• No results found

Stageverslag Onderwijsinsinstituut UMCG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag Onderwijsinsinstituut UMCG"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Stageverslag Onderwijsinsinstituut

UMCG

Dineke Hylkema

Studentnummer: 2591618

Datum: 22 juli 2018

Opleiding: MA Communicatie & Educatie

Stagebegeleider: M. N. Gosen

(2)

2

Voorwoord

In de periode van 5 februari tot en met 20 juli 2018 heb ik stage gelopen bij het onderwijsinstituut van het UMCG. Bij deze onderwijsstage heb ik mij beziggehouden met de Facebookpagina ‘Co-assistent confessions’. Ik heb tijdens mijn stageperiode verschillende nieuwe dingen geleerd. Ten eerste is dit de eerste keer dat ik te maken had met een overschot aan data, waardoor van mij een andere aanpak gevraagd werd dan ik tot nu toe gewend was. In plaats van data de zoeken bij een onderzoeksvraag, heb ik gekeken één specifiek onderwerp dat regelmatig verschijnt op de Facebookpagina. Ik heb hier veel van geleerd het afgelopen semester en ook over de opleiding geneeskunde ben ik veel wijzer geworden.

Ik wil graag Jan Pols en Marieke Adema bedanken voor hun geweldige begeleiding tijdens mijn stage. Zij hebben mij altijd geholpen als ik om advies vroeg en als ik even niet wist hoe ik verder moest. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik het afgelopen semester met veel plezier stagegelopen heb. Ook wil ik mijn stage- en scriptiebegeleider vanuit de RUG Myrte Gosen bedanken voor alle ondersteuning en advies het afgelopen semester.

Dineke Hylkema

(3)

3

Inhoudsopgave

1. Stageopdracht 4.

1.1 Afdeling 4.

1.2 Stageopdracht 4.

1.3 Combinatie van stage en scriptie 4.

2. Leerdoelen 5.

3. Algemene takenbeschrijving 6.

4. Realisatie van de planning 7.

5. Evaluatie 8.

6. Bijlagen 10.

6.1 Overzicht van werkzaamheden en de tijdsbesteding 10.

6.2 Beoordelingsformulier ingevuld door stagegever 11.

(4)

4

1. Stageopdracht

1.1 Onderwijsinstituut

Vanuit het Onderwijsinstituut van het UMCG wordt het onderwijs aan het UMCG gecoördineerd. Op deze afdeling houdt men zich bezig met de uitvoering van de onderwijsprogramma's, de kwaliteitsbewaking ervan en de voortdurende verbetering van de curricula.

Bij CEDAR (Center for Education Development and Research in Health Professions), een onderdeel van het onderwijsinstituut, vindt onderwijsontwikkeling, kwaliteitszorg, docentprofessionalisering en onderzoek plaats. Een van de aandachtsgebieden van CEDAR-onderzoek is hoe studenten geneeskunde zich tijdens de coschappen ontwikkelen tot arts en hoe dat ervaren wordt.

1.2 Stageopdracht

De stageopdracht ging over de Facebookpagina ‘Co-assistent confessions’. Coassistenten uit heel Nederland kunnen deze Facebookpagina als uitlaatklep gebruiken. Op deze pagina kunnen zij berichten insturen die dan anoniem door de beheerders van ‘Co-assistent confessions’ geplaatst worden. De opdracht de beheerders meegeven is: “Heb je iets meegemaakt wat je wilt delen, maar eigenlijk niet kan? Daar zijn wij voor, laat ons meelachen! 100% anoniem :)”.

De opdracht is om deze Facebookberichten kwalitatief te analyseren om te zien wat er achter de op het eerste gezicht humoristische posts verschuilt en wat dat zegt over het opleiden van coassistenten. In dit onderzoek wordt de vrijheid gegeven in de precieze onderzoeksvraag en onderzoeksopzet.

1.3 Combinatie van stage en scriptie

De Facebookpagina ‘Co-assistent confessions’ heb ik zowel voor mijn stage als voor mijn scriptie gebruikt. Voor mijn stage heb ik naar de posts gekeken die over de hiërarchische positie van coassistenten in het ziekenhuis gaan. Deze posts heb ik op basis van de omgang met anderen gecodeerd en één van deze categorieën heb ik gebruikt voor mijn scriptie. Voor mijn scriptie heb ik naast de Facebookposts ook naar de reacties waarin tags (de digitale tegenhanger van het noemen van namen in turn construction units) voorkomen. Er wordt in beide onderzoeksverslagen verwezen naar de ander.

Mijn scriptie bevat vertrouwelijke informatie, de namen van de taggers en getagden zijn met regelmaat vermeld. Ik heb de namen niet geanonimiseerd, omdat op de Facebookpagina de berichten gemakkelijk terug te vinden zijn. Om rekening te houden met de privacy van deze taggers en getagden, wordt mijn scriptie niet openbaar beschikbaar gesteld via de website van de Faculteit.

(5)

5

2. Leerdoelen

Hieronder staat een opsomming van wat ik wilde bereiken met deze stage. Bij elk punt heb ik een korte toelichting gegeven, deze delen staan schuingedrukt.

1. Het kunnen toepassen van reeds opgedane kennis, onder andere de aanpak en methodiek, in de onderzoekspraktijk.

De kennis over het uitvoeren van een onderzoek die ik in mijn bachelor NTC en de master C&E heb opgedaan door het uitvoeren van onderzoeken en het schrijven van onderzoeksverslagen wil ik leren toepassen in de praktijk. Tijdens mijn stage zal ik mij voornamelijk bezighouden met de aanpak van het onderzoek en wat voor methodes ik hiervoor kan gebruiken.

2. Het verbeteren van mijn onderzoekvaardigheden door de reeds opgedane kennis uit te breiden. Naast het toepassen van reeds opgedane kennis, wil ik mijn onderzoekvaardigheden blijven ontwikkelen. Dit is mogelijk door de kennis die ik mis te verwerven tijdens het uitvoeren van de stageopdracht.

3. Het kunnen overbrengen van mijn onderzoek aan zowel communicatiespecialisten als mensen die daar minder of niet bekend mee zijn.

Vooral tijdens de bachelor NTC heb ik gemerkt dat ik het soms lastig vind om iets waar ik veel van weet over te brengen aan leken. Deze vaardigheid kan ik verbeteren door mijn communicatie met mijn begeleiders van de stagegever, maar ook met andere collega’s die werkzaam zijn in het onderwijscentrum.

4. Verantwoordelijk omgaan met de tijd die ik te besteden heb.

Ik ben iemand die naar deadlines toewerkt en dan in één keer heel veel gaat doen. Tijdens mijn stage wil ik mijn tijd beter leren verdelen, zodat ik minder in tijdnood kom. Dit wil ik doen door vastigheid voor mezelf te creëren door een planning te maken en deze ook na te leven.

5. Initiatief tonen in mijn communicatie als het gaat om hulp zoeken bij problemen, maar in het algemeen (bijvoorbeeld begeleiders op de hoogte houden)

Ik weet van mezelf dat ik lang kan rondlopen met vragen en problemen. Bij deze stage wil ik leren om sneller hulp te zoeken wanneer ik ergens niet uitkom

.

(6)

6

3. Algemene takenbeschrijving

Voor deze stage was het de bedoeling dat ik een kwalitatief onderzoek naar de berichten op ‘Co-assistent confessions’ uitvoerde. Het opzetten en uitvoeren van dit onderzoek was mijn voornaamste taak. In dit onderzoek was ik heel vrij om zelf te bepalen wat en hoe ik dat wilde doen. Het was dus mijn taak om aan de hand van de data te bepalen welke interessant zouden zijn voor een onderzoek en om dit onderzoek dan daadwerkelijk uit te voeren. Ik heb ervoor gekozen om me te verdiepen in de data die de positie van de coassistent in de hiërarchie van het ziekenhuis omschrijven. Voor dit onderzoek ben ik begonnen met een oriëntatie van de gehele Facebookpagina en ben ik steeds gerichter gaan werken. Ik heb zelf de dat a die nuttig waren voor mijn onderzoek geselecteerd en geanalyseerd en hierover een verslag geschreven.

(Bijna) wekelijks kwamen mijn stagegevers Jan Pols en Marieke Adema, mijn medestagair Dorinda en ik bijeen op elkaar op de hoogte te houden van de stand van zaken en om eventuele problemen te bespreken. Ook kwamen we in deze gesprekken tot nieuwe inzichten en ideeën en konden we bijvoorbeeld gevonden literatuur met elkaar bespreken.

Op mijn laatste dag heb ik samen met Dorinda een presentatie over onze resultaten gegeven aan belangstellenden van het Onderwijsinstituut.

Mijn overige werkzaamheden bestonden uit een aantal activiteiten. Ten eerste heb ik een communicatiecursus bijgewoond die georganiseerd werd vanuit het onderwijsinstituut. Deze cursus ging over lichaamstaal en werd gegeven aan derdejaarsstudenten van de opleiding geneeskunde om hen te helpen zichzelf beter te presenteren tijdens hun coschappen. In deze cursus kwam veel informatie aan bod die ik zelf niet wist, maar ik heb de studenten nog wel iets kunnen vertellen over ademhaling tijdens het praten en de ‘basishouding’ die ik bij Academisch schrijven en presenteren geleerd heb.

