• No results found

G. T. J. D E JO N G H.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "G. T. J. D E JO N G H."

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

D O O R

G . T . J. D E JO N G H .

W e behoeven niet veel woorden om kenbaar te maken, dat er aan onze echtscheidingsprocedure groote gebreken verbonden zijn. H et is toch van algemeene bekendheid, dat sedert het arrest van den H .R . van 1883 hoe langer hoe meer de echtscheiding met onderling goedvinden in zwang gekomen is. D it gebruik heeft geleid tot een toename van het aan-' tal echtscheidingen, welke iedereen, die ernstig over deze zaak nadenkt, met ongerustheid vervult.

H et gaat er in de rechtszaal toch ook wel heel gemakkelijk toe. D e eene partij stelt, dat de andere zich aan overspel heeft schuldig gemaakt, hoewel hij er van overtuigd is, dat dit niet het geval is. D e andere, die met het spelletje instemt, spreekt deze bewering niet tegen door öf verstek te laten gaan öf bij verschijning op deze beschuldiging het zwijgen te bewaren. D e rechter, die van meening is, dat hij een geheel lijdelijke rol moet vervullen, verklaart nu, dat het feit geacht moet worden w aar te zijn, zoodat de eisch op dien grond moet worden toegewezen. D e on­

waarheid heeft op die wijze in de rechtszaal haar intrede gedaan, en zij voelt zich daar geheel op haar gemak. Hoewel toch iedereen er van over- tuigd^ moet zijn, dat, zoo al ergens, toch zeker in den tempel des rechts de waarheid het eerste en het laatste woord moet hebben. Ik zeg ieder­

een, want ik ken zelfs leden van de rechterlijke macht en ook van de Staten-G eneraal, die zonder blikken of blozen van dit middel gebruik hebben gemaakt om van het drukkend juk van het huwelijk bevrijd te worden.

Herhaaldelijk is hierover gesproken en geschreven en minister G o- seling heeft zelfs indertijd een wetsvoorstel ingediend om aan dit mis­

bruik paal en perk te stellen. Doch elke poging daartoe is tot dusverre mislukt en het is alsof ieder thans de handen in den schoot vouwt en zich mateloos bij dezen toestand neerlegt. W e kunnen ons hierdoor echter niet bevredigd voelen en willen althans een poging wagen om voor dit netelige vraagstuk een oplossing te vinden.

W e moeten dunkt ons tusschen twee mogelijkheden kiezen: óf de wet wijzigen en openlijk de echtscheiding op grond van onderlinge overeenstemming erkennen öf er een eind aan maken en een weg vol­

(2)

gen, die tenminste zooveel mogelijk aan ons rechtsgevoel voldoet. D e eerste oplossing zal op een vrij algemeene afwijzing stuiten. Zoodat wij, hoe moeilijk het ook moge schijnen, den laatsten weg moeten inslaan.

W aarsch ijnlijk zullen we daarbij w at moeten geven en nemen. M aar als de mogelijkheid gebleken is, dan gelooven wij, dat deze houding ridder­

lijker en meer bevredigend is, dan bij de pakken te blijven neerzitten.

E r zitten bovendien aan dit vraagstuk nog eenige zijkanten, ten aanzien waarvan het o.i. gemakkelijker is een meer algemeene instem­

ming te verwerven dan op de hoofdquaestie. Zoodat al moge dan ook deze laatste voorloopig onbeslist blijven, toch in de overige regeling zoo groote voordeelen te verkrijgen zijn, dat reeds daarmede de inspanning om tot een oplossing te komen beloond wordt.

W ij beginnen dan ook met de procedure te bespreken en laten daar­

bij dus de hoofdzaak nog terzijde.

I.

A ls wij zoeken naar een oplossing, dan vragen wij in de eerste plaats of er ergens anders in onze rechtspraak ook voorbeelden te vinden zijn, waarvan wij in deze een goed gebruik kunnen maken.

W ij zien dan, dat in de strafrechtspraak der laatste dertig jaren de z.g. voorlichtingsdienst een grooten opgang heeft gemaakt. Bij de kinderrechtspraak ontmoeten wij dezelfde figuur.

D e strafrechter maakt hoe langer hoe meer gebruik van de gelegen­

heid om bij de vervulling van zijn taak zich te laten voorlichten omtrent het gedrag en het karakter van den verdachte, op wien hij de meest ge- wenschte straf wil toepassen. Aanvankelijk deed hij het schoorvoetend, slechts in enkele gevallen. M aar geleidelijk zien wij, dat de ernstige rechter hoe langer hoe meer dit middel te baat neemt, hetwelk hem in staat stelt een juister oordeel te vellen, dan hij anders zou kunnen doen.

E en vrij groot corps van ambtenaren, die in den regel bij de reclassee- ring hun sporen hebben verdiend, staat hem hierbij ten dienste. Deze ambtenaren, die met eiken dag een ervaring rijker worden, vervullen hun taak op een wijze, die bij iedereen grooten eerbied afdwingt. Hun inzicht in menschen en menschelijke toestanden, hun eerlijkheid en ob­

jectiviteit zijn dan ook onbetwist. E n zij bekleeden thans in de recht­

spraak een functie, die niet meer gemist kan worden.

Bij de kinderrechtspraak heeft sedert 1905 ditzelfde instituut een gelijke ontwikkeling vertoond. H et aantal ambtenaren voor de kinder­

wetten is sedertdien geducht toegenomen. E n geen enkele kinderrechter denkt er _ aan zich een oordeel te vormen over een zaak, indien hij njet tevoren door een dergelijken ambtenaar is voorgelicht geworden omtrent gedrag en karakter van het kind, dat hij voor zich ziet; omtrent het gezin,

(3)

waaruit dit voortspruit en omtrent allerlei omstandigheden, die bij de behandeling van het geval verder hun invloed zullen laten gelden. Bij een strafgeval is het zelfs zoo sterk, dat de kinderrechter dikwijls voor zich heeft een rapport van voorzegde ambtenaren, een dito van de kin­

derpolitie en, als het kind in een observatiehuis heeft vertoefd, ook nog een goed gedocumenteerd advies van den directeur van dit huis.

Aldus komt de rechter volkomen beslagen ten ijs. Indien hij zich mocht vergissen in zijn eindoordeel, dan ligt dit voorzeker niet aan het ontbreken van de noodige gegevens, die hij bij het vervullen van zijn taak behoeft.

W elnu , in de voorgeschreven gevallen hebben we te doen met den levenden mensch en is dit bij de echtscheidingsprocedure niet eveneens het geval? D e echtscheidingsprocedure is tot dusver geheel ingesteld op de procesorde, die .van den oorsprong af op het zakenrecht was a f­

gestemd en men heeft naar onze meening tot dusver te veel in deze richting gekeken en te weinig notitie genomen van hetgeen zich a f­

speelde bij den buurman, wiens rechtspraak den levenden mensch tot onderwerp had.

Geheel juist is deze laatste opmerking niet, want ook de burgerlijke rechter bij echtscheidingszaken is niet geheel blind gebleven voor het­

geen naast hem gebeurde. In echtscheidingszaken moet, indien eenmaal het vonnis is gevéld, nog een nastukje worden opgevoerd. Bij vonnis is de de echtscheiding uitgesproken, doch de beslissing aan wie de kinderen moeten worden toegewezen is nog niet gegeven. V olgens de voorschrif­

ten der wet beveelt de rechtbank dan de oproeping van vier familieleden, twee van moeders- en twee van vaderskant en deze moeten hem advisee- ren wat hij dienaangaande te beslissen heeft. W ie deze comparities herhaaldelijk heeft bijgewoond zal het wel met ons eens zijn, dat ze in vele gevallen een zeer onbevredigend karakter dragen. D e objectiviteit van ooms en tantes is veelal niet boven allen twijfel verheven en waar ze dikwijls elkaar in de laatste jaren niet veel hebben ontmoet, berust hun oordeel veelal op hooren zeggen en niet op eigen waarneming. D e rechter, die op dit kompas vaart, zal dan ook dikwijls bij de toewijzing der kinderen een verkeerden koers inslaan. O m dit te voorkomen heeft zich bij eenige rechtbanken in de laatste jaren de usance gevestigd, dat zij soms de hulp van den Voogdijraad inroepen om voor te lichten om­

trent de vraag bij wie der ouders de opvoeding der kinderen in de beste handen is gelegd. D e V oogdijraad stelt nu weer de zaak in handen van een der gemelde ambtenaren voor de kinderwetten, en na diens rapport weet de rechter genoeg om zich verder met goed gevolg uit de netelige kwestie te redden. W elnu , deze praktijk, die zich bij sommige recht­

banken slechts in enkele gevallen heeft gevestigd, moet naar onze mee-

(4)

ning algemeen w orden gesteld. D .w .z. verplicht bij alle college’s en in alle zaken. Dit reeds zou een groote stap in de goede richting zijn. H et -corps am btenaren zal in dit geval eenigszins moeten w orden uitgébreid.

