• No results found

BOUWSTENEN VOOR DE TOEKOMST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BOUWSTENEN VOOR DE TOEKOMST"

Copied!
106
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BOUWSTENEN VOOR DE TOEKOMST

Erfgoednota Gemeente Valkenswaard

2021-2026

(2)
(3)

21 juni 2021 - 3 -

BOUWSTENEN VOOR DE TOEKOMST

Erfgoednota gemeente Valkenswaard 2021-2026

In opdracht van Gemeente Valkenswaard

Opgesteld door Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant

Postbus 8035 5601 KA Eindhoven

Auteur Ria Berkvens

Wouter Kreike

Controle Esther Leenheer-Wessel

Projectnummer 266995

Datum 21 juni 2021

Status Definitief

(4)

21 juni 2021 - 4 -

Inhoudsopgave

Samenvatting ... 1

1 Erfgoedbeleid; waarom? ... 6

1.1 Aanleiding ... 6

1.2 Doelstelling ... 7

1.3 Definiëring erfgoed ... 7

1.4 Leeswijzer ... 9

2 De gemeente en het wetgevend kader ... 13

2.1 Algemeen ... 13

2.2 Erfgoedwet ... 13

2.2.1Erfgoedwet en Omgevingswet ... 13

2.2.2Aanwijzing rijksmonumenten ... 14

2.2.3Aanwijzing gemeentelijk cultureel erfgoed ... 14

2.2.4Instandhoudingsplicht ... 15

2.2.5Certificering ... 15

2.2.6Amateurarcheologie ... 15

2.3 Omgevingswet ... 16

2.3.1Inleiding ... 16

2.3.2Veranderingen voor erfgoed als gevolg van de Omgevingswet ... 16

2.4 Provinciaal beleid ... 18

2.4.1Interim omgevingsverordening ... 18

2.4.2Provinciaal erfgoed beleid ... 19

2.4.3Ontgrondingen ... 20

2.4.4Depot en vondstmeldingen ... 20

2.5 Adviescommissie voor omgevingskwaliteit ... 21

2.6 Overgangsrecht en Bruidsschat ... 22

3 Van ambitie naar beleid ... 24

3.1 Inleiding ... 24

3.2 Erfgoedzorg tot nu toe ... 24

3.2.1Erfgoedverordening ... 25

3.2.2Bestemmingsplan en omgevingsvergunning ... 25

3.3 Toekomstvisie 2030 ... 26

3.4 Structuurvisie Valkenswaard ... 26

3.5 Beleid ruimtelijke kwaliteit en landschap ... 28

(5)

21 juni 2021 - 5 -

3.6 Cultuur- en vrijetijdsbeleid ... 30

3.7 Uitvoerings- en handhavingsbeleid ... 30

3.8 Ambitie en beleidsthema’s ... 30

4 Erfgoed verankeren ... 32

4.1 Inleiding ... 32

4.2 Archeologisch onderzoeksproces ... 32

4.3 Archeologische verwachtingen- en waarden ... 33

4.4 Onderzoeksverplichtingen archeologie ... 34

4.5 Cultuurhistorische waarden ... 38

4.5.1Cultuurhistorische ensembles ... 39

4.5.2Historische bouwkunst ... 40

4.5.3Historische stedenbouw ... 40

4.5.4Historische geografie ... 41

4.5.5Historisch groen ... 41

4.5.6Cultuurhistorische zichtrelaties ... 41

4.5.7Aardkundige waarden ... 41

4.6 Onderzoeksverplichtingen cultuurhistorische waarden ... 42

4.7 Nadere beleidsafwegingen archeologie ... 44

4.7.1Plangebied versus bodemverstorende ingreep ... 44

4.7.2Bodemingrepen met een geleidelijk effect ... 44

4.7.3Plangebied met verschillende archeologische waarden ... 44

4.7.4Doorschuiven van de archeologische onderzoeksplicht ... 44

4.7.5Toevalsvondsten ... 45

4.8 Nadere beleidsafwegingen cultuurhistorie ... 46

4.8.1Onevenredige aantasting ... 46

4.8.2Vergunningplichtig of Vergunningvrij... 46

4.9 Implementatie cultureel erfgoed in omgevingsplan ... 46

5 Verbeteren van erfgoed instrumenten... 49

5.1 Roerend, informatief en immaterieel erfgoed ... 49

5.2 Actualisatie Cultuurhistorische waardenkaart ... 50

5.3 OmgevingsTafel ... 51

5.4 Toezicht en handhaving ... 51

5.5 Gebouwde monumenten ... 52

5.5.1Bouwhistorisch onderzoek ... 52

(6)

21 juni 2021 - 6 -

5.5.2Restauratieladder ... 53

5.5.3Herbestemming & Duurzaamheid ... 54

5.6 Duurzaam behoud van het bodemarchief ... 56

5.1 Gemeentelijke richtlijnen archeologisch/cultuurhistorisch/bouwhistorisch onderzoek ... 57

5.2 Regionale Onderzoeksagenda Erfgoed ... 57

6 Versterken eigen karakter ... 61

6.1 Vergroten van het historisch besef ... 61

6.2 Het beleven van erfgoed... 63

6.3 Educatie en erfgoed ... 66

6.4 Erfgoed en toerisme / economie ... 67

7 Organisatie en Financiën ... 70

7.1 Begeleiding van de gebruiker van de fysieke leefomgeving ... 70

7.2 Kwaliteitseisen en kennisborging ... 70

7.3 Opbrengsten gemeentelijke erfgoed taak ... 72

7.3.1Bestuurslastenvergoeding ... 72

7.3.2Leges... 72

7.4 Kosten gemeentelijke erfgoed taak ... 73

7.4.1.1 Projectkosten archeologie ... 73

7.4.2Onderhoud erfgoedkaart ... 74

7.5 Financiële stimulans ... 74

8 Uitvoeringsprogramma ... 77

9 Literatuur... 80

Bijlage 1 Historie van Valkenswaard in vogelvlucht ... 82

9.1 De vroegste bewoners ... 82

9.2 Van jager naar boer ... 84

9.3 Romeinse overheersing ... 87

9.4 De oudste middeleeuwse bewoning ... 88

9.5 Laatmiddeleeuwse ontginningen ... 91

9.6 Kerken en de vroegste fase van de dorpen ... 92

9.7 Onrustige tijden ... 94

9.8 Valkerij ... 97

9.9 Opkomst van de industrie ... 97

9.10 Sigaren ... 98

Losse Bijlagen

(7)

21 juni 2021 - 7 - Bijlage 2 Erfgoed meetlat

Bijlage 3 Handleiding archeologische beleidskaart Bijlage 4 Analyse archeologische onderzoeken 2011-2019

Bijlage 5 Format Basisregels archeologie en cultuurhistorie Omgevingsplan Bijlage 6 Randvoorwaarden voor duurzaam behoud archeologie

Bijlage 7 Richtlijnen t.b.v. een cultuurhistorisch, bouwhistorisch en archeologisch onderzoek Bijlage 8 Regionale Onderzoeksagenda Erfgoed Zuidoost-Brabant

(8)

21 juni 2021 - 8 -

Kaart van Valkenswaard, Dommelen en Borkel en Schaft rond 1840 (bron: Van der Voordt-Pieck).

(9)

1

Samenvatting

De gemeente Valkenswaard formuleert in de Erfgoednota Bouwstenen voor de toekomst haar beleid voor de komende 5 jaar. Centraal in deze beleidsnota staat de samenhang tussen de vakgebieden archeologie, historisch landschap en gebouwd en aangelegd erfgoed. Met deze nota wordt samenhang nagestreefd vanuit cultureel erfgoed met andere beleidsvelden als ruimtelijke ordening, educatie, cultuur, recreatie en toerisme. De gemeente Valkenswaard zal zelf structureel de regie in handen nemen over haar (gebouwde, aangelegde en ondergrondse) erfgoed. Met deze nota streeft de gemeente Valkenswaard ernaar om haar erfgoed zó in te zetten dat Valkenswaard zich ook in de toekomst kan ontwikkelen, mét behoud van haar unieke historische karakter. Cultureel erfgoed gaat meer dan nu een belangrijke rol spelen binnen de politieke en bestuurlijke besluitvorming en zal als inspiratiebron fungeren binnen de ruimtelijke planvorming. Het erfgoedbeleid wordt een integraal onderdeel van het totale gemeentelijke beleid en zal op termijn kunnen uitgroeien tot een bepalende factor voor de uitstraling van Valkenswaard.

Wettelijke taken

Het gedachtengoed van de Omgevingswet en de Erfgoedwet vormen belangrijke ingrediënten van de nieuwe erfgoednota en zijn maatgevend voor de uitgangspunten in de benadering en omgang met erfgoed. In de Erfgoedwet is vastgelegd hoe er met het cultureel erfgoed wordt omgegaan, wie daarbij welke verantwoordelijkheid heeft en hoe het toezicht daarop wordt uitgevoerd. In de Omgevingswet zijn specifieke regels opgenomen vanuit de zorgplicht die de gemeente heeft om het cultureel erfgoed in stand te houden.

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet zal de omgang met erfgoedwaarden geborgd worden door regels op te nemen in het omgevingsplan, die de huidige regels in de bestemmingsplannen en andere verordeningen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving vervangen. Ook het aanwijzen en beschermen van gemeentelijke monumenten vindt dan via het omgevingsplan plaats. Op basis van de Omgevingswet kan de gemeente ook handhaven op beschadigingen aan beschermd cultureel erfgoed, ook als die niet onder een expliciet verbod vallen.

