• No results found

"De onverschilligheid van de meeste bevoegde Europese ministers is onthutsend

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share ""De onverschilligheid van de meeste bevoegde Europese ministers is onthutsend"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 355 van 25 juni 1998

van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS Uitbreiding bosareaal – Stand van zaken

Naar aanleiding van de derde ministeriële confe- rentie over de bescherming van de bossen in Euro- pa in Lissabon, publiceerde het WWF (Wereldna- tuurfonds) de resultaten van een onderzoek naar bosbeleid en -bestand in vijftien landen in Europa.

"De onverschilligheid van de meeste bevoegde Europese ministers is onthutsend. De deelnemen- de regeringen hebben geweigerd een resolutie over het respecteren van de biodiversiteit in de bossen op de agenda te plaatsen. De verantwoordelijke ministers in Europa zouden zich beter niet beper- ken tot het fulmineren tegen de kappingen in bij- voorbeeld het Amazonewoud, maar ook hun eigen bosbeleid onder de loep nemen", aldus besluit het WWF.

In bosarm Vlaanderen is er wel veel aandacht voor de recreatieve en ecologische functie van het bos, maar van uitbreiding van het bosbestand is nauwe- lijks sprake. In Vlaanderen moeten projecten van bosuitbreiding te vaak wijken voor de belangen van de landbouw, industrie of woningbouw.

In het MINA-plan 2 (actie 114) (Plan voor Preven- tie en Sanering inzake Milieu en Natuur) werd een ecologisch verantwoorde uitbreiding van het bestaande bosareaal gepland.

1. Hoeveel ha werd gepland ? Hoeveel werd uitge- voerd in 1997 ? Zijn de prognoses gunstig om bij ongewijzigd beleid de planning van MINA 2 te halen ? Hoe werd het begrip "ecologisch"

ingevuld ?

2. Voor 2002 wordt bovendien de realisatie gepland van 3.000 ha bosreservaat. Graag een stand van zaken hieromtrent.

3. Ook werd de afbakening voorzien in de gewest- plannen van 10.000 ha als bosuitbreidings- gebied. Graag een stand van zaken hierom- trent.

4. In het kader van de EG-verordening 2080/92 wordt gestreefd naar 10.000 ha bosuitbreiding in agrarische gebieden. Hoeveel werd reeds gere- aliseerd ? Hoe worden de kansen op succes bij dit streven verhoogd ?

5. Worden bij het opstellen en uitvoeren van het actieplan bosbouw de oppervlakten uit vraag 2, 3 en 4 opgeteld ? Met andere woorden, is de 3.000 ha bosreservaat begrepen in de 10. 000 ha

+ 10. 000 ha, of hier bovenop ?

6. Heeft de gewestelijke overheid een zicht op de vergunde kappingen ? Over hoeveel ha gaat het in 1997 ? Waar ?

7. In Wallonië werden ter gelegenheid van de Week van het Bos 1997 gratis aan de bevolking 70.000 struiken en bomen verstrekt voor nieuwe aanplant. Welke initiatieven nam de Vlaamse overheid ?

Antwoord

1. De "ecologisch verantwoorde" bosuitbreiding houdt in dat wordt gestreefd naar de realisatie van gevarieerde bossen met een hoge natuur- kwaliteit. Hierbij wordt maximaal gebruikge- maakt van inheemse boomsoorten en wordt de nodige aandacht besteed aan de creatie van een gevarieerde structuur door onder meer het aan- planten van struiksoorten en het aanbrengen van mantelstruwelen.

De bebossingsinitiatieven door de Vlaamse overheid gebeuren reeds geruime tijd op basis van dit principe. Voor de bebossingen door lokale openbaregrondeigenaars en door parti- culieren werden de bestaande subsidieregelin- gen (a priori de regeling in het kader van de verordening EEG nr. 2080/92) zodanig geconci- pieerd dat vooral ecologische bebossingsinitia- tieven financieel worden aangemoedigd. Dit heeft ook daadwerkelijk een invloed op de con- crete bebossingsdossiers, zodat ook via deze subsidieregelingen wordt bijgedragen aan de realisatie van 10.000 ha ecologisch verantwoor- de bosuitbreiding.

