• No results found

DE GARANTEN IN HET VERZEKERINGSBEDRIJF.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE GARANTEN IN HET VERZEKERINGSBEDRIJF."

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Het verzekeringsbedrijf is theoretisch nog weinig doorvorscht.

Een actueel verschijnsel geeft thans een zeer ernstige aanleiding, om de vraag te onderzoeken, wie eigenlijk de Verzekering garan- deeren.

Het bedrijf heeft een tweeledigen oorsprong. De onderlinge verzekering heeft de gilde tot prototype. De commerci/?ele ver- zekering, waarbij winst beoogd wordt, is in de veertiende eeuw in de handelssteden van Itali~ ontstaan. Het commerci~ele bedrijf was aanvankelijk een negotie onder kooplieden. Eerst in den loop der tijden is assureeren een beroep op zich zelf geworden. Die specialisatie is zeker reeds v66r het einde der zestiende eeuw begonnen; in Nederland kreeg zij in de eerste helft der negen- tiende eeuw haar beslag. Na dien tijd zijn de personen die, van beroep koopman, reeder, fabrikant, enz., als nevenberoep als assuradeur optreden uitzonderingen geworden en thans zijn zij verdwenen 1).

Een andere ontwikkeling deed zich sedert -+- 1700 voor. Toen kregen voor het eerst een paar speciaal voor het assurantiebedrijf opgerichte maatschappijen in Engeland van het Parlement een octrooi (charter). Hier te lande volgde men spoedig. Het be- faamde jaar ,,1720" zag in ons land de eerste assurantiemaat- schappijen op aandeelen ontstaan; tot dusverre was de assuradeur steeds een natuurlijk persoon geweest.

Het verdient de volle aandacht, dat van de beruchte oprich- tingskoorts van genoemd jaar juist twee assurantiebedrijven de eenige blijvende resultaten waren, eerie te Rotterdam die hog bestaat en eene te Middelburg die • 1830 likwideerde.

1) Het weder optreden van niet-vaklieden als assuradeuren, toen tijdens den grooten oorlog in de zee-molestverzekering schatten te verdienen schenen, blijft als 66n-dagsch verschijnsel buiten beschouwing.

(2)

Verklaarbaar is het aanslaan juist van deze toepassing der actie-maatschappij, terwijl de andere stichtingen als sneeuw voor de zon weer verdwenen, wanneer men bedenkt, dat de Maatschappij op Aandeelen her voordeel bood van een voor het doel, Verzekering, bestemd kapitaal; dat aan deze zijn bestemming niet meer onttrokken kon worden; terwijl daarentegen de par- ticuliere assuradeur, hoe vermogend ook, zijn.vermogen ter eigen vrije beschikking heeft en behoudt, zoodat de waarborg dien verzekerden in de gegoedheid van den priv6-assuradeur hebben, verloren kan gaan, wanneer diens fortuin door welke oorzaak ook, slinkt en verdwijnt.

In de tweede helft der achttiende eeuw verloopt her getij. Toen zijn door de Amsterdamsche assurantiebeurs verscheidene jaren van reusachtige verliezen beleefd. Het was toen, dat zij, die fang de belangrijkste assurantiemarkt van Europa geweest was, ge- wichtiger dan Londen, haar snprematie voor goed verloor. De sterk teruggaande handelsbeteekenis van de Republiek en de vele oorlogen waren de oorzaken van deze rampspoeden.

Tusschen de jaren 1770 en 1820 werden te Amsterdam een aantal nieuwe maatschappijen op aandeelen, of

,,compagnie~n",

opgericht. Zij namen vermoedelijk de plaats in van een aantal gesneuvelde privfi-assuradeuren. Her meerendeel was bekrompen van opzet. [let aandeelenkapitaal was heel gering. De oprichting van de ,,Oost-lndische Societeit" in bet jaar 1836, in hoofdzaak voor zee-assurantie, met een kapitaal van drie millioen gulden was dan ook een evenement. Het initiatief van den oprichter, Santhagens, was door Koning Willem I krachtig gesteund. In 1843 volgde de oprichting van de eveneens kapitaalkrachtige ,,Bataviasche Societeit".

Naarmate nu nieuwe vennootschappen tot stand kwamen, naar die mate verdwenen in de negentiende eeuw ook de priv6-be- roepsassuradeuren. Tegen her einde der eeuw behoorde ook deze categorie war ons land betreft tot her verledene. Zoo was in her kort de ontwikkeling der commercie~le assurantie.

V66r de veertiende eeuw kende men contracten, de voorloopers der Verzekering, waarbij de koopman geld opnam voor een b.epaalde onderneming ~n bet gevreesde zee-risico overdroeg door een-en-dezelfde transactie met 66n persoon die dus als her ware bankier-assuradeur was. De handelsbeteekenis van de Verzeke- ring is gelegen in de scheiding van deze twee verrichtingen.

(3)

het bedrag hunner garantie benevens een vaste rente over her gestorte bedrag.

Nemen wij aan, dat de onderlinge concurrentie de w i n s h n a r g e in een bepaalde branche voor de assuradeuren vrijwel gelijk maakt; stellen wij haar eens op 7 % van de premie-ontvangst voor het zeeverzekeringsbedrijf. Zooals de vergoeding van aan- deelhouders geregeld is, is hun dividend geheel afhankelijk van de verhouding der gestorte bedragen tot het bedrijfssaldo, ofschoon tusschen die twee geen causaal verband bestaat.