Daarnaast heb ik een dag meegelopen met een coassistent om een beeld te krijgen hoe een dat van een coassistent eruit ziet en wat de verhoudingen zijn op een afdeling. Ik liep mee op de afdeling psychiatrie in het MCL (Medisch Centrum Leeuwarden). Het was een heftige dag met veel indrukken (sommige patiënten waren totaal niet aanspreekbaar). Hoe iedereen met elkaar omging op de afdeling was een grote tegenstelling met wat ik op de Facebookpagina las, de omgang bij psychiatrie was namelijk erg prettig. De coassistent zei dat het op veel andere er wel anders aan toe ging (op een manier die meer bij de posts past).

(7)

7

4. Realisatie van de planning

De volgende tekst komt uit mijn stageplan: “Ik begin met het doornemen van alle posts en de reacties op deze posts en schrijf op wat mij opvalt. Dit is aan het eind van de eerste week af. Als ik alle berichten gelezen heb, kan ik me meer richten op een onderzoeksopzet en hoe ik deze data kan analyseren. Hier wil ik in totaal drie weken aan besteden, in die drie weken wil ik ook een goed begin maken met de zoektocht naar literatuur die mijn analyses kunnen ondersteunen. Als eindproduct voor mijn stage wil ik een analysemethode leveren. De posts verschijnen in rap tempo en dit zal na mijn stage naar mijn verwachting zo doorgaan. Door een analysemethode aan te leveren, kan dit onderzoek voortgezet worden. Aan het maken van de methode wil ik anderhalve week besteden. Na deze werkzaamheden zijn er ongeveer vijf en een halve week verstreken en rond die tijd wil ik ook beginnen met mijn scriptie omdat ik in mijn stageverslag ook wil verwijzen naar mijn scriptie. Omdat details snel vergeten worden, zou ik de onderdelen die ik al wel uit kan werken van mijn stageverslag rond week 8 of het begin van week 9 af willen hebben. Zo vloeit de stageperiode over in de scriptieperiode. Het stageverslag kan pas volledig af zijn als mijn scriptie ook af is.”

Het uiteindelijke verloop van mijn stage is heel anders gegaan dan ik van tevoren had bedacht. Dit komt vooral doordat ik voor mijn stage en scriptie twee verschillende onderzoeken heb uitgevoerd. De realisatie is dat ik inderdaad ruim de eerste week nodig heb gehad voor een inventarisatie van alle posts. Daarna heb ik mij gericht op wat ik wilde analyseren en hoe ik het wilde analyseren en vanaf toen ben ik ook gaan afwijken van mijn planning en zijn mijn stage en scriptie twee losse projecten geworden.

Toen ik het plan had om mij te verdiepen in de posts die over de positie van de coassistent gaan, heb ik deze posts gekopieerd van Facebook en ben de posts gaan analyseren. In de eerste analyses ben ik binnen de posts gaan analyseren waar een bepaalde zin of een bepaald zinsdeel over ging en dat heb ik gecodeerd (positieve en negatieve emoties en positieve en negatieve omgang met collega’s, patiënten en het takenpakket van de coassistenten). Na deze codering ben ik de posts voor mijn scriptie gaan selecteren en heb ik de bijbehorende reacties gekopieerd van Facebook. Daarna heb ik de nadruk een paar weken vooral op mijn scriptie gelegd en heb ik de onderzoeksopzet daarvoor gemaakt.

Toen ik me weer meer ging richten op mijn stageonderzoek, kwam ik erachter dat ik met de analyses die ik in eerste instantie gemaakt had, niet volledig mijn onderzoeksvraag kon beantwoorden. Ik heb toen mijn analyses aangepast en ben per post gaan kijken waar de post over ging. Op basis van deze analyses heb ik in de laatste twee stageweken mijn verslag geschreven. Dit verslag is te zien in bijlage 6.3.

De periodes waarin ik het meeste werk verricht heb, zijn dus aan het begin (de oriëntatie en de eerste analyses) en op het einde (de diepere analyses en het schrijven zelf). De oorzaak hiervan is dat ik voor mijn stage en scriptie deels van dezelfde data gemaakt heb, de oriëntatieperiode gold dus voor beide projecten. Toen dit op een gegeven moment losse projecten geworden zijn, is de nadruk op mijn scriptie gaan liggen omdat dit project een veel grotere studielast had dan de scriptie. Daarna was het ook even zoeken naar de balans tussen de werkzaamheden van mijn stage en scriptie, waardoor ik aan het eind van mijn stage nog een spurt moest maken. Dit komt (denk ik) ook omdat ik een deadlinewerker ben en daardoor de werklast bij mij sowieso op het eind het zwaarst is.

(8)

8

5. Evaluatie van de stage

5.1 Evaluatie van mijn leerdoelen

In deze paragraaf staan de leerdoelen die ik aan het begin van mijn stage opgesteld heb. Onder elk leerdoel heb ik een evaluatie geschreven.

1. Het kunnen toepassen van reeds opgedane kennis, onder andere de aanpak en methodiek, in de onderzoekspraktijk.

Tijdens mijn bachelor en master heb ik voornamelijk kwalitatief onderzoek uitgevoerd en deze ervaring heb ik tijdens de uitvoering van mijn stage zeker kunnen gebruiken. Het ging bij deze data erg om interpretatiewerk en de talige middelen waarmee de Facebookgebruikers zich uitdrukken.

2. Het verbeteren van mijn onderzoekvaardigheden door de reeds opgedane kennis uit te breiden. Ik ben tot deze stage vrijwel altijd zelf op zoek gedaan naar data. Ik zocht dan naar data die antwoord gaven op mijn onderzoeksvraag. Bij deze stage heb ik gebruikgemaakt van een Facebookpagina waarin teveel berichten stonden om allemaal te gebruiken voor mijn onderzoek. Ik ben te werk gegaan door eerst verkennend naar de data te kijken en mij vervolgens verder te verdiepen in een regelmatig terugkerend thema. Dit verloop maakt de aanloop naar het onderzoek zelf heel anders en hier heb ik veel van geleerd.

3. Het kunnen overbrengen van mijn onderzoek aan zowel communicatiespecialisten als mensen die daar minder of niet bekend mee zijn.

Over de uitvoering van dit leerdoel ben ik tevreden. Zoals in de toelichting al staat, heb ik in het verleden moeite gehad om mijn bezigheden over te brengen naar mensen die niet veel van mijn vakgebied weten. Ik heb mijn stagegevers (soms wel met veel woorden) kunnen overbrengen wat ik aan het doen was en hoe ik dat deed. Ik heb dit niet alleen kunnen overbrengen naar mijn stagegevers, maar ook naar familie en tot in bepaalde mate naar (voornamelijk) vmbo-leerlingen van mijn bijbaantje als huiswerkbegeleider.

Ik heb mijn onderzoek ook naar mensen die meer kennis van communicatieonderzoek hebben, kunnen overbrengen. Met mijn begeleider vanuit de RUG heb ik het over mijn stageonderzoek gehad. Ook vrienden van mijn studie kon ik goed vertellen wat mijn onderzoek inhield.

4. Verantwoordelijk omgaan met de tijd die ik te besteden heb.

Dit leerdoel is deels gelukt. Ik merk dat ik nog steeds naar deadlines toewerk, maar dat ik in de afgelopen periode meer gedaan heb dan ik normaal gesproken deed. In het verleden liet ik alles tot het laatste moment liggen, waarin ik in de aanloop naar de deadline soms weken niets deed. Dit heb ik het afgelopen semester toch anders aangepakt. De ene week was ik productiever dan de andere week, maar ik het altijd doorgewerkt. Uiteindelijk kwam ik alsnog wel iets in tijdnood, maar dit heb ik in her verleden nog veel erger meegemaakt.

Ik heb van dit doel geleerd dat het toewerken naar deadlines niet alleen een slechte eigenschap is en dat het bij mij past. Ik kan veel harder werken als ik de druk erachter voel, waardoor ik veel productiever ben. Ik vind het wel prettig dat ik dit semester niet alles op het laatst gedaan heb. Dit ga ik in de toekomst ook zeker voortzetten en ik hoop mijn ‘aanrommelfase’ nog iets te

(9)

9 kunnen verkorten zodat ik sneller kan beginnen met het daadwerkelijk uitvoeren van onderzoeken of andere opdrachten.

5. Initiatief tonen in mijn communicatie als het gaat om hulp zoeken bij problemen, maar in het algemeen (bijvoorbeeld begeleiders op de hoogte houden).

Het sneller hulp zoeken is iets wat ik het afgelopen semester verbeterd heb. In het verleden zag ik het soms als een teken van zwakte als ik om hulp vroeg, daarom stelde ik dat constant uit. Ik ben erachter gekomen dat het om hulp vragen geen teken van zwakte is, maar dat het helpt om sneller en beter weer verder te kunnen.

Bij het op de hoogte houden van de begeleiders zijn wel wat problemen ontstaan. Het originele plan was dat ik mij tijdens mijn stage zou dichten op het ontwikkelen van een analysemethode die ik voor mijn scriptie zou toepassen. Uiteindelijk zijn er twee verschillende onderzoeken ontstaan die wel in verband staan met elkaar, maar ook los van elkaar gelezen kunnen worden. Deze verandering heb ik niet goed doorgegeven, waardoor mijn stagegevers dit niet zo doorhadden.