De taken en bevoegdheden van de huidige erfgoedcommissie vervallen van rechtswege bij

inwerkingtreding van de Omgevingswet. De gemeente moet voor 1 januari 2022 dan ook een nieuwe gemeentelijke adviescommissie instellen. De commissie wordt in ieder geval betrokken bij de

advisering over een (rijks)monumentenactiviteit. Een gemeente kan zelf de verantwoordelijkheid nemen om er een brede commissie voor omgevingskwaliteit van te maken, die ook aspecten van bijvoorbeeld welstand, landschap, stedenbouw en infrastructuur behandelt.

Rijks- en gemeentelijke monumenten als ook objecten of gebieden met archeologische of

cultuurhistorische waarden zullen via instructie- en maatwerkregels in het omgevingsplan moeten worden opgenomen ter bescherming van de aanwezige archeologische of cultuurhistorische waarden.

De archeologische verwachtingen- en waardenkaart en de cultuurhistorische waardenkaart vormen hiervoor de onderlegger.

Erfgoed verankeren

De archeologische beleidskaart geeft een vlakdekkend overzicht van alle bekende en verwachte archeologische waarden en verwachtingen binnen het grondgebied van de gemeente Valkenswaard waaraan het archeologische beleid van de gemeente is gekoppeld. Er wordt onderscheid gemaakt in 7 gebiedscategorieën variërend van lage verwachting tot archeologische waarde. De vrijstellingsgrenzen zijn bepaald voor zowel de diepte-ingreep als de oppervlakte-ingreep. Archeologisch onderzoek wordt noodzakelijk geacht zodra beide vrijstellingsgrenzen overschreden worden.

Op de Cultuurhistorische Waardenkaart zijn de in de gemeente Valkenswaard aanwezige cultuurhistorische waarden van lokaal, regionaal en bovenregionaal belang aangegeven. De

cultuurhistorische waarden kunnen worden getypeerd naar verschillende typen objecten of gebieden welke veelal een specifieke omschrijving in planregels vragen. Het gaat om:

- Cultuurhistorische ensembles - Historische bouwkunst

(10)

2 - Historische stedenbouw

- Historische geografie - Historisch groen - Historische zichtrelaties - Aardkundige waarden

In tegenstelling tot archeologie is voor de cultuurhistorische waarden geen normgrens bepaald op basis van oppervlak en diepte omdat de diversiteit van cultuurhistorische waarden te groot is. Het kan bij een ontwikkeling bijvoorbeeld gaan om een compleet boerderij complex met bijgebouwen en historische beplanting en aangrenzende oude akker maar ook om slechts één historisch waardevolle boom. Of en welk onderzoek noodzakelijk is, zal in overleg met de erfgoeddeskundige van de gemeente en/of de commissie ruimtelijke kwaliteit bepaald worden.

Om de cultuurhistorische waarden te kunnen beschermen en mee te kunnen wegen, zal in veel

gevallen net als bij archeologie een omgevingsvergunning noodzakelijk zijn. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de cultuurhistorische waarden niet worden geschaad en bij de activiteit monumenten/slopen alleen als het belang van de monumentenzorg zich daar niet tegen verzet. In het geval van aanwezige cultuurhistorische waarden kan aan initiatiefnemers van ingrijpende ontwikkelingen om aanvullend onderzoek worden gevraagd. Dit kan afhankelijk van de

werkzaamheden cultuur-, architectuur- of bouwhistorisch onderzoek betreffen. De kennis uit het onderzoek kan vervolgens worden ingezet voor kaderstelling bij ontwikkelingen of om de ontwikkeling in harmonie met de aanwezige cultuurhistorische waarden uit te voeren.

Versterken eigen karakter

Het erfgoed vormt de basis van onze identiteit. Het doel is dan ook om de bestaande identiteit te versterken en voorwaarden te creëren om die identiteit uit te bouwen nu en in de toekomst. De gemeente Valkenswaard kent diverse cultuurhistorische organisaties die actief zijn in Valkenswaard, zoals diverse musea (Valkerij en Sigarenmakerij, Steendruk, Rijtuigen, de Bunker), Stichting op den Rosheuvel, heemkundevereniging Weerderheem, Groen en Heem en het Historisch Genootschap Valkenswaard. Zij spelen een belangrijke rol bij het creëren van besef en draagvlak ten aanzien van cultureel erfgoed. Deze erfgoednota moet bijdragen in het bundelen en coördineren van doelstellingen en activiteiten waarin voor de heemkundevereniging een prominente rol is weg gelegd.

Het belangrijkste instrument tot behoud van erfgoed blijft het creëren van bewustwording en draagvlak bij inwoners en eigenaren van erfgoed. Als mensen begrijpen hoe het landschap en de bebouwde omgeving ontstaan zijn, kan dat voor meer betrokkenheid zorgen. De gemeente Valkenswaard gaat met een proactieve rol en in samenwerking met bijvoorbeeld VVV, heemkundekring en IVN het historisch besef van de inwoners en eigen ambtenaren verder vergroten door middel van:

- Monumentenpaspoort voor de nieuwe eigenaar

- 3D reconstructie/animatie filmpjes van de historische parels

- Beheer (archeologische) monumenten met hulp van lokale erfgoedclubs - Rondleidingen bij opgravingen

- Inzet Erfgoed Geowiki

- Open Monumentendag en Nationale Archeologiedagen

- Input erfgoed Omgevingsvisies door het organiseren van cultuurhistorische workshops - Canon of Biografie van Valkenswaard.

- Ambtenarencursus over erfgoed in verleden, heden en toekomst

Het vertellen van het verhaal van de plek en de geschiedenis van de gemeente zijn belangrijk bij het versterken en doorgeven van onze trots aan de jeugd. In dit kader is het van belang dat jongeren via onderwijsprojecten in aanraking komen met cultureel erfgoed en dat het ook duidelijk en aantrekkelijk wordt gepresenteerd. De jeugd heeft immers de toekomst. Cultureel erfgoed – de digitale erfgoedkaart van Valkenswaard met bijbehorende catalogus - biedt een schat aan bronmateriaal voor het onderwijs en het gebruik ervan sluit goed aan bij het omgevingsonderwijs.

Het beter beleefbaar maken van erfgoed kan in fysieke zin door bij de herinrichting van historische waardevolle gebieden een passende bestrating, groenaanleg en straatmeubilair aan te brengen. Ook bij het (her)ontwikkelen van nieuwe (woon)gebieden is het eveneens wenselijk om gebruik te maken van bestaande historische kwaliteiten, zoals wegen, beplantingen, hoogteverschillen, etc. Archeologische

(11)

3 vondsten en sporen van gebouwen kunnen zichtbaar worden gemaakt in het straatbeeld, bijvoorbeeld door markerende bestrating of straatnaambordjes.

De gemeente gaat op basis van een stimulerend erfgoedbeleid en als regie voerende overheid een essentiële en duurzame bijdrage leveren aan de lokale economie en bedrijvigheid. Dit kan door middel van een erfgoedfonds. Hiermee gaat de gemeente bedrijven en particulieren uitdagen tot het

investeren in en uitdragen van lokale erfgoedproducten, zoals de verhalen en historie die

samenhangen met de Valkeniers, sigarenindustrie en het oorlogsverleden (zowel Gelderse oorlogen, 80-jarige Oorlog als Eerste en Tweede Wereldoorlog). Bij een erfgoedfonds kan ook gedacht worden aan subsidie voor het onderhoud en beheer van cultuurhistorisch waardevolle elementen als akkerranden, open bolle akkers, hakhoutwallen, heggen, oude zandwegen of archeologische

monumenten. Bovenal kan het fonds worden ingezet als stimulans om iets van het verdwenen verleden terug te brengen in het landschap bij nieuwe ontwikkelingen.

De voornemens van het erfgoedbeleid zullen concreet uitgewerkt worden in een uitvoeringsprogramma erfgoed voor de komende vijf jaar. Voor het opstellen van een breed gedragen en realistisch

uitvoeringsprogramma is overleg met ambtenaren, bestuurders, inwoners en belangengroepen noodzakelijk.

Verder is het noodzakelijk om binnen de gemeentelijke organisatie de neuzen in één richting te zetten.

Voor een effectieve uitvoering van het erfgoedbeleid is het van groot belang dat alle betrokkenen binnen de gemeentelijke organisatie op de hoogte zijn van het gemeentelijke erfgoedbeleid en de eisen die dit met zich meebrengt ten aanzien van de ruimtelijke ingrepen. In het kader van de Omgevingswet wordt ook een andere werkwijze van de gemeente vereist, teneinde de gebruikers van de fysieke leefomgeving op een integrale manier te kunnen adviseren. Medewerkers in alle geledingen van de organisatie moeten kennis nemen van het erfgoedbeleid, zich bewust worden van de rol en waarde van erfgoed en (gaan) handelen in de geest van deze beleidsnota. Dat kan niet zonder op de hoogte te zijn van de inhoud ofwel de bewoningsgeschiedenis en het ontstaan van het huidige historisch landschap. Een (interactieve) cursus of workshop waarin het verhaal van Valkenswaard verteld wordt, is dan ook noodzakelijk.