T w e e maatschappijen, elk met een maatschappelijk kapitaal van een millioen gulden, hebben elk bij een premie-inkomen van f 200.000 een winst van f 14.000. Bij A is 10 % en bij B 20 % gestort. Dan zal bet dividend - - afgezien van hetgeen er bij komt als rente der beleggingen - - veertien respectievelijk zeven percent bedragen; en men zal den opzet bewonderen van A, als veel voordeeliger voor de vennooten.

Nlaar men vergelijke dan eens twee naamlooze vennootschap- pen, wier premie-inkomen en bedrijfswinst weer gelijk zijn; bij A is het kapitaal f 1.000.000, waarvan 20 % gestort; bij B is 10 % gestort op een kapitaal van f 2.000.000. Dan zal bij beide de winst een dividend van 7 % over de storting toelaten; maar voor de aandeelhouders van A is dit 1,4 % van hun garantie en in B is het slechts 0,7 %. Dan prijst men de oprichters van A die hetzelfde vertrouwen wisten te winnen van her publiek met een garantie die slechts de helft bedraagt van die van B.

Tot dusverre gold de eerstgenoemde beschouwing; den laatsten tijd bracht de tweede op den voorgrond.

Het is een bekend felt, dat in een naamlooze vennootschap de aandeelhouders weinig invloed hebben. Dat het technisch beheer aan hun invloed onttrokken is, spreekt van zelf. Maar ook ont- breekt, ik spreek van assurantie-maatschappijen, feitelijk alle medezeggenschap in de groote financi6ele zaken. Ik wil dit met een paar voorbeelden illustreeren.

In een groote, uiterst respectabele brandverzekeringmaatschappij placht de directie gracieuselijk aan hen die de vergadering van aandeelhouders bezochten - - witte raven - - de gedrukte balans, etc. te overhandigen; en stapte er over heen, dat ,,gemakshalve"

her dividend, waarvan het aan de vergadering is voorbehouden, het bedrag te bepalen, in dat drukwerk reeds was vermeld, ja

(4)

zelfs stond het volledige verslag der vergadering, inclusie! de verkiezing van commissarissen in de periodieke vacatures in bedoeld drukwerk opgenomen; met andere woorden, de ver- gadering, die volgens de statuten critiek op de balans heeft te oefenen, die her dividend bepaalt en commissarissen verkiest, was in de gemoedelijke opvatting der directie een vertooning, was Jliets.

Een ander voorbeeld. Her is meermalen voorgekomen, dat door een aandeelhouder, zelf een vakman, ter algemeene vergadering een voorstel omtrent reserveering en winstverdeeling werd gedaan, waarvan de directie de m~rites moest toegeven; maar dat zij onaannnemelijk moest verklaren . . . . omdat aan de pets de cijfers reeds meegedeeld waren en her de maatschappij in opspraak brengen zou, wam~eer de algemeene vergadering daar verandering in bracht !

De invloed van de aandeelhouders wordt in het algemeen ook belemmerd door de omstandigheid, dat de gedrukte balans en winst- en verliesrekening veelal slechts een hoogst onvoldoende inzicht in den stand van zaken vergunnen, zoodat zij aan de critiek geen houvast bieden.

Men vergete niet, dat in Nederland geen publicatie van de balans van naamlooze vem~ootschappen voorgeschreven is, en zelfs geen verplichting hestaat, haar. aan aandeelhouders in afschrift rond te zenden, zoodat in een aantal vennootschappen men hog altijd niet verder gaat, dan haar hetzij v66r of na de vergadering ten kantore der vennootschap ter inzage te leggen;

waarvan natuurlijk nagenoeg niemand gebruik maakt.

Kort gezegd, zeggenschap van aandeelhouders ontbreekt, zoowel wat her technische beheer als wat her verdere beleid betreft.

Een enkele maal is het gebeurd, dat aandeelhouders, niet tevreden over de uitkomsten van het bedrijf, her uiterste middel ter hand namen en de likwidatie uitlokten. Dit lot viel o.a. te beurt aan de zeer respectabele, door-en-door gezonde brandverzekering- maatschappij, directeuren Weeningh en Derkinderen, opgericht in 1790, gevestigd te Amsterdam. Niettegenstaande het uiterste verzet van de zijde van directeuren en commissarissen, hebben hare aandeelhouders bet besluit tot ontbinding weten door te zetten, omstreeks bet jaar 1910, omdat een belangrijk reserve- fonds gevormd was en de verdeeling van gestort kapitaal plus

(5)

lading; maar dit zijn omstandigheden van voorbijgaanden aard, die een malaise mogen verklaren, doch die op zich zelf lfiet ernstig genoeg zijn om tot die absolute depreciatie der aan- deelen te leiden die wij voor onze oogen zien. Daarenboven, de depreciatie tastte de vennootschappen voor brandverzekering, waar toch geen zulke buitengewone oorzaken het bedrijf ver- storen, in precies dezelfde mate aan.

Dat her bedrijf de schuld niet is, bewijst ook de omstandigheid, dat enkele instellingen, door een goed gesternte behoed, tot dus- verre van elke koersdaling hunner aandeelen verschoond bleven.