5.2 Aansluiting van de stage op de master Communicatie en Educatie

Het onderzoek dat ik voor mijn stage uitgevoerd heb, is heel anders dan wat ik voorheen aan onderzoek gedaan heb. Natuurlijk heb ik kwalitatief onderzoek uitgevoerd voor zowel mijn stage als mijn scriptie, maar de manier waarop ik voor mijn stage naar de data gekeken heb, was voor mijn vernieuwend en leerzaam. Ik vind dit daarom passend bij mijn master.

Omdat ik heel vrij was in hoe en wat ik onderzocht, is kan deze stage goed aansluiten bij iemand met een CIW-achtergrond. Ik heb zelf voor mijn stage meer naar de onderwijskundige en sociologische kant van de posts gekeken. Voor mijn scriptie heb ik met een conversatieanalytische blik naar de posts en reacties gekeken waardoor dat wel heel goed bij de master Communicatie en educatie past. Het hangt dus van de onderzoeksmethode af hoe aansluitend de stage bij de opleiding is. In mijn geval heb ik de educatiekant wat zwaarder laten meewegen dan de communicatiekant, die ik vooral ingezet heb voor mijn scriptie.

Voor mijn verdere loopbaan was deze stage enerzijds wel geschikt en anderzijds niet. Dit jaar heb ik besloten om na het afronden van Communicatie en Educatie de postmaster LVHO voor het vak Nederlands te volgen. Het onderwijskundige aspect van de stage was hierbij erg nuttig. Ik leer veel van verschillende onderwijsvormen en het lopen van coschappen is een specifieke, maar zeer interessante leervorm. Ik denk dat het mij in de toekomst zeker kan helpen in hoe ik naar onderwijs kijk. Daarnaast heb ik het afgelopen semester voor het eerst echt plezier gehad in het onderzoek doen. Voorheen vond ik het uitvoeren van onderzoeken iets wat bij een WO-opleiding past, maar niet iets waar ik persoonlijk warm van werd. Het afgelopen semester heb ik onderzoeken (zowel voor mijn stage als mijn scriptie) uitgevoerd waarvan ik het belangrijk vond dat het uitgevoerd werd. Omdat ik me hierdoor nuttig voelde, vond ik het ook plezieriger dan voorheen om het onderzoek uit te voeren.

Ik ambieer echter geen carrière in het uitvoeren van onderzoek, daarom was deze stage wellicht wat minder geschikt. Ik heb van mezelf geleerd dat ik tijdens het doen van onderzoek de samenwerking met anderen mis. Iedereen is met zijn of haar eigen onderzoek bezig, terwijl ik liever iets opbouw samen met anderen. Ik kies dus liever voor een baan waarin ik meer met anderen kan

(10)

10 samenwerken en wat actiever ben, zoals lesgeven. Mijn onderzoekende houding wil ik wel behouden, ik vind dat dat ook bij mijn opleidingsniveau past.

6. Bijlagen

6.1 Overzicht van werkzaamheden en de tijdsbesteding

Dit overzicht wordt gegeven om aan te tonen hoeveel tijd de werkzaamheden ongeveer gekost hebben.

Taak Aantal uren

Oriëntatie van alle berichten en reacties op de Facebookpagina 40 uren

Rondleidingen en introducties 4 uren

Gerichter naar patronen en categorieën kijken 30 uren

Data selecteren en een daarbij horende datasessie 25 uren

Overname data van Facebook 10 uren

Eerste analyses van alle data over de positie van de coassistent 50 uren

Literatuur zoeken en lezen 20 uren

Bijwonen van communicatiecursus georganiseerd vanuit het OWI 2 uren Meelopen met een coassistent in het Medisch Centrum Leeuwarden 8 uren

Wekelijkse afspraken met Jan en Marieke 20 uren

Diepere analyses van de data over de positie van de coassistent 30 uren

Schrijven onderzoeksverslag 35 uren

Schrijven stageverslag 8 uren

Het geven van de eindpresentatie op het OWI inclusief de voorbereiding 5 uren

(11)

11 6.2 Beoordelingsformulier door stagegever

Postbus 716, 9700 AS Groningen / www.rug.nl/let/careerservices /tel. 050-363 5844 stages.let@rug.nl / Facebook: FacultyofArtsGroningen / Twitter: @rug_letteren Evaluatieformulier voor stagegevers

Naam stagegever: J. Pols

Naam afdeling: OWI UMCG research Vestigingsplaats: Groningen

Naam stagiair: Tjitske Dineke Hylkema

Stageperiode: 5 februari 2018 tot en met 20 juli 2018

1.1 Omschrijving van de werkzaamheden

1. Welke werkzaamheden zijn door de stagiair vervuld?

(Het gaat hier om hoofdtaken uit het stagecontract en eventuele overige werkzaamheden) De stagair heeft onderzoek gedaan naar de Facebookpagina Co-assistent confessions. Haar werkzaamheden bestonden uit het kwalitatief analyseren van de Facebookberichten om te zien wat er achter de op het eerste gezicht humoristische posts verschuilt. Over deze analyses is een onderzoeksverslag geschreven.

2. In hoeverre heeft uw organisatie baat gehad bij de activiteiten van de stagiair en kunt u gebruik maken van de resultaten?

O geenszins O enigszins ► voldoende O ruim voldoende

1.2 Beoordeling werkzaamheden

3. Wat is uw oordeel over de inhoudelijke kwaliteit van de tijdens de stage gemaakte verslagen, notities, adviezen, vertalingen, rapporten etc.?

O onvoldoende ► voldoende O goed O zeer goed

4. Wat is uw oordeel over de schrijfvaardigheid van de stagiair? O onvoldoende

► voldoende O goed

(12)

12 5. Wat is uw oordeel over de mondelinge uitdrukkingsvaardigheid?

O onvoldoende O voldoende

► goed: Wel regelmatig ‘veel’ woorden nodig; neem wat meer voorbereidingstijd voorafgaand aan een overleg

O zeer goed

6. Wat is uw mening over de nauwkeurigheid en gedegenheid van het werk? O onvoldoende

O voldoende

► goed: afstand nemen van de inhoud en die analyseren, lijkt je wel wat meer moeite te kosten

O zeer goed

7. Hoe beoordeelt u het tempo waarin het werk werd uitgevoerd? O onvoldoende

O voldoende ► goed O zeer goed

8. Hoe beoordeelt u de organisatorische vaardigheden van de stagiair? O onvoldoende

► voldoende: scriptie en stageverslag naast elkaar plannen ging niet vlekkeloos en hou goed in de gaten hoe je je opdrachtgever meeneemt tijdens de vorderingen en hobbels in je

werkzaamheden O goed

O zeer goed

9. Bent u in het algemeen tevreden over de kwaliteit van het geleverde werk? O onvoldoende

► voldoende O goed O zeer goed

1.3 Beoordeling functioneren van de stagiair

10. In hoeverre gaf de stagiair er blijk van zelfstandig te kunnen werken? O onvoldoende

O voldoende

► goed: je hebt goed gebruik gemaakt van de vrijheid die het werken bij onze onderzoeksafdeling biedt, bijvoorbeeld om hier te zijn of elders te werken. O zeer goed

11. Hoe was de belangstelling van de stagiair m.b.t. de eigen werkzaamheden? O onvoldoende

O voldoende ► goed

(13)

13 12. Hoe was de belangstelling van de stagiair voor andere bedrijfsactiviteiten?

O onvoldoende

► voldoende: hou in de gaten hoe je je collega’s/leidinggevende kunt inzetten om kennis te maken met andere bedrijfsonderdelen/collega’s op andere afdelingen

O goed O zeer goed

13. Hoe verliep de interactie begeleider-stagiair? O slecht

O matig ► plezierig O uitstekend

14. Hoe verliep de samenwerking met andere medewerkers van de afdeling? O slecht

O matig ► plezierig O uitstekend

15. Hoe beoordeelt u het kennisniveau van de stagiair? O onvoldoende

O voldoende ► goed O zeer goed

16. Hoe paste de attitude van de stagiair binnen de werksfeer van uw organisatie? O onvoldoende

► voldoende: lastige vraag hoor; je ‘viel’ niet uit de toon in ons veelkleurig gezelschap O goed

O zeer goed

1.4 Overige vragen

17. Zijn er problemen geweest met de begeleiding van de stagiair?

► ja: dat scriptie en stageopdracht afzonderlijke trajecten werden, kregen we pas heel laat door, waardoor de scriptie voor ons ‘buiten beeld’ is ontstaan. Dat is jammer.

O nee

18. Zou u in de toekomst weer een stageplaats aanbieden aan een student van de Faculteit Letteren?

► ja, want

O nee, want ………. 19. Wilt u in verband met deze of een toekomstige stage een nader gesprek met de stagedocent of de stagecoördinator?

O ja ► nee

20. Heeft u nog overige vragen/opmerkingen? ► nee

(14)

14 6.3 Het onderzoeksverslag voor het OWI van het UMCG

Co-assistent confessions

Een kwalitatief onderzoek naar de ervaring

van de positie van de coassistent in de

hiërarchie van de medische wereld

“Ben het afgelopen jaar tot de conclusie gekomen dat mijn meeste

werkzaamheden als coassistent vrijwel nihil bijdragen aan het zorgsysteem hier.

#ofdoeikhetnietgoed”

Dineke Hylkema

S2591618

MA Communicatie & Educatie

Afstudeerstage

Begeleider UMCG: J. Pols

Begeleider RUG: M. N. Gosen

(15)

15

Inhoudsopgave

1. Inleiding 16. 1.1 Theoretisch kader 16. 2. Methode 18. 2.1 Dataset 18.. 2.2 Selectieprocedure 18. 2.3 Analysemethode 19.

