Vraag nr. 429
van 24 september 1998
van de heer PIETER HUYBRECHTS Grote Nete – Cadmium- en zinkvervuiling
In antwoord op mijn mondelinge vraag betreffende de cadmium- en zinkvervuiling in de Grote Nete van woensdag 22 april 1998 (Beknopt Verslag nr. 41) antwoordde de minister dat hij hoopt in de loop van de maand mei overleg te plegen met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), de provincie en de beheerder van de waterlopen, zodat eventueel voorlopige maatrege-len kunnen worden genomen.
Kan de minister mij zeggen hoever deze besprekin-gen zijn gevorderd ?
Welke (voorlopige) maatregelen werden reeds genomen ?
Antwoord
1. In het kader van de problemen die door het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) wer-den vastgesteld met betrekking tot de kwaliteit van het oppervlaktewater van de Scheppelijke Nete, werd een werkgroep opgericht die zich specifiek met de cadmium- en zinkvervuiling bezighoudt. Deze werkgroep bestaat uit verte-genwoordigers van verschillende partijen, waar-onder de gemeenten Mol, Balen, Geel en Lom-mel, de provincies Antwerpen en Limburg, het PIH, de Provinciale Intercommunale Drinkwa-termaatschappij der Provincie Antwerpen (Pidpa), de administratie Milieu, Natuur-, Land-en Waterbeheer (Aminal), de Vlaamse Milieu-maatschappij (VMM), de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en de NV Union Minière. De coördinatie van deze werkgroep wordt op dit ogenblik uitgevoerd door het PIH. De VITO is recentelijk in deze werkgroep opgenomen en heeft op de eerste plaats een ondersteunende en informatieve rol. De werking van deze groep omvat volgende taken :
– duidelijk omschrijven en bepalen van de pro-blematiek ;
– betere inventarisatie van het probleem ; – nagaan van de oorzaak ;
– bepalen van mogelijke maatregelen ;
– inlichten van de betrokken overheidsdien-sten en de bevolking.
Deze werkgroep heeft tijdens de laatste maan-den een aantal activiteiten laten uitvoeren waaronder :
– staalneming en analyse van oppervlaktewa-ter ;
– inventarisatie van de hydrologische toestand in het betrokken gebied ;
– plaatsing van een reeks peilbuizen (onder meer door de afdeling Water van Aminal) ; – staalneming en analyse van grondwater ; – bespreking van mogelijke maatregelen om
de verontreiniging enigszins te kunnen beheersen.
De werkgroep heeft tijdens de laatste vergade-ring op 8 september 1998 besloten om een over-zichtsrapport op te maken van alle informatie die tot nu toe werd verzameld. Dit rapport zal worden opgemaakt door het PIH en aan alle leden van de werkgroep, de bestendige deputa-tie en de Vlaamse minister van Leefmilieu wor-den voorgelegd. Tot op hewor-den is dit verslag nog niet afgewerkt.