Het zijn ,,geluksvogels". Waren zekere algemeene oorzaken aan- wezig, waardoor het bedrijf ondermijnd was, ook hun aandeelen zouden in zekere mate in waarde gedaald zijn.

indicn dan de oorzaak van het onrustbarende verschijnsel niet in het bedrijf ligt, waar is zij dan gelegen, en is redres mogelijk?

De oorzaak dient gezocht in een algemeene stemming, men zou kunnen zeggen ,,ontstemming", in de kringen van beleggers. De overweging, dat men als aandeelhouder van een n.v. van ver- zekering garant is, domineert thans; en de gebenrtenissen tie, laatste paar jaren zijn daaraan schuld. ,,Verzekering" en ,,d6bacle"

worden geassocieerd.

Her ware een vergeefsche poging, die stemming te verbeteren door een beroep op de ongelijkheid der omstandigheden. De levensverzekering met haar accumulatie van kapitalen moest zwaarder getroffen worden door de geschokte waardeverhoudin- gen in de wereld, clan de andere branches; een belegger zal dit toegeven, eta nogthans zweeft de mogelijkheid van wat aan de aandeelhouders van de ,,Algemeene" is overkomen als een alge- meen schrikbeeld het publiek voor oogen. Daarenboven weet men, dat ook sommige assurantiebedrijven op ander terrein dan levens- verzekering door hun directifin in de laatste jaren in het riet zijn gestdurd.

Tegenover den last der aansprakelijkheid valt dan het op het aandeel gestorte bedl'ag in het niet. De aandeelhouder bekommert er zich niet ore, of hij bij bet verkoopen van zijn stukken dat bedrag al prijs moet geven, waar hij vroeger van verlies nemen op diezelfde stukken niet zou hebben willen weten; en het gevolg is, dat sommige aandeelhouders hun stukken voor een appel en een ei verkoopen, ja zelfs reeds gaarne geld toegegeven hebben.

Want hun aanbod ontmoet geen vraag.

(6)

Ten opzichte van menige N. V. moet men zelfs nu reeds zeggeu, dat de aandeelen onverkoopbaar zijn.

Wie had dit ooit mogelijk geacht ? Men prijst nu, dit belevend, de aandeelhouders der straks aangehaalde gelikwideerde Maat- schappij van 1790 gelukkig. Men zou, zich plaatsend op het standpunt, dat aan alle vermogensbezit nu eenmaal risico ver- bonden is, waarom dan aan het bezit'van dergelijke aandeelen niet, den nieuwen toestand met eenige onverschilligheid kunnen beschouwen, als het alleen om de waardevermindering ging.

Doch de onverkoopbaarheid schept toch wel moeilijkheden.

Die onverkoopbaarheid doet vooreerst afbreuk aan het ge- middeld gehalte der aandeelhouders, dus aan de credietwaardig- held der vennootschap, hnmers zi i verhindert, dat diegenen onder de aandeelhouders voor wie h e t obligo in verband met den staat van hun overige vermogen, te drukkend wordt, zich van de on- gewenscht geworden aandeelen ontdoen.

De onverkoopbaarheid brengt met nadruk het element va~

garant-zijn naar voren. Een aandeelhouder is niet langer de bezitter van een zeker stuk vermogen; hij is nu geworden een borg. Met den borg heeft hij vooral gemeen, dat er geen mogelijk- heid is, aan zijn verplichting te ontkom-en. Of hij wil, of niet, of zijn vermogenstoestand bet wettigt of niet, hij moet zijn voor- waardelijke verpliclltingen voor oogen houden. Hij mag, om een concreet geval te veronderstellen, zijn kapitaal, op leeftijd ge- komen, niet besteden om een lijfrente te koopen, of het weg- schenken aan zijn kinderen; hij moet, wil hij eerlijk man blijven alles aanwenden, om in staat te blijven, eventueel op te vorderen stortingen te honoreeren. Her is niet te ontkennen, dat dit een zeer zware druk is, en een hoogst onbillijke druk.

Oesteld eens, dat in een bepaalde N. V. het gemiddelde dividend 8 % over het gestort kapitaal bedragen heeft, en dat her gestort kapitaal 10 % is van her aansprakelijk kapitaal, dan geniet de aandeelhouder, wanneer men 5 % rekent voor vaste beleggings- rente van bet gestorte kapitaal, a/lo % provisie over het bedrag van zijn borgtocht. Zulke vemlootschappen kolnen root. lk geloof, dat, z66 beschouwd, deze vergoeding een z6.4r geringe moet genoemd worden.

N1aatregelen ten behoeve van aldus bezwaarde aandeelhouders zijn verdedigbaar, omdat deze ongelukkige toestand niet door hen voorzien kon zijn. Wie een borgtocht stelt, behoort te weten,

(7)

wat de gevolgen kunnen zijn. Her feit echter, w a a r v o o r de aan- d e e l h o u d e r s zich gesteld zien, is niet een gevolg van het risico van het bedrijf, - - ct/tt risico drukt op hen en d~t risico hebben zi] willen Ioopen - - maar het b e s t a a t in een zekere strooming, een buiten eenig toedoen der a a n d e e l h o u d e r s ontstane geleidelijke ontwikkeling der v e r h o u d i n g e n , een daaruit v o o r t v l o e i e n d e stemming, een gewijzigde kijk op de zaken; en deze v e r a n - deringen konden zij, die een halve eeuw geleden tot d e e l n a m e besloten, niet 1,oorzien.

ltet is daarom, d a t e r recht g e d a a n moet worden. Zoo goed als, oni een vergelijking te maken, de w e t g e v e r erkend heeft, dat nienland g e d w o n g e n moet zijn, tegen zijn wil d e e l g e n o o t te zijn in een onverdeeld bezit en dit beginsel in het Burgerlijk W e t b o e k u i t g e s p r o k e n heeft; zoo zou een stellige w e t s b e p a l i n g de ge- legenheid moeten scheppen, om aan deze drukkende, e e u w i g - durende, Verplichting te ontkomen.