2.4 Facebook als bron 19.

3. Resultaten 20.

3.1 Hoe coassistenten hun eigen positie ervaren 20.

3.2 Hoe artsen, A(N)IOS en verpleegkundigen met coassistenten omgaan 21.

3.2.1 Positieve ervaringen 22.

3.2.2 Negatieve ervaringen 25.

3.3 Hoe patiënten met coassistenten omgaan 32.

3.3.1 Positieve ervaringen 32.

3.3.2 Negatieve ervaringen 33.

4. Conclusie en discussie 34.

5. Bibliografie 36.

(16)

16

1. Inleiding

Tijdens coschappen nemen geneeskundestudenten voor het eerst een rol aan waarbij zij niet alleen meer als student worden gezien, maar ook als iemand die meeloopt in de praktijk. Zij bevinden zich in een positie waarbij zij door patiënten als ‘vol’ kunnen worden aangezien, maar waarbij zij tegelijkertijd nog lerende zijn. Wat we weten is dat de overgang van non-klinisch naar klinisch als problematisch ervaren kan worden (Teunissen & Westerman, 2011).

Er is echter weinig bekend over wat coassistenten hier zelf over vertellen. Hoe zien zij de verandering in hun positie? De studies waar Teunissen en Westerman (2011) gebruik van hebben gemaakt, lopen het risico sociaal wenselijke antwoorden te bevatten omdat de participanten weten dat ze meedoen aan een onderzoek. Wat dus nog ontbreekt, is de ongefilterde mening van de coassistenten.

Dit vraagstuk is relevant omdat juist door de ervaringen van coassistenten het leerproces verbeterd kan worden. Waarom interessant? Hoe zwaar die periode is. Wellicht op te lossen in curriculum en begeleiding. Positie is belangrijk, niet veel over bekend.

1.1 Theoretisch kader

Voor mijn stage aan het Onderwijsinstituut van het Universitair Medisch Centrum Groningen onderzoek ik hoe coassistenten hun positie ervaren. Dit onderzoek is ontstaan nadat op deze afdeling door een onderzoek naar professionele identiteit van coassistenten werd gestuit op de Facebookpagina ‘Co-assistent confessions’. Op deze pagina worden veel interessante ervaringen van coassistenten gedeeld die bevestigen wat uit haar onderzoek komt over ervaringen tijdens coschappen waarbij de participanten audiodagboeken moesten opnemen.

In de masterfase nemen coassistenten een andere rol aan dan zij tot dan toe, in de bachelorfase, gedaan hebben. Enerzijds zijn zij nog lerende en weten zij van veel zaken het fijne niet. Toch kunnen zij door patiënten als vol worden aangezien, maar voelen zij zich niet altijd geloofwaardig genoeg tegenover de patiënten in hun nieuwe rol (Helmich et al., 2011; Pitkala & Mantyranta, 2003). Als er wordt gekeken naar hun positie in de hiërarchie van het ziekenhuis, staan coassistenten vrijwel op de laagste plaats.

Volgens Teunissen en Westerman (2011) kan deze transitie als abrupt ervaren worden. Daarnaast wordt de werklast als veel zwaarder ervaren dan in de non-klinische fase. Deze klachten komen onder andere doordat coassistenten moeten leren begrijpen wat hun nieuwe rol is en wat voor verantwoordelijkheden daarbij horen (Teunissen & Westerman, 2011). Coassistenten kunnen zich in hun eerste stappen in de praktijk ook onzeker voelen (Karg, 2003). Door collega’s te imiteren proberen zij te functioneren in de medische wereld.

De positie van de coassistent is van groot belang in dit leerproces. Met ‘positie’ wordt bedoeld welke plek de coassistent inneemt in de hiërarchie van de medische wereld. Deze positie kan blijken uit wat de coassistenten zelf ervaren, maar ook door omgang met anderen, bijvoorbeeld collega’s en patiënten, kan dit duidelijk worden. Collega’s, zoals specialisten en AIOS, kunnen ervoor zorgen dat coassistenten veel kunnen leren, maar ze kunnen het hen ook bemoeilijken door coassistenten bijvoorbeeld nutteloze taken te geven. Zij kunnen coschappen heel leerzaam maken, maar zij kunnen er ook voor zorgen dat coassistenten zich nutteloos en overbodig voelen. Ook patiënten kunnen een grote invloed hebben op coassistenten wanneer zij bijvoorbeeld niet willen dat een coassistent meekijkt of juist een compliment aan hem of haar geeft.

(17)

17 1.2 Doel van het onderzoek

In dit onderzoek staat staat de vraag Hoe blijkt uit de Facebookpagina ‘Co-assistent confessions’ de manier waarop coassistenten hun positie ervaren? centraal. Juist de ervaringen die op de Facebookpagina ‘Co-assistent confessions’ geplaatst worden zijn interessant, omdat de ervaringen niet gedeeld zijn met onderzoeksdoeleinden. De deelnemers geven hierdoor minder snel een sociaal gewenste reactie. Door middel van deze onderzoeksvraag wil ik erachter komen waar coassistenten tegenaan lopen wat betreft positie en wat zij juist wel positief ervaren.

(18)

18

2. Methode

Dit onderzoek is een inhoudsanalyse van de berichten op de Facebookpagina ‘Co-assistent confessions’ over de positie die de coassistent inneemt en ervaart in de hiërarchie in het ziekenhuis. Deze Facebookpagina is openbaar. Dat wil zeggen dat iedereen, ook mensen zonder Facebookaccount deze pagina kunnen bezoeken en alles wat op deze pagina geplaatst wordt kunnen lezen. De berichten die door coassistenten ingestuurd worden, zijn anoniem. Alle posts worden door de beheerders van de Facebookpagina genummerd en geplaatst waardoor er dus niet kan worden gezien wie een confession ingestuurd heeft. Door deze anonimiteit kunnen coassistenten eerlijker zijn dan wanneer de identiteit van de inzender wel bekend is.

2.1 Dataset

De Facebookpagina ‘Co-assistent confessions’ is gemaakt voor en door coassistenten in heel Nederland en België. In het informatiegedeelte van de Facebookpagina wordt aangegeven dat de pagina ‘voor de lol’ is dat men op deze pagina anoniem alles kwijt kan over de coschappen. Na mailcontact met de beheerders werd duidelijk dat dit voor hen ook selectiecriteria zijn, de posts moeten een mooie boodschap bevatten en er moet humor in zitten. Zij geven echter zelf ook aan dat de criteria niet volledig vaststaan, er wordt vaak overlegd of iets gepost kan worden of niet. Niet alle posts die geplaatst zijn, zijn even grappig of hebben een duidelijke boodschap. Echter, de posts zijn sowieso of grappig of hebben een mooie boodschap. De posts op deze Facebookpagina worden voornamelijk door coassistenten ingestuurd, en door coassistenten gelezen, al zijn er ook anderen, zoals geneeskundestudenten die geen coschappen (meer) lopen, verpleegkundigen (in opleiding) en andere geïnteresseerden die ‘Co-assistent confessions’ volgen. Soms wordt uit de posts op de Facebookpagina duidelijk om welk ziekenhuis het gaat of dat het zich in Nederland of België afspeelt, maar meestal niet.

De ervaringen die ingestuurd worden, worden anoniem geplaatst. Er is niet te achterhalen van wie het bericht is, tenzij diegene dat zelf aangeeft in de reacties. De reacties, in tegenstelling tot de initiële post, zijn niet anoniem. Ook wanneer iemand getagd wordt, is dat niet anoniem. Iedereen, ook mensen zonder Facebookaccount, kunnen zien wie wat reageert op deze pagina. Het is belangrijk om te weten dat de initiële posts anoniem zijn, omdat de mensen die reageren niet weten wie de post ingestuurd heeft. Degene die de post heeft ingestuurd krijgt geen melding dat er gereageerd wordt op zijn of haar post. Daarnaast kan er niet op de poster zelf gereageerd worden, maar alleen op de inhoud van de post. Zo kunnen dingen gezegd worden die de poster wellicht niet zou kunnen of durven zeggen wanneer het niet anoniem was geweest. De inzenders zijn dus vrijer om te zeggen wat ze ervaren en wat ze daarvan vinden dan wanneer de posts niet anoniem zouden zijn.

2.2 Selectieprocedure

Omdat er naar één specifiek onderwerp gekeken is in dit onderzoek, is ervoor gekozen om dit onderzoek als een collectiestudie (Mazeland, 2003, p. 249-249) te behandelen. Bij een collectiestudie wordt één specifiek onderwerp onderzocht en worden er verschillende voorkomens over het onderwerp geselecteerd, om deze vervolgens te analyseren. Het gaat in dit onderzoek om initiële posts, berichten die een nieuw gespreksonderwerp aansnijden (Hylkema, 2018), en om de onderzoeksvraag te beantwoorden zijn posts die over de plaats die de coassistent inneemt in de hiërarchie geselecteerd. Naast dit eerste selectiecriterium is er nog een verdere selectie uitgevoerd.

(19)

19 Om de ervaringen van de coassistenten te analyseren, zijn inzendingen door andere mensen dan coassistenten (bijvoorbeeld bachelorstudenten en verpleegkundigen) niet van belang omdat zij met een andere blik naar coassistenten kijken dan hoe coassistenten situaties zelf ervaren. Daarom zijn deze posts achterwege gelaten en zijn alleen de posts ingestuurd door coassistenten geselecteerd om te analyseren voor dit onderzoek.