Om bij het brede publiek meer draagvlak voor het cultureel erfgoed te creëren, maar ook om het erfgoed toeristische recreatief te ontsluiten, zullen de kennis en krachten van gemeente en verenigingen worden gebundeld en wordt ingezet op samenwerking. Over deze samenwerking zal nader overleg worden gevoerd met de diverse historische verenigingen. Hierbij wordt gedacht aan het oprichten van een platform erfgoed.

Om de gestelde doelen in deze erfgoednota te verwezenlijken, liggen er voor de gemeente de volgende keuzen op tafel:

Keuzen erfgoedbeleid

Initiatiefnemers en gemeentelijk ambtenaren kunnen aan de hand van de erfgoedkaart van de gemeente Valkenswaard (zie https://odzob.nl/kaarten-erfgoed-archeologie) erfgoed als inspiratiebron voor ruimtelijke opgaven van meet af aan meenemen in de planvorming.

Actualisatie (aanwijzing van) gemeentelijke monumenten (m.b.v. de nieuwe erfgoed meetlat), inclusief archeologische monumenten.

Inventarisatie van overige beeldbepalende objecten en panden, met name de wederopbouwperiode.

De cultuurhistorische waardenkaart actualiseren en vaststellen.

De archeologische verwachtingen- en waardenkaart bijwerken en vaststellen.

Uitvoeren syntheseonderzoeken, zo mogelijk op regionale schaal, om daarmee te borgen dat kennisvermeerdering en geschiedschrijving plaats vindt.

Thematische onderwerpen beleidsmatig onderzoeken in verband met de vereiste actieve gemeentelijke regierol zoals uitgangspunten voor het behoud van religieus erfgoed.

Opstellen van beeldkwaliteitsplannen voor stedenbouwkundig waardevolle structuren Onderzoek naar en eventueel aanwijzen van beschermde dorps- en landschapsgezichten

(12)

4 Inventariseren roerend (collecties sigarenmakerij, valkerij, steendruk, rijtuigen) en immaterieel

erfgoed (bloemencorso, carnaval, etc..) en opstellen van een aparte nota over roerend, informatief en immaterieel erfgoed.

Gemeentelijk Erfgoedfonds instellen

Anticiperen op nieuwe beleidsontwikkelingen en stimuleren erfgoedactiviteiten.

Omgevingswetproof zijn; door o.a. benoemen adviescommissie op het gebied van ruimtelijke kwaliteit en de taken daarvan

Opname erfgoedverordening in omgevingsplan Opname maatregels in omgevingsplan

Keuzen monument(eigenaren)

Eigenaren van monumenten informeren en expliciet betrekken bij het behoud.

Toegankelijk maken van bestaande monumenten.

Leegstand en vrijkomende complexen in beeld brengen.

Actieve deelname in herbestemming van gebouwen en complexen.

Actieve voorlichting aan eigenaren:

 Monumentpaspoort: uitgave van een klein boekwerkje over kernkwaliteiten.

• Informatiebijeenkomsten met actuele relevante onderwerpen.

• Bijeenkomsten voor eigenaren, waarin een actueel onderwerp wordt behandeld.

Bedenken van stimulerende maatregelen voor eigenaren zoals het ondersteunen van initiatieven voor erfgoed, geven van een jaarlijkse prijs en monumentenschildjes

Keuzen publieksgerichte informatie en educatie Strategisch marketingonderzoek ‘Erfgoedbranding’.

Overleg starten met bedrijven, horeca en erfgoedinstellingen over steun aan deze waarden.

Stimuleer de totstandkoming van een erfgoedplatform.

Jaarlijkse deelname aan Open Monumentendag (gemeente faciliterend).

Samenwerking met onderwijsinstellingen voor erfgoedlessen.

publieksvoorlichting over de geschiedenis van Valkenswaard in samenwerking met externe organisaties (website, folders, routes).

projecten aanzwengelen om de historie tot leven te wekken (bv de reconstructie van de Schans van Weert) door middel van actieplan cultuurhistorie.

Keuzen organisatie

Capaciteit: 0,5 fte beleidsambtenaar erfgoed structureel vastleggen in de organisatie.

Beleidsmedewerker onderbrengen bij de strategische beleidsafdeling.

Inzet van Erfgoed ondersteuning via ODZOB.

Taken beleid en uitvoering (vergunning en handhaving, communicatie) scheiden.

Mogelijke modellen opstellen voor de werkwijze van de adviescommissie.

Keuze financiën

Onderzoek naar mogelijkheden van een erfgoed- en landschapsfonds op lokaal (en zo mogelijk regionaal niveau).

(13)

5 De Venbergse watermolen in april 1997 (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

De oorlogsbegraafplaats aan de N69. Valkenswaard was de eerste plaats in Nederland die door de oprukkende Britse troepen bevrijd werd. Hier rusten meer dan 220 soldaten, allen afkomstig uit het

Verenigd Koninkrijk. Zij stierven bijna allemaal bij de gevechten rond Valkenswaard gedurende september 1944 (foto Tracesofwar.nl).

(14)

6

1 Erfgoedbeleid; waarom?

1.1 Aanleiding

De gemeente wil graag eenduidig en integraal beleid rondom cultureel erfgoed formuleren, waarin zowel aandacht is voor archeologie als historisch cultuurlandschap en gebouwd en aangelegd erfgoed, en heeft om die reden de ODZOB gevraagd om de twee vigerende beleidsnota’s ten aanzien van archeologie en gebouwd erfgoed samen te voegen en te actualiseren. Daarbij komt ook dat beide beleidsnota’s op onderdelen niet meer actueel zijn door gewijzigde wetgeving als gevolg van de Erfgoedwet (2016) en Omgevingswet (2022). Voorliggend beleidsplan is gebaseerd op de beleidsnota’s uit 2012, maar is op onderdelen geactualiseerd, uitgebreid en aangepast aan de gewijzigde wetgeving, gemeentelijke inzichten en ontwikkelingen binnen de beroepsgroep.

Het doel van deze nota is het huidige beleid ten aanzien van cultureel erfgoed te herijken en te komen tot een actueel erfgoedbeleid dat recht doet aan zowel het cultureel erfgoed als andere (ruimtelijke) belangen.1 Dit beleidsplan geeft de noodzakelijke beleidskaders die voorwaarde zijn voor een consistente en heldere borging van het erfgoed in de gemeente Valkenswaard. Daartoe worden strategische beleidskeuzen, activiteiten en prioriteiten voorgesteld en met welke inspanningen deze kunnen worden bereikt. Dit zal nog in een uitvoeringsprogramma verder worden uitgewerkt.

Volop belangstelling voor voertuigen uit de Tweede Wereldoorlog tijdens een show van stichting Erfgoed 40-45, gemeenten Valkenswaard en Waalre (bron: Valkenswaardweekblad.nl).

In dit beleidsplan zijn de basisprincipes van de Europese Verdragen voor Erfgoed verankerd: Verdrag van Granada (Architectonisch erfgoed), Malta (Archeologie), Faro (erfgoed en participatie), Parijs (Erfgoed), Florence (Historisch Landschap). Deze Verdragen zijn ondertekend vanuit het besef dat de ruimtelijke inrichting van Europa ingrijpend aan het veranderen is en dat door economische groei, mobiliteit en schaalvergroting inmiddels al vele sporen van onze Europese samenlevingen uit het verleden ongezien zijn verdwenen. De Europese Verdragen hebben de doorwerking gekregen in het Nederlandse Erfgoedbeleid, via o.a. de beleidsnota’s: Belvedere (1999) , Modernisering

Monumentenzorg (MoMo) (2009), Erfgoed Telt (2018)’ en Nationale Omgevingsvisie ‘Karakteristiek Nederland’ (ontwerp 2020). De gemeenten hebben als taakverantwoordelijke de opdracht om het behoud en ontwikkelen van erfgoed verder te borgen en concretiseren.

1In 2012 heeft de gemeenteraad van Valkenswaard zowel het ‘Beleidsplan archeologische monumentenzorg gemeente Valkenswaard’ als de ‘Beleidsvisie gebouwd erfgoed Valkenswaard 2012-2020’ vastgesteld samen met de erfgoedkaart en erfgoedverordening. Het archeologiebeleid is in 2012 met de andere (destijds nog vier)

A2gemeenten afgestemd waardoor alle gemeenten een vrijwel eenduidig archeologiebeleid voeren met dito kaartbeeld. In 2012 werd ook de cultuurhistorische beleidskaart – onderdeel van de erfgoedkaart – vastgesteld.

(15)

7

1.2 Doelstelling

Cultureel erfgoed bepaalt in grote mate het karakter en de identiteit van Valkenswaard. Erfgoed vertelt iets over de geschiedenis van een plek en draagt bij aan de belevingswaarde van het landschap en de bebouwde omgeving. Deze identiteit maakt dat mensen zich thuis voelen in hun omgeving. Het erfgoed vormt daarom een belangrijk onderdeel van het gemeentelijke ruimtelijke beleid. Het maakt echter ook deel uit van een samenleving die onderhevig is aan snelle veranderingen. De gemeente moet in dit kader vaak afwegingen maken van schijnbaar tegenstrijdige belangen zoals economie en erfgoed. In de praktijk blijkt echter dat die belangen niet tegengesteld hoeven te zijn. Het cultureel erfgoed kan immers ook van economisch belang zijn, bijvoorbeeld voor het toerisme. Het kan ook in belangrijke mate bijdragen aan het behoud en de versterking van de identiteit van de gemeente. Het erfgoedbeleid moet daarom inspelen op ruimtelijke ontwikkelingen omdat erfgoed als inspiratiebron in hoge mate bij kan dragen aan een kwaliteitsverbetering van het landschap en de historische kernen.