W a t kunnen --- in a f w a c h t i n g - - de a a n d e e l h o u d e r s zelf doen ? D e n k b a a r is een streven, om den verloren invloed te herwinnen;

om een inerkbaren invloed te verkrijgen op bet bestuur; en er viele af te wachten, of dan het v e r t r o u w e n terug wilde komen.

Maar of her practisch u i t v o e r b a a r is ?! De wijzer van den tijd laat ziell niet terugzetten.

De positie zelve van den a a n d e e l h o u d e r is, zooals hoven met enkele trekken is geschetst, eene van a b s o h l t e afhankelijkheid, van hijna-rechteloosheid g e w o r d e n ; en her mag een onmogelijk- held g e n o e m d worden, dat hij zich zelf uit de b e n a u w d h e i d redt.

A a n d e e l h o u d e r s kunnen, a18 uiterste wapen, ook tot de likwi- dalie der v e n n o o t s c h a p overgaan. D a a r t o e hebben zij statutair de b e v o e g d h e i d ; en ook wel de macht. Het is, als overal, de kracht der inertie, die her in b e w e g i n g komen v o o r k o m t ; maar komt er eenmaal heweging, in de richting van voorstellen tot onthindillg en likwidatie, dan is er groote kans, dat die b e w e g i n g niet te stuiten valt. Gering nloge het getal zijn van de personen die zich ,geroepen voelen, de kat de bel aan te binden; maar niet gering zal her aantal a a n d e e l h o u d e r s blijken te zijn, dat een eventueel initiatief steunt.

De kans" dat een voorstel tot ontbinding een m e e r d e r h e i d ver- krijgt, is groot; en dit maakt den huidigen toestand v o o r de directi(hl zelf zoo uiterst o n a a n g e n a a m . Hun betrekking loopt gevaar. Niet d o o r o n b e k w a a m h e i d of verzuim; neen door den loop

(8)

Aan elk ~andeelhouder die dat wenscht, geve de directie tier N. V. de gelegenheid, zich van zijn verplichting te ontslaan. Zij bestaat, zooals gezegd, in de garantie tegenover de verzekerden;

de verzekerden betalen daarvoor een provisie; in de premi~n is een opslag begrepen die tot uitkeering van dividend gelegenheid geeft, welke uitkeering men nu echter eens als provisie voor de garantie moet beschouwen. Tegenover her vervallen der garantie moet dan staan her inhouden der provisie; de directie houdt dus ten behoeve van de gezamenlijke 1,erzekerden her dividend over de ingetrokken aandeelen onder haar beheer.

Aan het terugnemen van aandeelen geeft de N. V. publiciteit.

Het wordt gemeld aan her Handelsregister. In hare annonces en drukwerken wordt het vennootscllappelijk kapitaal ook zooveel lager opgegeven. De verzekerden dragen dus kennis van de vermindering der waarborgen en kunnen zelf beoordeelen, of deze vermindering voor hen aanleiding moet zijn, zich tot een anderen assuradeur te wenden. Niet zoo l'icht zal dit her gevolg zijn; want wel algemeen zal de meening zijn, dat in een ernstig beheerde assurantieonderneming de garantie der aandeelhouders een achterban is, die toch hoogst zelden opgeroepen wordt. Wat wint de verzekerde bovendien bij verandering, waar elke maatschappij elk oogenblik hem voor hetzelfde feit kan plaatsen ?

Nu is Iwee~rlei mogelijk. De genomen maatregel werkt 6f kalmeerend en doet her vertrouwen terugkeeren; dan zal het getal aandeelhouders zeer gering zijn, dat van de gelegenheid gebruik maakt. De directie krijgt slechts enkele stukken in portefeuitle en zij kan overwegen, deze wederom uit te geven, zoodra de gelegenheid zich aanbiedt. De aandeelen worden weer verkoop- baar als voorheen. Of wel de stemming onder de meerderheid der aandeelhouders is z66, dat met uitzondering van een kleine kern, de overigen allen hun stukken aanbieden. Gesteld, dat op duizend aandeelen van f 1000 elk, drie vierden door de bezitters worden losgelaten. Hetgeen in dat geval bespaard wordt aan garantieprovisie (--- dividend) is een belangrijk bedrag. Bedroeg her saldo der exploitafie in een bepaalde N. V. dooreen 8 % der premi~n, ten bedrage van f 200.000, dan is de besparing X f 16.000 ~ f 12.000 per jaar; deze besparing behoort aan de verzekerden en moet te hunnen behoeve afgezonderd worden gehouden van het vermogen der vennootschap. Ook een evenredig deel in de vrije reserves der vennootschap moet daarbij gevoegd

(9)

w o r d e n ; w a n t de a a n d e e l h o u d e r s die gebleven zijn, hebben d a a r o p billijkheidshalve geen a a n s p r a a k en het uittreden van een deel der aan~Jeelhouders mag geen aanleiding zijn, dat de l i k w i d a t i e w a a r d e der overige aandeelen d i e n o v e r e e n k o m s t i g vermeerdert.