De posts die meegenomen zijn in dit onderzoek zijn geanalyseerd tot 2 februari 2018. Deze einddatum is gekozen omdat het onderzoek op deze datum gestart is. Door de snelheid waarmee er nieuwe posts verschijnen op de Facebookpagina is er besloten om de grens te trekken op 2 februari om niet tot in het oneindige door te analyseren.

2.3 Analysemethode

De data die gebruikt zijn voor dit onderzoek zijn van Facebook gekopieerd en in een wordbestand gezet. Vervolgens zijn deze data met behulp van het programma ATLAS.ti geanalyseerd. Met dit programma kunnen categorieën gelabeld worden aan teksten. Een label kan gekoppeld worden aan één woord, maar ook aan een heel tekstgedeelte. Er is voor gekozen om per post te kijken waar deze over gaat om zo een duidelijk beeld te krijgen waar de ervaringen over gaan. De ervaringen zijn grotendeels gelabeld op basis van omgang met personen om te kunnen aantonen waar en bij wie er positieve en negatieve plaatsvinden.

2.4 Facebook als bron

Facebook is een platform waar veel mensen gebruik van maken. In juli 2016 waren er meer dan een miljard mensen die dagelijks gebruik maken van Facebook (Ivana, 2018). Er zijn verschillende mogelijkheden om op Facebook informatie uit te wisselen (Ivana, 2018). Allereerst kan men iets op de ‘tijdlijn’ plaatsen. Het hangt van de privéinstellingen van de gebruiker af wie deze berichten dan kunnen zien (Ivana, 2018).

De posts die op Facebook verschijnen zijn vaak ‘tellings’ (Farina, 2015). Dat wil zeggen dat er in Facebookposts vaak mededelingen gedaan worden waarmee de poster iets nieuws wil vertellen aan andere gebruikers.

(20)

20

3. Resultaten

Bij de analyses zijn verschillende categorieën aan het licht gekomen. Ten eerste is er de categorie hoe de coassistent de eigen plek in de hiërarchie ervaart. Dit heeft betrekking tot hoe coassistenten zichzelf zien in het ziekenhuis en in een team van artsen. De tweede categorie is hoe de medisch specialisten omgaan met de coassistent. Hiermee wordt bedoeld hoe de medisch specialisten, artsen, chirurgen met coassistenten omgaan. De derde categorie is hoe A(N)IOS met de coassistenten omgaan en de vierde categorie is hoe de verpleegkundigen omgaan. De vijfde en laatste categorie bestaat uit posts die gaan over de omgang van (een deel van) het team van artsen, AIOS en verpleegkundigen. Er is in de data een tweescheiding te maken tussen de ervaringen van de coassistent, gebaseerd op gevoel, aan de ene kant en de omgang van medisch specialisten, A(N)IOS en verpleegkundigen, gebaseerd op feiten aan de andere kant.

In tabel 1 is een overzicht te vinden hoe vaak elke categorie voorkomt en of het om een positieve of een negatieve ervaring gaat. Er is te zien dat er veel meer negatieve ervaringen zijn dan positieve. Vooral over de omgang van medisch specialisten worden veel negatieve verhalen gepost.

Categorie Positief Negatief Totaal

Ervaring van eigen plek 1 8 9

Omgang van Medisch specialisten 9 30 39

Omgang van A(N)IOS 8 14 22

Omgang van verpleegkundigen 3 2 5

Omgang van team 0 11 11

Omgang van patiënt 3 6 9

Tabel 1 – Overzicht van voorkomens van de categorieën

In dit resultaten wordt eerst uitgelicht hoe de coassistenten hun eigen positie zien. Vervolgens wordt gekeken naar de positieve en negatieve ervaringen van medisch specialisten, A(N)IOS, verpleegkundigen en (delen van) het team. Ten slotte wordt gekeken naar de omgang van de patiënt. 3.1 Hoe coassistenten hun eigen positie ervaren

In deze paragraaf wordt omschreven hoe coassistenten hun eigen positie in de hiërarchie in het ziekenhuis zien. Hoe ervaren zij deze positie tijdens hun eerste stappen in de praktijk? In het overzicht van tabel is te zien dat coassistenten hun positie vaak, 8 van de 9 keer, als negatief ervaren. Hierbij rijst de vraag hoe zij hun positie in de hiërarchie ervaren en wat zij daar dan als negatief aan ervaren. Het eerste wat opvalt aan de data, is dat coassistenten voelen dat zij niet van toegevoegde waarde zijn. Dit komt 7 keer voor. Een voorbeeld hiervan is te zien in post 3 en 151.

#3

Ben het afgelopen jaar tot de conclusie gekomen dat mijn meeste werkzaamheden als coassistent vrijwel nihil bijdragen aan het zorgsysteem hier. #ofdoeikhetnietgoed

#151

Wanneer 2 specialisten het niet eens zijn en het enige wat jij denkt is: Ik ben alleen maar de co..

(21)

21 De coassistent in post beschouwt zijn of haar werkzaamheden als nutteloos. In de hastag (#) wordt een twijfel uitgesproken (‘of doe ik het niet goed’). De coassistent vraagt zich dus af of hij of zij werkelijk niets bij kan dragen aan het zorgsysteem of dat hij of zij iets verkeerd doet.

Specialisten hebben veel kennis van hun eigen vakgebied en wanneer zij een inhoudelijke discussie hebben, kan dit voor de coassistent lastig ervaren worden om van toegevoegde waarde te zijn, zo blijkt uit post 151. Dit is ook precies wat de coassistent beschrijft: ‘Ik ben alleen maar de co’. Hiermee bedoelt de coassistent dat hij of zij niet van toegevoegde waarde is in het bijzijn van twee mensen die een discussie hebben over iets waar deze coassistent het fijne niet van afweet. De coassistent voelt zich niet belangrijk en wil zich er ook buiten houden (‘#dontshootthemessenger’).

Er is één post in deze categorie bij negatieve ervaringen die niet de nutteloosheid gevoeld door de coassistent beschrijft. Post 787 sluit echter wel aan bij het nutteloze gevoel dat coassistenten, het gaat over dat de coassistent een vergankelijke positie inneemt op een afdeling. Coassistenten lopen namelijk slechts een paar weken mee op een afdeling en starten dan een stage op een andere afdeling.

#787

Net weer voor de zoveelste keer helemaal gewend aan de afdeling waar je coschap loopt.. Je kent alle specialisten en alle AIOSen, weet precies waar alles ligt en wat je taken zijn. Je hulp wordt zowaar gewaardeerd omdat je eindelijk lekker ingewerkt bent.... en dan ga je weer door naar een nieuw coschap. #nieuwziekenhuis #nieuwerondenieuwekansen #hethoudtnietop

Deze post laat zien dat de coassistent het prettig vindt om iets toe te kunnen voegen aan een afdeling omdat hij of zij dan gewaardeerd wordt. In posts 3 en 151 is te zien dat de coassistent het vervelend vindt om niets bij te kunnen dragen, in post 787 wordt duidelijk dat deze nutteloosheid veroorzaakt kan worden door het constant weer opnieuw moeten beginnen. De hashtag ‘nieuwerondenieuwekansen’ laat zien dat coassistenten een nieuwe start maken. Wanneer een stage niet goed bevalt, deze na een paar weken ook weer voorbij is.

Naast de 8 negatieve posts over hoe coassistenten hun positie ervaren, is er ook één post die een positieve ervaring beschrijft. Ondanks dat er nog veel geleerd moet worden, is de coassistent in post 873 er trots op coassistent te mogen zijn.

#873

Als je als co voor het eerst in het co-hok bent en je witte jas aan trekt. En je met zn alle bemerkt hoe cool het wel niet is dat we co mogen zijn. #bijnadokter #over3jaar #wittejas

#lerentotwenietmeerkunnen

De coassistent beschrijft het eerste moment van zijn of haar stageperiode. In deze post laat de coassistent niet alleen de eigen ervaring zien, maar ook die van de andere coassistenten in het co-hok. De inzender van deze post is er trots op om coassistent en wil graag leren (‘#lerentotwenietmeerkunnen’). De coassistent die dit schrijft is net begonnen met het stage lopen en staat er dus nog fris in. Of deze coassistent er nog zo over denkt, is niet te zeggen.

3.2 Hoe artsen, A(N)IOS en verpleegkundigen met coassistenten omgaan

Uit de dataset blijkt dat veel van de ervaringen die coassistenten beschrijven te maken hebben met hoe mensen van een afdeling met ze omgaan. Het gaat om posts die geschreven zijn door coassistenten en die gaan over hoe medisch personeel met hen omgaat. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in medisch specialisten, (artsen, chirurgen, etc.), A(N)IOSen en

(22)

22 verpleegkundigen. In totaal gaan 78 posts over de omgang met het medisch personeel. Van deze posts zijn er 26 die een positieve beschrijven, 52 posts zijn gaan over een negatieve ervaring. In deze paragraaf worden eerst de positieve verhalen toegelicht met de onderverdeling van medisch specialisten, A(N)IOSen en verpleegkundigen, daarna de negatieve.