HOOFDDOEL IS OM DE HISTORIE EN DAARMEE DE KERN VAN DE IDENTITEIT VAN VALKENSWAARD TE BEHOUDEN EN DIE HERKENBAARHEID IN DE TOEKOMST TE BORGEN.2

1.3 Definiëring erfgoed

Er worden vele begrippen gebruikt binnen het vakgebied.

Centraal staat de verbintenis daartussen. Onroerend erfgoed zoals een historisch landschap met alle archeologische relicten en gebouwd en aangelegd erfgoed daarin en daaronder, kan niet zonder het historische verhaal van de mensen die in dat

landschap leefden (dus een sterk immaterieel erfgoed). Gebouwd en aangelegd erfgoed heeft het historisch landschap en de natuur eromheen als context nodig om volledig tot zijn recht te komen, zowel esthetisch als om hun betekenis en geschiedenis te kunnen begrijpen.

Ook de erfgoedconsument neemt vooral het geheel waar: het

klooster in een rustiek landschap, de kerk met pastorie en tuin aan een aardig plein, de grafheuvels in een natuurgebied. Ze zijn niet of slechts bij uitzondering geïnteresseerd in de afzonderlijke postzegels in het album, maar in het album als geheel, of, misschien nog wel meer, in de verhalen die het album vertelt. Mensen willen het erfgoed beleven door hun eigen verhalen te verbinden aan de verhalen die het erfgoed vertelt.

Het begrip cultureel erfgoed bestrijkt de volgende gebieden:

1. onroerend erfgoed 2. roerend erfgoed 3. immaterieel erfgoed 4. informatief erfgoed

2Voor een korte toelichting op de historie van Valkenswaard en de aanwezige kernkwaliteiten wordt verwezen naar bijlage 1 en naar de toelichting op de erfgoedkaart met erfgoedcatalogus, https://odzob.nl/kaarten-erfgoed- archeologie.

Cultureel erfgoed is een optelsom van geschiedenis,

gebouwd en aangelegd erfgoed, musea, archieven,

historisch landschap en

archeologie. Het gaat dus om

roerend en onroerend erfgoed.

(16)

8

In de Erfgoedwet en Omgevingswet worden verschillende definities gehanteerd voor cultureel erfgoed:

Definitie uit de Erfgoedwet (art 1.1): uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, in de loop van de tijd tot stand gebracht door de mens of ontstaan uit de wisselwerking tussen mens en omgeving, die mensen, onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan hen en toekomstige generaties een referentiekader bieden

Definitie uit de Omgevingswet (Bijlage bij art 1.1): monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een

evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.

De definitie uit de Omgevingswet is dus ‘smaller’ omdat de Omgevingswet zich beperkt tot de fysieke leefomgeving. Ander cultureel erfgoed zoals roerend erfgoed of immaterieel cultureel erfgoed is alleen onderdeel van de definitie in de Omgevingswet als het deel uitmaakt van de fysieke leefomgeving, of als het daar anderszins relevant voor is. Een voorbeeld hiervan zijn regels voor een haven met historische schepen of het toedelen van een functie aan een locatie die samenhangt met een (lokaal) volksgebruik dat wordt aangemerkt als immaterieel erfgoed. In deze nota is ervoor gekozen om de definitie van cultureel erfgoed uit de Omgevingswet te gebruiken en waar immaterieel erfgoed ter sprake komt dit expliciet zo te noemen. Dit heeft wel tot gevolg dat er in deze beleidsnota maar beperkt aandacht is voor het immaterieel, informatieve en roerende erfgoed. We komen hier nog op terug in hoofdstuk 5.

Er worden in deze nota drie typen roerend cultureel erfgoed onderscheiden:3

• Archeologie (sporen van menselijke activiteiten in de bodem);

• Gebouwd en aangelegd erfgoed (zowel gebouwen als parken, begraafplaatsen etc.);

• Historisch landschap (de historische structuren in het landschap).

3 Dit is conform de terminologie die het Rijk hanteert.

informatief erfgoed

•papier en data in bibliotheken en archieven

roerend erfgoed

•voorwerpen in musea

•collecties

onroerend erfgoed

•archeologie

•historisch landschap

•gebouwd en aangelegd erfgoed

immaterieel erfgoed

•lokale geschiedenis en streekcultuur

•gebruiken, tradities, rituelen

•verhalen en liederen

•ambachten

cultureel erfgoed

archeologie

historisch landschap gebouwd en

aangelegd erfgoed

(17)

9 Deze gebieden overlappen elkaar: het historisch landschap kan een rol spelen in dorpsgezichten, verdwenen gebouwen kunnen door archeologie weer in beeld komen, en landschappelijke structuren kunnen met archeologie soms worden verklaard. In de ruimtelijke ordening (bestemmings-

/omgevingsplannen en ruimtelijke onderbouwingen) wordt vooral onderscheid gemaakt tussen archeologie en cultuurhistorische waarden, waarbij onder dat laatste dan het bovengrondse erfgoed wordt bedoeld ofwel het gebouwd en aangelegd erfgoed en het historisch landschap. In de

beleidskaarten die voortvloeien uit de erfgoedkaart komt dit onderscheid ook terug in de vorm van een archeologische en cultuurhistorische beleidskaart.

1.4 Leeswijzer

Deze erfgoednota bestaat uit de volgende hoofdstukken:

 Hoofdstuk 1 betreft de aanleiding, doelstelling en leeswijzer.

 Hoofdstuk 2 beschrijft de wettelijke kaders vanuit Rijk en provincie waarna ingezoomd wordt op de gemeentelijke taken die hieruit voortvloeien.

 Hoofdstuk 3 beschrijft de raakvlakken met erfgoed vanuit diverse gemeentelijke ambitiedocumenten en gaat daarbij in op de taken vanuit andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals cultuur, economie en duurzaamheid.

 In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de planologische bescherming van het fysieke erfgoed.

Hierbij worden de verschillende waarden toegelicht en wordt aangegeven wanneer archeologisch, cultuurhistorisch of bouwhistorisch onderzoek nodig is.

 In hoofdstuk 5 komen de diverse instrumenten ten behoeve van de bescherming van erfgoed aan bod zoals het archeologisch onderzoeksproces, herbestemming van erfgoed en de onderzoeksagenda.

 In hoofdstuk 6 gaan we in op het beleefbaar maken van erfgoed.

 Hoofdstuk 7 geeft duidelijkheid over de inzet van middelen voor erfgoed vanuit de gemeente.

 En in hoofdstuk 8 wordt een eerste aanzet gegeven voor een op te stellen uitvoeringsplan voor de komende jaren waarmee de uitgesproken ambities bereikt kunnen worden.

De Brandweertoren aan de Maastrichterweg, een gemeentelijk monument (bron: gemeente Valkenswaard).

(18)

10 Opgraving van een laatmiddeleeuwse landweer bij de Mgr. Smetstraat in 2020 met veel publieke

belangstelling (bron R. Berkvens en RAAP).

(19)

11

Erfgoed begrippen in de Omgevings- en Erfgoedwet

Archeologisch monument

Een archeologisch monument is op grond van de Erfgoedwet een terrein dat deel uitmaakt van cultureel erfgoed vanwege de daar aanwezige sporen van menselijke aanwezigheid in het verleden.

Dit kunnen overblijfselen of voorwerpen zijn, maar ook andere sporen. Al deze sporen zelf horen ook tot het archeologische monument.

Archeologische toevalsvondst van algemeen belang

Onverwachte vondst in of op de bodem, anders dan bij het doen van opgravingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, voor zover evident of vermoedelijk van algemeen belang uit het oogpunt van de archeologische monumentenzorg.

Gemeentelijk monument

Monument of archeologisch monument waaraan in het omgevingsplan de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven.

Monument

Een monument is op grond van de Erfgoedwet een onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed. Bijvoorbeeld historische gebouwen, archeologische terreinen, verdedigingswerken, tuinen, parken of standbeelden. Een monument kan uit meerdere onroerende zaken bestaan.

Rijksmonument

Rijksmonumenten zijn monumenten en archeologische monumenten die op grond van de Erfgoedwet in het rijksmonumentenregister staan ingeschreven.

Rijksmonumentenactiviteit

Activiteit inhoudende het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een rijksmonument of een voorbeschermd rijksmonument of het herstellen of gebruiken daarvan waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

Stads- en dorpsgezicht

Groepen van onroerende zaken, van algemeen belang vanwege hun schoonheid, onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten bevinden.

Voorbeschermd rijksmonument

Monument of archeologische monument die nog niet in het rijksmonumentenregister staan ingeschreven, maar waarvoor de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) het ontwerpbesluit tot aanwijzing als rijksmonument al wel naar de eigenaar heeft gestuurd.

Werelderfgoed

Op het grondgebied van Nederland gelegen cultureel en natuurlijk erfgoed dat op grond van het werelderfgoed verdrag is opgenomen in de Lijst van het Werelderfgoed (Unesco). Voorbeelden hiervan zijn het molencomplex Kinderdijk-Elshout, de Stelling van Amsterdam, de Van Nellefabriek in Rotterdam en de Waddenzee. Er is ook een Voorlopige Lijst werelderfgoed. Hierop staan

erfgoederen die Nederland bij Unesco wil voordragen om op de Lijst van het Werelderfgoed te plaatsen. Ook hiervoor zijn in sommige gevallen regels opgesteld.

