• No results found

FANTASTISCHE POLITIEKE GY NASTlEK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "FANTASTISCHE POLITIEKE GY NASTlEK "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 21 mei 1960 - No. 587

en

DEMOCIATIE

Pos i tie van de middenstand

<Zie pag S)

FANTASTISCHE POLITIEKE GY NASTlEK

"l.I. T a1meer gij, als leider van

"l' f een fractie van dertig, voet bij stuk had gehouden, was dit niet gebeurd. Ik geloof er niets van, dat, als een meerderheid van de Kamer zou zeggen, dat zij geen aanpassing van verkregen pen- sioenrechten wenst, zij haar wil niet zou kunnen doorzetten".

Aldus zouden wij de woorden kunnen samenvatten, welke prof.

Oud op de avond van de 22ste maart 1956 sprak bij de behande- ling van het ontwerp Algemene Ouderdomswet, zich in een fel en vurig betoog beurtelings richtend tot prof. Romme als voorzitter van de K.V.P.-fractie en tot mi- nistt:r SuurhofÏ.

Minister Suurhoff, de socialis- tische minister van Sociale Zaken, die niet alleen het "onaanvaard- baar" had uitgesproken over het amendement van onze geestver- want mr. Van Leeuwen, maar die ook nadrukkelijk was komen me- dedelen, dat hij zou aftreden wan- neer hetzij dat amendement zou worden aangenomen, hetzij de aanpassingsartikelen 61 en 62 zou- den worden verworpen en dat hij eveneens zou heengaan wanneer in die gevallen de Ministerraad toch nog zou besluiten, zich bij de beslissing van de Kamer neer te leggen.

Het einde was dan ook, dat de Kame:r het amendement-Van LeeuwerL dat de strekking had de reeds ingegane pensioenen in ieder geval uit te sluiten van een kor- ting wegens de invoering van het algemene ouderdomspensioen, met 24 tegen 60 stemmen verwierp.

Het aanpassingsartikel 61 werd nu aangenomen met. 59 tegen 25 stemmen. Met de V.V.D. stemden alleen de grote meerderheid van de A.R.-fractie, mr. Beernink als eenling van de C.H.-fractie, de S.G.P. en de C.P.N. tegen de "aan- passins" der pensioenen.

* * *

Die aanpassingsregeling noem- de pi'of. Oud een "vlek" op

ATTENTIE! ATTENTIE!

Luistert op vriidag, 27 mei a.s., over de zender Hilver- sum I ( 402 mI. van 19.30 -19.40 uur. naar

... DE STEM VAN DE V.V.D."

Spreker:

Sidney J. van den Bergh.

f I

pennmgmees er van ae

V.V.D.

Onderwerp:

,.Een antwoord aan dr. A. Vondeling".

het ontwerp en na aanvaarding van de wet is de V.V.D. deze aan- passing ook als een vlek op de wet blijven beschouwen.

In haar urgentieprogram voor de laatstgehouden Kamerverkie- zingen was dan ook onder punt 15 opgenomen: "De aantasting der verkregen pensioenrechten bij de invoering van de Wet op de Alge-

mene Ouderdomsverzekering be- hoort ongedaan te worden ge- maakt".

Uit de verkiezingsuitslag van 1959 resulteerde tenslotte het Ka- binet-De Quay, met drie liberale ministers, dat de lijn der overwe- gend onder socialistische invloed staande na-oorlogse Kabinetten op tal van gebieden heeft omgebogen.

Dat is, zij het met zekere geleide- lijkheid, voor nieuw te treffen maatregelen uiteraard mogelijk, maar moeilijker is het, in een aan- sluitende vroegere periode besliste en tot stand gebrachte wettelijke regelingen terug te schroeven of ongedaan te maken.

Niettemin sprak de heer Oud in zijn radiorede van 29 december 1959, in extenso opgenomen in ons blad van 2 januari 1960, de hoop uit, dat het nieuwe Kabinet bereid zou zijn, de aanpassingsgedachte prijs te geven.

Prof. Oud handhaafde zijn stel- ling van 1956, dat de gedachte orn andere pensioenen te gaan ver- minderen op grond van de toeken- ning van het algemene pensioen, verwerpelijk is.

De z.g. bodempensioenen, zo be- toogde hij, zijn bestemd te komen boven de andere inkomsten, die de oude van dagen of de weduv.'e mocht bezitten. Zij worden ook ge- geven aan hem of haar, die over meer dan voldoende inkomen uit anderen hoofde beschikt. Daarbii past het niet, dat de overheid haaÎ"

eigen dienaren in een uitzonde- ringspositie brengt.

En nu komen de verrassingen:

Op dinsdag 10 mei j.l. hield prof. Romme een radiorede, waar- in hij de kortingsregeling op de ambtenarenpensioenen in verband met de A.O.W. een "steeds pijnlij- ker wordend probleem" noemde en als zijn mening te kennen gaf, dat de herziening daarvan onder de loep diende te worden genomen.

En als een der mogelijkheden gaf hij daarbij aan een geleidelijke vermindering van de bestaande kortingsregeling.

Donderdag 12 mei schreef

"W andelganger" in een kort gele- den in "De Volkskrant" begonnen rubriek: "Parlementaria": "Nu prof. Romme voor de radio plan- nen heeft ontwikkeld om de pen- sioenen van de ambtenaren te verbeteren, rekent Den Haag er

vast op, dat minister Toxopeus de K.V.P.-eisen ruim zal inwilligen.

De liberalen kunnen niet bij de katholieken achterblijven" (!! !) Eén dag later, op vrijdag 13 mei, kwam dezelfde krant des ochtends met het bericht:

"Naar wij vernemen, zou de re- gering van plan zijn, de korting op de ambtelijke pensioenen - die wordt toegepast wanneer de ge- pensioneerde ook een algemene ouderdoms- of weduwen- en we- zen-uitkering krijgt - geleidelijk af te schaffen.

"Deze korting bedraagt thans 2 pct. per jaar tot een maximum van 80 pct. (bij 40 dienstjaren).

Het zou in de bedoeling liggen om, als eerste stap, het kortingsper- centage terug te brengen tot 1,3 pct., zodat de maximale uitkering (bij 40 dienstjaren) dus 52 pct.

wordt.