3.2.1 Positieve ervaringen

Medisch specialisten

De ervaringen over de omgang van medisch specialisten is voornamelijk negatief, slechts 9 van de 39 posts gaan over positieve ervaringen. Coassistenten laten op verschillende manieren blijken waarom zij een ervaring positief ervaren. Eén van de onderwerpen die coassistenten positief ervaren is dat de specialist soms taken doet die coassistent voor de coassistent die hij of zij zelf ook had kunnen uitvoeren, in de dataset komt dit twee keer voor. Een voorbeeld is te zien in post 540 waar de coassistent op krukken loopt.

#540

"Coschappen op krukken valt niet mee. Totdat de specialist dan voor jou de patiënten uit de wachtkamer gaat halen en bij jou aflevert zodat jij ze eerst kunt zien

#dankjewellievespecialist! #tochbeetjeomgekeerdewereld"

De specialist doet in dit fragment werk wat de coassistent ook had kunnen doen en helpt daarmee de coassistent. Met deze behulpzaamheid houdt het echter niet op, de specialist zorgt er nu ook voor dat de coassistent als eerste de patiënten kan zien. In de hashtags is de zien dat de inzender van deze post dankbaar is voor het handelen van de medisch specialist (‘#dankjewellievespecialist!’). De tweede hashtag (‘#tochbeetjeomgekeerdewereld’) laat zien dat dit niet de normale gang van zaken is en dat de rolverdeling eerder andersom had kunnen zijn, dus dat de coassistent de patiënten uit de wachtkamer haalt en ze aan de specialist aflevert.

Het volgende fragment gaat over een medisch specialist die individuele aandacht geeft aan coassistenten. Fragmenten over individuele aandacht van medisch specialisten komen 5 keer voor in de dataset. Posts waarin individuele aandacht naar voren komt geeft de medisch specialist vaak een gelegenheid om ook mee te draaien in het team in plaats van een buitenstander te zijn. Dit gebeurt ook ik post 471.

#471

Het moment dat je tijdens de overdracht automatisch op de 'tweede rang' gaat zitten als coassistent en de neuroloog opeens stoelen begint te verplaatsen zodat jij kan aanschuiven bij de tafel. Hij zegt: "Wat een onzin dat de co's daar per se moeten zitten, jullie horen er ook bij!" En je dan inderdaad realiseren wat voor onzin dat eigenlijk ook is. #timesarechanging #bethechange #betrekdeco #waardeerdeco

Deze neuroloog zorgt in post 471 voor een verandering in de letterlijke positie van de coassistenten bij de overdracht, hierdoor verandert de ervaring met de figuurlijke positie ook. De coassistenten worden betrokken zodat zij zich minder onderaan de ladder voelen bungelen en zich gewaardeerd voelen. Dat dit ook echt zo ervaren wordt, blijkt uit de laatste zin van de post (‘En je dan inderdaad realiseren wat voor een onzin dat eigenlijk ook is.’). Waarmee de inzender aangeeft dat hij of zij meer is dan iemand die overal achteraan staat en ook daadwerkelijk ergens bij hoort. In de hashtags is te zien dat de inzender betrokken en gewaardeerd wil worden en dat hij of zij vindt dat de tijden waarin de coassistent achteraan gezet wordt veranderen en moeten veranderen.

(23)

23 Individuele aandacht kan ook betreffen dat de medisch specialist de coassistent de gelegenheid geeft om meer te leren. Dit kan door zelf de tijd te nemen om iets uit te leggen, maar dit kan ook door de coassistent leermogelijkheden aan te reiken, zoals gebeurt in post 533.

#533

Wanneer je als juco voor het eerst mag meekijken tijdens een operatie, maar op de OK in een hoekje wordt geduwd omdat je niets bijdraagt. Komt de hoofdchirurg na 20 minuten binnen om te checken of alles goed gaat en een bankje voor je haalt om op te staan, zodat je beter kan zien. #ThankYou #ZoWilIkOokZijn

Post 533 laat een tegenstelling zien tussen het als het ware negeren van de coassistent (‘op de OK in een hoekje wordt geduwd omdat je niets bijdraagt.’) en het besteden van aandacht aan de coassistent door te zorgen dat de coassistent meer kan zien. Uit de hashtags blijkt dat de inzender van de post het handelen van de hoofchirurg kan waarderen, hij of zij geeft zelfs aan later ook ze te willen zijn.

Uit de data blijkt dat medisch specialisten ook hun waardering kunnen uitspreken over de coassistent. Er zijn twee posts waarin dit gebeurt, één daarvan is post 771.

#771

Wanneer de specialist meerdermaals laat weten dat die jouw bijdrage bij poli waardeert en dat het echt tijd scheelt dat jij ook patiënten ziet #imatter#stanietindeweg#decoishandig

In post 771 wordt geen specifieke situatie besproken, maar wordt alleen een specifieke handeling van de medisch specialist besproken. Het compliment dat in deze post gegeven wordt staat in contrast met post 3 (paragraaf 1.1) waarbij de inzender juist het gevoel heeft niets nuttigs bij te kunnen dragen. De inzender van post 771 geeft in de hashtags aan dat hij of zij door het compliment van de specialist voelt dat hij of zij er toe doet (‘#imatter #stanietindeweg #decoishandig’) en dat deze coassistent iets nuttigs kan bijdragen.

De positieve ervaringen van de omgang van medisch specialisten gaan dus voornamelijk om het geven van aandacht aan de coassistenten, dit wordt zeer gewaardeerd. Daarnaast zijn er twee post gevonden waarin de medisch specialisten zelf lage/makkelijke taken uitvoeren en twee posts waarin de medisch specialisten aangeven dat ze de coassistent waarderen.

A(N)IOSen

Ook de ervaringen met A(N)IOS zijn volgens de coassistenten voornamelijk negatief, maar deze verhouding tussen positieve en negatieve ervaringen is minder scherp dan die van de medisch specialisten. In de dataset zijn 8 posts gevonden waarin een positieve omgang van de A(N)IOS beschreven wordt en 14 negatieve. Deze posts behelzen deels dezelfde thema’s als bij de omgang van medisch specialisten is gevonden, maar er zijn ook andere onderwerpen gevonden. Ten eerste geven A(N)IOS, net als medisch specialisten, aandacht aan de coassistent als individu, dit komt in de data drie keer voor, post 799 is hier een voorbeeld van. Naast de erkenning van de coassistent als individu zijn er ook, net als bij de posts over de omgang van medisch specialisten, A(N)IOS die waardering uitspreken over de coassistent. Dit komt in de dataset één keer voor, namelijk post 814. Tenslotte voeren ook A(N)IOSen soms makkelijke taken uit die de coassistenten ook zouden kunnen doen, dit komt in de dataset één keer voor, namelijk in post 401.

(24)

24

#799

Wanneer je je voorstelt aan de aios als ‘coassistent’ en deze vraagt “je hebt toch ook wel een naam?” #erkenning #geennummertje

#814

Wanneer je samen met je mede co constateert dat over een paar dagen er maar 3 van alle co en semi's op de afdeling zullen zijn en de AIOS achter je meld "Verdorie, maar dan moeten we het zonder jullie werk stellen." #waardering #wedragenwelbij

#401

Dat moment dat de AIOS aan ons (6 co's) vraag of we koffie willen en dat zelf gaat halen en komt brengen! #roomservice #hetkanduswel

Post 799 laat een contrast zien tussen hoe de coassistent verwacht dat de AIOS hem of haar zal zien (als een nummer) en hoe de AIOS de coassistent daadwerkelijk ziet. De inzender van deze post geeft aan erkend te worden en juist niet als een nummer gezien te worden (‘#erkenning #geennummertje’) terwijl impliciet uit de post duidelijk wordt dat de coassistent wel verwacht als een anonieme coassistent gezien te worden. Post 814 laat zien dat de AIOS impliciet duidelijk maakt dat coassistenten voor werkverlichting van de AIOS zorgen en het hem of haar daarmee makkelijker maken. Uit de hashtags blijkt dat de inzender zich door deze uitspraak gewaardeerd en erkend (‘#wedragenwelbij’) voelt. De AIOS haalt in post 401 koffie voor de coassistenten, terwijl dit, zoals in de paragraaf over negatieve ervaringen te zien zal zijn, vaak door de coassistent gedaan wordt. Ook door de laatste hashtag (‘#hetkanduswel’) wordt duidelijk dat het normaal gesproken anders gaat.

A(N)IOS kunnen naast de bovengenoemde categorie ook opkomen voor de coassistent na het handelen van een ander. Dit komt drie keer voor in de dataset, post 795 is hier een voorbeeld van. Door op te komen voor de coassistent geeft de A(N)IOS ook aandacht aan de coassistent als individu.

#795

Wanneer de arts assistent(en) het oneens zijn met je eindbeoordeling en je een hoger cijfer hadden gegund, en een van hen de supervisor belt om dit duidelijk te maken

#gottolovethem#cijferbleefonveranderd#gingomhetgebaar#voorbeeldvoorlater

Het handelen van de A(N)IOSen in deze post laat zien dat zij voor de coassistent opkomen na de beoordeling van de supervisor. Dit geeft aan dat de A(N)IOSen weten hoe de coassistent zijn of haar werkzaamheden heeft uitgevoerd en hier een hogere waardering aan zouden koppelen. Eén van hen onderneemt actie om dit duidelijk te maken aan de supervisor. Dat het cijfer niet veranderd wordt (‘#cijferbleefonveranderd’) maakt voor de coassistent niet veel uit. De inzender kan de actie van de arts-assistent namelijk waarderen (‘#gingomhetgebaar’).