In dit geval verkrijgt her bedrijf dus een geniengd karakter. Er w o r d t een fonds gevormd, te beheeren door de directie, dat aan de gezamenlijke v e r z e k e r d e n t o e k o m t ; en de directie w o r d t de m a n d a t a r i s der v e r z e k e r d e n in her b e h e e r van dit fonds. Men zal het 6f v e r d e r laten a a n g r o e i e n met de rente der beleggingen en met h e r overschot van de exploitatie, 6f men zal tot een reductie der premi~n overgaan, 6f aan de v e r z e k e r d e n periodiek een bonus of winstaandeel kunnen uitkeeren. Wellicht zal op een gegeven oogenblik de directie aan de nog o v e r g e b l e v e n a a n d e e l h o u d e r s zelfs het voorstel doen, de N.V. geheel te ontbinden en te liquideeren; en aldus haar, directie, de gelegenheid te geven, v o o r t a a n geheel en uitsluitend als de m a n d a t a r i s s e n van, als be- heerders namens de v e r z e k e r d e n op te treden.

Het is niet mogelijk, o m t r e n t den gang van zaken voorspellingen te doen; maar beide oplossingen zijn b e v r e d i g e n d te achten.

De v r a a g is slechts, kan en mag een directie van een N. V. aan- deelen inlossen ? en op welke v o o r w a a r d e n ?

Het willekeurige inlossen van aandeelen is zeker d o o r het W e t b o e k van Koophandel, zij het ook niet rechtstreeks verboden, dan toch niet bedoeld. Dit blijkt uit het voorschrift, dat zelfs voor uitstel van plaatsing van niet-geplaatste aandeelen toestemming moet w o r d e n a a n g e v r a a g d . Dan mag zeker geen eenmaal tilt- g e g e v e n kapitaal verminderd worden. Aan critiek zal her dus niet ontbreken, w a n n e e r een directie er toe overgaat.

Maar willekeur en e i g e n b a a t zijn in deze uitgesloten, w a n n e e r slechts gehandeld w o r d t als hierboven is a a n g e g e v e n ; en een groot belang staat op her spel. Men is in een impasse; en er moet een uitweg g e v o n d e n worden. W a n t de b e s t a a n d e toestand is, ook uit bet o o g p u n t van her nationaal belang, zeer gevaarlijk en nadeelig.

Ongetwijfeld toch w e r k t het ongunstig op her oordeel o~er de soliditeit van v e r z e k e r i n g m a a t s c h a p p i j e n , w a m l e e r hunne aan- deelen sterk gedeprecieerd zijn !

W a n n e e r over de g e h e e l e linie onze N e d e r l a n d s c h e en Neder- landsch-lndische v e n n o o t s c h a p p e n eens een p a a r jaar lang bet

(10)

treurige beeld blijven vertoonen van thans, dan zal dit de.

nationale maatschappijen groote schade toebrengen. Nu reeds is de stroom van buitenlandsche maatschappijen niet te keeren die hier htm agenten aanstellen; en nu reeds slokken de buitenlanders jaarlijks hoogst aanzienlijke bedragen aan premi/~n op, die in her land hadden ktmnen blijven. W a n n e e r dan blijkt, dat aandeelen van Nederlandsche verzekeringsmaatschappijen op een hopeloos laag koerspeil zijn aangeland, dan valt her aan een assurantiebezorger (makelaar) hier te lande niet moeilijk, zijn client te beduiden dat Scandinavische, Engelsche of Japansche maatschappijen toch w~l zoo soliede zijn; de Nederlandsche een assurantiebezorger (makelaar) hier niet moeilijk, zijn client te beduiden dat Scandinavische, Engelsche of Japansche maat- schappijen dan toch w~l zoo soliede zijn; de Nederlandsche verzekeringen worden ten slotte in grooten getale bij buiten- landsche instellingen overgebracht'~).

Behalve dat het onze.eer te na komt, aldus een Nederlandsch bedrijf te zien verdringen door buitenlanders, is het afvloeien der premi~n ook een geldelijke aderlating w a a r v a n men het gewicht niet moet onderschatten. Hoogst aanzienlijke bedragen zijn daar- mee ge'noeid, meerdere millioenen per jaar.

Daarom geloof ik, dat een directie, die op de aangegeven wijze de koe bij de hoorns pakt, mits zij haar handelingen publiceert ter wille van hare crediteuren, hare clienteele van verzekerden, den besten weg kiest die uit de bestaande moeilijkheden leiden kan.

De vraag blijft dan hog te bespreken: moet de aandeelhouder, dien de N. V. tegemoet komt, door zijn aandeelen in te lossen, hiervoor het gestorte bedrag prijsgeven ?