"In deze geest zou minister Toxopeus (Binnenlandse Zaken) onlangs voorstellen hebben gede-

poneerd bij de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken".

* * *

We laten nu maar in het mid- den of het elegant was, dat prof. Romme op dat ogenblik, toen in het georganiseerd overleg de voorstellen van minister Toxopeus reeds waren ingediend, met de bo~

ven vermelde speech en de daarin vervatte "verrassende" gedachte

kwam. ·

Maar dat, gezien de ieder beken- de, nimmer aflatende strijd van de V.V.D. tegen de pensioen-aanpas- sing en de vijf maanden geleden nog door prof. Oud gehouden radiorede, "De Volkskrant" plotse- ling glashard schrijft van "de K.V.P.-eisen", die "wel door minis- ter Toxopeus zullen worden inge- willigd", omdat "de liberalen niet bij de katholieken kunnen achter- blijven", kunnen wij niet anders be- titelen dan als een grove verdraai- ing der feiten. (vervolg op pagin~t 3>

POGING TOT ONDERGRAVING

liET ZAL WAARACHTIG NIET GAAN

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 21 MEI 1960 - PAG. 2

Versterking Defensie van Nieuw-Guinea

E en grote meerderheid van de Tweede Kamer is vorige week akkoord gegaan met een bescheiden versterking van de defensie van Nieuw- Guinea met het doel het eerste begin van een eventuele aanval te kunnen ke- ren in afwachting van internationale hulp waarop kan worden gerekend en voorts met de bedoeling het mogelijk te maken op te treden tegen infiltraties en agressies van beperkte omvang.

Een motie van de PvdA, waarin de regering werd uitgenodigd haar besluit in nadere overweging te nemen, werd met 47 tegen 71 stemmen verworpen. Al- leen de communisten en de PSP steun- den de socialistische motie.

De fractieleider van de PvdA, mr.

J. A. W. Burger, had er bij het begin van het debat op aangedrongen, dat de minister-president zou worden uitgeno- digd bij de discussies aanwezig te zijn, maar prof. dr. J. E. de Quay heeft er voor bedankt met zijn aanwezigheid het regeringsbesluit nog meer op te blazen dan de PvdA al deed. Hoe minder dei·- ning er over, hoe beter het is. De mant- regel heeft tenslotte alleen ten doel ern- stige conflicten te. voorkomen.

* * *

De versterking van de defensie van Nieuw-Guinea heeft als con.<óequc"- tie, dat ook dienstplichtigen zullen V<ror- den uitgezonden. In juli van het vorig jaar is die mogelijkheid door een wijzi- ging van de dienstplichtwet geopend.

Daarbij heeft de regering toegezegd het parlement omtrent een dergelijk besluit te zullen inlichten. Enkele weken gele- den heeft minister Toxopeus de verster- king van de verdediging van Nieuw- Guinea reeds aangekondigd. Het daarna meegedeelde regeringsbesluit, in een brief van 26 april aan de Staten-Gene- raal, kwarri dus niet als een verrassing.

Niemand hoefde te schrikken. Men was er op voorbereid.

Van verschillende zijden is er echter toch over geklaagd, dat de médedeling van het besluit min of meer sensationeel is. geweest en dat er weer gebrek aan psychologisch inzicht is getoond. Men is vooral gevallen over de aanhe'f van de brief: "De agressieve elementen in het

·buitenlands beleid van de Indonesische regering, gepaard gaande aan de verster- king van het militair potentieel van In- donesië, hebben de regering na diep-

Flitsen van het Binnenhof ( 1)

gaand beraad genoopt tot de conclusie, dat de versterking van de verdediging van Nieuw-Guinea geboden is." Meent men dat de oppositie, de PvdA, met een slappere formulering of met een over- voorzichtige motivering om toch maar niemand te doen schrikken, genoegen zou hebben genomen? Natuurlijk niet.

Dan zou het regeringsbesluit onverant- woordelijk zijn genoemd.

* * *

De woordvoerde:· van de KVP, de heer Moorman, ze1 echter toch, dat zijn fractie over de wijze waarop het besluit was aangekondigd, niet had kunnen juichen. En de heer Tilanus (CH) had zich afgevraagd of de regering niet ver- standig zou hebben gedaan. ook om on- nodig gedruis te voorkomen, tevoren de vaste commissie voor defensie in te lichten. Zou Indonesië dan anders heb- ben gereageerd dan nu?. Zouden Austra- lië en Amerika met een voorzichtiger formulering anders hebben gereageerd dan ze nu hebben gedaan (klacht van de PvdA)? Canberra en Washington zou- den om begrijpelijke politieke redenen ook dan hebben verklaard niets te weten van het Nederlandse besluit. Onaangena- me, maar helaas noodzakelijke beslui- ten zullen nooit met onverdeelde instem- ming worden ontvangen, hoe voorzichtig ze ook worden meegedeeld. Minister Visser zei over de aankondiging: "Ik had· het niet soberder kunnen doen dan ik het heb gedaan." Hij citeerde daarna een reeks (algemeen bekende) uitlatin- gen van vooraanstaande Indonesische autoriteiten, die geen twijfel lieten aan de agressieve gezindheid jegens Nieuw- Guinea. De heer Burger (PvdA) vond het overdreven daaraan zoveel waarde te hechten, maar de heer v.d. Veen(PSP) vond de Indonesische dreigingen duide- lijk genoeg, reden waarom hij hoopte, dat de regering de 'stem van de veront- ruste vaders en moeders zou verstaan.

Grote meerderheid in Tweede Kamer achter regeringsbesluit ..

Motie van PvdA (nadere overweging) met 47 tegen 71 stemmen verworpen • lange reeks agressieve Indonesische uitingen • Mili~

tair potentieel van Indonesië sterk uitgebreid • Aanpassing van on!e verdediging noodzakelijke plicht.