Verpleegkundigen

Verpleegkundigen zijn de enigen van het medisch team waarvan meer positieve als negatieve ervaringen gepost zijn. 3 van de 5 posts over de omgang met verpleegkundigen is namelijk positief. De posts over de postitieve omgang van verpleegkundigen gaan voornamelijk over individuele aandacht voor coassistenten waarbij moeite doen voor de coassistent een grote rol speelt. 2 van ervaringen uit de dataset gaan hierover, zo ook post 644.

(25)

25

#644

Dank aan de verpleegkundigen die je met een glimlach de weg wijzen naar de afdeling, wc of koffie-automaat op je eerste dag. Dank aan de ok-assistentes die je vrolijk voor de 10e keer uitleggen hoe je ookal weer je steriele jas aan moet doen. En dank aan de arts-assistentes die je overal mee heen sleuren en je van alles leren. #positivity #julliemakenmijndag #dankbareco #wasiedereenmaarzo

De aandacht beschreven in post 644 wordt erg gewaardeerd. Dit blijkt uit alle dankwoorden in de post zelf, maar ook uit de hashtags (‘#positivity #julliemakenmijndag #dankbareco’). De laatste hashtag (‘#wasiedereenmaarzo’) laat zien dat dit echter niet overal zo gaat.

Naast het geven van individuele aandacht is er één post gevonden waarin de verpleegkundige een oprecht compliment maakt.

#545

Wanneer de verpleegkundige na jouw zelfstandige anamnese en neurologisch onderzoek bij een patiënt naar je toe komt omdat ze toch echt even kwijt moest hoe goed zij jou je werk vindt doen en dat ze dacht dat je de nieuwe aios was #mademyday #hetzithemindekleinedingen #liefdeterug

De verpleegkundige beschreven in post 545 vond het handelen van de coassistent zo goed dat hij of zij had verwacht dat de coassistent al verder was in de opleiding. De inzender van deze post is ontzettend blij met dit compliment, zo blijkt uit de hashtags.

3.2.2 Negatieve ervaringen

De positieve posts die in de vorige paragraaf beschreven zijn, staan in schril contrast met de negatieve posts. In veel van de positieve posts is al te zien dat van een negatieve instelling wordt uitgegaan en dat de coassistenten positief verrast zijn als iets anders verloopt. Net als in de vorige paragraaf wordt de onderverdeling medisch specialist, A(N)IOS en verpleegkundigen gemaakt. Hier wordt het medisch team aan toegevoegd, omdat niet in alle posts één persoon is van wie de coassistent een negatieve ervaring krijgt.

Medisch specialisten

Er zijn een aantal thema’s die naar voren komen wanneer gekeken wordt naar de omgang van medisch specialisten die negatief ervaren wordt. Het eerste thema is dat de er geen aandacht voor de coassistent als individu, wat in contrast staat met de ervaringen die in de vorige paragraaf besproken zijn. Er zijn in totaal 11 posts die ervaringen van coassistenten beschrijven die gaan over situaties waarin zij niet als individu worden gezien. Dat dit impact heeft op hoe de coassistent hierdoor zijn of haar eigen positie ziet, is te zien in posts 41, 443 en 698.

#41

Elke ochtend de prof passeren die je altijd genadeloos negeert, en toch vriendelijk goeiedag blijven zeggen #moetikooknogeensbuigenofzo#onderaandeladder

#443

Het moment dat je je netjes voorstelt aan de gynaecoloog, waarop ze antwoordt: 'whatever'� #okedanniet #beterthuiskunnenblijven

#698

Je hebt een lieve oude patiënte gezien op de polikliniek neurologie. Je hebt de casus vervolgens besproken met de neuroloog. Wanneer de patiënte de kamer van de neuroloog verlaat, stopt ze even en kijkt ze jou, 'de co', aan en zegt opgetogen "ik weet je naam nog hoor, het was ...!" Je voelt je

(26)

26

vereerd; voor het eerst heeft een patiënt werkelijk de moeite genomen om je enorm moeilijke naam te onthouden. Dit bijzondere moment wordt binnen een seconde vernield door de volgende opmerking van de neuroloog: "Oh, het is gewoon 'de co-assistent'." #opmijnIDstaattegenwoordigook'deco'

#ikbengeennummah

In deze posts komt naar voren dat de medisch specialist de coassistent negeert (post 41) of de coassistent niet als individu ziet (posts 443 en 698). Post 41, waarbij de professor de coassistent niet opmerkt, ervaart de coassistent dat hij of zij onderaan de ladder staat doordat hij of zij genegeerd wordt. Het zou ook kunnen zijn dat de professor in kwestie de coassistent te laat herkent of dat de professor de coassistent in een andere omgeving niet kan plaatsen. Zo ervaart de coassistent het echter niet, hij of zij heeft het gevoel genegeerd te worden. In post 443 wordt de coassistent niet erkend. Hij of zij stelt zich voor en krijgt een reactie terug die kortaf is. De coassistent meldt in de hashtag beter thuis te kunnen blijven, waaruit blijkt dat hij of zij zich niet van toegevoegde waarde voelt en door de behandeling van de gynaecoloog geen motivatie heeft. Bij post 698 wordt duidelijk dat deze inzender vaker als alleen coassistent gezien wordt, blijkt uit de hashtags. Vooral uit de hashtags van alle drie de posts wordt duidelijk dat de coassistenten voelen dat zij onderaan de hiërarchische ladder staan.

In post 502 negeert de medisch specialist de handelingen van de coassistent waardoor ook een patiënt benadeeld wordt.

#502

Dat moment dat je een uitgebreide anamnese en lichamelijk onderzoek hebt verricht bij een patiënt en je hebt verteld dat je dit allemaal gaat overleggen met de specialist. Waarna de specialist vervolgens zonder enig overleg de patiënt binnenroept en alles opnieuw vraagt. De patiënt die je aankijkt met wat is dit voor amateuristisch gestuntel… #ikkonerooknietsaandoen #krukjeofshame

#iigweldegoedevragengesteld

Doordat de specialist niet met de coassistent overlegt, moet de patiënt twee keer dezelfde vragen beantwoorden. Wat, zo maakt de coassistent duidelijk, amateuristisch overkomt. Het negeren van de coassistent zorgt er dus niet alleen voor dat de coassistent zich niet erkend voelt, wat ook in de bovenstaande posts naar voren komt, maar het kan dus ook de omgang met een patiënt beïnvloeden.

Naast het niet als individu gezien worden door de medisch specialist is er een ander onderwerp dat vaak besproken wordt in de dataset. Dit is dat de coassistenten met nutteloze of vieze taken opgescheept worden. In de dataset zijn er 6 posts die over dit onderwerp gaan.

#98

Ik dacht altijd dat co's als taak hadden koffie te halen voor de artsen, laatst werd het door het ziekenhuis lopen met twee pizzadozen. What next?

#99

Evaluaties krijgen waarin je systematisch opzoekwerk geprezen wordt terwijl je enkel kan herinneren dat je voor je stagemeester de merknamen van lidocaïne en de trein uren van de verbinding Budapest luchthaven - centrum hebt opgezocht omdat je stagemeester op citytrip gaat.

In posts 98 en 99 worden taken, pizza halen en het opzoeken van treintijden, beschreven die niets bijdragen aan het leerproces van de coassistent. Het zijn taken die men ook zonder een bachelor geneeskunde kan uitvoeren en daarom ook erg ondankbaar voelen voor coassistenten.

(27)

27 Er zijn ook posts die meer over de letterlijke positie van de coassistent gaan. Hierbij gaat het voornamelijk over een coassistent in de weg staat of juist niet. In post 703 evalueert de specialist het verloop van een operatie.

#703

Na het bijwonen van een bronchoscopie tijdens je week long. Patient aan de specialist: "hoe is het gegaan?" Specialist: "Ging goed! Dokter X (in opleiding) heeft de scopie uitstekend uitgevoerd, de assisterende verpleegkundigen deden het ook helemaal top en de co assistent heeft geen moment in de weggestaan!"

#lekkerdan #ooknoghetinfuusjegezetwaarhetroesjedoorheenging #terugopdeafdelingkendedepatiëntmenog

#715

Tijdens de OK per ongeluk een elleboog krijgen van de chirurg en nu rondlopen met een blauw oog

#kutco

In de hashtags van post 703 staat dat de coassistent baalt van de opmerking van de specialist (‘#lekkerdan’) en dat hij of zij meer heeft gedaan dan niet in de weg staan, de coassistent heeft namelijk een infuus gezet. De patiënt kent op deze manier de coassistent ook niet, waar dat op de afdeling wel zo was. De coassistent die post 715 ingestuurd heeft, kreeg een elleboog van de chirurg omdat hij of zij waarschijnlijk wel in de weg stond.

De feedback of beoordeling en de angst voor slechte feedback is een andere bron van nare ervaringen van de coassistenten. Vier keer wordt er iets gezegd over feedback of de angst voor een slechte beoordeling. Voorbeelden hiervan worden gegeven in posts 148 en 15.

#148

Niet meelachen met de grapjes van de chirurg en in je beoordeling te horen krijgen dat je een communicatieprobleem hebt. #voortaanmaarlachen

#15

het moment dat je je beseft dat de arts echt GEEN gelijk heeft en jij wel gelijk hebt maar je niet tegen hem in wil gaan omdat je een goede beoordeling van hem wil dus maar netjes zegt dat hij gelijk heeft

De coassistent die post 148 inzond, heeft van de chirurg te horen gekregen dat hij of zij een communicatieprobleem heeft. Volgens deze coassistent komt dat omdat hij of zij niet meelachte met de grappen van de chirurg. Of dit klopt is niet te bewijzen, maar de coassistent in kwestie geeft wel het advies om voortaan wel mee te lachen om nog zo’n beoordeling te voorkomen.