(20)

12 Gemeentelijk monument Bergstraat 3 in Valkenswaard en het voormalig raadhuis in Dommelen (onder)

(bron: gemeente Valkenswaard).

(21)

13

2 De gemeente en het wetgevend kader

2.1 Algemeen

De zorg voor het cultureel erfgoed wordt voor een groot deel bepaald door het Rijk en de provincie.

Het gedachtengoed van de Omgevingswet en de Erfgoedwet vormen dan ook belangrijke ingrediënten van de nieuwe erfgoednota en is maatgevend voor de uitgangspunten in de benadering en omgang met erfgoed. Maar ook de provincie Noord-Brabant heeft maatregelen neergelegd die betrekking hebben op erfgoed van provinciale waarde. Zonder hier al te diep op alle wetten en regels in te willen gaan, worden de belangrijkste regels aangestipt. Daarnaast wordt ingegaan op de wettelijke taken die hieruit voortvloeien voor de gemeente.

Deze infographic laat zien welke aspecten van de Monumentenwet over zijn gegaan naar de Erfgoedwet en welke onderdelen zullen overgaan naar de Omgevingswet zodra die in werking treedt. De

Erfgoedwet uit 2016 zal naast de Omgevingswet blijven voortbestaan. (Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).

2.2 Erfgoedwet

2.2.1 Erfgoedwet en Omgevingswet

Samen met de Omgevingswet maakt de Erfgoedwet de integrale bescherming van het cultureel erfgoed mogelijk. De Erfgoedwet bundelt wetten op het gebied van museale objecten, musea, monumenten, archeologie en archieven. In de wet is vastgelegd hoe er met het cultureel erfgoed wordt omgegaan, wie daarbij welke verantwoordelijkheid heeft en hoe het toezicht daarop wordt uitgevoerd.

De Erfgoedwet verandert een aantal zaken voor het erfgoedveld:

 In de Erfgoedwet is een instandhoudingsplicht voor rijksmonumenten opgenomen. Een

eigenaar moet zorgen dat zijn of haar rijksmonument zodanig onderhouden wordt dat behoud gewaarborgd is.

 De procedure tot aanwijzing van rijksmonumenten is vervangen door de eenvoudigere Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure zoals geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. Hierdoor is de procedure verkort van 10 naar 6 maanden, terwijl inspraak mogelijk blijft.

 De Erfgoedwet regelt ook dat een rijksmonument samen met interieuronderdelen kan worden aangewezen als ensemble, wanneer het geheel van rijksmonument en de cultuurgoederen in onderlinge samenhang van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis is.

(22)

14

 Zorgvuldige afstoting van cultuurgoederen4: Het Rijk, de provincies, gemeenten,

waterschappen, universiteiten en andere publiekrechtelijke rechtspersonen zijn verplicht een advies van een commissie van deskundigen in te winnen als zij cultuurgoederen willen afstoten waarvan zij eigenaar zijn. Het moet dan gaan om cultuurgoederen die mogelijk van bijzondere cultuurhistorische, wetenschappelijke of uitzonderlijke schoonheid zijn, en onvervangbaar en onmisbaar voor het Nederlands cultuurbezit.

 Wanneer een eigenaar niet langer in staat is om te zorgen voor cultuurgoederen of verzamelingen van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die onvervangbaar en onmisbaar zijn voor het Nederlandse cultuurbezit en deze onbezwaard en zonder voorwaarden overdraagt, heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de plicht deze voor de rijkscollectie te aanvaarden.

 Certificeringsstelsel in de archeologie: Het vergunningstelsel voor het doen van archeologische opgravingen is vervangen door een certificeringsstelsel.

 De handhaving en het toezicht op musea en cultuurgoederen is geharmoniseerd.

De bepalingen uit de Monumentenwet 1988 over beschermde (archeologische) rijksmonumenten en stads- en dorpsgezichten zijn met ingang van 1 juli 2016 van toepassing op grond van het

overgangsrecht van de Erfgoedwet. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet gaan deze bepalingen over naar die wet. Inhoudelijk verandert er tot dat moment niets.

2.2.2 Aanwijzing rijksmonumenten

De Minister heeft de mogelijkheid en verantwoordelijkheid om monumenten van Nationaal Belang aan te wijzen als beschermd rijksmonument. Sinds 2010 wijst de Minister geen nieuwe rijksmonumenten meer aan, slechts op incidentele basis en ook in de toekomst zal dat op beperkte schaal plaatsvinden.

De nadruk ligt de komende jaren vooral op structurele verbetering van het monumentenbestand en niet op vergroten van de omvang ervan. De wettelijke criteria voor aanwijzing van rijksmonumenten – van algemeen belang vanwege de schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde – blijven ongewijzigd.

Op grond van de Erfgoedwet kan een interieur in samenhang met een rijksmonument worden aangewezen als ensemble wanneer deze samenhang van bijzondere cultuurhistorische of

wetenschappelijke betekenis is (Erfgoedwet art. 3.13). Het beschermde rijksmonument betreft in dit geval alle elementen die tot het geheel behoren, tenzij het expliciet is uitgesloten van de bescherming.

Een aangewezen interieurensemble wordt geregistreerd in een aan het rijksmonumentenregister gekoppeld openbaar informatiesysteem (Erfgoedwet art. 3.14). De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed5 ontwikkelt een digitaal informatiesysteem met beschikbare informatie over rijksmonumenten.6 Gemeenten en eigenaren kunnen deze informatie gebruiken voor (beslissingen op)

vergunningaanvragen.

2.2.3 Aanwijzing gemeentelijk cultureel erfgoed

Een gemeente moet bij het maken van ruimtelijke plannen rekening houden met cultuurhistorische waarden. Daartoe kunnen zij een beschermingsregime vastleggen in het bestemmings- /

omgevingsplan. Daarnaast is het mogelijk om onroerend en/of roerend cultureel erfgoed van lokaal of (boven)regionaal belang aan te wijzen als gemeentelijk monument, op basis van de gemeentelijke Erfgoedverordening. Dit kunnen zowel objecten (bijvoorbeeld een kerk) als structuren (bijvoorbeeld een woonwijk of kasseienweg) zijn.

In de aanwijzing zijn net als bij rijksmonumenten alle elementen die tot het geheel behoren, onderdeel van de bescherming. Indien de gemeente gemeentelijke monumenten of cultuurgoederen aanwijst, is zij op basis van de Erfgoedwet verplicht hier een register van bij te houden. Dit erfgoedregister moet gegevens bevatten over de inschrijving en identificatie van het aangewezen gemeentelijk cultureel erfgoed. Een aangewezen monument wordt geregistreerd in een openbaar informatiesysteem, zoals het Kadaster.

4 Onder cultuurgoederen wordt in de Erfgoedwet verstaan: roerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed.

5 Formeel de minister van OCW.

6 In de Erfgoedwet worden verschillende informatiesystemen genoemd, zoals het monumentenregister (Erfgoedwet art. 3.3), het informatiesysteem van aangewezen (interieur)ensembles (Erfgoedwet art. 3.14) en het archeologisch informatiesysteem Archis (Erfgoedwet art. 5.12).

(23)

15 2.2.4 Instandhoudingsplicht

In de Erfgoedwet is opgenomen dat een eigenaar moet zorgen dat zijn of haar rijksmonument zodanig onderhouden wordt, dat het behoud van het monument gewaarborgd is. Wanneer onvoldoende onderhoud leidt tot verval en schade, is het de taak van de gemeente om handhavend op te treden. Dit is mogelijk via de wettelijke instandhoudingsregeling in de Erfgoedwet en geldt ook voor gemeentelijke monumenten via de (doorwerking in de) erfgoedverordening en handhavingsbeleid. De gemeente kan ook bestuurlijke boetes opleggen. Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt de categorie 4 opgehoogd naar categorie 5; dat wil zeggen een zeer hoge boete en strafmaat. Beschadiging of verwaarlozing van beschermd cultureel erfgoed is een economisch delict. De gemeente moet hierbij niet wachten tot er een ingrijpende restauratie nodig is. Om dat te kunnen bepalen is de gemeente verplicht de (bouwtechnische) staat van de monumenten te monitoren. Dit kan alleen door periodiek (visuele) bouwkundige inspecties uit te (laten) voeren. Door tijdig ingrijpen wordt onnodig verlies aan het erfgoed voorkomen en lange strafrechtelijke trajecten.

De instandhoudingsplicht is opgenomen in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet en gaat over naar de Omgevingswet wanneer deze in werking treedt.

2.2.5 Certificering

Om de kwaliteitsborging in de archeologie te moderniseren en om de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van archeologische opgravingen zoveel mogelijk bij de markt neer te leggen, is de

opgravingsvergunning vervangen door een wettelijk geregelde certificering. Alleen gecertificeerde bedrijven of organisaties mogen archeologische resten opgraven. Deze kwaliteitsborging richt zich op een zorgvuldige inrichting van processen. Uitgangspunt is de huidige Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.7 De norm gaat niet alleen om het opgraven zelf, maar ook over het conserveren en documenteren van archeologische vondsten en het opstellen van een rapport over de opgraving. De certificerende instellingen zijn verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de norm door archeologische bedrijven. Via audits controleert de certificerende instelling of het bedrijf tijdens zijn werk daadwerkelijk voldoet aan de gestelde eisen.

