• No results found

University of Groningen The association of cognitive performance with vascular risk factors across adult life span van Eersel, Maria Elisabeth Adriana

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "University of Groningen The association of cognitive performance with vascular risk factors across adult life span van Eersel, Maria Elisabeth Adriana"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

The association of cognitive performance with vascular risk factors across adult life span

van Eersel, Maria Elisabeth Adriana

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date: 2018

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

van Eersel, M. E. A. (2018). The association of cognitive performance with vascular risk factors across adult life span. Rijksuniversiteit Groningen.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

8

Summary in Dutch

Nederlandse samenvatting

(3)

-137

Chapter 8

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Dementie is een wereldwijd gezondheidsprobleem dat in 2030 naar schatting zo’n 75 miljoen mensen zal treffen. Helaas is er nog geen behandeling om mensen te genezen van dementie. Daarom is de Wereld Gezondheid Organisatie (WHO, World Health Organisation) van mening dat er meer onderzoek moet worden gedaan naar mogelijkheden om dementie te voorkomen. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan de behandeling van vasculaire risicofactoren, zoals de behandeling van hoge bloeddruk (hypertensie), een hoog cholesterolgehalte (hypercholesterolemie) en suikerziekte (diabetes mellitus), en het stoppen met roken. Deze vasculaire risicofactoren veroorzaken aderverkalking (atherosclerose), wat gerelateerd is aan hart- en vaatziekten. Echter aderverkalking draagt ook bij aan het afsterven van zenuwcellen in de hersenen, ook wel neurodegeneratieve veranderingen genoemd. Deze neurodegeneratieve veranderingen liggen ten grondslag aan dementie. Het ligt dan voor de hand om te veronderstellen dat behandeling van vasculaire risicofactoren niet alleen helpt om hart- en vaatziekten te bestrijden, maar ook om dementie te voorkomen. Immers door het voorkomen van aderverkalking in de hersenen kan schade worden beperkt, en daarmee blijven cognitieve functies (zoals het geheugen) beter behouden.

In de afgelopen jaren zijn er verschillende studies gedaan, waarbij er werd aangetoond dat vasculaire risicofactoren de achteruitgang van cognitieve functies bevordert bij voornamelijk oudere mensen. Vervolgens zijn er studies gedaan naar het effect van de behandeling van vasculaire risicofactoren op de cognitieve functies. Echter niet elke studie liet een effect van de behandeling op de cognitieve functies zien. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de behandeling van vasculaire risicofactoren in deze studies te laat wordt gestart (pas op een leeftijd van 60 jaar of ouder). Echter neurodegeneratieve veranderingen in de hersenen zijn al vele tientallen jaren in de hersenen aanwezig voordat er klachten van dementie komen – veelal ver voor het zestigste levensjaar. Het is dus mogelijk dat er in deze studies te laat begonnen is met de behandeling van vasculaire risicofactoren om neurodegeneratieve schade, en daarmee dementie, te voorkomen. Dit leidt tot de vraag of behandeling hiervan vanaf een jongere leeftijd wél succesvol zou kunnen zijn. Daarvoor moet eerst de vraag beantwoordt worden of vasculaire risicofactoren ook de achteruitgang van cognitieve functies bevordert bij jonge mensen. Deze worden vragen worden in dit proefschrift uitgewerkt.

Het algemene doel van dit proefschrift was om het verband tussen cognitieve functies en vasculaire risicofactoren gedurende de hele volwassen leeftijd te onderzoeken. Daarnaast werd in dezelfde leeftijdsgroep onderzocht of er een verband bestond tussen

(4)

cognitieve functies en de behandeling van vasculaire risicofactoren. Deze onderzoeken werden uitgevoerd binnen de PREVEND studie, ‘Prevention of REnal and Vascular ENd-stage Disease’. De studiegroep bestond uit mensen in de leeftijdsgroep van 35 tot 82 jaar oud.