NIINISTER VISSER bondgenoten ingelicht

De regering heeft tevoren geen over- leg willen plegen met de vaste comm1s.s1e voor defensie, verklaarde minister Visser, omdat de regering voor 't zenden van versterkingen naar Nieuw-

Guinea een eigen, zelfstandige verant- woordelijkheid draagt en zij zelfs de schijn van vermenging van verantwoor- delijkheid heeft willen vermijden. Dat zei hij ook aan het adres van de heer Burger, die dit overleg had gewenst.

Een geruisloze versterking zou volgens de minister fout zijn geweest. Zij zou toch zijn gemerkt, waarna nationaal en internationaal de indruk slechter zou zijn geweest dan nu.

Door het zenden van de brief van 26 april zijn in ieder geval de Staten-Ge- neraal zo tijdig ingelicht, dat het parle- ment ruimschoots zijn controlerende be- voegdheden kan uitoefenen, want pas in augustus zullen de versterkingen worden uitgezonden. Omtrent de aard van die versterkingen zullen vertrouwelijke me- dedelingen worden gedaan in de vaste commissie voor defensie.

* * *

onze geestverwant, de heer Couzy, herinnerde er aan, dat in de Ka- mer herhaaldelijk bezorgdheid is uitge- sproken over de bescherming van Nieuw- Guinea. Als militair specialist noemde hij het overdreven, zoals de heer Burger had gedaan, over de noodzakelijke verster- king van de defensie te spreken als over een operatieve strijdmacht.

Het is de plicht van de regering, zei de heer Moorman namens de KVP-frac- tie, er zorg voor te dragen, dat de be- volking voor haar bescherming, en de

wat is een sjatoel met

IIT:f,JHaTIEïlfl ?

iedere goede inzender ontvangt een aardige verrassing. zendt uw antwoord aan

lony van heeswijk rc~umond

Deze Burger

heeft met instemming en genoegen gelezen, wat de heer Van den Bergh heeft te be1·de gebmcht over public 1·elations en politieke partij.

Eindelijk (dacht ik) komt nu een man van twee pmktijken- de volitie- ke en de comme1·ciële - zeggen wat mij 1·eeds zo Iang op het hdrt li.gt:

dat ook, en zelfs, een politieke partij gebruik -moet maken van de moderne ove?Tedingsmiddelen.

Public Relations is een groot woord en een onomschrijfbaar begrip.

TVi~ zou wagen die omschrijving te zoeken in het woord "reclame", knJgt de gehele public 1·elations-wereld loodrecht tegen zich. Het vuilste woord dat men p.r.-mensen kan toevoegen, is dat zij reclame-makers zijn. Iede1· z~in ponteneur en de pé-erders het hunne, al ben ik er nooit in geslaagd te weten te komen, waarom in hun wereld dat woord zo on-oirbaar is als een bedenkel~ike mop in een klooste1·.

Ik zeg ... dat zelfs een politieke partij gebruik moet maken van moderne ovenedingsmiddeien.

Men kan het wat drastischer zeggen: dat een politieke idee, hoe ideëel overigens ook, "verkocht" dient te worden. Net zo als zeep, sigaren, tandpasta en overhemden.

Natuurlijk zal de benadering van de "p1·ospect" of de adspimnt- kope1·, of mogelijk-partijlid uit een andere hoek, uit een andere gezind- heid en met een andere benadering dienen te geschieden, maar het doeL is hetzelfde als dat in de commerciële bmnche: er moet ver- en gekocht wo1·den en dit wel in zo groot mogelijke mate.

Er is een tijd geweest dat, in· de comme1·cie, het openbaar aandacht- vestigen op de voort1·efjelijkheid van eigen waM als schromelijke vul- gariteit gold onder het motto "goede wijn behoeft geen krans". Hoelang is 't helemaal geleden dat de bankwereld er, schoorvoetend, toe overging zichzelf, openlijk, zulk een krans te vlechten en op de slapen te drukken?

Ik vermoed dat er in partijk1·ingen (van welke denominatie ook) nog heel wat mensen te vinden zijn, die mijn vergelijking van hun heilig beginsel met tandpasta en sigaren - wanneer het op werving aankomt - banaal en vulgair achten.

Niettemin val ik de heer Van den Bergh met overtuiging bij, onde1·

één voorwaarde: dat zulk noodzakelijk public relations-werk geschiede door vakmensen en niet door een van de vele dilettanten die menen dit

"kunstje" ook wel te kunnen. Brave lieden, de goedheid van wier be- doelingen omgekee1·d evenredig is aan het resultaat hunner bemoeiin- gen. Wie zou erover peinzen zich van de blinde da?·m te laten .ontdoen doo1· de tandarts en wie zou zich een kies laten plomberen do01· de chirw·g?

Laat ik ten overvloede, en ten aanhare van ons aller vlijtige vriend Van Vlaardingen hier aan toe voegen, dat het werk van de partijpropa- gandist noodzakelijk blijft, naast het eventuele van de partij-relationist.

Zij best1·ijken twee verschillende ten·einen.

Dat onze V. V.D. zich ve1·zekere van de medewerking van een P.R.-man is een volst?·ekte en elementai1·e noodzakelijkheid naar cle stellige ove1·tuiging van

-

strijdkrachten te land en ter zee voor be- scherming en tactische samenwerking, een luchtmacht in Nieuw-Guinea ter be- schikking krijgen, die binnen ons vermo- g.en en binnen de gl'lenzen van onze ver- antwoordelijkheid jegens de NAVO, het moederland en de rijksdelen in het wes- telijk halfrond blijvend, zo goed moge- lijk is.

De bewoners van Nederlands Nieuw- Guinea, zei de heer Tilanus (CH), heb- ben recht op bescherming en de rege- ring heeft de plicht daarvoor te zorgen.

Deed ze dat niet, dan verzaakte de re- gering haar primaire plicht.

Versterking van de defensie van Nieuw- Guinea is onze plicht, verklaarde ook de heer Roosjen (AR), omdat wij volgens het handvest der Verenigde Naties de verantwoordelijkheid voor Nieuw-Guinea dragen.

De woordvoerders van de pa1·tijen met geestverwanten in het kabinet betuigden aldus eensgezind hun instemming met het regeringsbesluit.

* * *

De heer De Kadt IPvdAJ noemde het besluit echter een politieke

"blunder vari de eerste rang" als gevolg van een onbekwaam beleid.

