van het naderen van een tweede industriële revolutie begint te spre- ken. De hiermede samengaande structuurveranderingen zouden een dus- danige omvang kunnen aannemen, dat de basis van de Amerikaanse maat-

• schappij zelve bedrt!igd wordt. Men meent in zekere wetenschappelijke kringen immers, dat theoretisch de inschakeling van de reken- en denk- machines - hier te lande bekend onder de naam van "mechanische herse- nen" - bij de bediening van de lopende band zo ver is gevorderd, dat de volledige automatisering van de "assembly line", de samenvoeging van de onderdelen van 't pr~duct, nog slechts 'n kwestie van enkele jaren is.

De socioloog próf. dr Fred.

1.

Polak was in de gelegenheid, het gehele complex, dat men in Amerika onder de benaming "electronics" samenvat, van verschil1ende kanten te bestuderen. Hij heeft in een magistrale e.n

78 ..

(

t

(15)

boeiende uiteenzetting

1)

onlangs op tal van problemen gewezen, die een massale toepassing yan deze e1ectronics in het productieapparaat ten ge- volge zouden hebben. In een notedop is hier samengevat, wat tot nu toe op dit terrein bereikt is en ons binnenkort te wachten staat. Tevens schildert prof. Polak het geestelijke klimaat, waarin deze uitvindingen met ' ver- bazende snelheid gegroeid zijn, de sociale en philosophische consequenties der opkomende veranderingen, en de taak, die voor de sociale wetenschap- pen, vooral de verschillende takken der sociologie, is weggelegd, willen wij de meest ernstige sociale en geestelijke gevolgen van de dreigende vloed- golf van hyper-mechanisatie voorkomen.

Prof. Polak acht een mechanisatie van het gehele leven mogelijk, van het volledig geautomatiseerde bedrijf tot een wetenschap waarin alleen kwan-

titatieve waarden van betekenis zijn. Een perspectief dat bij hem de vraag doet opkomen: "Heeft de maatschappij van morgen zelve nog een morgen?"

In een maatschappij, die geen kwalitatieve waarden meer kent, die elke levensuiting tot geïsoleerde mechanische acties en re-acties terugbrengt, zou geen plaats meer zijn voor een zinvolle geestelijke inhoud van het leven.

Bovendien "zal een toekomstige

uitschakeling de existentie, der arbeiders

op een wijze en in een mate bedreigen, die de marxistische

uitbuiting tot ,

een kinderspel terugbrengt."

Wij moeten prof. Polak dankbaar zijn voor de moedige en heldere wijze waarmede hij onze aandacht op deze "nieuw aanstormende vloedgolf"

,

vestigt en vooral voor de klem, waarmede hij op de noodzakelijkheid wijst van het denken in "interdependente probleem-eenheden" en van de over- koepeling van de analytische vakwetenschappen. Toch wil het ons lijken, dat hij bij zijn gevolgtrekkingen op sociaal-economisch gebied aan eeR dubbel gevaar niet ontkomen

Î!S.

Ten eerste niet aan het gevaar van de theoreticus, die niettegenstaande zijn brede kennis van economische en sociale feiten en samenhangen de realiteit en de sfeer van het moderne - en zelfs in Amerika vaak heel onmoderne - bedrijfsleven niet in alle nuances heeft ervaren. In de tweëde plaats is hij niet ontkomen aan het gevaar, ,dat ieder bezoeker van de V.S. loopt, nl. dat hij meestal slechts één facet van de Amerikaanse kaleidoskoop kan bestuderen en daarbij dan nog

bezwaarlijk dit ene facet geheel.

.

Het lijkt mij dan ook bedenkelijk en in zeker opzicht zelfs gevaarlijk om in een wetenschappelijk betoog een stelling als deze te verkondigen: "De

Amerikaan (curs. van ons) is één met zijn motorische p'

roductie-techniek, met de lopende band, met de boortórens, met de traétoren, met de reken- en denkmachines ....:. en di' t uitdijend machinpark, dàt is Amerika."