Methode

In dit proefschrift werden bepaalde cognitieve functies van de studiegroep in de loop van een aantal jaren vervolgd en onderzocht. Onder cognitieve functies worden alle (hersen) processen verstaan die betrokken zijn bij het opnemen en verwerken van informatie. Dit betreffen uiteenlopende functies, waaronder intelligentie, geheugen, aandacht en concentratie, snelheid van informatieverwerking, planningsvaardigheden, sociale vaardigheden, taal, en probleemoplossend vermogen. Voor het onderzoeken van deze cognitieve functies zijn uiteenlopende cognitieve testen beschikbaar.

Er waren wel een aantal uitdagingen bij het onderzoek naar het verband tussen de cognitieve functies en vasculaire risicofactoren bij mensen van jonge en middelbare leeftijd. Zo werden studies, die dit verband eerder onderzochten, waarschijnlijk belemmerd door onderzoeksmethodes die niet goed gevoelig waren om bij mensen van jonge en middelbare leeftijd veranderingen in de cognitieve functies en de vasculaire risicofactoren te meten. Daarom is er in dit proefschrift voor andere onderzoeksmethoden gekozen, die naar onze mening zowel de cognitieve functies als de vasculaire risicofactoren bij deze leeftijdsgroep beter in kaart brengen.

Allereerst werden de cognitieve functies in dit proefschrift gemeten met de Ruff Figural Fluency Test (RFFT). Deze cognitieve test meet verschillende cognitieve functies onder andere geheugen, aandacht en concentratie, snelheid van informatieverwerkingen en planningsvaardigheden. Deze cognitieve test is goed gevoelig om de eerste subtiele veranderingen – achteruitgang - in cognitieve functies van zowel jonge als oude mensen te meten.

Daarnaast werd er van elk individu een vasculair risicoprofiel berekend door alle afzonderlijke vasculaire risicofactoren op te tellen in een vasculair risicoscore. Door gebruik te maken van een dergelijk risicoscore (Framingham Risk Score for Cardiovascular Disease) werd het totale effect van alle vasculaire risicofactoren samen in kaart gebracht (risicoprofiel). Dit is een verschil met andere studies waarin vaak het effect van een enkele risicofactor werd bestudeerd. Daarbij is het effect van een enkele risicofactor moeilijker te bepalen in mensen van jonge en middelbare leeftijd, omdat de meetwaarden van deze risicofactoren op die leeftijd vaak slechts minimaal verhoogd zijn. Wanneer alle vasculaire risicofactoren echter gezamenlijk worden benaderd en hun effecten bij elkaar worden

(5)

139 opgeteld, kan er in deze leeftijdsgroep toch al duidelijk sprake zijn van een verhoogd risico op aderverkalking.

Een nadeel van deze vasculaire risicoscores is helaas dat zij deels door iemands leeftijd bepaald worden. Hoe ouder, hoe hoger het risico. Hoewel leeftijd een belangrijke vasculaire risicofactor is, is het voortschrijden van iemands leeftijd nog niet te behandelen of te voorkomen. Om te kunnen focussen op behandelbare oorzaken is er voor gekozen om het verband tussen de cognitieve functies en vasculaire risicofactoren te onderzoeken onafhankelijk van leeftijd. Dit is gedaan door bij bepaling van het vasculair risico alleen uit te gaan van de behandelbare risicofactoren binnen de Framingham Risk Score for Cardiovascular Disease (o.a. hoge bloeddruk, een hoog cholesterolgehalte, suikerziekte en roken). In de volgende alinea’s worden de belangrijkste bevindingen van dit proefschrift beschreven.

Resultaten

In dit proefschrift is het verband tussen de cognitieve functies en de vasculaire risicofactoren stapsgewijs onderzocht. Ten eerste werd dit verband in een dwarsdoorsnede van de studiegroep onderzocht (cross-sectioneel). In hoofdstuk 2 werd een negatief verband aangetoond tussen de cognitieve functies en het vasculair risico: hoe hoger het vasculair risico, hoe slechter de cognitieve functies. Dit werd niet alleen gevonden bij de oudere leeftijdsgroepen, maar ook bij de jongere leeftijdsgroepen tussen de 35 en 54 jaar. In

hoofdstuk 3 werd onderzocht of het verband even sterk was voor jongere mensen in

vergelijking met oudere mensen. Hierbij werd er gericht op de vasculaire risicofactor diabetes mellitus type 2 (suikerziekte), omdat in hoofdstuk 2 werd gevonden dat diabetes mellitus een zwaarwegende risicofactor voor de cognitieve functies was. In hoofdstuk 3 werd gevonden dat mensen met diabetes mellitus type 2 slechtere cognitieve functies hadden dan mensen zonder diabetes mellitus. Dit bevestigde de resultaten van hoofdstuk