De jaarlijkse gemiddelde bebossingsoppervlak- te, uitgevoerd door de afdeling Bos en Groen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal), bedraagt 160 ha. In uit- voering van de huidige subsidieregelingen, met in hoofdzaak verordening (EEG) nr. 2080/92, wordt de jaarlijkse bijdrage aan de ecologische bosuitbreidingsdoelstelling geraamd op onge- veer 200 ha. Daarnaast zijn er nog bijkomende bebossingsinitiatieven door lokale openbare besturen en niet-geregistreerde particuliere bebossingen. Bij ongewijzigd beleid worden de vooropgezette doelstellingen van het Milieube- leidsplan 1997-2001 niet gehaald.

2. Tot op heden werden drie reeksen van bosreser- vaten aangewezen in de periode 1995-1998 (zie als bijlage tabel 1). Voor eind 1998 zal een nieu-

(2)

we reeks bosreservaten aan de diverse adviesor- ganen worden voorgesteld. Bij de verwerving van bossen wordt prioriteit gegeven aan poten- tiële bosreservaten.

Bij ongewijzigd beleid wordt de doelstelling om in het Vlaamse gewest drieduizend hectare bos het statuut van bosreservaat toe te kennen, gehaald.

3. Het vaststellen van de gewestplanbestemmin- gen behoort tot de verantwoordelijkheid van de minister bevoegd voor de Ruimtelijke Orde- ning. Aminal, waaronder de afdeling Bos en Groen, wordt nauw betrokken bij de voorberei- ding van de voorstellen tot gewestplanwijziging.

4. Voor de bebossing van landbouwgronden waren er begin juli 1998 176 goedgekeurde dossiers, voor een gezamenlijke oppervlakte van 264,17 ha. Deze aanplantingen werden reeds uitge- voerd of zullen in het najaar gebeuren. Zoals hierboven vermeld, wordt ook via deze regeling bijgedragen aan de realisatie van de 10.000 ha ecologisch verantwoorde bosuitbreiding. Op basis van de boomsoortenkeuze heeft ongeveer 190 ha van de goedgekeurde dossiers een duur- zaam en ecologisch karakter.

Ondanks de brede maatschappelijke consensus inzake bosuitbreiding en de duidelijke signalen terzake wordt de bebossing van landbouwgron- den in de realiteit met verschillende problemen geconfronteerd, die op korte termijn moeilijk bij te sturen zijn. Onder meer de hoge grond- prijzen, de grondspeculatie, de versnipperde landbouwstructuur en het groot aandeel gron- den in pacht betekenen een rem voor de kansen op bebossing.

Verschillende openbare besturen tonen echter interesse voor bosuitbreiding. Onder meer in de gemeentelijke natuurontwikkelingsplannen (GNOP) werd bebossing vaak als maatregel opgenomen. Veelal dienen hiervoor eerst gron- den te worden verworven. Dit brengt zware investeringskosten met zich mee en beperkt het aantal bebossingsinitiatieven. In het ontwerp van actieplan bosbouw (1998-2002) wordt in een subsidieregeling voorzien voor de verwer- ving van te bebossen terreinen door openbare besturen. Op die manier zullen openbare bestu- ren worden gestimuleerd om bij te dragen aan de realisatie van de bosuitbreidingsdoelstelling en worden ze aangemoedigd om zelf ook een financiële inspanning te doen. Het uitvoeren van een grondige impactstudie voorafgaand aan de selectie en de uitvoering van bebossingspro-

jecten in bosarme regio's, vormt tevens een pri- oriteit van het bosbeleid. De grondige voorstu- die maakt het niet alleen mogelijk om de meest geschikte locatie te selecteren, maar biedt even- eens de mogelijkheid om lokale overheden en particulieren maximaal te betrekken en te enga- geren.