Men zou kunnen laten gelden, dat de N. V. en de aandeel- houders elkaars crediteuren zijn: de N. V. de voorwaardelijke crediteur in geval volstorting noodig is door verliezen; de aan- deelhouder de voorwaardelijke crediteur in geval van likwidatie;

'-') Korten tijd nadat dit geschreven was, las ik in het Algemeen Han- delsblad een schrijven, gedateerd 24 April 1922, van een mij persoonlijk goed bekenden assurantiebezorger, waarin datgene wat hier door mij voorspeld werd, vermeld wordt als feitelijk reeds te zijn ingetreden:

,,ongerustheid bij de verzekerden". Niet het ininst wegens den persoon van den briefschrijver, is dit' een alarmeerend bericht. De reputatie der Afilsterdamsche en Rotterdamsche beursassuradeuren in het algemeen wordt tloor den schrijver bedreigd geacht.

(11)

voor de positie der assuradeuren, directeuren van naamlooze ven- nootschappen; en clat hij het gevaar schept, dat in het binnen- landsch bedrijf Nederlandsche instellingen overvleugeld worden door buitenlanders. Terwijl bovendien de kwaal zich nog uitbreiden kan, en ook de aandeelen der enkele tot dusverre hog gewilde N. V. zou kunnen aantasten.

De noodzakelijkheid, dat een verzekerde wegens de verandering in den persoon van zijn wederpartij - - inlossen van aandeelen en vermindering van het aansprakelijke kapitaal - - de bevoegd- held hebbe, zijn contract op te zeggen; leidt er toe, dat de voor- gestelde gedragslijn in vennootschappen, voor levensverzekering niet gevolgd kan worden. Immers, de eigenaardigheid van de levensverzekeringovereenkomst ligt in haren duur, binnen welken tegenover een steeds stijgend risico een gelijkblijvende premie staat, zoodat nit de eerste prenli~n overschotten blijven die de verzekeringsmaatschappi j als her ware in trust heeft van hare wederpartij. De losmaking van her contract zou dus zeker niet anders kunnen geschieden dan met voile restitutie van dit trust- geld (aandeel in de zoogenaamde wiskundige reserve). Doch hoe groot is dit aandeel ? Zijn de voorhanden activa voldoende, om de trustaanspraken der gezamenlijke polishouders te dekken ?

Daar komt voor den levensverzekeringcontractant hog de moei- lijkheid bij, dat in geval zijn gezondheid beneden normaal is, hij niet in de gelegenheid is, het ontbonden contract te vervangen, daar een andere maatschappij een verzekering weigeren zal. De verantwoordelijkheid die aan het inlossen van aandeelen i s ver- bonden, kan een directie van een

levensverzekeringmaatschappij

om deze redenen derhalve niet aanvaarden.

De positie van hare aandeelhouders is dan ook verre van benijdenswaardig. Men is garant voor een bedrijf, dat, moge de wiskunde er al een rol spelen, de grootsfe risico's van alle verzekeringsbranches met zich brengt door de eigenaardige con- structie der contracten, den langen duur der overeenkomsten en de groote verleiding voor de direction, om als concessie aan de concurrentie, bij het gebruik van her bedrijfskapitaal en andere activa voor de acquisitie, z64r ver te gaan; de daaruit voort- vioeiende inwendige verzwakking doet zich, vroeg of laat, gelden.

De eigenaardigheid van deze contracten, met hunnen langen duur en de opeenhooping van trustgeld in handen der directi/~n, maakt het bedrijf tot een zeer bijzonder. Als aandeelhouders ten

(12)

eeuwigen dage voor zulk een bedrijf garant te zijn, is een positie die vermoedelijk door de meesten hunner niet voldoende beseft wordt; maar die, zoodra de aandeelen onverkoopbaar zijn ge- worden, weinig benijdenswaard is. Her redmiddel van ontbinding en likwidatie, in de andere branches voor de hand liggend, is hier veel minder aantrekkelijk. In de overige branches is ten naasten bij de stand van zaken naar de balans te beoordeelen.

Of likwidatie bijstorting, dan wel uitkeering van een saldo mee zal brengen, is daaruit, als de balans volledig is, op te maken.

Maar in de levensverzekering ? D a a r loopt eene likwidatie pas af, wanneer her laatste contract zijn natuurlijk einde vindt~ tenzij de vennootschap er in slaagt, de portefeuille over te doen, waarop zeker kans is, maar wat toch altijd een transactie is, ten opzichte waarvan zelfs niet gegist kan worden, war zij in kan brengen, respectievelijk kosten zal. Voor aandeelhouders is dus, zelfs met een balans vB6r zich, alles onzekerheid !

Een onverwacht buitenkansje is het, indien de directie er in slaagt, voor alle aandeelen tezamen een kooper te vinden, zoodat zij in her groot overgaan. Een voorbeeld daarvan uit den laatsten tijd levert de Levensverzekering Mij. ,,0. P. Q." 3) De directie vond de ,,L. M. N." bereid, alle aandeelen in 66n koop voor 150 % van de gestorte bedragen van de aandeelhouders over te nemen;

geen wonder, dat deze toegeslagen h e b b e n ! Aldus werd de ,,L. M. N." eigenares en kreeg zij de aansprakelijkheid te dragen voor her ongestorte kapitaal van f 1.800.000.