De coassistent in post 15 weet dat de arts ongelijk heeft, maar durft dit niet toe te geven uit angst voor een slechte beoordeling. In plaats van dan maar niets te zeggen, liegt deze coassistent om maar te voldoen aan de, in zijn of haar ogen, eisen van de arts. Daarmee houdt de coassistent zich in en laat niet zien het beter te weten.

Er zijn ook situatiebeschrijvingen gevonden waarin de coassistent zich ongemakkelijk voelt tegenover de specialist, in de dataset zijn hier drie voorbeelden van gevonden. Hieronder zijn twee van deze posts te zien waaruit de reden waarom coassistenten zich ongemakkelijk kunnen voelen, duidelijk wordt.

#465

Dat moment dat je je staat om te kleden in de gemengde kleedkamer in een bepaald UMC in het zuiden van het land en je opeens naast de mannelijke prof staat waarbij je zo nog een hele dag op OK moet staan. #50shadesofawkward #stajedaarinjebh

(28)

28

#714

Op mijn eerste stagedag op mijn nieuwe afdeling volgde ik mee met de dokter. Ze had het heel druk en met veel moeite kon ik haar bijbenen wanneer ze van de verpleegpost naar haar bureau liep om dan nog eens langs de patiëntenkamers te passeren en weer terug....tot ze op een gegeven moment ergens insloeg...en we ons plots samen in het toilet bevonden....sindsdien communiceert ze heel duidelijk wanneer ze naar toilet gaat.

In post 465 vindt de coassistent het ongemakkelijk om zich naast de mannelijke professor om te moeten kleden terwijl dit voor de professor waarschijnlijk een normale zaak is. Deze post toont iets aan wat voornamelijk voor de coassistent ongemakkelijk is en waar de medisch specialist niet veel last van zal hebben. Dit is anders in post 714. Dat het ook voor de dokter ook ongemakkelijk is, wordt duidelijk in de laatste zin. Ze communiceert nu duidelijk wanneer ze naar het toilet gaat, zodat het niet nog een keer kan gebeuren.

De laatste categorie gaat over get gegeven dat de coassistent naar behandeld of geplaagd kan worden. Hiervan zijn twee posts te vinden in de data waarvan de een (post 17) gaat op het plagen van een coassistent, maar bij de ander (post 784) wordt het gedrag van de specialist als naar opgevat.

#17

Het moment waarop de AIOS je dringend vraagt haar supervisor te bellen, maar de stem aan de andere kant van de lijn serieus zegt; 'ik kom lekker toch niet'. Je dit bericht met piepende stem en angst in de ogen aan de AIOS meedeelt, deze je aankijkt alsof ze je het liefst wurgen wil en 1 minuut later de supervisor de ruimte binnenstapt, je lachend aankijkt met een jij-moet-nog-veel-leren-blik, en vrolijk doet alsof je nog niet eens in staat bent een telefoontje te plegen.

#784

Wanneer je aan het eind van je coschap chirurgie een 8 krijgt 'omdat je zo guitig kijkt over dat mondmasker.'

Of die mannelijke patient die zegt: 'nou, ik zie wel dat ze hier alleen maar mooie dames aan nemen, lekker hoor al dat vrouwelijk schoon aan je bed.'

Grensoverschrijdend gedrag hoort erbij tijdens je coschappen/werk? #metoo

In post 17 plaagt de specialist de coassistent. In deze post wordt naar mijn mening de coassistent alleen een beetje geplaagd, het heeft verder geen consequenties voor iemand. In post 784 is dat anders. De coassistent krijgt een 8 voor het guitig over het mondmasker kijken. De inzender geeft aan dit grensoverschrijdend te vinden en vindt dit dus erg vervelend. Ik betwijfel of deze coassistent weet dat ‘guitig’ vrolijk betekent, dit kan namelijk verklaren dat zij de opmerking grensoverschrijdend vindt. Desalniettemin is het een hoge beoordeling die gegeven wordt op basis van uiterlijk en niet op basis van werkzaamheden. Daarnaast laat de coassistent duidelijk zien dat zij het als een vervelende opmerking ervaart.

A(N)IOSen

In de dataset gaan verreweg de meeste negatieve ervaringen over de omgang van medisch specialisten, maar er gaan ook behoorlijk wat posts over de negatieve omgang van A(N)IOSen. In totaal zijn dit er 14. Er zijn in de data een aantal thema’s gevonden die ook bij de omgang van medisch specialisten naar voren kwamen zoals het niet besteden van aandacht aan de coassistent als

(29)

29 individu en het geven van nutteloze taken, maar er zijn ook thema’s die alleen bij de A(N)IOSen aan bod komen.

Het niet als individu gezien worden komt in de dataset twee keer voor bij de omgang van A(N)IOSen. In de twee posts zijn situaties beschreven die ook bij de medisch specialisten naar voren kwamen.

#109

Werk je 8 weken heel fijn met een arts-assistent. Groet je hem/haar 3 maanden later en doet ze alsof hij/zij je helemaal niet kent. #Doetjegeheugenhetniet?

#749

Als je een leuk gesprek voert met de (perfect nederlands sprekende) marokkaanse dame die je uit de wachtkamer ophaalt, haar meeneemt daar de spreekkamer waar een toevallig marokkaanse AIOS zit, en vervolgens het hele consult van ruim een half uur gevoerd wordt in het arabisch #halloikbenerook #buitengesloten #tochmaararabischleren? #beetjemoeilijk

In beide posts wordt er op een verschillende manier geen rekening gehouden met de coassistent. In post 109 lijkt de arts-assistent de coassistent niet te herkennen en besteedt daarom geen aandacht aan hem of haar. Post 41 (besproken bij de medisch specialisten) is een soortgelijke post waarin de coassistent ook niet herkend wordt in een andere setting dan een bepaalde afdeling. Coassistenten ervaren dit negatief en voelen zich niet gezien. In post 749 voeren de AIOS en de patiënt een gesprek in een andere taal dan Nederlands waardoor de coassistent buitengesloten wordt (net als post 679). In de hashtags van deze post is te zien dat de coassistent zich genegeerd voelt.

Ook de A(N)IOSen geven volgens de coassistenten nutteloze taken. In totaal zijn er twee posts gevonden waarin dit onderwerp aan de orde komt. De ene post gaat over het halen van drinken voor de AIOS, de andere post (251) wordt hieronder besproken.

#251

Als de ANIOS (die ineens komt opdagen op OK en steriel mag staan i.p.v. jijzelf) haar telefoon gaat en je op moet nemen zegt: "ja dat is wel goed voor een co, kun je ook leren hoe je de telefoon op moet nemen." Ehm bedankt maar ik kan al bellen. #gelukkigmoestzedaarnaweg

De coassistent vat het gedrag van de ANIOS op als een belediging omdat hij of zij aangeeft wel te kunnen bellen en dit dus niet hoeft te leren. In deze post wordt de coassistent dus eerst wel betrokken, hij of zij mag steriel staan. Door de komst van de ANIOS wordt de coassistent echter aan de kant geschoven en wordt opgescheept met een makkelijke en (in de ogen van de coassistent) niet leerzame taak.

Uit drie van de posts blijkt dat de coassistent vaak de A(N)IOS volgt. Dit kan voor ongemakkelijke situaties zorgen zoals samen in het toilet staat, wat ook bij de medisch specialisten voorkomt, maar coassistent kan ook een bepaalde houding aannemen om de A(N)IOS maar niet het gevoel te geven achtervolgd te worden.

#53

Heel geïnteresseerd patiëntenfolders op de afdeling lezen als je staat te wachten op je aios om hem maar niet het gevoel te geven dat je hem achtervolgt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

elkaar komen!.. In het ondernemingsplan van Yalp staat duidelijk omschreven waar we met onze onderneming voor de komende jaren naar toe willen. Aan het begin van het jaar

Inmiddels zijn door de aangesloten landen in Europa twee niveaus voor Latijn en Grieks vastgesteld: Vestibulum en Ianua.. Het eerste niveau, Vestibulum, is geschikt voor

Net als TenneT heeft Elia ambities om de Safety Culture Ladder door te vertalen naar partijen buiten de eigen organisatie, de contractors. “Onze leveranciers merkten natuurlijk

Ik vind het fijn te zien dat de mensen bij Rouveen Kaasspecialiteiten zoveel plezier in hun werk hebben, een mooi compliment voor het bedrijf?. En wat een fantastische kazen

Daarbij is het (vanuit de wet Veiligheid op school en wet Meldcode) een verplichting om leerlingen te monitoren op hun sociale veiligheidsbeleving, sociaal-emotionele

Met het Zelenko protocol (combinatie hydroxychloroquine, zink en azithromycine) werden een 1000-tal Covid gevallen genezen, meestal in enkele dagen, met een success rate van bijna

De training Interactief Online overleggen is voor iedereen die zijn online gesprekken effectief en doelgericht wil voeren.. Deze training is bedoeld voor professionals die

 De leerlingen worden ’s morgens opgehaald door de docent van de eerste les en door de docent van de laatste les naar buiten begeleid;..  In de hal bij A04 desinfecteren