Deze infographic laat zien welke uitzonderingen er gelden voor de certificeringsplicht (Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).

2.2.6 Amateurarcheologie

Amateurarcheologen in verenigingsverband worden in bepaalde gevallen vrijgesteld van de verplichting om een certificaat te hebben. Bijvoorbeeld bij opgravingen op een terrein dat wordt verstoord, waarvan is vast komen te staan dat er beperkte archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn en waarvan de gemeente vindt dat er geen professionele opgraving noodzakelijk is. Ook voor detectoramateurs kunnen uitzonderingen op de certificatieplicht gelden. Metaaldetectie met als doel het opgraven van de

7 Zie voor de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie:

https://www.sikb.nl/archeologie/richtlijnen/brl-4000

(24)

16 vondst is toegestaan tot een diepte van 30 cm. Dit deel van de bodem is over het algemeen al

verstoord. De uitzondering geldt niet:

- voor gebieden waarvan de gemeente heeft bepaald dat die een archeologische bestemming hebben;

- voor rijks, provinciale of gemeentelijke monumenten;

- onder water (magneetvissen).

Ook voor universiteiten en hogescholen bestaat een uitzondering op de certificeringsplicht.

Voorwaarde voor deze uitzondering is dat het gaat om archeologisch onderzoek in het kader van een onderwijsprogramma. Het archeologisch onderzoek mag geen commercieel karakter hebben.

2.3 Omgevingswet

2.3.1 Inleiding

De Omgevingswet bundelt wetten en regelingen over onder meer ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Cultureel erfgoed is een van de belangen binnen de Omgevingswet. De wet treedt op 1 januari 2022 in werking. De Omgevingswet staat voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. ‘Ruimte voor ontwikkeling, waarborgen voor kwaliteit’ is het motto. De wet beoogt een samenhangende benadering van diverse belangen. De Omgevingswet definieert cultureel erfgoed als: monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet. Ander cultureel erfgoed zoals roerend erfgoed of immaterieel cultureel erfgoed is alleen onderdeel van de definitie als het deel uitmaakt van de fysieke leefomgeving, of als het daar

anderszins relevant voor is. Een voorbeeld hiervan is het toedelen van een functie aan een locatie die samenhangt met een (lokaal) volksgebruik dat wordt aangemerkt als immaterieel erfgoed.

Deze infographic laat de verschillende instrumenten zien die er gelden onder de Omgevingswet (Bron:

Omgevingswetportaal).

2.3.2 Veranderingen voor erfgoed als gevolg van de Omgevingswet

Tot voor kort vond de bescherming van erfgoed met name plaats door aanwijzing; rijksmonumenten op basis van de Erfgoedwet en gemeentelijke monumenten op grond van de gemeentelijke

erfgoedverordening. Met de komst van de Omgevingswet zal bescherming plaats gaan vinden door het opnemen van rijks- en gemeentelijke monumenten in het omgevingsplan en een hieraan gekoppeld

(25)

17 vergunningstelsel.8 Daarnaast is de nadruk bij het beschermen van cultureel erfgoed verschoven van het individuele monument naar de omgevingskwaliteit. Het gaat niet alleen om de voorkant van een pand maar net zozeer over de samenhang met het interieur, de erfinrichting en de omgeving.

In de Omgevingswet is erfgoed als ruimtelijke factor stevig verankerd. Dat betekent onder meer dat in de Omgevingswet specifieke regels zijn opgenomen vanuit de zorgplicht die de gemeente heeft om het cultureel erfgoed in stand te houden.9 De belangrijkste taken voor de gemeente voortvloeiend uit de regelgeving van de rijksoverheid zijn:

1. Er wordt een brede definitie van cultureel erfgoed in de fysieke leefomgeving gehanteerd. Het gaat om gebouwde en aangelegde monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten én historische landschappen.

2. De gemeente moet aantasting van de omgeving van beschermde monumenten voorkomen. Dat moet voor zover die aantasting een negatieve invloed heeft op het aanzicht of de waardering van die monumenten. Dit geldt voor alle beschermde monumenten: rijksmonumenten,

provinciale en gemeentelijke monumenten. Hiervoor moeten gemeenten regels opnemen in het omgevingsplan.

3. In de omgevingsvisie staan de ontwikkelingen en ambities op lange termijn voor bouwwerken, infrastructuur, cultureel erfgoed, bodem, lucht, natuur en andere aspecten van de fysieke leefomgeving. Dat betekent onder meer dat aangegeven moet worden hoe de gemeente met zijn erfgoed omgaat en de instandhouding ervan voor de lange termijn waarborgt.

4. Het omgevingsplan komt in de plaats van het huidige bestemmingsplan en de gemeentelijke erfgoedverordening. Ook de regels voor de bescherming van rijksmonumenten en

rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten (en landgoederen) vallen daaronder. Hierbij moeten de instructies uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl art. 5.130) worden gehanteerd.10Ook het aanwijzen en beschermen van gemeentelijke monumenten vindt via het omgevingsplan plaats. De bestaande gemeentelijke monumenten moeten door de gemeente worden overgezet naar het omgevingsplan.11

5. De taken en bevoegdheden van de huidige monumentencommissie of commissie voor welstand en monumenten vervallen van rechtswege bij inwerkingtreding van de Omgevingswet. De gemeente moet dan een nieuwe gemeentelijke adviescommissie instellen. De minimale wettelijke taak van de gemeentelijke adviescommissie is het uitbrengen van advies over vergunningaanvragen met betrekking tot rijksmonumenten (uitgezonderd archeologische

rijksmonumenten). Gemeenten kunnen er voor kiezen meer taken toe te bedelen aan deze adviescommissie (Omgevingsbesluit art. 4.20 t/m 4.22).

6. Wanneer een rijksmonumentenactiviteit aan een archeologisch rijksmonument wordt

aangevraagd in combinatie met (een) andere activiteit(en) verleent het bevoegd gezag voor de andere activiteit(en) ook de vergunning voor de rijksmonumentenactiviteit. Het bevoegd gezag is meestal de gemeente maar kan ook de provincie of het Rijk zijn, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een ontgronding. De minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft dan recht van advies en instemming. De minister van OCW blijft bevoegd gezag bij

‘enkelvoudige aanvragen’.

7. In de Omgevingswet is geregeld dat in het geval van archeologische toevalsvondsten van algemeen belang het bevoegd gezag bodemverstorende werkzaamheden kan stilleggen (Omgevingswet art. 19.2).

8 De gemeente is hierbij alleen verantwoordelijk voor het opnemen van gemeentelijke monumenten. Het rijk zorgt dat rijksmonumenten in het DSO komen.

9 Instandhoudingsplicht (Artikel 10.18 Erfgoedwet en 11 lid 1 Monumentenwet 1988 in overgangsrecht Erfgoedwet).

10 Het gaat daarbij om regels die in het omgevingsplan moeten worden opgenomen voor: het voorkomen van ontsiering, beschadiging of sloop van in het plan beschermde monumenten; het voorkomen van verplaatsen van zulke monumenten, tenzij voor het monument noodzakelijk; het bevorderen van het gebruik van monumenten; het voorkomen van aantasting van het karakter van beschermde dorps- en stadsgezichten en van cultuurlandschappen door sloop van bestaande gebouwen, bouw van nieuwe of andere veranderingen; het conserveren / in stand houden van archeologische monumenten, bij voorkeur ‘in situ’.

11 Art 22.8 Omgevingswet regelt dat vergunningsplichten die geregeld zijn in gemeentelijke verordeningen onder het ‘oude’ recht ook gelden onder de Omgevingswet, zolang gemeenten nog geen omgevingsplan hebben dat aan alle wettelijke eisen voldoet.

(26)

18 8. In de Omgevingswet, artikelen 1.6, 1.7 en 1.7a is een algemene zorgplicht voor de fysieke

leefomgeving opgenomen. Deze is nader uitgewerkt in het Omgevingsbesluit (art. 1.3).

Doordat cultureel erfgoed hierin expliciet benoemd is kan er gehandhaafd worden op beschadigingen aan beschermd cultureel erfgoed, ook als die niet onder een expliciet verbod vallen. Naast deze algemene zorgplicht voor de fysieke leefomgeving wordt ook expliciet een onderhoudsplicht voor

(beschermd) cultureel erfgoed opgelegd (Omgevingsbesluit art. 1.3 lid c) en specifiek voor rijksmonumenten in het Besluit activiteiten leefomgeving (art.

13.11 ). Deze laatste onderhoudsplicht geldt specifiek voor degene die geacht wordt dit erfgoed te onderhouden, voor rijksmonumenten bijvoorbeeld de eigenaar, huurder, pachter of beheerder. Deze moet ervoor zorgen dat

beschermd erfgoed zodanig onderhouden wordt dat instandhouding van het object en de monumentale bouwkundige elementen gewaarborgd is.

9. Het toetsingskader voor een sloopvergunning binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht moet in het omgevingsplan worden opgenomen.

10. Gemeenten moeten via een Omgevingsloket op uniforme wijze de gegevens vanuit de bronnen ontsluiten, en deze bovendien vertalen naar gebruikstoepassingen. Dit heet het Digitale Stelsel van de Omgevingswet (DSO). Bedoeling van dit stelsel is dat initiatiefnemers, belanghebbenden en het bevoegd gezag straks met een klik op de kaart alle beschikbare informatie met

rechtsgevolgen kunnen raadplegen, die nodig is voor het gebruik van de Omgevingswet. Een digitale databank met cultuurhistorische waardenkaart waarop al het erfgoed bij elkaar gebracht is, is hiervoor een beproefd instrument.