M a a r het geld, dat hieraan moet worden ten koste gelegd, kan nooit beter besteed worden dan voor dit doel. W a n t het komt de opvoeding ten goede van tallooze kinderen en het kan voor hun verder lot en levens­

geluk beslissend zijn.

Z ijn w e eenmaal zoo ver, dan is een verdere stap slechts van ge­

ringe beteekenis. D eze stap wil zeggen, d at dit rapport, hetwelk tal van gegevens zal bevatten, niet alleen om trent den aard van de kinderen, m aar vooral en in niet mindere mate om trent den aard der ouders, even­

goed aan het begin van het proces kan worden ingewonnen als aan het einde. D it is immers slechts een kwestie van tijd, van eenige maanden.

D enken we ons nu in in de nieuwe figuur. D e eischende partij dient een request in bij de rechtbank, waarbij hij verzoekt toegelaten te w orden om een vordering tot echtscheiding (c.q . scheiding van tafel en bed) in te stellen. H et eerste w at er nu gebeuren zal is, dat dit request in han­

den van den V oogd ijraad (c.q . den later te noemen H uw elijksraad) w ordt gesteld om een onderzoek te doen plaats vinden n aar de om­

standigheden, die verder bij dit proces gew icht in de schaal zullen kunnen leggen.

D e volgende rechtshandeling is, volgens ons tegenw oordig proces­

recht, dat een poging tot verzoening w ordt ingesteld.

H e t is van algemeene bekendheid, dat in de tegenw oordige proce­

dure hiervan zoo goed als niets terecht komt. D e eene president v at de zaak nog w at anders op dan de andere, doch vooral bij de groote rech t­

banken — en wij hebben dit gedurende circa veertig ja a r met eigen oogen gezien — is deze geheele verzoeningscomparitie niet veel meer dan een w assen neus. H oe kan het ook anders! W a t w eet zoo’n president van

' h e t geval? Behalve misschien in een klein stad je heeft hij de personen,

die hij voor zich ziet, nimmer gekend. W a t zich tusschen deze beide echtgenooten heeft afgespeeld, misschien reeds gedurende eenige jaren,

— w ant zoo’n echtscheidingszaak komt niet plotseling als een madeliefje h aar hoofd boven het gras steken — is hem totaal onbekend. H et is in den regel een dram a, dat zich uiterst langzaam en langs allerlei schuil- w egen heeft ontwikkeld. E r is indertijd tusschen deze partijen iets voor­

gevallen, w at hun een anderen kijk op hun verhouding en hun karakter heeft gegeven en dat kleine breukje heeft zich in den loop der jaren ont­

wikkeld tot een diepe, gapende wonde, zoodat zij, die oorspronkelijk n aast elkaar stonden, innig en verbonden, thans mijlen ver van elkaar zijn verwijderd. D e president, die van dat alles niets afw eet, — w ant in het request staat enkel in dezelfde klanklooze w oorden, dat de tegen-

(5)

partij zich aan overspel heeft schuldig gemaakt, door vleeschelijke ge­

meenschap te hebben gehad met een ander dan zijn (haar) wettige ech tgen oot(e), — staat derhalve voor een groot mysterie en nu moet hij die beide lieden, die in een gespannen stemming voor hem staan, in de enkele minuten, die hij daarvoor beschikbaar heeft, tot elkaar brengen.

A l is hij ook nog van zoo goeden wille, dan gaat toch deze opdracht elke menschelijke kracht te boven. En het is niet te verwonderen, dat deze verzoeningscomparitie in den regel uitdraait op een formaliteit, zon­

der zin of beteekenis.

W ij nemen daarbij aan, dat de President iemand is, die voor een dergelijke prestatie eenige roeping of bezieling heeft. D och wij kennen er ook, die tengevolge van eigen ervaringen of op andere gronden, er weinig of niets voor voelen en voor dit deel van hun ambt de schouders ophalen.

W ij vlechten hierbij in een kort intermezzo, om even van ons be­

toog af te dwalen en daarop straks terug te komçn.

W e hebben reeds gezegd, dat wij den Voogdijraad in de nieuwe procesorde een zekere rol hebben toebedeeld. W ij zouden deze rol nog willen uitbreiden en den Voogdijraad een nog grootere bevoegdheid willen toekennen. M isschien dat hij daardoor vooral in de groote steden met werkzaamheden wordt overladen en daarom stellen wij voor aldaar naast den Voogdijraad een dito lichaam in het leven te roepen, dat den naam van Huwelijksraad zou kunnen dragen. Samengesteld uit mannen en vrouwen van verschillende rang en richting, doch allen bezield met hetzelfde streven om het huwelijks- en gezinsleven zooveel mogelijk te bevorderen en in goede banen te leiden, D e leden van dezen Huwelijks­

raad (casu quo: van den V oogdijraad) zullen als regel het onderzoek door een ambtenaar doen geschieden, doch in bijzondere gevallen moe­

ten zij ook zelf bereid zijn op onderzoek uit te gaan of zich met de con­

trole belasten.

Keeren wij nu tot het onderwerp terug. D an zouden wij willen voorstellen, dat de President zijn taak om partijen te verzoenen in ieder ' bijzonder geval voor zoover hij wenschelijk acht en voor zoover hij uit het rapport heeft kunnen opmaken, dat een poging tot verzoening in deze zaak een zekere kans van slagen heeft, zou kunnen delegeeren aan een lid van dezen Huwelijksraad, dien hij wat persoonlijkheid betreft, het beste in staat acht die taak van hem over te nemen.

W ij hebben dus, in tegenstelling met vroeger bij de verzoenings­

comparitie, met een leider te doen, die bij uitstek voor deze zaak ge­

schikt en geroepen is, die niet met een overvloed van dergelijke zaken is belast en die — last not least — door inzage van het rapport zoo goed

(6)

mogelijk op de hoogte is met de omstandigheden, die de partijen van elkaar hebben verwijderd.

W ij willen niet den profeet spelen en verkondigen, dat het aantal verzoeningen op deze wijze legio zal zijn, maar uit de ervaringen, die wij gedurende een achttal jaren hebben opgedaan met Het bureau Pro Fam ilia, dat vele huwelijksconflieten behandeld heeft, meenen wij wel te kunnen zeggen, dat de oogst kan tegenvallen, maar ook een kans heeft om mee te vallen, vooral indien na verloop van tijd de President of de leden van den Huwelijksraad, c.q. Voogdijraad, zich hoe langer hoe meer op dit terrein een zekere ervaring verwerven en hiervan bij de ver­

vulling van hun taak gebruik maken.

In elk geval zal het aantal verzoeningen niet geheel onbelangrijk zijn en zal het aantal echtscheidingen dientengevolge terugloopen, al kunnen we niet met cijfers aantoonen hoe groot de winst zal zijn.

Doch winst zal er wezen. En ieder zal het met ons eens zijn, dat alle winst op dit gebied met gejuich moet worden binnengehaald.

II.

