• No results found

Kabinetsnota UMTS-veiling laat ernstig te wensen over

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kabinetsnota UMTS-veiling laat ernstig te wensen over"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Kabinetsnota UMTS-veiling laat ernstig te wensen over

van Damme, E.E.C.

Published in:

Het Financieele Dagblad

Publication date:

2000

Document Version

Peer reviewed version

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

van Damme, E. E. C. (2000). Kabinetsnota UMTS-veiling laat ernstig te wensen over. Het Financieele Dagblad.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

Het Financieele Dagblad 12 september 2000

SECTION: Optiek LENGTH: 1215 words

KABINETSNOTA UMTS-VEILING LAAT ERNSTIG TE

WENSEN OVER

De brief van minister Zalm en staatssecretaris De Vries over de umts-veiling blinkt uit door vaagheid en nietszeggendheid. Voorzover conclusies getrokken worden zijn die onjuist Afgelopen maandag presenteerde het kabinet een eerste verantwoording over het gevoerde beleid met betrekking tot de recente umts-veiling. Naast de omvang van de nota (53 pagina's) is vooral de nietszeggendheid ervan opvallend. De enige conclusie die getrokken wordt is dat meer flexibiliteit in het overheidshandelen gewenst zou zijn, maar dit is nu juist een conclusie die op basis van de 'analyse' in de nota niet getrokken kan worden en die bovendien onjuist is. Het kabinet stelt dat echte lessen pas getrokken kunnen worden als overal in Europa de umts-vergunningen toegewezen zijn. Zolang kunnen we echter niet wachten, er staan immers reeds andere veilingen op stapel.

Het kabinet trekt als belangrijkste conclusie dat er niks mis was met de Nederlandse

umts-veiling: de voorbereiding was dik in orde, en het eindresultaat voldoet aan de

doelstellingen die het kabinet met betrekking tot de telecommunicatie geformuleerd heeft en waarmee de Kamer heeft ingestemd. Deze doelstellingen zijn echter zeer algemeen geformuleerd, 'het streven is om Nederland een koppositie in Europa te geven voor wat betreft de introductie van umts'. Bijgevolg is het uitermate moeilijk te beoordelen of deze doelstelling bereikt is en of de gehouden veiling het beste instrument was om deze

(3)

De kabinetsnotitie stelt: 'In het algemeen verdient het veilinginstrument de voorkeur bij de verdeling van de frequenties omdat het economisch efficient is en een optimale opbrengst oplevert.' Ook hier is vaagheid weer troef. De nota laat zien dat het kabinet het

efficientiebegrip niet helder heeft. Op z'n best is de definitie die in de nota gehanteerd wordt een tautologie: efficientie betekent dat de licenties terechtkomen bij die partijen die er het meest voor betalen. Nogal logisch dan dat een veiling tot een efficiente uitkomst leidt. De kabinetsnotitie stelt dat het opbrengstcriterium slechts secundair was. Dat mag zo zijn, maar de vraag is of dit terecht was. De overheid moet haar geld wel ergens vandaan halen en voor elke gulden die (hoofdzakelijk buitenlandse) bedrijven aan de Nederlandse schatkist betalen, hoeft de Nederlandse belastingbetaler er eentje minder te dokken. De gebruikelijke belastingen zijn verstorend en gezaghebbende Amerikaanse economen als Martin Feldstein schatten dat elke gewone belastingdollar die betaald wordt een netto welvaartsverlies van $ 1 impliceert. De marginale belastingtarieven in Nederland zijn hoger dan in de VS, zodat het niet onwaarschijnlijk is dat de welvaartsverliezen hier groter zijn.

Omdat veilingkosten eenmalig zijn, zijn ze niet verstorend. Het is daarom vanuit

welvaartsoogpunt gewenst naar een zo hoog mogelijke veilingopbrengst te streven. Als de Nederlandse veiling per inwoner evenveel had opgeleverd als de Britse of de Duitse had de overheid dit jaar Fl 16 mrd meer te besteden gehad, en met dat bedrag hadden grote maatschappelijke problemen kunnen worden opgelost.

Het valt, als Nederlandse belastingbetaler, te betreuren dat het parlement op dit punt het kabinet niet eerder teruggefloten heeft. Men had daartoe wel de mogelijkheid.