11. Gemeenten moeten de DSO op orde brengen door alle gemeentelijk beschermde objecten en structuren digitaal in het Kadaster te verwerken. Ook gemeentelijke kaarten moeten volgens de DSO-systematiek worden getransformeerd.

2.4 Provinciaal beleid

2.4.1 Interim omgevingsverordening

De provincie werkt eraan om op 1 januari 2022 klaar te zijn voor de inwerkingtreding van de wet.

Vooruitlopend hierop heeft de provincie alvast een Omgevingsvisie gemaakt en al haar regels voor de fysieke leefomgeving samengevoegd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. In de Interim omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant (geconsolideerd 1-3-2020)12 zijn

instructieregels over de fysieke leefomgeving opgenomen. Met deze regels kan de provincie een opdracht geven aan gemeenten over onderwerpen die zij in het bestemmings-/omgevingsplan moeten opnemen of aan het waterschap over de manier waarop ze hun taken uitvoeren. Het gaat voor

Valkenswaard om instructieregels die betrekking hebben op aardkundige waarden en cultuurhistorisch waardevol gebieden (zie figuur hieronder).

In de instructieregels wordt aan gemeenten voorgeschreven om voor deze gebieden van provinciaal belang in het bestemmingsplan/omgevingsplan passende regels op te nemen ter bescherming van de aardkundige of cultuurhistorische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden. Daarnaast zijn ontwikkelingen hier mede gericht op behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de aardkundige en cultuurhistorische waarden en kenmerken zoals beschreven in de Aardkundig

Waardevolle Gebiedenkaart Noord-Brabant13 en de Cultuurhistorische Waardenkaart van Noord-Brabant.

Voor complexen van cultuurhistorisch belang is verder bepaald dat alleen de bestaande bebouwing en de bestaande planologische gebruiksactiviteit zijn toegelaten, tenzij nieuwvestiging van functies bijdraagt aan het behoud of het herstel van het cultuurhistorisch karakter van het complex en past binnen de ontwikkelingsrichting van het gebied waarin het complex is gelegen. De regels en cultuurhistorische waarden uit de provinciale kaart zijn opgenomen in de Erfgoedkaart.

12 https://noord-brabant.tercera-ro.nl/MapViewer/Default.aspx?id=NLIMRO9930InterimOvrgc-0320 13 https://noord-

brabant.maps.arcgis.com/apps/webappviewer/index.html?id=ae83285be89f4501b60b1346cf9c3acd

(27)

19 Uitsnede uit de kaart van de Interim Omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant met daarop geprojecteerd de aardkundige en cultuurhistorische waarden.14

2.4.2 Provinciaal erfgoed beleid15

In het provinciale beleidskader erfgoed 2016-2020 'De (verbeeldings)kracht van erfgoed' geeft de provincie aan te focussen op vier belangrijke verhaallijnen van Brabant:

 Bevochten Brabant

De vele forten, kazernes en waterlinies illustreren een geschiedenis waarin Brabant regelmatig het strijdtoneel vormde. De provincie focust zich binnen deze verhaallijn op de

Zuiderwaterlinie, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Tweede Wereldoorlog.

 Innovatief Brabant

Brabant staat bekend om de producten zoals textiel, leer, suiker en tabak. Grote iconen voor deze verhaallijn zijn Strijp-S in Eindhoven, CHV in Veghel en KVL in Oisterwijk.

14 Zie ook: https://noord-

brabant.maps.arcgis.com/apps/webappviewer/index.html?id=1dab0b45b3234fffa8090a4bc8ae06f8 15 Momenteel wordt gewerkt aan een actualisatie van het erfgoedbeleid.

(28)

20

 Bestuurlijk Brabant

De vele kastelen, stadspaleizen en landgoederen laten een verleden zien van de rijke

bestuurlijke elite in Brabant. Hierin draagt de provincie structureel bij aan de topmonumenten Markiezenhof en Kasteel Heeswijk.

 Religieus Brabant

Brabanders zoeken al eeuwenlang naar de diepere zin van het bestaan, gemeenschapszin en rituelen. In deze verhaallijn focussen we ons daarom voornamelijk op kloosters en

parochiecentra in de provincie.

Vanuit deze verhaallijnen kiest de provincie waar kansen liggen in relatie tot sociale veerkracht en ruimtelijke en economische ontwikkelingen van Brabant.

Met het ontwikkel- en investeringsprogramma de Erfgoedfabriek blaast de provincie Noord-Brabant iconische erfgoedcomplexen nieuw leven in. De Erfgoedfabriek heeft als opdracht het behouden van erfgoed door ontwikkeling. Restaureren alleen is niet voldoende. De rol die de provincie aanneemt verschilt: van verbinden en ontwikkelaar tot financier.16

2.4.3 Ontgrondingen

Voor ontgrondingen is een omgevingsvergunning nodig, tenzij het gaat om een in het Besluit activiteiten leefomgeving aangewezen vergunningvrij geval (Bal artikel 16.7). De lijst met vergunningvrije gevallen is verruimd ten opzichte van de huidige (provinciale) lijsten. Zo zijn bijvoorbeeld vergunningvrij:

- vijvers e.d. tot 3 m diep en 1000 m3;

- aanleggen van natuurvriendelijke oevers tot 10 m breed;

- opgravingen zoals bedoeld in de Erfgoedwet;

- ontgrondingen voor werk aan buisleidingen etc. (geen maximale maat).

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kan de gemeente in het omgevingsplan verdere beperkingen aan de vergunningvrije gevallen stellen.

De vergunningverlening voor omgevingsvergunningen voor ontgronden verschuift grotendeels van de provincie naar de gemeente. Uitzonderingen zijn (Omgevingsbesluit art. 4.6):

- een ontgronding die een omgevingsplanactiviteit van provinciaal belang is;

- een ontgrondingsactiviteit in het winterbed van een tot de rijkswateren behorende rivier of buiten de rijkswateren.

De eisen ten aanzien van archeologie met betrekking tot ontgronden verwijzen naar de Erfgoedwet;

hierin vinden door de Omgevingswet geen wijzigingen plaats.

2.4.4 Depot en vondstmeldingen

De provincie vervult als eigenaar van de archeologische vondsten die in de provincie gedaan worden, een belangrijke rol bij het archiveren en bewaren van de meeste archeologische vondsten uit

opgravingen in de provincie Noord-Brabant in het provinciaal depot voor bodemvondsten. Behalve de taak om een provinciaal depot aan te wijzen en te onderhouden, hebben de provincies ook de

bevoegdheid gemeentelijke depots aan te wijzen. Aan die aanwijzing worden voorwaarden gesteld op het gebied van toegankelijkheid, veiligheid en conservering.

16 Zie https://www.brabant.nl/onderwerpen/kunst-cultuur-en-erfgoed/erfgoed/herbestemming-cultureel- erfgoed/investeringsprogramma-de-erfgoedfabriek

(29)

21 Deze infographic laat de verschillen zien tussen het bestemmingsplan en omgevingsplan (Bron:

Omgevingswetportaal).

2.5 Adviescommissie voor omgevingskwaliteit

In de Omgevingswet vervalt de commissie op het gebied van de monumentenzorg. Deze wordt vervangen door de gemeentelijke adviescommissie, die ingesteld wordt door de gemeenteraad en minimaal tot taak heeft te adviseren over de aanvragen om een omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit, voor zover het andere dan archeologische rijksmonumenten betreft (Omgevingswet art. 17.9). Het college van burgemeester en wethouders kan de commissie verder advies vragen over het ontwikkelen van beleid voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving.

Binnen deze commissie worden in ieder geval enkele leden deskundig op het gebied van de

monumentenzorg betrokken bij de advisering over een (rijks)monumentenactiviteit. Een gemeente kan zelf de verantwoordelijkheid nemen om er een brede commissie voor

omgevingskwaliteit van te maken, die ook aspecten van bijvoorbeeld welstand, landschap, stedenbouw en infrastructuur behandelt. In de Omgevingswet wordt een aantal kwaliteitseisen voor die advisering opgenomen, zoals de koppeling aan het beleid, deugdelijke motivering, openbaarheid en verantwoording in een jaarverslag.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2022 verandert de

erfgoedcommissie van Valkenswaard, die deels wordt ingehuurd vanuit de ODZOB, dan ook in een commissie voor omgevingskwaliteit. Dat betekent dat de gemeenten voor deze datum een instellingsbesluit moet nemen, inclusief taakomschrijving en

werkwijze voor de nieuwe, verbrede “gemeentelijke adviescommissie ”. De advisering over welstand wordt in de Omgevingswet vervangen door het ‘’uiterlijk van bouwwerken’’. Daarmee is de welstandsadvisering dus op een andere wijze in de wet opgenomen. De samenstelling van de commissie zal qua disciplines en specialismes veranderen en de gemeente kan hieraan een brede en eigen invulling geven. Vanuit de VNG, Federatie Ruimtelijke kwaliteit en RCE is er een handreiking met richtlijnen en aanbevelingen geschreven voor het vormgeven en installeren van een adviescommissie.