Schrijver dezes was onlangs twee maanden in de V.S. Na talloze gesprek- ken met ondernemers en va. kbondsmensen, met academici en negerarbei-

') De ,~,entelgang der wetenschap en de maatschappij van morgen, Rede uitge.

sproken bij ode aanvaal'din.g van !het ambt van buitengewoon hoogleraar in de SIOcio- logie aan de Ned. Econ. Hogeschool te Rotterdam, Uitg. Stenfert Kroese, 1949,

79

,

(16)

ders, met huisvrouwen en kunstenaars en na v..aak boeiende discussies in aansluiting aan lezingen over Europese problemen, die ik aan de University of Minnesota mocht houden, durf ik stellig te beweren: prof. Polaks uit- dijend machinepark is maar een gedeelte van Amerika; een belangrijk gedeelte zonder twijfel, maar niet eeIliS hét belangrijkste. Want het is niet dé Amerikaan, die als zodanig niet bestaat, die het beeld van dit volk bepaalt, maar de millioenen mannen en vrouwen, die niet minder wezens van vlees en bloed zijn dan hun Europese neven en nichten. Het lijkt mij, dat wij Europeanen tot nu toe veel te veel de

vorm

van hun levenswijze en levensuitingen met de

inhoud van hun leven geïdentificeerd hebben.

Indien wij zo doorgaan met dezelfde sceptische terughoudendheid op het geheel der Amerikaanse samenleving neer te kijken als een gecultiveerd Oriëntaal op de Europese, dan zou inderdaad hef vooruitzicht van wat Ïn de V.S. op komst is schrikaanjagend voor ons zijn.

Maar is het op komst en is de maatschappelijke basis, waarop het ge- bouwd zal worden, niets dan een ontzielde technopolis?

Hoe vaak heeft men al niet gemeend, dat de "spookachtige hersenschim- men van sombere fantasten

..

benauwend snel naderbij tot de glasheldere, grauwe werkelijkheid komen?" Prof. Polak spreekt van de dreigende uit- stoting der arbeiders. Was er niet eens sprake van de uitschakeling van de middenstand? Maar tegen alle voorspellingen in, is er een nieuwe midden- stand gegroeid, terwijl de oude - ook in Amerika - nog voortdurend een niet te onderschatten rol speelt.

Maar laat ons het uiterste veronderstellen: de massale uitschakeling van

werk~rachten

met als gevolg massale werkloosheid. Indien dit ten gevolge zou hebben, dat 50 van de 60 millioen werkende Amerikanen 26 weken lang werkloosheidssteun zullen ontvangen en uitgeven en daarna niets meer, dan behoeven de automatische hersenen niet eens gefabriceerd te worden.

Als voor hun productie geen consumenten te vinden zijn, worden zij gauw zelf werkloos. Het heeft dus weinig zin het probleem der mechanisatie en de daarmee verbonden gevolgen alleen van de zijde der productie te zien.

Plaatst men het in het geheel van het economisohe proces, dan wordt de interdependentie van productie en consumptie juist tegen de achtergrond van het extreme geval duidelijker dan ooit tevoren.

Wij zullen er later nog op terugkomen, dat deze samenhang in Amerika verregaand begrepen wordt. De belangrijke rol, die het marktonderzoek aldaar speelt, is hiervan een gevolg. Men begint niet meer op grote schaal te investeren, alvorens men de mogelijkheid om de productie te verkopen nauwkeurig onderzocht heeft. Voor de sleutelindustrieën is dit practisch voor 100 pct het geval; d.w.z. dat deze "geleide investering" hier in sterke mate plaats vindt door en in het belang van "free enterprise". Een van de gevolgen is, dat bijv. in de staalindustrie de capaciteit niet wordt opgevoerd, hoewel dat op korte termijn gezien economisch verantwoord zou zijn.

Met het oog op de mogelijkheid van een dalende vraag in het geval van

v:

jl

la

ir

li

(17)

een "recessie" meent men met de tegenwoordige capaciteit te moeten volstaan. 2) De betekenis, die de "market research" in de V.S. heeft gekre- gen, doet dus verwachten, dat de verdere mechanisatie met

"

als gevolg ver- hoging der productiecapaciteit en gelijktijdige uitschakeling van werkkrach- ten niet zonder een zorgvuldig onderzoek van de consequenties op markt- technisch en, in samenhang hiermede, op sociaal gebied plaats zal hebben.