Het voornaamste bezwaar van de heer Burger (PvdA) bleef tenslotte, dat Ne- derland ten aanzien van Nieuw-Guinea een eigen, nationale politiek voert en plompverloren op klompen door de in- ternationale porseleinkast loopt. Ameri- ka tracht Indonesië aan de invloed van het wereldcommunisme te onttrekken door het wapenen te leveren. Die groot- se, wereldpolitieke visie doorkruist Ne- derland nu met een nationale politiek, die een situatie schept waardoor men tenslotte zal moeten zeggen: nu kunnen we toch heus niet anders dan vechten.

Minister Visser antwoordde, dat onze NAVO-bondgenoten over de voorgenomen versterking van de defensie van Nieuw- Guinea zijn ingelicht. Daarover heerst geen onenigheid. Er is ook instemming betuigd.

Wij moeten in staat zijn, zei hij, de bevolking van Nieuw-Guinea afdoende bescherming te bieden. Natuurlijk kan Nederland dat niet alleen, maar wij moe- ten de defensie zo organiseren, dat in- ternationale hulp, waarop wij kunnen re- kenen, effectief kan zijn. Als wij zelf niets doen heeft die hulp geen zin. Weer- loosheid zou een aanmoediging kunnen zijn Nieuw-Guinea aan te vallen. Een voldoende defensie werkt preventief.

Bij herhaling maakte de minister er op attent, dat de versterking van de ver- dediging van Nieuw-Guinea van beschei- den betekenis is, een aanpassing aan de gewijzigde omstandigheden, zoals ook vo- rige kabinetten de defensie daarbij heb- ben aangepast.

V oor het argument van de regering, dat versterking van de verdediging van Nieuw-Guinea mede noodzakelijk is vanwege de uitbreiding van het militaire potentieel van Indonesië, beriep minister Visser zich op het betoog van oud-staats- secretal'is Mom·man, die had gezegd:

Wij hebben met bezorgdheid de groei der Indonesische strijdkrachten sedert 1957 gevolgd. Die g•·'lei hield oorlogsmid-

DE KADT politieke blunder

delen in die zeker niet meer konden verantwoord als wapenen ter uitsluiten- de handhaving van rust en orde in de eigen archipel.

Onder de 34 schepen die Indonesië van 1957 tot nu van het Oostblok en de westerse mogendheden (onze bondgeno- ten: de V.S., Italië, West-Duitsland en Engeland) ontving, bevonden zich onder- zeeboten, moderne korvetten en fregat- ten, alsmede motortorpedoboten.

De landmacht kreeg uitrustingen voor valschermtroepen en de Indonesische luchtmacht ontving van Oost en West bijna 200 vliegtuigen, waaronder enige tientallen Mig-straaljagers en 30 Ilyus- hin-straalbommenwerpers, alsmede een twintigtal transportvliegtuigen.

Aanpassing van leger en marine aan de gewijzigde omstandigheden is dus wel noodzakelijk om onheil te voorko-

men. V. v.D.

(3)

VRIJHEID EN DElUOCRAT'IE 21 l\'IEI 1960 PAG. 3

Jaarverslag Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond

Op het gebied van het vestigingsbeleid

weinig voortgang gemaakt werd

Nog een moeilijke positie voor de kleine zelfstandige ondernemer

In het jaarverslag van de Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond over 1959 merkt de bondssec:retaris, de heer H. Grevestuk, op, dat na de bestedingsbeperking de kentering ten goede zich krachtig heeft voortgezet, hetgeen ook het midden- en kleinbedrijf een stimulans zal geven. In 1950 was het aandeel van de middenstand in het nationale inkomen 18,6 procent, in 1956 17,9 procent, een zeer geringe teruggang dus, die op zichzelf nog geen ernstige zorgen behoeft te geven al dient men wel bedacht te zijn op de teruggang van het midden- en kleinbedrijf ten opzichte van de grote bedrijven.

De kleinere, zelstandige ondernemer heeft, het niet gemakkelijk, indien hij zijn functie goed wil uitvoeren. Hij moet zich zeer grote opofferingen getroosten, juist in deze zo uitzonderlijk dynamische tijd, om zijn bedrijf in het geheel bij te doen blijven.

Hij dient zich te wapenen en voor te bereiden ten aanzien van de komende ontwikkelingen. De middelen die hem daarvoor ter beschikking staan, zijn tal- rijk; een verantwoord prijsbeleid, markt-- onderzoek, goede inrichting, service, zui- nig bedrijfsbeheer, verstandige investe- ringen, goede instructies voor het perso- neel, werkplanning, administratief over- zicht, doelmatigheid en een zo zuiver mo- gelijk bedrijfsbeheer.

Het gevaar, dat juist in een tijd van goede conjunctuur deze zaken over het hoofd worden gezien, is niet gering.

Het midden- en kleinbedrijf is te lang beducht geweest voor grote maatschap- pelijke ontwikkelingen, heeft te vaak de- fensief bescherming gevraagd en gezocht, maar het heeft de kracht en de macht om zelf in de aanval te gaan" zelf deel te hebben aan de grote expansie van deze tijd.

Al loopt in verscheidene branches het aantal vestigingen terug de mededinging onderling spitst zich toe, mede door een zich steeds verder ontwikkelende paral- lellisatie enerzijds en specialisatie ander- zijds.

Ook internationaal begint concurrentie op te treden en de ontwikkeling van de Europese gedachte zal deze nog in sterke mate doen toenemen. Niet voor niets is de integratie van het midden- en klein- bedrijf een essentieel deel van het ge- voerde beleid. Niet voor niets zoekt· men de wegen, die zelffinanciering mogelijk maken, bijvoorbeeld door fiscale en doel- treffende kredietvoorzîeningen. Daar- naast zal de economische weerbaarheid door het verstrekken van de zo noodza- kelijke voorlichting in elke vrije organi- satie een immer terugkerend thema moe- ten zijn.

Loonbeleid

Het tekort aan arbeidskrachten in het overgrote deel. van ons land doet een ernstige strijd om mankracht ontstaan, die soms ontaardt in het geven van een over- trokken al dan niet zwart loon. In het bijzonder de meer gedifferentieerde loon- politiek kan hier een gevaarlijke over- trekking van de lonen en dus van de be- steding doen ontstaan.