Hierboven hebben we betoogd, dat o.m. door gebrek aan de noo- dige gegevens de poging tot verzoening van den president in den regel tot mislukking is gedoemd. Is dit negatieve resultaat bereikt, dan heeft hij veelal nog een andere taak te vervullen. De vrouw, die het request heeft ingediend, verzoekt, in geval het proces voortgang zal hebben, een andere woning te mogen betrekken dan die van haar echt­

genoot, dat de kinderen bij haar zullen verblijven, en dat haar man ge­

durende den loop van het proces aan haar en haar gezin een zekere som tot onderhoud zal verschaffen. H et spreekt vanzelf, dat het antwoord op deze vragen niet gemakkelijk is te geven. M en kan tevoren niet zeg­

gen hoe lang dat proces duurt: in sommige gevallen gaan er zelfs eenige jaren mee heen. H et is daarom van zeer veel belang, aan wie gedurende die periode de zorg en de opvoeding der kinderen worden toevertrouwd.

D e President, die in den regel een man is van rijperen leeftijd en die over een zekere mate van menschenkennis en ervaring heeft te beschik­

ken, zal wellicht in vele gevallen geen onjuiste beslissing nemen. M aar de mogelijkheid, dat hij mistast en de verkeerde uitkiest, aan wie die zorg wordt toevertrouwd, is bij lange na niet uitgesloten. W ij moeten daarbij niet uit het oog verliezen, dat deze beslissing voor het lot en het verdere leven van die kinderen van overwegend belang kan zijn.

E r liggen bovendien op dien weg nog meer voetangels en klemmen.

W a n t het komt meermalen voor dat de rechter .— we kunnen dit met stelligheid verzekeren — onjuist wordt ingelicht. Neem maar aan dat de man, zooals in de practijk herhaaldelijk voorkomt, reeds een andere

(7)

vrouw op het oog heeft, met wie hij voor het vervolg zijn levenslot wil deelen. Z ijn eigen vrouw is hiervan niet onkundig en er is aan haar besluit om tot echtscheiding over te gaan dikwijls een lange tijd van aar­

zeling en twijfel voorafgegaan. Tenslotte is zij bezweken, omdat zij be­

grijpt, ,dat het niet anders kan en zij de tragedie van haar leven onder deze omstandigheden niet langer kan dragen. D e man is in zijn hart van oordeel, dat deze vrouw, die niet aan zijn ideaal beantwoordt, eigenlijk niet in staat is de opvoeding van de kinderen naar behooren te beharti­

gen. M et leede oogen heeft hij jaren lang aanschouwd, hoe zij die kin­

deren verwent en vooral haar oudsten jongen, die haar troost en haar vreugde was, zoodanig heeft gekoesterd en verweekelijkt, dat die knaap hoe langer hoe meer den weg van den minsten weerstand zoekt, zoodat men geen helderziende hoeft te zijn om te weten, dat er op den duur op die wijze niets van hem terechtkomt. De man begrijpt heel goed, dat het min of meer onverantwoordelijk is om de opvoeding aan zijn vrouw toe te vertrouwen, maar in zijn hartstochtelijke begeerte om met die andere te huwen, zet hij, ook op raad van zijn advocaat, tenslotte die bezwaren opzij. Hij belooft zijn vrouw ook een ruime alimentatie en aldus is een eenstemmigheid tot stand gekomen, die den President wordt voorgelegd, zonder dat deze weet, welk spel hieraan achter de coulissen is vooraf­

gegaan.

Langs dezen weg en op andere wijzen, die we hier niet alle kunnen behandelen, neemt de President, die, vooral bij de groote rechtbanken weinig tijd heeft om zich in al deze kwesties te verdiepen, in vele ge­

vallen een beslissing, die hij ongetwijfeld niet genomen zou hebben, in­

dien hij omtrent de werkelijke omstandigheden beter ware ingelicht.

W elnu, indien, gelijk gezegd, aan het begin van iedere procedure een uitvoerig rapport wordt opgemaakt, door bekwame en deskundige ambtenaren, omtrent de werkelijke verhoudingen in het gezin, en de op­

voedkundige capaciteiten der ouders, dan zullen in het vervolg vele ver­

gissingen, die thans begaan worden, vermeden worden. En dat zou velen kinderen, die in hun jeugd toch al te lijden hebben aan een groot tekort aan ouderlijke liefde en zorg, ten goede komen. Verm oedelijk zal dan ook in de gevallen, waarin noch de man, noch de vrouw geschikt blijkt te zijn om de opvoeding van de kinderen te behartigen, deze aan een derde kunnen worden toevertrouwd of aan een vereeniging, die zich in het bijzonder met die taak wil belasten.

H et vermelde rapport zal den President ook nog belangrijke ge­

gevens kunnen verschaffen omtrent andere vragen, die hij beantwoorden moet,' want de praktijk heeft wel geleerd, dat er ook t.o.v. de alimentatie grove vergissingen worden gemaakt, die veelal als een heftig onrecht worden aanvaard.

(8)

W e hebben in het voorgaande het voorspel van de echtscheidings­

procedure behandeld en wij komen nu tot het eigenlijke Spel. D it is ten­

slotte de benaming, die ons op de meeste processen van den laatsten tijd het meest toepasselijk voorkomt. W a n t is het iets anders dan een come- die-spel, wanneer de echtgenooten hebben afgesproken, dat de eischeres een actie tot een echtscheiding in zal stellen op grond van gepleegd over­

spel door den man en dat deze de beschuldiging niet zal tegenspreken, terwijl beide partijen er in hun hart van overtuigd zijn, dat iets derge­

lijks niet is voorgevallen?*) Is het iets anders dan comediespel, dat de rechter, die veelal dit spel doorziet, er aan meedoet door klakkeloos, zon­

der blikken of blozen in zijn vonnis te verklaren, dat het feit op grond dat het niet tegengesproken is, geacht moet worden werkelijk te hebben plaats gehad? Let wel op die kunstige woordenkeuze, want de rechter verklaart niet, dat die feiten werkelijk gebeurd zijn, maar dat zij in rechte geacht moeten worden te hebben plaats gehad. W ij herhalen nogmaals:

terwijl allen, partijen, advocaten en rechters, in den grond der zaak drommels goed weten, dat hier een spelletje wordt gespeeld op een ter­

rein, dat naast dat der waarheid en werkelijkheid ligt. W ij hebben allen eerbied voor den schouwburg en gaan er op zijn tijd gaarne heen; maar wij weten toch onderscheid tusschen een dergelijke inrichting en een rechtszaal, die wij nog altijd beschouwen als een plaats, waar bij voor­

keur de waarheid en niets dan de geheele waarheid gehuldigd moet wor­

den. Z oo luidt ook de eed, die de getuige moet afleggen. Z oo is het altijd geweest en zal het ook in de toekomst moeten zijn.

Indien zich in de toekomst onder de processtukken, die den rechter worden voorgelegd, ook een rapport bevindt, waarin alle feiten en om­

standigheden klaar en onomwonden worden uiteengezet, dan hebben wij naar ons oordeel met de formule, dat een feit „geacht” moet worden waar te zijn, afgedaan, zoodra dit feit in strijd is met den inhoud van bedoeld rapport.

D an zal de rechter misschien een stukje van zijn lijdelijke rol, waarin hij alles aanvaardt, wat partijen hem voorkauwen, moeten prijsgeven. Dan zal hij in plaats van zijn lijdelijkheid een leidende activiteit aan den dag moeten leggen. E n dan zal hij moeten zeggen: ik ben met die poespas niet tevreden. Ik moet weten wat er werkelijk aan de hand is en niets anders. D an zal hij het recht moeten nemen om de getuigen te hooren van wie hij veronderstelt, dat zij hem de noodige inlichtingen kunnen geven.

En zoo zal hij niet meer moeten zeggen, dat het een of andere feit geacht wordt waar te zijn, doch dat hij, evenals in strafzaken e.d. op grond van

*) Het is zelfs in vele gevallen gebruikelijk, dat de eascheres aan gedaagde schrif­

telijk een verklaring afgeeft, dat zij hem weliswaar beschuldigt van overspel, doch overtuigd is, dat dit niet heeft plaats gehad.

(9)

de afgelegde verklaringen de overtuiging heeft gekregen, dat de beschul­

diging waar is of niet.