Reeds nu wordt door :,Big Business" terdege ook met de sociale en sociaal- psychologische gevolgen van hun handelingen rekening gehouden, omdat het verandet:de, wij zouden haast willen zeggen: meer gehumaniseerde sociále klimaat in de V.S. dit vereist. Zo heeft Ford veel publiciteit gegeven aan het feit, dat de laatste overschakeling van zijn bedrijf op de prpductie van een nieuw model, niet als vroeger met de sluiting van alle werkplaatsen gedurende drie maanden gepaard ging. Trots werd vermeld, dat men door

"zorgvuldige planning" in staat was verreweg het grootste gedeelte va,n de

"staf" in dienst te houden.

Wij menen dus te mogen veronderstellen, dat in de Amerikaanse econo- mie en met name door de leidende elementen in hoge mate wordt beseft, dat de te verwachten mechanisatie niet als een blinde natuurkracht op de maatschappij mag worden losgelaten.

Daarnaast is ook om andere redenen niet te verwachten, dat de

toekomstig~

realiteit met het theoretische uiterste overeen zal komen. Op welke manier immers zal de vol-automatisering van het gehele

"

economische apparaat in een "benauwend snel" tempo plaats hebben?

Nemen wij de bekende Ford-fabriek in "River Rouge" bij Detroit als voorbeeld, waar door plm. 70.000 arbeiders alle werkzaamheden verricht worden van het uitladen der ruwe grondstoffèn tot het proefrijden van de nieuwe auto's. Hoeveel mechanische hersenen zouden nodig zijn om dit éne bedrijf te automatiseren? Be, staat er één fabriek die binnen afzienbare tijd ook maar een gedeelte van de nodige outillage zou kunnen leveren? Staan er voldoende arbeiders ter beschikking, die de vakkennis bezitten om deze precisie-instrumenten te bouwen? En voldoende werkplaatsen om de machi- nes te vervaardigen, die voor de productie van de nieuwe automaten met al hun gedifferentieerde onderdelen nodig zijn? En dat niet alleen voor Ford maar voor het gehele technische apparaat der V.S.?

Uitgaande van de economische mogelijkheden menen wij dus,

"

dat het noodzakelijk en gewenst is, de sombere voorspellingen van

"

de gevolgen van de "benauwend snel naderende" nieuwe industriële revolutie tot de juiste proporties terug te brengen. O.i.

~al de overgang gespreid over een

langer tijdpe" rk en meer geleidelijk plaats hebben, dan prof. Polak onder de indruk van de robot-kwekers veronderstelt. Er zal hier met een assembly- line, daar met een ondergrondse spoorweg en vooral met grote gedeelten

2) Vanzelfspre]ceIlJd speelt hierlbij het winstmotief een belangrijke rol. Maar wij hebben hier met feiten en niet met motie.ven te maken.

/

81

(18)

van het militaire apparaat een begin gemaakt worden. Langzamerhand zal de reeds nu bestaande automatisering uitgebreid worden, waarbij stellig met een opvoering van het tempo rekening zal moeten worden gehouden.

Maar zoals nu zullen er meer en minder moderne bedrijven naast elkaar blijven bestaan.

Er is immers ook in Amerika geen sprake van, dat

elk bedrijf van de

laatste technische uitvindingen gebruik maakt, Wij wiUen niet over het meest rommelige en vervuilde faQriekje spreken, dat wij in Chicago gezien hebben. Maar in Minneapolis-St Paul (Minnesota) bijv. worden de grote meelfabrieken net als honderd jaar geleden door de waterkracht van de Mississippi aangedreven en wel rechtstreeks zonder tussenschakeling van electrische generatoren en motoren. Het meest typische is, dat het grootste van de bedrijven, de General Mills, daarnaast een afdeling heeft, waar aan de nieuwste snufjes op luchtvaart-technisch gebied inclusief electronics gewerkt wordt! Sinds jaren zijn electronics als mechanische ogen in gebruik voor het openen en sluiten van garagedeuren, het in beweging zetten van roltrappen, maar nog steeds worden de meeste garagedeuren door een mannetje bediend en lopen de meeste roltrappen de hele dag door.