Het college van B&W vraagt de commissie advies bij een aanvraag omgevingsvergunning voor een (rijks)monumentenactiviteit maar kan dat ook doen bij mogelijke aantasting van cultuurhistorische waarden. De nieuwe adviescommissie moet zo veel mogelijk ingezet worden om initiatiefnemers aan de voorkant van het proces te adviseren en hen uit te dagen om hun plannen met zo veel mogelijk kwaliteit en consensus te realiseren. Dit is van groot belang omdat onder de Omgevingswet veelal de reguliere procedure van toepassing zal zijn op vergunningaanvragen en er dus ná de aanvraag zeer

(30)

22 weinig tijd is voor afstemming. Daarom is het de taak van de gemeente álle afstemming zoveel als mogelijk aan de voorkant van de procedure te laten plaatsvinden.

Voor het college zullen adviezen over de meerwaarde van ‘Ruimtelijke kwaliteit’ in een project steeds belangrijker worden, als de vraag is of ‘de meerwaarde opweegt tegen het afwijken van de algemene regel van een omgevingsplan’. Indien de afwijking van de algemene regel groter wordt, wordt de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag ook zwaarder om het besluit op goede wijze te motiveren.

Voor die motivering van de (maatschappelijke) meerwaarde is, volgens de Raad voor de Leefomgeving, een advies van een (brede) onafhankelijke adviescommissie noodzakelijk.

2.6 Overgangsrecht en Bruidsschat

Om een goede overgang tussen de huidige wet- en regelgeving en de Omgevingswet te borgen is het overgangsrecht in het leven geroepen. In het overgangsrecht is opgenomen dat als een gemeente in 2022 nog geen omgevingsplan heeft, de geldende planregimes zullen worden samengevoegd en tot uiterlijk 2030 van kracht blijven. Het overgangsrecht regelt dat het omgevingsplan na 2022 uit twee delen bestaat: een tijdelijk en een nieuw deel. Besluitvorming ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen zullen tijdens de overgangsfase plaatsvinden aan de hand van het nieuwe deel. Het tijdelijke deel is weer opgedeeld in 2 delen:

 Bestaande ruimtelijke regels en enkele gemeentelijke verordeningen;

 De rijksregels die gedecentraliseerd worden (de bruidsschat).

In de overgangsfase tot 2030, moet de gemeente de regels uit het tijdelijke deel laten vervallen en deze onderwerpen (al dan niet in gewijzigde vorm) gaan reguleren in het nieuwe deel van het omgevingsplan.

(Bron: Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland).

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet draagt het Rijk een aantal taken over aan gemeenten, waaronder de vergunningverlening met betrekking tot (archeologische) rijksmonumenten en

rijksbeschermde dorpsgezichten, met het idee dat regels om deze waarden te beschermen lokaal beter afgewogen kunnen worden. Dit pakket voormalige rijksregels dat in het omgevingsplan wordt opgenomen, wordt de bruidsschat genoemd. Het moet voorkomen dat er regels vervallen waarvoor nog geen nieuwe regels zijn opgesteld. Gemeenten kunnen al deze onderwerpen hoogstwaarschijnlijk niet op tijd in het omgevingsplan verwerken. Het Rijk heeft er daarom met het Invoeringsbesluit voor gezorgd dat deze regels in 2021 automatisch aan het omgevingsplan worden toegevoegd. Gemeenten krijgen door de bruidsschat de tijd om zelf een afweging te maken hoe ze deze onderwerpen willen regelen. In de overgangsperiode moeten zij de regels van de bruidsschat overnemen, wijzigen of laten vervallen.

(31)

23 Boven, persbericht over de vondst van een Romeinse nederzetting aan de Dragonder in 2000-2001 en

onder, de heemkundekring Weerderheem in actie tijdens de archeologiedagen 2019 waarbij geboord werd op het terrein van de voormalige sporthal aan de Amundsenstraat in Valkenswaard (bron

Eindhovens Dagblad).

(32)

24

3 Van ambitie naar beleid

3.1 Inleiding

Gemeenten worden op basis van de Omgevingswet verplicht om een omgevingsplan vast te stellen waarin de regels over de fysieke leefomgeving en ook het ruimtelijke erfgoed worden opgenomen.

Omdat de Omgevingswet pleit voor vermindering van de vergunningplicht, wordt het transparant en helder beschrijven van gewenste en ongewenste ontwikkelingen binnen de fysieke leefomgeving nog belangrijker dan onder het huidige omgevingsrecht. Belangen worden aan de voorzijde integraal afgewogen. Omdat er voor erfgoed geen sprake is van een omgevingswaarde (een minimumnorm, zoals bijvoorbeeld bij geluid) is goed inzicht in de cultuurhistorische waarden door middel van onderzoek van groot belang. Samen met de Erfgoedwet maakt de Omgevingswet een integrale bescherming van het erfgoed mogelijk.

Om bovenstaand te realiseren is het nodig om het erfgoedbeleid af te stemmen op het reeds ingezette gemeentelijke omgevingsbeleid ten aanzien van erfgoed. Om meer inzicht te krijgen in de ambitie en visie van de gemeente, zijn de volgende documenten van belang, namelijk:

 Beleidsplan Archeologische Monumentenzorg gemeente Valkenswaard 2012-2020

 Beleidsvisie gebouwd erfgoed Valkenswaard 2012-2020

 Toekomstvisie 2030 van de gemeente Valkenswaard

 Structuurvisie Valkenswaard

 Nota cultuurbeleid 2012-2015

 Nota Vrijetijdsbeleid 2015-2020

 Nota Ruimtelijke kwaliteit 2016

 Landschapsontwikkelingsplan 2011-2020

 Uitvoerings- en handhavingsbeleid 2019-2022

De omgevingsvisie van de gemeente Valkenswaard is in voorbereiding maar nog niet vastgesteld en is hier dan ook nog niet opgenomen.

3.2 Erfgoedzorg tot nu toe

In 2012 heeft de gemeente de eerste stappen richting een eigen archeologie- en monumentenbeleid gezet. In het beleidsplan Archeologische Monumentenzorg gemeente Valkenswaard 2012 en de beleidsvisie gebouwd erfgoed Valkenswaard 2012-2020 zijn de volgende doelstellingen opgenomen:

 De bekende archeologische en cultuurhistorische waarden en het gebouwde erfgoed worden zoveel mogelijk ontzien. In die gebieden waar kans is op de aanwezigheid van belangrijke waarden, wordt hier vroegtijdig rekening mee gehouden door ze op te nemen in het bestemmingsplan, zodat bouwprojecten e.d. het erfgoed zo min mogelijk schaden.

 Archeologie mag geen belemmering zijn voor ontwikkeling en gebruik van de grond, om welke reden werkzaamheden wegens onvoldoende vooronderzoek ook niet vertraagd mogen worden door onverwachte vondsten.

 Onderzoek naar erfgoed (gebouwd en aangelegd erfgoed, archeologie, historisch landschap) moet, waar dat kan, leiden tot kwaliteitsvolle beeldvorming en kennisvermeerdering over het verleden van de gemeente Valkenswaard en deze informatie moet toegankelijk zijn voor de inwoners/publiek.

 Het gebouwde erfgoed wordt beschermd door instandhouding en beheer te stimuleren en waar nodig te ondersteunen (bijvoorbeeld door specifieke advisering aan monumenteigenaren) en door de aanwezige cultuurhistorische waarden als inspiratiebron op een verantwoorde wijze in nieuwe ontwikkelingen in te passen.

 Het erfgoedbeleid van Valkenswaard wordt integraal en op een pragmatische wijze in de gemeentelijke organisatie ondergebracht.

Een aantal van de hierboven gestelde doelen zijn is inmiddels gerealiseerd waaronder het vroegtijdig rekening houden met archeologie en onderzoek naar erfgoed, met name archeologie, wat heeft geleid tot kennisvermeerdering. Integratie van het erfgoedbeleid binnen de organisatie is echter nog niet optimaal wat ook geldt voor het delen van informatie die voortvloeit uit erfgoedonderzoek richting publiek. Verder is bescherming van zowel het gebouwde en aangelegde erfgoed als historisch

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De provincie vindt het belangrijk om het erfgoed door te geven aan toekomstige generaties en het verhaal van Flevoland toegankelijk en beleefbaar te maken voor inwoners

De gemeente Moerdijk geeft invulling aan haar zorgplicht voor het (gemeentelijk) erfgoed door een Uitvoeringskader Erfgoed vast te stellen. Hierin wordt behoud van archeologie

Dit gaat bij uitstek over het bedienen en bereiken van het publiek van de toekomst zowel met live­ervaringen als via online verhalen, zoals de nieuwe digitale en online

‘traditionele landschappen’ nog steeds populair is bij planners en andere beleidsmensen, raakte de onderzoekswereld al in de jaren tachtig overtuigd van een veel grotere dynamiek

ln Langs pakhuizen, ÍabrÍeken en wa- tertoÍens ziin twaalf avontuurlijke rou- tes langs bijzondere industriële monu- menten in Nederland én België beschreven, Elke route

Het onderzoek van de omgeving van grafheuvels lever- de veel nieuwe gegevens op die ons iets vertellen over hoe mensen in het verleden met deze landschappen omgingen, hoe belangrijk

Op deze wijze zal voor de gehele nieuwe gemeente de onbeschermde cultuurhistorische waarden in beeld komen en kan cultuurhistorie in de toekomst integraal in de

Verdere ontginning en ontwatering vochtige dekzandgebieden, broeken en hoogvenen | Nieuwe beeklopen door verlengen beken, verbinden dekzandlaagten, aantakken