5. Door aan 3.000 ha bestaande en waardevolle boscomplexen het statuut "bosreservaat" toe te kennen, worden deze bossen extra beschermd en wordt de natuurbehoudsfunctie centraal gesteld. De bosuitbreidingsdoelstellingen daar- entegen beogen een toename van het Vlaamse bosareaal door bebossing van niet-beboste ter- reinen. De doelstelling om 3.000 ha bossen als bosreservaat in te stellen, is derhalve niet begre- pen in de tweemaal 10.000 ha bosuitbreiding. Ik stip bovendien aan dat met de bosuitbreiding niet alleen een versterking van het natuurbe- houdsaspect van het bos wordt beoogd, maar dat de klemtoon evenzeer wordt gelegd op de aanleg van multifunctionele bossen en de ver- sterking van de maatschappelijke rol van het bos.

Toch staan beide doelstellingen duidelijk in relatie met elkaar. Door bosuitbreiding kunnen waardevolle bossen worden afgeschermd en wordt de recreatieve druk op kwetsbare com- plexen verlaagd, zodat op Vlaams niveau een meer uitgebalanceerde functievervulling ont- staat.

6. In tabel 2 zijn de vergunde kappingen voor het jaar 1997 weergegeven. Kapmachtigingen wor- den verleend voor bosbouwkundige werken in bossen waarbij het voortbestaan van het bos niet in het gevaar komt : bij eindkap of kaalkap is heraanplanten steeds verplicht, bij een "dun- ningskap" blijft het bosbestand behouden.

Inzake de oppervlakte effectieve ontbossingen beschikt de afdeling Bos en Groen niet over gegevens. Ontbossingsvergunningen worden verleend in uitvoering van de wetgeving op de ruimtelijke ordening. De vergunningverlenende instanties dienen bij een ontbossingsaanvraag het advies van het bosbeheer te vragen.

7. De afdeling Bos en Groen is voorstander van een grotere sturing bij de bebossingsinitiatie- ven, onder meer om willekeurige beplantingen in zones die hiervoor niet zijn bestemd, te ver- mijden. De bestaande subsidieregelingen zijn van toepassing op een oppervlakte van mini- maal 0,5 ha en compenseren grotendeels de aanlegkosten van het bos.

(3)

(Bovenvermelde bijlagen liggen ter inzage bij het secretariaat van het Vlaams Parlement, dienst Schrif- telijke Vragen – red.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(2013) Drug-Associated Adverse Events and Their Relationship with Outcomes in Patients Receiving Treatment for Extensively Drug-Resistant Tuberculosis in South Africa.. This is

6:107a lid 2 BW zo uit te leggen dat de werkgever ook voor het op het loon ingehouden werknemersgedeelte van de pensioenpremie geen verhaal heeft en dus alleen een verhaalsrecht

glomerata is aanzienlijk groter dan deze te Kallo en door het bezoek van talrijke watervogels en wellicht ook door mogelijke verspreiding van oösporen door recreatieduikers, heeft

de opvang : probleem om een evenwichtige leefomgeving te behouden wetende dat tegelijkertijd valide en mindervalide personen, personen met en zonder psychische

Deze tutorial is geschreven met als voornaamste spraakpathologie dysartrie, maar een aantal van de besproken methodologieën zou gebruikt kunnen worden bij het evalueren van de

Bij deze druk gaven de buizen het water gelijkmatig af door een groot aantal kleine poriën.. De ingegraven poreuze buizen zijn voortdurend gevuld gehouden met

Bij het op zaaivoor ploegen van een perceel aardappelland op zavelgrond werd de grond goed gekeerd en voldoende verkruimeld.. Het geploegde land kwam goed vlak

Omdat het doel van deze filetmonsters primair de vergelijking met de gehalten in de gehele sub- adulte vis was zijn alleen filet monsters geproduceerd voor soorten en