Zelfs bij Ford valt het op, hoeveel werkverrichtingen in dit h

yper-

moderne bedrijf ook volgens voor-electronische begrippen nog gemechani- seerd zouden kunnen worden. Maar in een zo ingewikkeld organisme kan men niet aan de bediening van een reeks van persen iets veranderen zonder het evenwicht van het geheel te verstoren.

Al deze factoren zullen in sterke màte remmend werken, zodat wij op een langere overgangsperiode mogen rekenen, dan theoretisch veronder- steld zou kunnen worden. Hierdoor worden de culturele en structurele gevaren, die door prof. P. op zo voortreffelijke wijze naar voren worden gebracht, wel verminderd, maar niet geëlimineerd. Toch mogen wij niet over het hoofd zien, dat het juist de zich steeds meer uitbreidende mecha- nisatie was en is, die yoor het eerst

·

in de geschiedenis een belangrijke verhoging van de levensstandaard der brede massa mogelijk heeft gemaakt.

Een hoger levenspeil schiep steeds weer nieuwe behoeften. Het is geens- zins onmogelijk, dat deze tendentie door blijft werken, bijv. door een uitbreiding en "humanisering" van de dienstbedrijven, de sociale voor- zieningen en

h~t

onderwijs. Het is zelfs niet onmogelijk, dat hiervoor een verdere productiestijging,- waarbij tegelijkertijd met minder werkkrachten kan worden volstaan, wenselijk kan zijn.

Gelijksoortige tendenzen Jcunnen ook in de V.S. worden waargenomen.

Wij hebben reeds terloops er op gewezen, dat daar de samenhang tussen

de productie en de consumptie in hoge mate wordt onderkend. Verant-

woor,delijke ondernemers en vakbondsleiders hebben geleerd, om zo te

zeggen, door de sluier van het geld heen te zien: prQductie en koopkracht

zijn voor hen de twee elementen, die het economische leven in belangrijke

mate beheersen, Wordt het evenwicht tussen beide ernstig verstoord, dan

zullen crisisverschijnselen het gevolg zijn. Indien nu de sociale, situ

atie

(19)

Het mechanische oog van de marine:officier, zoals "Time" dM zag

\

zodanig is, dat een sterke druk wordt uitgeoefehd om een belangrijke verruiming van de koopkracht toe te staan, kan het noodzakelijk zijn de productie in een snel tempo. te verhogen. Dit nu is in Amerika het geval, want de conceptie van de welvaartsstaat wint in verrassend snel tempo veld.

Door het initiatief der vakbonden, vaak gesteund door de regering, door de 'druk der openbare opinie en soms. ook op grond van het voorbeeld van enkele progressieve ondernemers kwam een veelheid van voorzieningen tot stand. Maar al te velen van de Igeest kwetsbaren staan er nog buiten en dringen er op aan, dat ook voorlhen zal worden gezorgd. Een algehele en uniforme wettelijke regeling der ouderdomsvoorziening (minimum basis- uitkering

$

100 per maand in plaats van nu

$

26) en een gezondheidsdienst in de g~est van het Engelse voorbeeld staan ter discussie. Maar de

"pensions" alleen zouden de Amerikaanse economie 11 milliard dollar per jaar kosten! Wil men voorkomen, oat de financiering niet in laatste instantie plaats heeft via een overheveling van koopkracht van de ene groep (werkende bevolking) op de andere .(ouden van dagen) - zij het door aftrek van de lonen of door prijsstijging - dan moet deze verhoging van de koopkracht der gepensionneerden door een verhoging der productie. worden opgevangen. Typerend voor de Amerikaanse manier van denken

83

(20)

in het algemeen is, dat ook van de kant van de bedrijfsleiders er op gewezen wordt, dat dit mogelijk zal zijn, - juist omdat een technische

revoluti~

te wachten staat.