In andere landen, waar men ook geen genoegen neemt met dat ge­

fingeerde overspel, heeft men de methode toegepast, dat het bewijs van werkelijk overspel moet worden geleverd. Hetwelk dikwijls geleid heeft tot een nieuw en onsmakelijk bedrijf in het voormelde comediespel. W a n t dan werd het overspel en scène gezet op een wijze, die de werkelijkheid zooveel mogelijk nabij streeft, zoodat de rechter tenslotte wel niets anders kon doen dan ook dit als waar te aanvaarden. H et komt ons voor, dat nie­

mand behoefte heeft om in ons land dit verwerpelijk gedoe over te nemen en dat ons voorstel, hetwelk hierboven is omschreven, de voorkeur ver­

dient. W e hebben bovendien de overtuiging, dat de door ons voorgestelde verandering een belangrijke preventieve werking zal hebben en dat velen, die nu lichtvaardig tot een procedure overgaan, zich in het vervolg nog wel eens ernstig zullen bedenken of ze dien stap zullen ondernemen, in­

dien niet de toestand zich inderdaad zoo ontwikkeld heeft, dat het ge­

zinsleven ondraaglijk is geworden en bij voortduring daarvan het geluk der kinderen en hun opvoeding op het spel worden gezet.

* * *

Bevordert dus de huidige praktijk een lichtvaardig tot standkomen van huwelijken en echtscheidingen, terzelfder tijd houdt zij huwelijken in stand, waar dit slechts leidt tot onzedelijkheid en veel kinderleed.

Herhaaldelijk ziet men immers het volgende gebeuren in gevallen, waarin de verhouding reeds zoo volkomen bedorven is, dat van eenig overleg geen sprake is. D e vrouw beschuldigt den man van overspel en eischt echtscheiding. D e man wil deze wel, maar is bang, dat, indien zijn echtgenoote het proces wint, hij veroordeeld, zal worden tot een uit- keering en dat de kinderen dan aan haar zullen worden toegewezen.

Daarom verweert hij zich heftig tegen de beschuldiging, maar vordert tevens zijnerzijds echtscheiding, waarbij hij de vrouw van overspel be­

schuldigt. U it dezelfde motieven verweert zij zich op haar beurt. Een langdurige, verwoede en onverkwikkelijke strijd, waarbij veelal niet wordt opgezien tegen valsche getuigenverklaringen, is het gevolg. E n dan nog moet soms de Rechtbank aan het einde constateeren, dat geen der partijen in haar bewijs is geslaagd, zoodat de eisch aan beide partijen moet worden cntzegd en de echtscheiding afgewezen.

N iet alleen zien wij dus het juridisch dwaze resultaat, dat de Rech­

ter in zijn lijdelijkheid een verzoek afwijst, dat beide partijen hem hebben gedaan, maar ook feitelijk wordt hierdoor een zeer ongewenschte toe­

stand geschapen. Immers, het huwelijk blijft in stand en theoretisch zijn de betrokkenen verplicht weder bij elkander te wonen. H et laat zich

(10)

indenken hoe ondragelijk deze toestand wordt na den tijd van feitelijke scheiding en na den feilen strijd. V eelal gebeurt dit dan ook niet, maar gaat ieder zijns weegs, alsof de scheiding wel uitgesproken was; echter zonder dat een regeling getroffen is omtrent de opvoeding der kinderen, over de financiën enz. N a eenigen tijd zien wij dan beiden in concubinaat leven, maar na de ellende met het proces doorgemaakt, denkt niemand meer over echtscheiding.

Niets is dan geregeld; de kinderen missen zekerheid en kunnen het concubinaat der ouders aanzien, Aan beide zijden worden kinderen ge­

boren, die niet den naam van hun vader dragen mogen.

In de gevallen, dat inderdaad de toestand ontstaan is, dat het gezins­

leven ondraaglijk is geworden en dat bij voortduring daarvan het geluk en de opvoeding der kinderen op het spel wordt gezet, moet de operatie der echtscheiding o.i. ook werkelijk geschieden en behoeft het scherpe mes niet te worden ontzien. M aar ook slechts dan. E n zulks onder de grootste voorzorgen, dat kwaad worde voorkomen en het geluk der men- schen worde bevorderd. D e wet moet ondergeschikt worden gemaakt aan het geluk van den mensch en het omgekeerde, dat de mensch er is voor de wet, achten wij geheel uit den tijd.

W e hebben in het voorgaande ons oog gericht op de echtscheidin­

gen op grond van gefingeerd overspel, doch het behoeft^geen betoog, dat de kennisname van alle feiten en omstandigheden, die in het rapport uit­

eengezet worden, ook in alle mogelijke andere procedures van echtschei­

ding resp. scheiding van tafel en bed, onze rechtspraak ten goede zou komen. Hierboven is reeds uitvoerig behandeld de vraag aan wie der ouders na de uitspraak de kinderen moeten worden toevertrouwd, zoodat wij deze hier laten rusten. W è l willen wij hier opmerken, dat in vele pro­

cessen duidelijk naar voren komt, dat noch de vader, noch de moeder voor de opvo'eding de aangewezen persoon is. T a l van gevallen zweven ons voor den geest. M oeder is een onbeduidend wezentje met zeer beperkte geestvermogens, die over haar kinderen niets te zeggen heeft. O f ze lijdt een onzedelijk leven, zoodat haar gedrag van dien aard is, dat nie­

mand haar de zorg voor haar dochter(s) zal toevertrouwen. En wat is de vader in dergelijke gevallen? Hij kan zeeman zijn of een werkman, dokter of kantoorbediende, die bijna nooit thuis is en geen tijd heeft, zich het lot van de kinderen aan te trekken. O f hij kan met een andere vrouw zijn gaan leven, die van de kinderen van haar man zich niets aantrekt. In zulke gevallen, en deze kunnen met een duizendtal worden vermeerderd, is het onverantwoordelijk, de kinderen aan één van hen toe te vertrou­

wen en bovendien begeeren ze het veelal ook niet. Gebeurt het toch, dan zien wij dat er eenige maanden later een procedure tot ontheffing of ont­

(11)

zetting uit de ouderlijke macht op touw wordt gezet. En dat na veel for­

maliteiten en tijdverlies met de daaraan verbonden noodlottige ge­

volgen voor de kinderen datgene geschiedt; wat minstens evengoed ter­

stond bij de echtscheidingsprocedure had kunnen gebeuren, nl. de zorg voor de kinderen toewijzen aan een derde of aan een Vereeniging, die de voogdij aanvaardt en er op ingesteld is om kinderen op te voeden, dië in ernstige mate aan zorg en genegenheid tekort zijn gedaan.

W ij komen ook nog even afzonderlijk terug op de alimentatie. D at is de vergoeding, die verschuldigd is voor het onderhoud van vrouw en kin­

deren. Is de man tot zooiets veroordeeld en heeft hij een vast beroep bij Rijk, Gemeente of andere openbare lichamen, dan is het betrekkelijk een­

voudig om door beslaglegging op zijn loon, zich die uitkeering te ver­

zekeren. Doch als de man in een vrij beroep is, een klein koopmannetje of iets dergelijks, dan zien we gebeuren, dat er van die uitkeering in vele gevallen niets terecht komt. Beslag op zijn loon, of eigendommen, is in vele gevallen uitgesloten. En hij lacht wat om alle pogingen, die gedaan worden om hem te dwingen aan zijn verplichtingen te voldoen. D e vrouw, die onderwijl armoede lijdt, loopt alle instanties af om, zooals zij zegt, recht te verkrijgen, doch zij verslijt haar schoenen en de behoeftige om­

standigheden-blijven dezelfde. N aar onze meening is een wetswijziging, waarbij de man zelfs op straffe van vrijheidsbeneming, gijzeling of op­

name in een werkinrichting, gedwongen wordt zijn verplichtingen na te komen, niets meer of minder dan een staaltje van billijkheid. W a n t nu zien we dikwijls, dat de een of andere Vereeniging van Armenzorg voor de zorg van het gezin opdraait, terwijl meneer in zijn vuistje lacht en een vroolijk leventje leidt onder het motto „ze doen me toch niets” .