Getoetst aan hetgeen hierboven is gezegd, doet, naar ik meen, deze transactie de polishouders tekort, daar zij hunne zekerheid vermindert. De gegoedheid van aandeelhouders mag veronder- steld worden toch wel minstens het tienvoud van hun aansprake- lijkheid te bedragen. Komt het tot opvordering van her ongestorte gedeelte, dan bestaat dus de meest mogelijke zekerheid, dat de stortingen binnenkomen voorbehoudens dan, dat het bij een klein gedeelte der aandeelhouders (stel ~ n percent) blijken kan, dat zij onvindbaar, onbereikbaar door verblijf in her buitenland, on- willig en niet executabel zijn.

Hoe echter staat de ,,L. M. N." er voor ? Ik zei reeds, dat een balans dat niet kan uitmaken. Maar zooveel is waarschijnlijk, dat hare vrije reserves geen f 1.800.000 sterk zijn, laat staan :~) Lezers die belaug stellen in nadere gegevens kunnen zich tot den schrijver wenden.

(13)

tracten, gepaard aan de

opzegbaarheid

van de zijde der vennoot- schap, een meer optimistischen kijk toe.

Levensverzekeringpolissen zijn echter onopzegbaar ! Ernstig is dus de verantwoordelijkheid van wie deze afgeven en daarvan een bedrijf maken. Die ernst der zaak wordt door sommigen onzer z66 diep gevoeld, dat zij zeggen: ,,daar bestaat geen soliede levensverzekeringmaatschappij". Die uitspraak lijkt een paradox;

maar zij bevat zeker een kern van waarheid.

Een feit is het, dat op her terrein der levensverzekering men maatschappijen ontmoet, waaronder de oudste compagnie~n, zoo- als ,,Hollandsche Societeit", ,,Nederlandsch-Indische", die in tegenstelling met de even oude maatschappijen voor zee- of brand- assurantie, volgestorte aandeelen uitgegeven hebben. Dachten de oprichters aan her spreekwoord dat een vogel in de hand beter is dan tien in de lucht, en achtten zij ~i1 millioen in de brandkast een veiliger onderpand tegenover hunne verzekerden dan wanneer negen tienden van her bedrag te zijner tijd eerst nog opgevorderd moet worden ? Er is w e l i e t s voor dit standpunt te zeggen.

Bij een opzet met volgestorte aandeelen wordt een belegger eer van deelneming weerhouden door een zekere onevenredigheid tus- schen zijn totaal vermogen en her bedrag, dat hij in de verzeke- ringsonderneming waagt, indien storting van dit laatste bedrag onmiddellijk van hem gevorderd wordt, dan wanneer slechts tien of vijftien percent wordt opgevraagd en hij voor het overige gedebiteerd wordt. Deelname wordt den belegger met betrekkelijk zwakke middelen in het laatste geval gemakkelijker, aantrekke- lijker, gemaakt. Een klein bedrag aan los geld is dan al voldoende om mee te doen.

lnderdaad is de uitvinding der niet-vo!gestorte aandeelen alles behalve een zegen voor die kleine kapitalisten die toevallig onder hun kennissen iemand hebben die een verzekeringmaatschappijtje oprichten wil en maar zoo gauw mogefijk aan den gang wil gaan, met een halve ton slechts, somtijds met nog veel minder in kas.

Her stelsel brengt dus in de rijen der aandeelhouders die kleine beleggers, die bij den eisch van voile contante betaling, zich van deelname zouden hebben onthouden. De credietwaardigheid der instellingen acht ik er niet minder ore, wanneer hun kapitaal niet volgestort is - - men versta mij wel; want die kleine beleggers weten toch altijd zeer goed wat zij doen en zetten hun hand- teekening niet of zij zijn er goed voor.

(14)

want in verhonding tot den totalen omvaug der zaken zou de honderdduizend gulden of zoo, gestort door die kleine groep een onbeduidend bedrag vornaen. Men zou die kleine groep ten slotte kunnen nitkoopen en de administratie voeren als manda- tarissen van de verzekerden.

Het bedrijf zou blijken zijn steun in zich zelf gevonden te hebben. Steun, d.w.z. ~n bedrijfskapitaal ~n zekerheid. De reserves verstrekken de gelden, voor de acquisitie noodig, de eenige uitgave die bedrijfskapitaal vereischt; deze wordt later weer inverdiend met den opslag op de premiOn. De zekerheid kwam te liggen in den grooten omvang van een aldus vereenigd en geconcentreerd bedrijf, dit zou dan bepaalde, talrijke, kringen der bevolking van ten land zonder uitzondering omvatten.

Deze beschouwing doet zien, dat economisch gesproken de verzekering een zaak is tusschen de deelnemers en niet tusschen de deelnemers eenerzijds en zekere personen, aandeelhouders, anderzijds. Aandeelhouders zijn noodig geweest, orn de eerste, kleine kern van verzekerden tot elkaar te brengen, zij hadden, toen dit geschied was, kunnen terugtreden. Van maatschappelijk standpunt gezien is dan ook de beteekenis van het vreemde verschijnsel van de onverkoopbaarheid der aandeelen een ander dan voor den particulier; het is clan verklaarbaar en betrekkelijk onverschillig tevens, naits her niet te lang duurt en geen gelegen- held krijgt, de reeds geschetste voor her algemeen belang nadeelige uitwerking te oefenen.

In elke branche der Verzekering blijkt de gemeenschap der ver- zekerden wel in staat te zijn, zelve voor het evenwicht te zorgen.