'

Wij willen dit gedeelte van ons betoog niet eindigen, zonder er op te wijzen, dat deze positieve waardering van de gevolgen der mechanisatie alleen voor het geheel van het sociaal-economisch bestel geldt. Voor de arbeiders in individuele bedrijven zullen de gevolgen funest kunnen zijn.

Of de

·

grote mobiliteit, deze belangrijke factor in het Amerikaanse leven, voldoende zal zijn om deze uitwerkingen op te vangen, is een open vraag.

Indien dit niet het geval is, zal ook in het land van free enterprise een ordenend ingrijpen van regeringszijde niet te voorkomen zijn. Men ver- wacht onder meer, dat dan, zoals in de oorlog de War Production Board, een "Civil Production Board" het heft in handen zal nemen.

Tot nu toe hebben wij ons er toe beperkt, de mogelijke gevolgen der verdere mechanisatie in het kader der Amerikaanse sociaal-economische verhoudingen te beschouwen. 'Misschien zouden de uitwerkingen op inter- nationaal terrein nog belangrijker kunnen zijn. Want zijn het niet de nationale en regionale verschillen

in

productievermogen, die de grote span- ningen in laatste instantie veroorzaken? Bestaat er niet over de gehele wereld ee' n discrepantie tussen de mogelijkheid tot behoeftebevrediging en de verwachtingen van de grote massa? Het probleem van de toekomstige crisis is niet zo zeer dat van de oude massawerkloosheid, maar het gevaar dat de latente behoeften

in

de "vrije wereld" met een dusdanig tempo acuut worden, dat het productievermogen te kort schiet.

Met dit perspectief in vooruitzicht zouden wij haast willen zeggen: de nieuwe golf van verhoging der technische prestaties kan niet vlug genoeg komen.

Ten slotte nog enkele woorden over de betekenis der mechanisatie voor de culturele aspecten van de "Maatschappij van Morgen".

'

Als wij de mening toegedaan zijn, dat de culturele inhoud yan onze samenleving dreigt te verzakken, dan moeten wij, die in een overgangs- tijd leven, ons toch afvragen, of de maatstaven, waarmede wij gewend zijn culturele waarden te meten, in de komende maatschappij nog ten volle van kracht zullen zijn. Tot nu toe hebben wij immers niet anders gedaan, dan het

~ultuurideaal

der burgerlijke maatschappij, dat in zekere zin toch een "aristocratisch", d.w.z. exclusief ideaal was, als vaststaande ' maatstaf en als voorwaarde voor elke beschaving te gebruiken. Of wij het wenselijk achten of niet, de beschaving van een komende democratische samenleving kan niet meer exclusief, maar moet massaal zijn.

M~t

het gevolg, dat de rangschikking van waarderingen gedeeltelijk anders zal verlopen, dan wij het tot nu toe gewend zijn.

Belangrijk schijnt ons in deze samenhang echter vooral dit te zijn: een

werkelijke beschaving is nog nooit anders gegroeid dan in vrijheid. Maar

dan in de allereerste plaats in een sfeer van "freedom from want", zij het

dan ook, dat deze vrijheid alleen voor een beperkte bovenlaag bestond.

(21)

Men denke alleen maar aan onze Gouden Eeuw of aan de bloeitijd van Florence en Venetië. Het kan immers ook niet.anders. In een sfeer, vervuld van angst om het dagelijkse

best~an,

van vrees voor morgen, kan een echte, brede beschaving niet groeien, omdat op enkele uitzonderingen na de mens zich onder deze druk niet kan ontplooien en· zorg en nood hem geen tijd laten tot bezinning.

Bezien wij nu eens de gevolgen van de mechanisatie voor de massa vanuit dit gezichtspunt, dan verandert het aspekt volkomen. Zij is

. niet

langer de demon, die de beschaving

in

een hoek dreigt te öringen. Integen- deel, voor de zwoegende millioenen leiden al de technische snufjes in het huis en op de werkplaats tot een vrijer, minder gejaagd bestaan en stellen hen langzaamaan in staat deelgenoten te

/ worden van een nieuwe

beschaving.