T e n slotte meenen wij hier nog een opmerking te moeten maken over het zg. „bezoekrecht” (het „droit de visite” van de code civile). In ons recht is het niet opgenomen. Zoodat de ouder aan wie de kinderen niet zijn toegewezen wettelijk ook niet de minste of geringste aanspraken kan laten gelden om zijn (h aar) kinderen bij zich te ontvangen of te mo­

gen bezoeken. D e andere echtgenoot heeft de volle dictatoriale macht.

Hoewel echter dit recht in ons land in tegenstelling met Frankrijk en andere landen wettelijk niet geldig is gemaakt, kent de praktijk h et'toch in vele gevallen. V ooral sedert het gebruik is ontstaan, dat de echtschei­

ding met onderling goedvinden op het advocatenkantoor wordt bekok­

stoofd en de voorwaarden, waarop de echtscheiding zal plaats hebben door partijen nader worden vastgesteld. D an wordt er ook meestal een regeling gemaakt omtrent het bezoekrecht. En hoewel de tegenpartij zich n ;et bij den rechter kan vervoegen om nakoming te eischen, indien de andere partij hare verplichtingen niet nakomt, zullen iedereen voorbeel­

den bekend zijn, waarbij die afspraak geen moeilijkheden oplevert en de

(12)

kinderen met hun beide ouders in contact blijven, totdat zij meerderjarig zijn geworden en hun eigen weg kunnen kiezen.

Om duidelijk te zijn, we zijn er hoegenaamd geen voorstander van om dit bezoekrecht in alle gevallen te willen toepassen. Eigenlijk staan we aan den anderen kant en als we zouden moeten kiezen tusschen altijd of nooit, dan zouden we onze stem verheffen voor het nooit.

Iets anders is het om, wanneer men de omstandigheden goed kent, hierop de noodige uitzonderingen toe te laten, en door de rechtbank nauwkeurig te doen regelen in welke gevallen en in hoeverre dat bezoek­

recht toegepast moet worden. W e ineenen vooral, dat de medewerking van den Huwelijksraad hierbij een gewichtigen invloed zal kunnen hebben en dat het aanbeveling verdient, telkens een lid van dien raad aan te wijzen om nauwkeurig toezicht te houden op de behoorlijke nakoming van de bepaalde regeling. M et last om wijziging of intrekking van het recht te vragen, indien hem dit om de een of andere reden wenschelijk voorkomt. Op die wijze meenen wij, dat de gevaren aan het bezoekrecht verbonden voldoende bezworen zijn en dat het goede vruchten kan a f­

werpen in cje gevallen, die daarvoor in aanmerking komen.

W ij kunnen hier nog aan toevoegen, dat naar onze meening zoowel de president als dé rechtbank de bevoegdheid moeten hebben om in de daarvoor aangewezen gevallen een voorloopige of voorwaardelijke beslis­

sing te nemen. H et kan toch zijn, dat partijen t.a.v. hun voornemen om tot scheiding over te gaan een weifelende houding aannemen en dat er kan­

sen bestaan, dat zij, indien hun daarvoor een gelegenheid wordt ge­

boden en de omstandigheden gunstig worden gemaakt, tenslotte willen beproeven tot toenadering te geraken. E r zal dan een periode kunnen worden gesteld, waarin zij verder over de zaak kunnen nadenken, na welker beëindiging een definitieve beslissing wordt genomen. E r kunnen bij deze voorloopige beslissing voorwaarden worden gesteld, die het gun­

stige verloop kunnen bevorderen.

E r is een oud spreekwoord dat zegt: ,,uit het oog, uit het hart", maar het komt ook voor, dat wanneer men elkaar uit het oog verliest, het hart gaat spreken met zoo overtuigende taal, dat men van een aanvankelijk vaststaand voornemen terugkomt. V ele echtelieden geven zich dikwijls geen voldoende rekenschap van w at een scheiding inhoudt en een der­

gelijke proefneming kan wel eens andere gevolgen hebben, dan ze zelf hebben voorzien. W ij hebben acht jaren lang het bureau „Pro Fam ilia”

geleid, dat zich met deze huwelijksconflicten bezig hield en de ervaring heeft ons geleerd, dat een dergelijke proefperiode soms tot gunstige resul­

taten leidde. W e zeggen: soms, want men verwachte daarvan niet te veel. Immers de breuk is meestal zoo afdoende, dat zij met krammen en lijmen niet te herstellen is.

(13)

III.

W e stappen nu af van het procesrecht om over te gaan n aar het burgerlijk recht, w aarin de echtscheiding en de scheiding van tafel en bed zijn geregeld. T e uwer herinnering nemen w e hierbij de gronden over, die door de w et in deze beide gevallen zijn gesteld om tot bedoelde scheiding over te kunnen gaan.

V oor echtscheiding vinden we als zoodanig: overspel, kwaadwillige verlating, gevangenisstraf van vier jaar of langer, levensgevaarlijke of zware mishandeling. Terw ijl voor scheiding van tafel en bed daaraan nog worden toegevoegd: buitensporigheden, mishandeling of grove belee- diging.

Laten we beginnen met op te merken, dat naar onze meening in het vervolg voor deze beide wijzen van scheiding dezelfde normen moeten worden aangenomen. H et is bekend, dat bij scheid’ng van tafel en bed het eigenlijke huwelijk blijft bestaan, terwijl overigens dezelfde toestand intreedt. Partijen gaan afzonderlijk wonen, de kinderen worden aan één van beiden toegewezen en de overige bepalingen zijn ook dezelfde.

Partijen maken dan ook in den regel zelf geen onderscheid tusschen deze gevolgen, behalve dat zij over het algemeen meer bezwaren maken tegen een scheiding van tafel en bed dan tegen een echtscheiding. W a n t, zoo redeneeren zij, in het laatste geval zijn wij vrij een nieuw huwelijk aan te gaan en in het eerste geval is ons dat verboden. Hier zien we dus een merkwaardig geval, dat theorie en praktijk uit elkaar loopen. D e theorie zegt: de echtscheiding is de zwaarste vorm van uit elkaar gaan en de praktijk zegt het omgekeerde. D aar echter in wezen het eene, men zou haast zeggen voor 9 5 % of nog meer, dezelfde gevolgen heeft als het andere, bestaat er geen ernstige reden om verschillen te maken tusschen de gronden, waarop het eene aangevraagd kan worden en het andere. (W ij hebben hier te doen met een paar tweelingzusters, die o.i.

gereedelijk over dezelfde kam geschoren kunnen w orden). In beide gevallen zien wij ook dezelfde figuur voor ons. De echtelieden willen uit elkaar en de vorm, waarin dit gegoten zal worden houdt in den regel verband met de religieuze opvatting, die ze van het huwelijk hebben, maar hij gaat heelemaal buiten de verhouding om waarin zij tegenover elkaar zijn komen te staan. Dikwijls komt er ook nog bij in aan­

merking, dat de vrouw, als zij tot scheiding wil overgaan omdat de man zijn liefde en genegenheid heeft overgebracht op een andere vrouw, uit jaloerschheid of kwaadaardigheid niet gedoogt, dat haar echtgenoot opnieuw in het huwelijk treedt met haar rivale. En zij zoekt dan naar het scherpste wapen, waarmee zij haar echtgenoot het diepst kan wonden.

D at hiervoor lichter gronden aanwezig moeten zijn dan voor het geval zij echtscheiding aan zou vragen, is niet wel te verdedigen.

(14)

Laten wij nu eens onderzoeken, wat zoowel in het eene als in het andere geval als de werkelijke grond moet worden aangenomen, die par­

tijen tot uiteengaan noopt. Is het inderdaad een opzichzelfstaand feit, een acute of afzonderlijke handeling, of moeten wij eerder denken aan een bepaalden toestand; aan een scherpe verhouding, die in den loop der tijden is ontstaan? V ragen wij aan iemand, die gescheiden is of het voornemen daartoe heeft opgevat, w at hiervan de reden is, dan zal hij strijk en zet antwoorden, dat de verhouding tusschen hem en zijn echt- genoote vele maanden, in den regel reeds gedurende vele jaren, zoodanig verslechterd is, dat de toestand langzamerhand onhoudbaar is geworden.