2 dat de cognitieve functies negatief gerelateerd zijn aan vasculaire risicofactoren. Een

belangrijke nieuwe bevinding daarbij was dat het verband tussen de cognitieve functies en diabetes mellitus type 2 het sterkste was bij de mensen in de jongste leeftijdsgroep (35-44 jaar) en dat de sterkte van het verband geleidelijk afnam bij het ouder worden. Diabetes mellitus had bij jonge mensen dus een sterkere negatief effect op de cognitieve functies dan bij oudere mensen.

Ten tweede werd het verband tussen de cognitieve functies en de vasculaire risicofactoren over de tijd onderzocht (longitudinaal). Omdat de cognitieve test daarvoor bij herhaling afgenomen werd, was het noodzakelijk om eerst te evalueren hoe herhaalde metingen de uitslagen van de cognitieve test Ruff Figural Fluency Test (RFFT) konden

Chapter 8

(6)

beïnvloeden – oftewel of er een leereffect aanwezig was. In de PREVEND studie werd de RFFT drie keer getest in zes jaar tijd. In hoofdstuk 4 werd aangetoond dat de score op de RFFT verbeterde, wanneer de test werd herhaald (na een interval van gemiddeld 2 jaar). Dit was een verrassende bevinding, omdat de veronderstelling was dat de score van een cognitieve test in de loop van de tijd zou dalen door het ‘normale’ proces van verlies van cognitieve functies tijdens het ouder worden. Waarschijnlijk leerden de proefpersonen bij de eerste afname van de RFFT hoe deze test gemaakt moest worden, waardoor zij bij de tweede afname van de test gebruik konden maken van de opgedane kennis. Oftewel bij het herhalen van de RFFT was er een leereffect zichtbaar. Dit leidde tot een hogere score op de RFFT. Daarnaast werd de grootste stijging in RFFT score gevonden bij jonge mensen. Deze stijging in RFFT score werd geleidelijk minder naarmate de leeftijd toenam. De stijging in RFFT score was niet afhankelijk van opleidingsniveau. Dit betekende dat in longitudinale studies de verandering in cognitieve functies gemeten met de RFFT gecorrigeerd moet worden voor dit leereffect. Hiermee werd uiteindelijk onderzocht of de verandering in cognitieve functies werd beïnvloed door vasculaire risicofactoren, die in principe behandeld zouden kunnen worden.

In hoofdstuk 5 werd het negatieve verband beschreven, dat bleek te bestaan tussen de verandering van de cognitieve functies gedurende zes jaar follow-up en het behandelbare vasculaire risico bij zowel jonge als oude mensen. Hoe hoger het behandelbare vasculair risico, hoe groter de achteruitgang in de cognitieve functies bleek. Dit leidde tot de veronderstelling dat behandeling van vasculaire risicofactoren mogelijk achteruitgang in de cognitieve functies zou kunnen voorkomen bij zowel jonge als oude mensen.

In hoofdstuk 6 werd onderzocht of de behandeling van vasculaire risicofactoren effectief is in het voorkomen van achteruitgang van de cognitieve functies. De verandering van de cognitieve functies van mensen mét en zónder behandeling van vasculaire risicofactoren gedurende zes jaar werd met elkaar vergeleken. Behandeling van vasculaire risicofactoren bestond uit medicamenteuze behandeling van hoge bloeddruk, een hoog cholesterolgehalte, suikerziekte en het voorkomen van stolsels in de bloedvaten met bloedverdunners. Uit dit proefschrift bleek dat de verandering in de cognitieve functies niet verschilde tussen mensen mét en zónder behandeling ondanks het feit dat mensen met een behandeling ouder waren, een hoger behandelbare vasculair risico en slechter cognitieve functies hadden. Dit betekende dat er geen duidelijk bewijs werd gevonden dat medicamenteuze behandeling van vasculaire risicofactoren de cognitieve functies van mensen met een hoog behandelbare vasculair risico verbeterde. Aan de andere kant leidde de behandeling van vasculaire risicofactoren ook niet tot een verslechtering van de cognitieve functies. Dit is een belangrijke conclusie, omdat de angst voor verslechtering van

(7)

141 de hersenfuncties soms een reden is om niet te beginnen met de behandeling (bijvoorbeeld doordat de doorbloeding van de hersenen kan afnemen met de behandeling van hoge bloeddruk, wat mogelijk zou kunnen leiden tot slechtere cognitieve functies).