Parlementsleden die na afloop over de lage opbrengst zeuren hebben boter op hun hoofd. Terecht speelde in het VK het opbrengstcriterium wel een rol. De overheidsdoelen werden geexpliciteerd en naast technische en allocatieve efficientie wordt gesteld dat de veiling 'should realise the full economic value to consumer, industry and the taxpayer'. Ook de Belgen doen het wat dat betreft beter dan wij. Hun doelstellingen zijn: snelle introductie

van 3G-diensten, verdere ontwikkeling van concurrentie op de telecommarkt, efficient

gebruik van het spectrum en 'onder voorbehoud van dat wat voorafgaat, het verkrijgen

van een redelijke prijs voor de licenties gebaseerd op hun marktwaarde'.

(4)

dat in de toekomst meer flexibiliteit gewenst is. Toen vlak voor de start van de

umts-veiling bleek dat er slechts zes bieders waren, had de overheid aan de noodrem willen

trekken. De vraag is waarom. Het kleine aantal bieders bedreigde immers alleen de

veilingopbrengst, niet de toekomstige concurrentie op de markt. Alleen als de opbrengst een rol speelt is zo'n noodrem dus nodig. Overigens zou meer flexibiliteit in het beleid precies het slechtste zijn wat de overheid zou kunnen doen, in het bijzonder zou het de

hoofddoelstelling van het telecommunicatiebeleid in gevaar brengen. Gegeven de geweldige investeringen waarvoor de sector zich geplaatst ziet is een stabiel regelgevend kader

noodzakelijk, juist geen flexibiliteit met de corresponderende onzekerheid.

De bewindslieden presenteren het feit dat er slechts weinig bieders participeerden als domme pech. Feit is echter dat de geringe belangstelling het logisch gevolg was van het veilingontwerp. De licenties hebben voor bestaande aanbieders meer waarde dan voor nieuwkomers, onder andere omdat de gevestigden reeds een netwerk en klanten hebben en omdat nieuwkomers niet de mogelijkheid tot 'roaming' geboden werd. Nieuwkomers wisten daarom dat zij, gegeven het feit dat er precies evenveel licenties waren als bestaande aanbieders, geen vergunning konden winnen; het had dus geen zin om mee te doen. De enige nieuwkomer, Versatel, deed dan ook niet mee om te winnen, maar om concessies

van anderen los te peuteren.

Zoals uit de door V&W gepubliceerde 'Bijlage bij de procesbeschrijving en -verantwoording

umts-veiling' blijkt, hadden bestaande aanbieders een doorslaggevende invloed bij het

totstandkomen van de veilingregels. Natuurlijk is het een goed recht dat deze partijen voor hun belangen lobbyen. Het is echter onverstandig om alleen de kerstkalkoen te vragen wat er met kerst op tafel zou moeten komen. De overheid had daarom tevens onafhankelijk advies moeten inwinnen. Toezichthouders als Opta en NMa mochten wel adviseren, maar op het belangrijke punt of nieuwkomers roaming-rechten zouden moeten worden aangeboden werd het Opta-advies niet overgenomen. Zoals uit de bijlage blijkt was dit voor

(5)

De belangrijkste les die getrokken kan worden, is dat de beleidsvoorbereiding van de

Nederlandse umts-veiling ernstig tekortgeschoten is. Die les kan en moet nu al getrokken worden, er is geen reden te wachten tot alle Europese umts-veilingen achter de rug zijn. Een vergelijking met de Britse beleidsvoorbereiding kan leren hoe het wel moet.

Eric van Damme

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 maart 2018 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de opleiding Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent niveau 1, crebocode 90440, op

Ten tijde van het onderzoek was het nog niet mogelijk vast te stellen of de lessen van het hoofdvak, die van de ondersteunende vakken en de beroepspraktijk voldoende op elkaar

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 april 2016 een heronderzoek uitgevoerd bij de Gwendoline van Puttenschool, afdeling mbo naar de kwaliteit van de examinering en

uitgevoerd bij New Challenges Foundation, instelling voor sociale kanstrajecten Sint Eustatius naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet-

De beroepspraktijkvorming voldoet niet aan de basiskwaliteit, omdat het nog niet altijd mogelijk blijkt om geschikte leerbedrijven te vinden, waar alle competenties geleerd

De faciliteiten maken simulatie van de beroepspraktijk niet altijd gemakkelijk, maar de docenten kunnen het onderwijs op een verantwoorde wijze

Op woensdag 20 december 2017 heeft de adhoc commissie integriteit een gesprek gevoerd met beoogd wethouder Anja Woortman. Op basis van dit gesprek komt de commissie integriteit tot

De waarden voor breuksterkte zijn bovendien allemaal beduidend lager dan verwacht mag worden van een boom van deze verhoudingen. Gezien de grootschalige baststerfte (40-50% van