M eestal weten zij het begin zelfs bij benadering niet aan te duiden, doch vanaf zeker oogenblik zijn hun wegen ongemerkt uiteengegaan. Hun karakters botsen, hun opvattingen gingen verschillende kanten uit, kortom er kwam een verandering in hun verhouding, waaraan zij oorspronkelijk zelf weinig aandacht hebben gewijd. In de eerste jaren van het huwelijk was alles pais en vrede. Doch naderhand is verkoeling ingetreden. Deze is langzamerhand verergerd, gelijk een ziekte in het lichaam dikwijls ongemerkt begint en in den loop der tijden voortwoekert, tot ze zich op een gegeven oogenblik openbaart als een gevaarlijke kwaal, waarbij nood­

zakelijk ingegrepen moet worden. Aanvankelijk vielen er tusschen de echtgenooten eenige harde woorden en werden stekelige opmerkingen gemaakt, die vroeger binnensmonds werden gehouden en geleidelijk is dit toegenomen, zooals ook een vallend lichaam in snelheid toeneemt. V an het temperament der echtelieden hangt het dikwijls af, hoe zich dit alles verder ontwikkelt. Beschikken zij over genoeg zelfbeheersching, dan zal de reactie zich geheel anders openbaren, dan bij lieden van weinig be­

schaving, die niet over veel woorden beschikken en in ruwe taal uiting geven aan hun gevoelens. D e laatsten gaan schelden en razen en putten zich uit in beleedigingen, zoó ze al niet tot handtastelijkheden overgaan.

D e eerste categorie echter weet door een ijzig zwijgen of een minach­

tende beweging minstens even erg te wonden en pijnlijk te treffen, als de laatsten dit met hun scherpe woorden of harde vuisten weten te bereiken. In beide gevallen is om zoo te zeggen de oorlog uitgebroken, welke door ieder wordt gevoerd met de middelen, waarover hij te be­

schikken heeft. Doch zoowel in het eene, als in het andere geval is de huiselijke sfeer totaal bedorven. Iedere gelegenheid, dat men met elkaar in aanraking komt, wordt aangegrepen om aan zijn vijandige gevoelens uiting te geven. D e nervositeit en prikkelbaarheid nemen met den dag toe en aldus zwelt dit alles in den loop der tijden aan tot een ramp, die niet meer te verduren is, die de menschelijke kracht te boven gaat. De een brengt slapelooze nachten door in tranen en geween; de ander neemt zijn toevlucht tot het gebruik van alcohol en andere narcotica. V elen

(15)

zoeken ook toegenegenheid en aanhankelijkheid bij een derde, daar zij zich ongelukkig voelen in hun eenzaamheid, steun noodig hebben om staande te blijven. In dit opzicht zijn er duizend nuancen mogelijk en de menschelijke natuur loopt zoodanig uiteen, dat zij niet met enkele woorden zijn samen te vatten.

Indien wij probeeren ter illustratie van het voorgaande eenige voor­

beelden aan te halen, dan doen wij dit met schroom, omdat wij ons zeer goed bewust zijn, dat wij daarmee bij de werkelijkheid zeer ver ten achter blijven. En vooral ieder psycholoog, geestelijke of huisarts of wie ook met deze gevallen in aanraking komt, zal ons op de vingers kunnen tikken en ons op onvolledigheid kunnen wijzen.

Dikwijls moet de bodem ook gezocht worden in sexueele differen­

ties of dergelijke oorzaken. D e vrouw meent, dat herhaalde zwanger­

schap haar gezondheid verwoest en neemt haar toevlucht tot abortus.

D e man vindt het afschuwelijk en er ontstaat aldus een breuk, die hoe langer hoe grooter wordt. In een ander geval heeft een van beiden zinnelijke behoeften, die de wederpartij op den duur niet zonder walging kan bevredigen. H et komt ook voor, dat de eene echtgenoot ideale eischen aan het leven stelt, terwijl de andere plat op den grond blijft en uit­

sluitend materieele genoegens nastreeft. Gewone huishoudelijke om­

standigheden kunnen ook tot de ergste huwelijksconflicten aanleiding geven. De vrouw kan niet rondkomen met het geld, dat de man beschik­

baar stelt voor het huishouden. Z ij klaagt steen en been, maakt schulden en brengt goederen naar de bank van leening, zoodat er geregeld ge­

twist en gekibbeld wordt E r zijn vrouwen, die er niet het flauwste begrip van hebben, hoe ze een huishouden moeten besturen, het voedsel bereiden en de kleeren in orde houden. H et zijn alle kleine .bronnen van oneenigheid, die hoe langer hoe grooter proporties aannemen. E r zijn mannen, die hun plichten verzaken en liever lui dan moe zijn. E r zijn er, die hun heil 's avonds bij het biljart of in de kroeg zoeken en wien het volkomen koud laat, of hun vrouw in dien tusschentijd ook eenige genoegens schept. Sommigen drinken er op los en komen thuis in op­

gewonden en prikkelbare stemming. D e koffie is te koud of te heet, het eten niet gaar of aangebrand. E r zijn woestelingen, die in dien toe­

stand de schaal met groenten en met de aardappels over den grond smij­

ten, zoodat de kinderen reeds staan te rillen en te beven als ze vader de trap op zien komen. W e bepalen ons nog maar tot zeer huiselijke gevallen, want wat ons op dit gebied ter oore is gekomen gaat soms zoo alle palen en perken te buiten, dat het haast onmogelijk is voor een derde om de waarheid aan te nemen en niet aan overdrijving te gelooven.

Zoow el mannen als vrouwen in die gebroken gezinnen maken zich dan schuldig aan overspel. E n de man maakt daar geen geheim van, hij

(16)

is polygaam, hij kan niet anders en ontleent daaraan het recht tot de grofsie uitspattingen. Hij haalt zich daarbij besmettelijke venerische ziekten op den hals en steekt zijn vrouw aan, die ontzet is over een der­

gelijke behandeling, terwijl zij in het proces toch nog groote moeite zal hebben om met getuigen te bewijzen, dat haar man zich met een andere vrouw heeft opgehouden. H et omgekeerde komt natuurlijk evenzeer voor, want een lichtzinnige vrouw handelt misschien wel op een meer stiekeme wijze, maar de gevolgen zijn niet veel anders dan zooeven ge­

schetst. W e spreken nu nog niet over homosexueele afwijkingen en over gevallen van ontucht, exhibitionisme en wat dies meer zij, die niet door de uitdrukking overspel worden gedekt, doch inderdaad niet min­

der ernstig zijn en niet van mindere beteekenis voor het huweiijksleven.

Hoe het ook zij, we meenen met het vorige voldoende te hebben aangetoond, dat de grond voor een scheiding in den regel niet gelegen is in een o f ander opzichzelfstaand geval, doch in een in den loop der tijden geschapen verhouding, die het huwelijksleven ondraaglijk maakt.

D e banden, die de echtgenooten oorspronkelijk verbonden hebben, zijn totaal verwoest en verbroken. En in de plaats van liefde, toegenegenheid, hartelijkheid, eerbied of waardeering, zijn haat, tweedracht en afkeer in de plaats gekomen, waarbij zelfs elke lichamelijke aanraking pijnlijk aandoet en iedere ontmoeting met schrik wordt afgewacht. W e hebben reeds duidelijk aangetoond, dat bij deze geestesgesteldheid overspel, mishandeling, beleediging en alle mogelijke buitensporigheden geregel­

de verschijnselen zijn, die veelal meer als de gevolgen van een slechte verhouding, dan als de oorzaken daarvan moeten worden aangemerkt.

Indien de rechter naderhand de rapporten onder de oogen.krijgt van de ambtenaren van een Huwelijksraad, dan zal hij zich niet hoeven te ver­

wonderen, dat dergelijke handelingen daarin dikwijls zullen worden vermeld als symptomen of aanwijzingen van de bestaande verhoudingen.