Een goed reëel inzicht is hier noodzake- lijk bij alle ondernemers, doch ook bij de werknemers. In het bijzonder in het mid- den- en Jdeinbedrijf dient men zich te realiseren, dat beperkte loonverschillen niet direct een groot verloop van perso- neel behoeven te includeren.

Er zijn nog wel andere middelen om personeel met plezier te doen werken.

Juist in het midden- en kleinbedrijf kun- nen de menselijke verhoudingen veel be- ter tot hun recht komen dan in de grotere bedrijven. Zo ooit dan is er nu een nood- zaak aanwezig om werknemers en werk- gevers gezamelijk te doen streven naar resultaten verbetering.

Bij het optreden van grote verschillen in beloning is bij de grote verwevenheid van bedrijfstakken een verloop van per- soneel uit bedrijfstakken, welke niet tot onmiddellijke loonsverhogingen kunnen overgaan, naar bedrijfstakken, waar dit wel kan geschieden niet denkbeeldig.· In het desbetreffende overleg van het be- drijfsleven met de overheid heeft de K.N.M.B. op dit gevaar nadrukkelijk ge- wezen, waarbij onder meer naar voren is gebracht dat er bedrijfstakken Zijn die achter zouden geraken en toch een on- misbare functie vervullen in het totaal van onze economie.

Men mag niet de gehele structuur van onze maatschappij wijzigen, hetgeen zou kunnen gebeuren, indien bepaalde be- drijfstakken een al te grote zuigkracht op het werknemerspotentieel onbelemmerd kunnen gaan uitoefenen. Men kan het ambacht en de verzorging niet utschake-

len, door een al te rigoreuze verstoring van het evenwicht. Men dient dan ook te bedenken, dat bij de huidige schaarste op de arbeidsmarkt al te grote verschillen moeten worden vermeden. Dat neemt niet weg, dat het grote nut nut van het ver- mijden van prijsverhogingen voor zover dat mogelijk is en zelfs eventuele prijs- verlagingen niet uit het oog mogen wor- den verloren. Het tegengaan van inflatie betekent immers welvaartsverbetering voor iedereen.

Prijsbeleid

Bij het overzien van het prijsbeleid in het verslagjaar is dit uiteraard niet los te denken van het hiervoren genoemde loon- beleid.

Een aantal branches in midden- en kleinbedrijf wordt nog bij voortduring ge-

confronteerd met een zeer strak prijsbe- leid, waarbij voortdurend vóór-overleg met' het ministerie van Economische Za- ken noodzakelijk is. Dit geldt met name voor verschillende branches, waar dage·

lijkse levensbehoeften worden v .Jrhandeld en de brandstoffendetailhandeL

Voor de overige bedrijfstakken wordt nu sedert oktober 1958 een wat vrijer prijsbeleid gevolgd. Men behoeft niet van te voren overleg te plegen over prijs- wijzigingen. Het vooroverleg is vervangen door prijsbewaking en repressieve con- trole.

Dit heeft geleid tot een vrijwillige prijs- meldingsprocedure voor de ondernemer, welke onder de huidige omstandigheden aanvaardbaar is.

<Vervolg op pag. 5 onderaan)

V.EROUDERD TAAL<;EBRUlK

"Nodig is een grote dosis hu~

mor", zo zei onlangs, blij~

kens een verslag in De Telegraaf, prof. dr. C. A. van Peursen, tijdens een congres voor hogere ambtenaren op Woudschoten.

De hooggeleerde brak voorts de staf over het ambtelijke taalgebruik en gaf als staaltje hiervan een brief van het ministerie van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen waarin stond: "In vóuwe dezes gelieve u te ontwaren ... ''

"De moderne specialisatie", aldus vervolgde de hoogleraar, "leidt tot ambtelijk en wetenschappelijk vak- jargon, waardoor een babylonische spraakverwarring ontstaat. We moe- ten .~erug naar de gewone menselijke taal .

Deze woorden zijn ons uit het hart gegrepen.

Trouwens, wij vragen ons af, of deze kritiek eigenlijk alleen wel op

het ambtelijke leven van toepassing is. Ook in het zakenleven vindt men in de correspondentie nog veel onno- dige franje al is er gelukkig in dit opzicht, vooral na de tweede wereld- oorlog, een aanzienlijke verbetering te constateren.

Wij vragen ons voorts af, of een vereenvoudiging in de privé-sfeer geen overweging zou verdienen. Wij denken b.v. aan het "weledelzeerge- leerde heer", waarbij het bepaald eenvoudiger is de weledelzeergeleer~

de gewoon aan te schrijven met Dr.

zus en zo.

Hierin zit niets denigrerends. Inte~

gendeeL Het is alleen rationeler en praktischer. Ook het "weledelgebo- ren heer" raakt uit de tijd om niet te spreken van het vis noch vlees bevat- tende predicaat "weledele heer".

En zo valt er ook buiten om nog wel wat te vereenvoudigen. Wij Ie- ven, zo dachten we in een moderne samenleving.

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll 11 I 11 lillil 11 1111111111111111111111111111111111111111111111

(Vervolg van pag. 1)

Maar er is nog meer in dat stuk van "De Volkskrant"

te genieten.

Men weet, hoe dit orgaan van de K.A.B. niets heeft nagelaten om in de dagen van de Kabinetsforma- tie het tot stand komen van het Kabinet-De Quay te bemoeilijken en te verhinderen.

En sinds dit Kabinet z o n d e r socialisten en m e t liberalen toch tot stand is gekomen, wordt iedere naar het oordeel van dit katholieke blad daartoe geschikte gelegenheid aangegrepen om de positie van dit Kabinet te ondergraven.

Medewerkers als "Wandelgan- ger" doen dat bij voorkeur door giftige pijlen af te schieten op de liberale ministers. Dat gebeurt ook weer in het bedoelde stuk.