Conclusie en blik op de toekomst

Samenvattend beschrijft dit proefschrift dat er een negatief verband is tussen de cognitieve functies en de vasculaire risicofactoren, zoals hoge bloeddruk, een hoog cholesterolgehalte, suikerziekte en roken. Hoe hoger het vasculair risico, hoe slechter het geheugen. Dit verband is het sterkst aanwezig op jonge middelbare leeftijd. Dit ondersteunt de veronderstelling dat er zo vroeg mogelijk gestart zou moeten worden met behandeling van vasculaire risicofactoren om effectief te zijn in het voorkomen van achteruitgang van de cognitieve functies. In het hoofdstuk over behandeling kon deze veronderstelling echter nog niet worden bevestigen. Er werd wel aangetoond dat medicamenteuze behandeling van vasculaire risicofactoren de cognitieve functies van mensen met een hoog vasculair risico niet (verder) verslechterde.

De resultaten van dit proefschrift leiden tot een aantal belangrijke inzichten in het onderzoek naar mogelijkheden om achteruitgang in cognitieve functies te voorkomen. In het algemeen moet beseft worden dat het proces van achteruitgang in de cognitieve functies vanaf jonge middelbare leeftijd begint. Dit betekent dat dit onderzoek dus niet alleen bij oudere mensen moet worden gedaan, maar voornamelijk bij jonge mensen. Daarbij is het verband tussen de cognitieve functies en de vasculaire risicofactoren het sterkst aanwezig op jonge middelbare leeftijd. Het is dus mogelijk dat een behandeling, die gestart wordt op jonge middelbare leeftijd, het meest effectief is in het voorkomen van de achteruitgang van de cognitieve functies. Echter jonge mensen moeten dan wel voor een langere tijd deze behandeling ondergaan voordat zij er enig effect van bemerken. Tevens zijn ze dan ook langer blootgesteld aan de mogelijke nadelige effecten van de medicamenteuze behandeling. In dit proefschrift werd gevonden dat de behandeling van vasculaire risicofactoren de cognitieve functies van mensen met een hoog vasculair risico niet verder verslechterde, maar het ook niet duidelijk verbeterde. Als dit wordt afgewogen tegen de kosten en mogelijke nadelige effecten, lijkt medicamenteuze behandeling van vasculaire risicofactoren niet de eerst aangewezen maatregel om achteruitgang in cognitieve functies te voorkomen. Daarom is er meer onderzoek nodig naar andere mogelijkheden om achteruitgang in cognitieve functies te voorkomen.

Chapter 8

(8)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The association of cognitive performance with vascular risk factors across adult life span van Eersel, Maria Elisabeth Adriana.. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult

1.. 0.22% per year between the age of 20 and 80 years with accelerated decline with increasing age. 16 Neuropathological changes in the brain like amyloid β and

Abbreviations: FRS, Framingham Risk Score for general cardiovascular disease and includes age, gender, diabetes mellitus, current smoker status, systolic blood pressure, use

Study (DCS) that also found a statistically significant negative association of type 2 diabetes with global cognitive function in young and middle-aged people after adjustment for

The aim of this study was to investigate the longitudinal performance on the RFFT by repeating the test over an average follow-up period of three and six years in a large cohort

Treatable vascular risk is based on the components of Framingham Risk Score for Cardiovascular Disease that are amenable to treatment and included diabetes mellitus, current

If the change in cognitive performance was adjusted for propensity score, the covariate-adjusted linear mixed model analysis also neither showed a statistically significant

Interestingly, we found that during a follow-up period of six years the changes in cognitive performance was similar between the persons with and without treatment of vascular risk