En misschien ook dikwijls als de oorzaken van de verergering van den

toestand. *

Hij zal dan bovendien zi«n, dat deze nevenverschijnselen in den regel een zeer individueel karakter dragen en een zeer persoonlijke waardeering van den betrokkene genieten. D e eene zal b.v. een geval van overspel aanvoelen als een reden om nimmer meer met zijn partner in eenige verhouding van dien aard te treden, terwijl een ander er luch­

tig overheen glijdt, met de bewering, dat zooiets in zijn kringen ge-

^bruikelijk is en in geen enkel opzicht verwondering baart. W ij her­

inneren ons bijv. het verhaal van een dame, die zonder eenigen ophef of gemoedsaandoening vertelde, dat als haar mgn op reis ging, zij een koffertje pakte, en daar een doos met voorbehoedsmiddelen insloot, om zich tegen kwade gevolgen te vrijwaren. Niemand heeft ooit gemerkt,

(17)

dat dit een ongelukkig huwelijk zou zijn en wij vermoeden, dat zij hun zilveren bruiloft thans met groote opgewektheid hebben gevierd. W a t betreft mishandeling zijn er zelfs vrouwen, die het vreemd zouden vin­

den en zich misschien ongelukkig zouden voelen, als haar man ze niet a f en toe door elkaar schudde. En op het punt van beleediging zijn de opvattingen zoo verschillend, dat een uitdrukking, welke de één, die eenigszins gevoelig, is aangelegd, als een dolkstoot zou treffen, door een ander wordt aanvaard zonder met de oogen te knipperen of er eenige notitie van te nemen. De terminologie in den lageren stand vooral is dikwijls van dien aard, dat de gemeenste woorden zelfs in de mond van kinderen geen uitzondering zijn. O ver de zg. buitensporigheden zouden wij hetzelfde kunnen zeggen. W ij trekken hieruit de conclusie, dat deze verschillende feiten toch eigenlijk als» criteria om daarop echt­

scheiding te gronden aan ernstige bedenking onderhevig zijn, zoodat we ook hierom liefst de oude bepalingen terzijde zagen gesteld, en er de voorkeur aan zouden geven, dat de rechter telkens in alle gevallen van scheiding den heelen toestand overziet, om op grond daarvan zijn beslissing te nemen. Hierbij moeten we een uitzondering maken voor de gevallen van kwaadwillige verlating, vero'ordeeling tot gevangenis­

straf van meer dan vier jaren en levensgevaarlijke verwonding, waarbij we ook denken aan ernstige poging tot vergiftiging e.d. Hierbij spreken de feiten een zoo duidelijke taal, is het gezinsleven zoo ernstig ge­

stoord en de tegenstelling zoo scherp geworden, dat deze bepalingen in elk geval in de wet gehandhaafd kunnen blijven en er is geen aanlei­

ding om hier nog een onderzoek naar de onderlinge verhoudingen te eischen.

W ij geven daarom in overweging, in navolging van de Zw itser- sche wetgeving, die de „Zerrüttung der ehelichen V erhaltnissé” op den voorgrond plaatst als de hoofdoorzaak om tot scheiding te geraken, ook in onze w et een artikel op te nemen, waarbij de verwording of verwoesting der gevoelens, welke aan een huwelijk ten grondslag moe­

ten liggen, als aanleiding tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed in aanmerking moeten komen. W ij hebben gezien, dat de werke­

lijkheid niet anders is en indien de wetgever dit spoor volgt, dan heeft hij geen kans mis te tasten. Hij kan daarnevens om historische redenen, nu de oude beginselen bij ons volk hebben postgevat, ook de speciale gronden tot echtscheiding in de wet opgenomen houden. Evenwel zal hij geen genoegen mogen nemen met een dezer speciale gronden als op zichzelf staand feit, behoudens bovenvermelde uitzonderingen, doch dit steeds in verband moeten brengen met den algemeenen toestand, waarbij het gezinsleven op zedelijke gronden niet verder in stand be­

hoort te blijven.

(18)

W e kunnen hierbij ook nog een opmerking maken over een nieu­

wen grond tot echtscheiding, die in de literatuur al meermalen be­

sproken is. W ij bedoelen daarmee het geval, dat éên der echtelieden reeds gedurende langeren tijd aan krankzinnigheid lijdt en deze ziekte volgens de medische wetenschap een ongeneeslijk karakter heeft aan­

genomen. V olgens onze meening moet ook in dat geval een ontbinding van het huwelijk m ogelijk-zijn.. W ij begeven ons daarmee wel op een ander terrein dan wij in ons vorig betoog hebben behandeld, doch wij lasschen het hier in, omdat dit begrip naar onze meening reeds zoo^

danig in ons volk is gevestigd, dat een uitvoerige beschouwing over­

bodig lijkt.

In den regel is de vraag, indien men over een nieuwen vorm van echtscheiding spreekt, of daarmede het aantal vonnissen zal vermeer­

deren, dan wel verminderen om van het antwoord al dan niet zijn goedkeuring te laten afhangen. Hierop meenen wij ten antwoord te moeten geven, dat in het voorgaande voldoende is gebleken, dat in elk geval aan de huidige ontbindingen met onderling goedvinden voor­

goed de kop zal worden ingedrukt. D it zal van het grootste belang zijn en den stroom van processen in hooge mate verminderen. Bovendien zal dit ook van invloed zijn op het sluiten van een lichtvaardige echt­

verbintenis, want menigeen zal daarvan af geschrikt worden, indien hij weet, dat de scheiding niet zoo gemakkelijk gaat en daaraan ernstige moeilijkheden verbonden zijn.

W ij argumenteeren echter liever niet met getallen, maar wij wil­

len de echtscheidingen instandhouden, voorzoover wij meenen, dat dit werkelijk in het belang van een goed gezinsleven vereischt wordt en beperken voor zoover dit in verband hiermede mogelijk is. D e echt­

scheiding moet een maatschappelijke instelling zijn, waardoor het wel­

zijn van het volk wordt bevorderd en hierin moet zij ook haar rechts­

grond zoowel als haar beperking vinden.

Indien de wetgever zorgt voor een bepaling, waarin de hierboven omschreven begrippen nauwkeurig worden geformuleerd, dan twij­

felen wij er niet aan, of de Nederlandsche rechter zal met behulp van de Huwelijksraden in deze materie een weg vinden, die in overeen­

stemming is met de overtuiging, levende in de gezonde kringen van ons volk. Op die wijze kunnen wij tot een toestand komen, die bevredi­

ging wekt en het algemeen welzijn bevordert.

Hierbij denken wij vooral aan het gezinsleven en de kinderen, wier belangen hierbij zoo geweldig op het spel staan. N iet dat wij voor een kinderloos huwelijk andere bepalingen bepleiten dan voor die waaruit kinderen geboren zijn, doch onze belangstelling gaat vooral uit — wij behoeven het haast niet te zeggen — naar die gezinnen, waarin jeug-

(19)

dige kinderen om ouderlijke zorg en opvoeding vragen. In onze lang­

durige praktijk van rechter en president van de kamer, die de echtschei­

dingen behandelde in het grootste arrondissement van ons land en in onzen werkkring als kinderrechter en later als leider van het bureau

„Pro Familia”, w aarover hiervoor reeds gesproken is, hebben wij zoo tallooze kinderen ontmoet, w ier levenslot zw aar beschadigd is gewor­

den door hetgeen 'zij in hun jeugd hebben ondervonden, indien vader en moeder hun dagen in twist en tweedracht doorbrachten, dat. wij bij ieder, wien het lot der kinderen niet onverschillig is, er met den meesten ernst op zouden willen aandringen te overwegen, of hij daarin geen aanleiding vindt om, zoo hij nog eenige bezwaren mocht hebben, hier­

over heen te stappen en met ons te streven naar een oplossing, die in elk geval het kind ten goede komt. Het moet ieder duidelijk zijn, w at het voor een kind beteekent op te groeien in een omgeving, gelijk die hierboven ter sprake is gekomen.