Het besluit der regering om tot enige versterking van de defensie van Nederlands Nieuw-Guinea over te gaan, werd, naar men weet, na de verdediging van dit besluit door minister Visser, indirect door de Tweede Kamer goedgekeurd door de verwerping van de motie- Burger, welke de regering had wil- len verzoeken, dit besluit "op- nieuw in overweging" te nemen,

En hoewel de K.V.P.-fractie unaniem aan deze verwerping mee- werkte, heet het, dat de verdedi- ging van zijn beleid door "de 52- jarige liberale minister van Defen- sie ir. Visser" indrukwekkendbeid miste. De aanleiding tot deze slech- te geluimdbeid van de schrijver vormt duidelijk het snedige ant- woord, dat de minister op een in- terruptie van oud-minister Suur- hoff gaf.

Maar hoe durft een liberale mi- nister zich te weren tegen een oud- lid van het Kabinet-Dreen, welks verdwijning "De Voll::skrant" nog altijd tranen in de ogen brengt?

* * *

De volgende, die dan een beurt krijgt, is minister Toxopeus.

Daarmee heeft "De Volkskrant"

blijkbaar nogal moeite. Die doet het kennelijk te goed.

Men luistere slechts: "Niemand twijfelt eraan, dat de 42-jarige Bredase liberaal mr. Toxopeus, die Binnenlandse Zaken bedisselt, het- zelfde bedoelt als de heer Visser, maar hij doet het handiger. Van de anti-revolutionaire bewaarder van de schatkist, prof. Zijlstra, weet hij geld los te krijgen om Sinterklaas

te spelen bij een half miljoen amb- tenaren, dat goed is voor heel wat Kamerzetels".

Na dan de "eis" van prof. Rom- me omtrent de ambtenaren-pen- sioenen te hebben vermeld, die wel door de liberale minister zal moe- ten worden ingewilligd ( ! ) , eindigt het fraaie verhaal met een fantasie over de "mogelijke opvolger van prof. Oud als liberale leider" - al evenzeer een geliefkoosd thema voor "De Volkskrant".

De heren Korthals en Van Riel werden al eerder als "kroonprin- sen" gedoodverfd, maar nu is er in de fantasie van "De Volkskrant"

nog een derde kandidaat-kroon- prins bijgekomen: mr. Toxopeus.

Indien althans: hij "de alom ver- wachte smak weet te vermijden".

Over die "smak" is al een ver- haaltje vooraf gegaan. Het luidt aldus: "Minister Toxopeus huppelt met de soepelheid van een sport- man (hij tennist, schaatst, hockeyt en padvindert) over de grootste problemen. De omstanders kijken hoopvol of angstig (al naar gelang hun politieke instelling) toe. Zij denken: "Vandaag of morgen maakt hij een verschrikkelijke smak. Dit blijft niet goed gaan".

- - - - · - - -- - - · .

Maar minister Toxopeus is (nog).

niet gestruikeld".

* * •

Wij zullen het hierbij laten.

Alleen het opschrift boven dat verhaal is niet gek. We hebben het gaarne overgenomen. Het luidt:

"Fantastische politieke gymna- stiek" en is inderdaad zeer toepas- selijk.

Het is dit soort gymnastiek, dat zoveel katholieken zich van de K.V.P. heeft doen afwenden en naar de V.V.D. heeft doen over- gaan.

In zoverre kunnen wij deze poli- tieke gymnastiek eigenlijk nog er- kentelijk zijn. Hoe meer van dit soort gymnastiek door "De Volks- krant" wordt beoefend, des te meer katholieken zullen het voorbeeld van vele duizenden van hun ge- loofsgenoten volgen en hun poli- tieke vertrouwen in het vervolg

!Teven aan de V.V.D.

"' "De Volkskrant" heeft mij ten- slotte naar de V.V.D. gejaagd", hebben wij al menigmaal van ka- tholieke V.V.D.-ers vernomen.

Zo kan "De Volkskrant" haars ondanks, nog een van onze beste propagandisten worden.

A.W. A.

(4)

VRIJimiD EN DEMOCRATIE 21 MEI 1960 - PAG. I

Kernproblemen van de Middenstand

Een van de ernstigste problemen :.! waarvoor de middenstand zich ziet gesteld, is dat van de opvolging. Dat be- toogde onze geestverwant, de heer J. G.

H. Cornelissen, vorige week in de Tweede Kamer bij de behandeling van de tweede middenstands nota.

Er melden zich veel te weinig jonge mensen aan, zei hij, die geschikt zijn om de in de rijen van de middenstanders openvallende plaatsen in te nemen, met het gevolg, dat het voortbestaan van vele rendabele middenstandsondernemingen in gevaar komt.

Er is bij de jongeren te weinig belang- stelling voor het middenstandsbed1·ijf.

Voorzover de belangstelling er is, ont- breekt het hun aan kijk op het onderne- merschap, aan voldoende ondernemers.

kennis en vaak ook zelfs aan minimaal kapitaal.

Vele jongeren, zoons en dochters van middenstanders, keren de middenstand de rug toe, omdat zij daar geen perspec- tief zien. Anderen, die wel belangstelling hebben, doch niet voor krediet via de diverse waarborgfondsen in aanmerking komen, omdat zij niet over voldoende kennis en niet over enig kapitaal be- schikken, nen>en op een verkeerde en on- verantwoordelijke manier zaken over.

Zij werken met een opeenstapeling van kleine, kortlopende leningen, die meestal direct opeisbaar zijn en zij ko- men vaak reeds na korte tijd in de groot- ste moeilijkheden.

Anderen verkijken zich, door hun ge- brek aan kennis en inzicht, op de winst- mogelijkheden van het bedrijf, betalen een veel te hoog bedrag voor de goodwill en zien dq.fl,rdoor maar al te vaak hun carrière als ondernemer snel en definitief beëindigd.

}< "' *

Dit probleem zou in de kern kunnen

· worden aangepakt door in aan- sluiting op de jeugdspaarregeling te ko- men tot instelling van een perspectief- fonds voor jonge middenstanders, gecom- bineerd met een opleiding tot onderne- mer.