Een griepepidemie in de levensverzekering, een buitengewoon droog jaar of een conflagratie in de brandassurantie, .een tijdelijke moordende concurrentie in. de zeeverzekering vermogen eens in een bepaald jaar den wagen uit het spoor even te doen gaan, maar zijn eigen zwaarte doer hem spoedig weer.daarin terug- zinken. Het gaat alles buiten de aandeelhouders, in naam de garanten van het bedrijf, ore; de direction financieren dergelijke ]aren van tegenslag wel met de stille reserve's of open reserve's waarover de onderneming beschikt en die in vroeger jaren uit de premi~n zijn opgebouwd.

,Met dat al is de Verzekering een onvolmaakte instelling, wier bloei en wier bestaan daarvan afhangt, ,,dat alles goed gaat".

(15)

Oaat het eens niel goed, dan is de onderlinge gemeenschap der verzekerden niet in staat, den wagen in het spoor te doen terug- keeren; dan kandelt hij. AIs her niet goed gaat, dan treft het de aandeelhouders zwaar; en d~n zullen ook zelfs de bijdragen krachtens hunne garantie niet toereiken om de verliezen door de katastrofe te dekken, zoodat de Verzekering in dat geval de verzekerden in den steek laat.

Voor deze aansprakelijkheid ontvangen de aandeelhouders een provisie die veelal 1/s tot 1/., percent van htln garantie per jaar blijkt te bedragen, wanneer men van het dividend een matige rente over de storting aftrekt. Als gedurende tweehonderd ~ driehon- derd jaar alles goed gegaan is, dan pas is er door hen een goede rekening gemaakt. Maar drie honderd jaar is een lange tijd. In duizeild jaar plegen althans meerdere van die onberekenbare eveuementen voor te komen die de geschiedenis van Europa kent.

In tie volgende duizend jaar zal de Europeesche samenleving even- rain van zulke beproevingen verschoond blijven, al zullen de oorlogen daarin niet dezelfde rol meet spelen. De industriali- seering; de opeenhooping der bevolking; de bevoorrading van geheele nation van over zee; kmmen rampen opleveren, evenals mogelijke ilattmrverschijnselen die niemand vermoedt. Dan vangt ook geen (3emeenschap van Verzekerden den schok voor de individuen op.

Drie honderd jaar ! De ,,Algemeene" bestond hog geen halve eeuw, toen zij op hare aandeelhouders een beroep deed, de Kosmos eerst zestig jaar. Onze oudste assurantiemaatschalgpij, opgericht in 1720, bestaat pas lets meer dan twee eeuwen; of hare aandeelhouders hun garantie reeds verdiend hebben .9 Nauwelijks, indien ik mij goed herinner.

De aansprakelijkheid der Aandeelhouders is dus, wel be- schouwd, een zeer zware. Toch ook een beperkte, en door hare beperking kan zij het ongewisse van de Verzekering ailerminst te niet doen.

De vraag wie garant zijn van de verzekeringsbedrijven dient dus zoo beantwoord te worden, dat economisch gesproken en voor gewone tijden de garantie van de verzekerden zelf de be- langrijkste is; en dat de garantie van het aandeelenkapitaal te kort schiet, wanneer het ongebeurlijke gebeurt.

M a a r keert men van deze verder reikende beschouwingen terug

(16)

tot het uitgangsptmt, het verhelpen van den misstand w a a r v a n uitgegaan is, de depreciatie en de o n v e r k o o p b a a r h e i d der aan- deelen ! Voorzien~ng hierin is dringend noodig, en wie aan durft pakken, bewijst niet alleen zijn eigen a a n d e e l h o u d e r s een dienst maar ook zich zelf en redt ten slotte het bedrijf van oneer en verval.

10 April 1922.

W. ELINK SCHUURMAN.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze voorwaarden gelden voor iedere aanbieding, offerte en overeenkomst tussen gebruiker en een opdrachtgever waarop gebruiker deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard,

De Nieuwe PEUGEOT Partner is verkrijgbaar in twee lengtes* en in de uitvoeringen ‘Asphalt’ en ‘Grip’: terwijl de eerste zich opwerpt als een echte kilometervreter leent de tweede

Samenwerking wordt verkend met Mijn School (onderdeel van Graafschap College, Doetinchem), waarbij studenten die een crimineel verleden hebben aanwezig zijn tijdens de uitvoering

Voor de loc atie Eik enhof 58 te De Lier is een aanv raag om v ergunning tot om z etting v an een woning naar onz elfs tand ige woonruim ten v oor 8 pers onen ingediend..

de neerwaartse bijstelling in 2019 van de kredietbedragen riolering en wegen beschikbaar te houden voor het meerjarenprojectenplan vanaf 2021.. de geheimhouding van Bijlage

Via het Woningbouwatelier draagt deze programmalijn met concrete experimenten in het wonen bij aan de kwalitatieve invulling van de opgave en ambitie om in Almere 60.000 woningen

Op een Box to Store-overeenkomst zijn van toepassing voor het gedeelte van de overeenkomst dat betrekking heeft op de opslag: de bepalingen in artikel 4 van deze Algemene

Welke impact had covid-19 op asset allocatie, wat was de beste asset allocatie beslissing en welke kansen en bedreigingen zien de winnende asset managers voor 2022..