• No results found

Zedenzaak is meer dan kille semantiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zedenzaak is meer dan kille semantiek"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Zedenzaak is meer dan kille semantiek

van der Aa, S.; Okur, P.

Published in:

De Volkskrant

Publication date:

2011

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

van der Aa, S., & Okur, P. (2011). Zedenzaak is meer dan kille semantiek. De Volkskrant, 30.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

Zedenzaak is meer dan kille semantiek

P

er 1 januari 2011 spreken politieen justitie in zedenzaken van ‘aangevers’ in plaats van ‘slachtoffers’. Deze ogenschijnlijk onbelangrijke wijziging in de Aan-wijzing opsporing en vervolging in-zake seksueel misbruik wijst, in on-ze optiek, op een achteruitgang in de bejegening van het slachtoffer.

De reden voor de wijziging is dat de term ‘aangever’ meer recht zou doen aan de objectiviteit in de op-sporing en vervolging van zeden-misdrijven. Hoewel wordt aangedra-gen dat men zo open blijft staan voor het feit dat aangiftes ook on-juist kunnen zijn, is deze wijziging

nodig noch wenselijk. Natuurlijk willen we niets afdoen aan het risico op valse aangiften in gevallen van seksueel misbruik.

In een artikel van Anton van Wijk van Bureau Beke (Ten Eerste, 8 maart 2011) werd vermeld dat ongeveer een op de vijf aangiften door min-derjarige meisjes van aanranding of verkrachting vermoedelijk vals is. De gevolgen voor degenen tegen wie aangifte is gedaan kunnen desas-treus zijn, ook als de aangifte niet tot een veroordeling leidt. De nood-zaak om valse of verkeerde aangif-ten tegen te gaan, willen we dan ook van harte onderschrijven, maar de huidige aanpak is niet de juiste.

De eerste vraag is in hoeverre de objectiviteit van de waarheidsvin-ding lijdt onder het gebruik van de term ‘slachtoffer’. Dit is empirisch niet onderzocht en het lijkt tamelijk ver gezocht dat zedenrechercheurs zich hierdoor laten leiden.

Is de situatie in Nederland werke-lijk zo schrijnend dat zedenrecher-cheurs hun objectiviteit uit het oog

verliezen wanneer de term ‘slachtof-fer’ wordt gebezigd? Als dit echt zo werkt, dan brengt dit eerder de noodzaak voor een herziening van de training van zedenrechercheurs naar voren dan een noodzaak voor de verandering van de terminologie die het slachtoffer mogelijk veel kwaad kan berokkenen.

Het is namelijk maar de vraag of de term ‘aangever’ daadwerkelijk zo neutraal is. De nieuwe benaming impliceert een zekere terughou-dendheid en – in combinatie met de toelichting – zelfs een zeker wan-trouwen jegens het slachtoffer.

Voor slachtoffers van zedenmis-drijven is het al een zware taak om aangifte te doen en om hun verhaal bewezen te krijgen; volgens onder-zoek van Rutgers WPF doet slechts 11 procent van de slachtoffers aangif-te. Slachtoffers doen geen aangifte, omdat ze zich schuldig voelen na het misbruik en omdat ze bang zijn dat de politie hen niet serieus neemt. Een negatieve bejegening door de autoriteiten, in de vorm van

terughoudendheid of wantrouwen, zou zelfs kunnen resulteren in se-cundair slachtofferschap. We moe-ten niet uit het oog verliezen dat een nog veel groter percentage van de aangiften wèl terecht gebeurt.

Overigens is er bij andere misdrij-ven ook een risico op valse aangiften (bijv. stalking) of sprake van ondui-delijkheid over wie nu precies de da-der of het slachtoffer is (huiselijk ge-weld).

Bij deze misdrijven heeft het geen

gevolgen voor de gebruikte termi-nologie. Waarom moet er dan wel een uitzondering voor zedenslacht-offers gemaakt worden? Waarom is het bij andere misdrijven geen pro-bleem om vóór het oordeel van de rechter toch al van slachtoffers te spreken? Dit is pijnlijk voor slachtof-fers van zedenmisdrijven, wier ge-loofwaardigheid per definitie al meer in twijfel wordt getrokken.

Al met al concluderen wij dat de wijziging van de term ‘slachtoffer’ in ‘aangever’ en de daarbij behorende motivering een smet is op het bla-zoen van de opsporing en vervol-ging van seksuele misdrijven. Jam-mer, want buiten deze kennelijke misstap kenmerkt de Aanwijzing zich juist door een zorgvuldige ba-lans tussen het opsporingsbelang en het recht van slachtoffers op een correcte bejegening met oog voor de gevoelige aard van het misdrijf. Hopelijk erkent het college van pro-cureurs-generaal zijn vergissing en wordt de fout zo snel mogelijk her-steld.

De auteurs zijn als onderzoekers victi-mologie verbonden aan Intervict, Uni-vesiteit Tilburg. Zij vinden het fout dat justitie ‘slachtoffers’ in zedenzaken sinds dit jaar ‘aangevers’ noemt.

Suzan van der Aa

Pinar Okur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

king op verdedigingsrechten – in dit geval: de interne openbaarheid – is toegestaan en dat daarbij moet zijn voldaan aan ‘the basic require- ments of a fair trial’. Belangrijker

familiefilm tekenfilm spannende film natuurfilm soort film groep 6 groep 7 groep 8. Welke film werd in 2 groepen even

familiefilm tekenfilm spannende film natuurfilm soort film groep 6 groep 7 groep 8. Welke film werd in 2 groepen even

Deze vooringenomenheden zijn bij de meeste HRM-afdelingen niet bekend; hierdoor wordt er veelal niet aan vrouwen gedacht voor bepaalde functies 27 en hebben ze ook niet altijd

De dichter Paul Haimon droeg Oote onder veel hilariteit voor, begeleid door een jazzbandje, en was waarschijnlijk zo onder de indruk van zijn eigen succes dat hij het

Op de website van OPTA vindt u een handreiking voor het naleven van deze verplichtingen: http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=2967 OPTA heeft

Het valt ook op dat 39 procent van de mensen die een euthanasie aanvragen, verkiezen thuis te sterven, terwijl normaal slechts een vierde van de mensen