Voor de opzet van dit perspectieffonds, waaraan elke jongere, die ambitie heeft voor het ondernemerschap, moet kunnen deelnemen, is door de secretaris van het algemeen waarborgfonds· een plan uitge- -dacht, dat ter kennis is gebracht van de

verschillende kredietinstanties, de bestu- ren van de middenstandsbonden en ook

Spfjtoptanten

Onze geestverwant mr. R. H. ba- ron De Vos van Steenwijk, lid van de Eerste Kamer, heeft de volgen- de schriftelijke vrag;en gesteld aan de minister van Justitie:

1. Is het waar, dat vroegere Ne- ~

derlanders, die door optie het In- ~

donesische staatsburgerschap meen- den verkregen te hebben, thans gedwong;en worden hun optie bin- nen een gestelde termijn en tegen betaling van een bepaald bedrag gerechtelijk te doen registreren, bij het nalaten waarvan zij niet als In- donesische staatsburgers worden beschouwd, met als gevolg o.a. ont- slag uit overheids- en semi-over- heidsdienst en uit betrekkingen bij genationaliseerden bedrijven?

2. Zo ja, is het de minister dan bekend, dat door een dergelijke ' maatregel inzonderheid de spijtop.

t · tanten, in het bijzonder zij, aan wie

~ een visum voor Nederland ,.voors- f hands" niet wordt verle.end, voor f onoverkomelijke moeilijkheden ge- : plaatst worden, omdat het voo'r de

registratie vereiste bedrag van 2500 roepiahs vaak niet kan word.en be- taald en bij die registratie de eis wordt gesteld, dat zij zullen afzien van aanvraag van een toelatings- visum voor Nederland?

3. Is de minister in verband daar- mede bereid voor de spijtoptanten, die een visum verzocht hebben en daarvoor in aanmerking komen, een tijdige toelating in Nederland te bevorderen?

J. G.' H. Cornelissen: opvolging in middenstandsbedriif baart :zorg • Minimumbedrag (3000 gulden) voor investeringsaftrek te hoog - Autobusstations uitzonderen van bepalingen winkelslui- tingswet -M. Visser: PBO leeft niet bij belanghebbenden • Dwang·

organisatie die alleen maar geld kost zonder tegenprestatie • Ontwikkelingsmogeliikheden niet forceren.

J. G. Il. CORNELISSEN ... . perspectief fonds ... .

ten departemente van Economische Za- ken is gedeponeerd.

In de winkelsluitingswet zijn speciale uitzonderingen gemaakt voor de stationsgebouwen van de Nederlandse Spoorwegen. De heer Cornelissen is van mening, dat deze uitzonderingen zich eveneens dienen uit te strekken tot de stations van bepaalde autobusdiensten en overstappunten.

De autobusdiensten hebben een zoda- nige uitbreiding ondergaan, dat zij in vele gevallen gelijk gesteld kunnen wor- den met de Spoorwegen, zodat er alle reden is aan de wensen van het publiek tegemoet te komen. Staatssecretaris Veld- kamp verklaarde zich dinsdag j.l. bereid advies te vragen aan het hoofdbedrijfschap voor de detailhandel.

Terloops merkte de heer Cornelissen op, dat de Koninklijke Nederlandse Mid- denstandsbond en het Koninklijk Neder- lands Landbouw Comité afwijzend staan tegenover de algemene kinderbijslag- regeling en hij maakte bezwaar tegen de onvoldoende controle op de vestigingswet, hoewel hij nadrukkelijk ten overvloede nog eens zei, dat hij niets voelt voor in- voering van het behoefte-element. Vooral in het Oosten van het land wordt tegen overtredingen van de vestigingswet met zijn eisen van vakbekwaamheid en kre- dietwaardigheid, bijna niet meer opge- treden of er wordt volstaan met een geld- boete.

Staatssecretaris Veldkamp deelde mee, dat in 1959 de rechter nog 38 maal de stillegging van een bedrijf heeft bevolen wegens onrechtmatige vestiging.

* * •

In het algemeen vroeg de heer Corne- Iissen aandacht voor de fiscale po- sitie van het middenstandsbedrijf. Hij drong er op aan de mogelijkheid van be- lastingaftrek voor het meewerken van de gehuwde vrouw te verruimen. Het bedag van ten minste 3000 gulden om voor de investeringsaftrek in aanmer- king te komen, vond hij te hoog.

Een investering van bijvoorbeeld drie- honderd gulden, zei ook onze geestver- want de heer M. Visser, kan voor een kleine ondernemer veel zwaarder wegen dan welke investering ook voor een groot bedrijf. De kleine ambachtspatroon zal

juist bedragen van duizend gulden of minder moeten investeren als hij met zijn tijd mee wil gaan.

Staatssecretaris Veldkamp deelde mee dat het minimum bedrag van 3000 gulden nog dit jaar zal worden verlaagd.

'* * *

Wat de PBO betreft, merkte de heer Visser op, dat deze in de ambach- telijke sector nog maar slecht ontwikkeld is. Zeer belangrijke groepen zijn nog steeds niet aangesloten bij het hoofdbe- drijfschap.

Dat komt, zei onze geestverwant, om- dat de PBO niet leeft bij de betrokkenen.

Voorzover men via een bedrijfschap er mee te maken heeft, voelt een niet gering deel het als een dw:mgorganisatie, die alleen maar geld kost, zonder dat er iets voor terugkomt.

Nu wil ik direct wel verklaren, aldus de heer Visser, dat ik het met dit laatste niet helemaal eens ben en dat er inder- daad wel mogelijkheden zijn voor een ge- coördineerd optreden. Ik denk bijvoor- beeld aan research en voorlichting. Het speelt zich echter alles te veel af in enge kring.

Men voelt zich er niet bij betrokken en

--~-;~

Binnenhof ( ll) i

als er al eens wat naar buiten blijkt, dan menen de vrije organisaties, dat hun po- sitie wordt ondergraven, want ook in de vrije organisaties zijn het maar enkelen (en dan voornamelijk degenen, die wat nauwer betrokken zijn bij de bedrijf- schappen) die PBO-gezind zijn.

* * *

De kern van het probleem is, dat de bedrijfsgenoten te ver af staan van degenen, die besluiten moeten nemen.