W ij zullen niet in diepe beschouwingen treden over opvoeding en opvoedkunde en ons er alleen toe bepalen op te merken, dat jeugdige kinderen in de eerste plaats dringend behoefte hebben aan een vredige en rustige omgeving. Evenals een plant regen en zonneschijn noodig heeft om te groeien en bloeien, zoo eischt een kind, dat zijn gevoelige ziel niet gestoord w ordt door de onrust om hem heen. V a d e r en moeder zijn de groote menschen naar wie zijn kinderlijke oogen den geheelen dag opzien. De genegenheid, die het kind van hen verwacht, is het gees­

telijk voedsel, dat het niet ontberen kan. Inderdaad heeft het ook lei­

ding noodig bij de problemen die het niet zelf op kan lossen en het zal op zijn tijd terecht moeten worden gewezen. Doch hierbij is een h®ofd- vereischte, dat de eerbied, dien' hij voor zijn ouders heeft, onverzwakt 'blijft. En dit laatste loopt ieder oogenblik gevaar, indien het bemerkt •—

en het kind merkt in den regel meer op dan men denkt — dat vader moeder, of omgekeerd moeder vader niet met de noodige achting be­

jegent. Dan komt er een geweldige verstoring in zijn geest en het kan niet missen, of dit alles zal w range vruchten afwerpen, w aarvan het kind zich soms in zijn volgend leven nimmer kan ontdoen. W elk en in­

druk hartstochtelijke twistgesprekken tusschen de ouders op het kind maken is niet te onderschatten. Anderen, die over een betere pen be­

schikken dan wij, hebben dit beschreven en wij zullen er dus niet meer over zeggen. W ij zijn trouwens zelf allen kinderen geweest en naar wij hopen kinderen uit een gezin, w aarin een welw illend w oord van vader en een goedkeurend knikje van moeder lichtstralen w aren in ons leven.

W e hebben daarvan genoten en w e hebben ondervonden, hoeveel steun wij daarvan hebben gehad, ook in ons verder leven. Dan kunnen wij ook weten, w at andere kinderen hebben gemist, die dat alles hebben

(20)

moeten ontberen en in een omgeving zijn opgegroeid, waarin de ijzige sfeer van een kouden kelder hing, of waarin een angstige spanning heersch- te, die het kind met schrik vervulde en waarin het ieder oogenblik moest vreezen, dat een van die uitbarstingen zou volgen, waarbij zijn hartje bleef stilstaan. Het is duidelijk, dat al te veel woorden de beteekenis van hetgeen wij bedoelen eerder zouden verzwakken dan versterken.

Die het niet begrijpt, begrijpe het niet, doch anderen, wier hart open- staat voor het kinderleed, zullen zich de grootste inspanning getroosten om tot een oplossing te komen, die zich verheft boven de rechtspraktijk van deze dagen. H et is niet een aalmoes, die wij het kind toewerpen, als wij zijn geluk op deze wijze trachten te bevorderen. W a n t het kind, dat niet gevraagd heeft om tot dit leven gewekt te worden, het kind, waarvan wij verwachten en eischen, dat het opgroeit tot een braaf en eerzaam burger van deze maatschappij, heeft naar onze meening ook recht op een behoorlijke opvoeding, ook recht op een jeugd, die om­

rankt is door rust en vrede. E n indien de ouders tezamen en in ge­

meenschap hiervoor niet kunnen zorg dragen, dan zal waarschijnlijk één van hen, indien deze op zichzelf staat, dien last op zich kunnen nemen. Z oo echter geen van beiden daartoe in staat is, zal de gemeen­

schap zich met de zorg daarvoor moeten belasten en aan een ander per­

soon of aan een vereeniging die taak moeten opdragen.

Resumeerende stellen wij:

1) Aan de praktijk, waarbij feitelijk echtscheiding en scheiding van tafel en bed met onderling goedvinden gebruikelijk is, moet een einde worden gemaakt.

2) In een nieuw procesrecht moeten Huwelijksraden ingeschakeld wor­

den, bestaande uit vroede mannen en vrouwen, bezield met liefde voor een goed gezinsleven, welke Raden den Rechter advisee'rend en controleerend terzijde staan.

3) In den aanvang van elke procedure moet een nauwkeurig onderzoek worden ingesteld door deskundige ambtenaren (c.q. leden van den

H .R .) naar alle omstandigheden, die aanleiding kunnen geven tot een scheiding en op een juiste beslissing hun invloed kunnen uit­

oefenen.

4 ) V oor een verschil van gronden bij echtscheiding en scheiding van tafel en bed bestaat geen reden. Beide instituten moeten naast elkaar als zoodanig gelijkgeschakeld worden, waarbij aan partijen de keuze wordt gelaten welken vorm van scheiding zij prefereeren.

(21)

5) Als algemeene grond dient voorop te worden gesteld, dat er tusschen echtelieden een verhouding is ontstaan, die een verder huwelijks­

leven onmogelijk maakt, in dien zin, dat de gevoelens, die als zede­

lijke grondslag van hun huwelijk moesten gelden, zijn verworden en verwoest.

6 ) D e gronden van de bestaande wetgeving —- behoudens kwaadwil­

lige verlating, langdurige gevangenisstraf, en levensgevaarlijke ver­

wonding — kunnen gevoegelijk vervallen, tenzij men ze wil behou­

den met deze correctie, dat deze feiten gepaard moeten gaan-m et een verhouding gelijk in de vorige stelling omschreven.

7) O ngeneeslijke krankzinnigheid kan aan de opzichzelfstaande spe­

ciale gronden worden toegevoegd.

8) De president, die het rapport van den voorlichtingsdienst voor zich heeft, zal op deze wijze aan zijn poging tot verzoening meer kracht kunnen bijzetten. Hij zal in daarvoor geschikte gevallen ook een der leden van den Huwelijksraad met deze taak kunnen belasten.

9 ) D e rechter, die eveneens met het bovenvermelde rapport kennis maakt, kan niet langer de gefingeerde feiten, die niet worden tegen­

gesproken, als waar aannemen, indien dit alles niet door den inhoud van bovenvermeld rapport bevestigd wordt. In geval van tegen- 'spraak zal hij zijn lijdelijke rol gedeeltelijk moeten laten varen en een leidende positie aannemen, door nieuwe getuigen te hooren of een nader onderzoek te doen instellen.

10) Zoowel de president als de rechtbank zal in voorkomende gevallen een voorloopige of voorw^aardelijke beslissing kunnen nemen.

11) H et rapport zal ook ten grondslag liggen aan de beslissing omtrent de toewijzing van de kinderen en het bedrag der alimentatie.

12) H et bezoekrecht zal in de gevallen, waarin dit door de rechtbank wenschelijk wordt geacht, kunnen worden toegepast.

13) D e Huwelijksraad zal in de gevallen van voorloopige en definitieve toewijzing van de kinderen, invordering van de alimentatie en het bezoekrecht haar medewerking verleenen.

14) Op het niet nakomen van de alimentatieverplichting zullen gestrenge bepalingen moeten worden gemaakt.

15) D e toewijzing der kinderen kan, indien geen der ouders daartoe in aanmerking komt, ook aan een derde, c.q. een vereeniging worden opgedragen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De voorzitter van de eerste vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn vaststelt dat de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter uiterlijk acht dagen voor

Omdat het kenmerkpunt PNDK van het object uit het abonnementsbericht is verwijderd en het, voor de BGT nieuwe, kenmerkpunt Z40 wordt gebruikt voor het BGT-pand, levert dit een

Wij verzoeken u reeds op voorhand een oplossing te zoeken voor het geval uw kind ’s ochtends ziek zou zijn en er dringende alternatieve opvang nodig is omdat uw kind niet in

Indien de woning standaard wordt opgeleverd zonder tegelwerk, en daarmee niet onder de verantwoording van de ondernemer zal worden aangebracht, is deze uitgesloten van de

Deze kaart geeft geen goed beeld van het netwerk van paden en wegen die van recreatief belang zijn, zie het de nota Zandwegen in Haren Doordat in het Groenplan niet het netwerk

Indien de woning standaard wordt opgeleverd zonder tegelwerk, en daarmee niet onder de verantwoording van de ondernemer zal worden aangebracht, is deze uitgesloten van de

De integrale werkwijze draagt bij aan gewenste resultaten op het gebied van armoede en (arbeids)participatie, evenals een verbeterde situatie op andere levensdomeinen. Het gezamenlijk

Zelfs maanden daarna sprongen Milan bij plotselinge bewegingen nog de tranen in de ogen, en nu nog werd hij soms wakker met een sloopkogel achter zijn voorschedel, alleen maar