3)

Of de ontwikkeling deze kant op zal gaan, kan niemand met zekerheid zeggen. Onze generatie heeft zoveel teleurstellingen opgedaan, dat haar twijfel begrijpelijk is. Maar het feit, dat de moderne techniek en weten- schap de meest afschuwelijke de-humanisatie mogelijk hebben gemaakt, mag niet tot de conclusie leiden, dat een verdere ontplooiing van beide

~ok

een verdere de-humanisatie ten gevolge moet hebben. Hoewel prof.

Polak niet zo ver gaat om deze stelling te verdedigen, hebben wij toch de indruk, dat hij weinig hoop heeft, dat van Arperika als het

centr~m

der mechanisatie krachten zullen uitgaan, die de de-humanisering zullen tegen- houden en door humanisering tot een niet,lwe beschaving

. zullen leiden.

Daartegenover zou het voor democratische beschaving van de grootste betekenis zijn, indien er in het land, dat als het ware de sleutelpositie van de mechanisatie in handen houdt - op ander terrein, dan het door prof.

Polak onderzochte - mensen aan het werk waren, die zich er van bewust zijn, dat voor een cultureel leven meer nodig is dan materiële zekerheid.

Wij menen, dat in de V.S. vele tekenen er op wijzen, dat dit wel het geval is. Evenals in Europa bestaat er een kern van mensen, die zich van de problematiek van onze tijd bewust is. Niets heeft in dit grote, indruk-

wekkend~

land een sterker indruk bij mij achter gelaten, dan de ernst, het verantwoordelijkheidsbesef en de diepe menselijkheid, waarmede zij over dezelfde kwesties spreken, die ons bezighouden. Bezield van

' het Ameri-

kaanse enthousiasme werken zij hard om ook in

~en

Europese zin "deze wereld te maken tot een betere plaats om in te leven".

Wij hebben getracht de analyse van prof. Polak, die een wijd veld pestrijkt, op

ee~

beperkt gebied door een synthese aan te vullen. Zonder twijfel is ook ons beeld van Amerika bepaald door subjectieve indrukken en daarom

.

eenzijdig. Juist echter omdat wij met dit land en zijn volk tot een openhartige samenwerking móeten komen, leek het ons tevens gewenst, die tendenties naar voren te halen, die ·een wederkerig begrijpen kunnen bevorderen. Want Amerika is niet uitsluitend een technopolis, maar ook een land vol van menselijke I:1eloften.

3) In deze zin is de oprichting van de Engelse Health Service een der grootste bevrij-dingsd!IJden in de geschiedenis.

85

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

indrukwekkende voornaamheid en hogergeplaatstheid uit. 432 Het houtsnijwerk van de kansel connoteert verder een katholieke overdaad, net als de kleding van de pastoor. Rechts

The logistics cost model pegs total surface transport costs in South Africa at R140.5 billion, of which rail earns R14.1 billion, leaving R126.4 billion for road, for which it

A literature review was conducted to give background on the health sector and how these funds were distributed, ethical clearance, different types of reporting, the role

Hierin gingen 24 burgers gedurende drie weekenden met elkaar in gesprek over het maken van dergelijke keuzes: welke zorg willen we met elkaar en voor elkaar betalen.. En waarom

Het onderzoek naar mon- diale migratie en handel, zoals besproken in de bijdragen van Lucassen en Frankema en Smits in dit themanummer, levert hiervoor belangrijke inzich- ten, maar

Bij deze druk gaven de buizen het water gelijkmatig af door een groot aantal kleine poriën.. De ingegraven poreuze buizen zijn voortdurend gevuld gehouden met

Eind juli werd daar de eerste aantasting gevonden, begin augustus had vrijwel elk bedrijf met suzuki-fruitvlieg te maken.. In de loop van september werd met regelmaat zware

The working commission on Usability of Workplaces (CIB W111) by the International Council for Research and Innovation in Building and Construction (CIB) conducted research on