Men weet niet wat er is voorbereid, er is te weinig openbaarheid bij de publiek- rechtelijke organen en in tegenstelling tot de vrije organisaties heeft men geen en- kele invloed op de besluitvorming.

Er zal niet gestreefd moeten worden naar kwantitatieve uitbreiding van de PBO. Wil men het bedrijfsleven werkelijk een zelfbesturende functie verlenen, dan zal men in de eerste plaats moeten na- gaan of de reeds bestaande organen zo- danige taken kunnen worden opgedragen, dat het bedrijfsleven zelf deze organen als een verlengstuk van het bedrijf kan zien.

Van een afronding van het midden- standsbeleid is in dit opzicht nog geen sprake. Na tien jaar verkeert de PBO nog steeds in het experimentele stadium.

Wil men verder gaan op de weg der PBO, dan zal men het bedrijfsleven meer moe- ten betrekken bij de werkzaamheden.

Hoe? Dat is de vraag. Maar men forcere niets.

Evenals de heer Cornelissen reeds in het algemeen had gedaan, maakte de heer Visser er op attent, dat juist in het ambacht en het kleinbedrijf de vrijere loonvorming de ondernemers voor zeer grote problemen heeft gesteld.

Bij deze vrijere loonvorming was uit- gangspunt, dat loonsverhoging voor het personeel moest worden opgevangen door

SHIRTS

(ook in grijs)

in 3 mouwlengten

ook in NO IRON vanaf in DACRON (3 mouwlengten)

DEN HAAG

19/5 35.--

Laan van Meerdervoort 280a • Telef. 336418

produktiviteitsstijging. Daarom diende men er rekening mee te houden, dat in elk geval per 1 april jl. een compensatie voor huurverhoging en verlaging melk- subsidie, moest worden opgevangen zon- der prijsverhoging.

Het lijkt er op, dat het belang van vele kleinen is opgeofferd aan dat van de grote ondernemers, die voornamelijk zijn ge- vestigd in de randstad Holland. Voor hen betekent loonsverhoging veelal verlaging van zwart loon. Voor zeer arbeidsinten-

sieve bedrijven, die werkzaam zijn in de onderhoudssector, is het een zeer motzi- lijke opgave de kostenverhoging op te vangen met produktieverhoging.

In het overgrote deel van ons land wordt onderhoudswerk uitgevoerd tegen prijzen, die zijn gebaseerd op het uurloon.

Het is nog steeds een open vraag of de aan de cliënt in rekening te brengen uur- lonen nu bevroren blijven op het bedrag, dat vóór 1 april jl. in rekening mocht worden gebracht, of dat de berekening is toegestaan op basis van het nieuwe uur- loon met dezelfde opslag voor sociale las- ten en hetzelfde winstpercentage als voorheen.

Tet publiek meent, dat de uurprijs niet verhoogd mag worden en het bedrijfsle- ven is hierover verdeeld van mening.

Persoonlijk meende de heer Visser, dat de uurlonen bevroren zijn. Dat betekent, dat praktisch elke ambachtspatroon twee- derden van de winst, die totnutoe per week aan een werknemer werd verdiend, nu verloren ziet gaan.

• * •

Dat zit zo. De kostprijs voor schilder- werk enz. bedroeg vóór 1 april- 'in een tweede klas gemeente inclusief 20 procent winst op het basis-uurloon, f 3.64 per uur of f 174.72 per week. De ingecal- culeerde winst is dan 20 procent van het basis-uurloon à f 95 per week of f 19.

Bij de nieuwe uurloon-calculatie, waar- in hetzelfde bedrag van f 19 is aangehou- den, komt men aan een uurloon van f 3.90 of per week f 187.07. Dit zou dus beteke- nen, dat de kostprijs voor de ondernemer met f 12.35 stijgt en de voormalige winst van f 19 is verminderd tot f 6.65 per man per week.

M. VISSER ... bevroren uurlonen ... .

Dit kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn geweest van de vrijere loonvorming en het meedelen in de gestegen welvaart door de werknemers. In wezen is het toch zo, dat als de produktiviteit is verbeterd, deze rechtstreeks aan de cliënten ten , goede kwam doordat men de werkzaam-

heden in kortere tijd en tegen minder uren loon verricht zag.

Het moet dan toch verantwoord wor- den geacht, dat de uurloonprijs evenredig stijgt. Deze uurprijs-verhoging betekent geen kostprijsverhoging voor de cliënt.

Het is vooral voor de kleine ondernemer van het grootste belang, dat van rege- ringswege hierover op de kortst mogelijke termijn• een duidelijke uitspraak komt.

Duizenden zijn hierbij betrokken.

Staatssecretaris Veldkamp antwoordde dat geen algemeen antwoord is te geven.

Elk berekenings~ysteem moet op zichzelf worden onderzocht. In een tweetal sec- toren is dat onderzoek gaande.

* * *

De Eerste Kamer heeft vorige week na een korte discussie, waaraan van onze zijde mr .dr. R. H.; baron de Vos van Steenwijk deelnam, boek 2 (inzake het verenigingsrecht) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek goedgekeurd.

Y.v. D.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap van Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel

Het gebied is, onverminderd de wettelijke mogelijkheden van de beheerder of het Agentschap voor Natuur en Bos, hierna het Agentschap te noemen, om het geheel

Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bij krachtige wind, het betreden van het gebied van een half uur na zonsondergang tot een

Overwegende dat artikel 11 §3 van het Besluit Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten, vooropstelt dat de

Het zich bevinden in of nabij bos of met bomen begroeide plaatsen bi j krachtige wind, betreding van een half uur na zonsondergang tot een half uur voor

Overwegende dat artikel 11 §3 van het Besluit Vlaamse Regering van 5 december 2008 betreffende de toegankelijkheid van de bossen en de natuurreservaten, vooropstelt dat

over het functioneren van de Rijksdienst aan de Tweede Kamer heb toegezegd, zal de staatssecretaris van BZK, onder wiens verantwoordelijkheid de Kaderwet adviescolleges valt, namens

Artikel 12, lid 3 Kaderwet adviescolleges schrijft voor dat ‘Bij de benoeming van de voor- zitters en bij de benoeming van de andere leden van adviescolleges wordt gestreefd naar