1 1
Jaarverslag van de Bezwarencommissie
CAO- VO 2019
2 2
Inhoudsopgave
1. Inleiding ... 3
2. Samenstelling van de Commissie ... 4
3. Stichting Onderwijsgeschillen ... 5
4. Bezwaren ... 6
5. Samenvattingen van de uitspraken ... 7
3 3
1. Inleiding
De bezwarencommissie cao-vo is ingesteld door cao partijen betrokken bij de cao voortgezet onderwijs. Het secretariaat van de Commissie is ondergebracht bij Stichting
Onderwijsgeschillen te Utrecht, die de Commissie administratief en juridisch ondersteunt.
Onderwijsgeschillen beschikt over een professioneel bureau met een team van deskundige medewerkers, met daarin ervaren onderwijsjuristen.
De Commissie neemt kennis van geschillen tussen de werkgever en de personeelsgeleding van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad (P(G)MR), zoals omschreven in artikel 20.3 lid 3 onder a en b en lid 4 van de cao vo 2018-2019.
Onderwerpen van geschil
De Commissie kan op grond van artikel 20.3 lid 3.b van de cao vo oordelen over de volgende geschillen:
op verzoek van de werkgever: instemmingsgeschillen met betrekking tot het taakbeleid en de invulling van het functiebouwwerk
op verzoek van de werkgever dan wel de P(G)MR: interpretatiegeschillen over de bepalingen van de cao vo
op verzoek van de werkgever en de P(G)MR gezamenlijk: andere geschillen tussen de werkgever en de P(G)MR die de onderlinge verstandhouding schaden of kunnen schaden
Ook andere geschillen die de onderlinge verstandhouding tussen de werkgever en de P(G)MR schaden, kunnen aan de Commissie worden voorgelegd.
De uitspraak van de Commissie is bindend.
4 4
2. Samenstelling van de Commissie
De Commissie bestaat uit vijf leden. De leden worden als volgt benoemd: één lid en een plaatsvervangend lid door de werkgeversorganisatie VO-raad te Utrecht; één lid en een plaatsvervangend lid door de gezamenlijke Centrales die partij zijn bij de cao vo en het vijfde lid wordt op bindende voordracht van de andere leden, door cao-partijen gezamenlijk benoemd als onafhankelijk voorzitter.
Gedurende het verslagjaar was de Commissie als volgt samengesteld:
prof. dr K. Boonstra ` J. Damen mr. L. Visser
voorzitter lid werknemers lid werknemers
mr. drs. G.W. van der Brugge drs. L.P.F. Niessen
lid werkgevers lid werkgevers
M.i.v. 1 augustus 2019 zijn de volgende leden herbenoemd:
de heer drs. L.P.F. Niessen, namens de werkgevers
mevrouw mr. L. Visser, namens de werknemersorganisaties
5 5
3. Stichting Onderwijsgeschillen
Het secretariaat
Onderwijsgeschillen is een landelijk onafhankelijk loket voor de behandeling van geschillen en voor mediation binnen het gehele onderwijs in Nederland.
Onderwijsgeschillen heeft een professioneel bureau met een team van deskundige medewerkers, waaronder ervaren onderwijsjuristen.
Stichting Onderwijsgeschillen is ingericht volgens het governance-model, waarin bestuur en toezicht van de organisatie gescheiden zijn in twee statutaire organen.
De Raad van Toezicht is als volgt samengesteld:
de heer mr. H.T. van der Meer, voorzitter, werkzaam als president van het Gerechtshof Amsterdam
mevrouw mr. drs. C.W.M. Dullaert, lid, werkzaam als directeur van Le Tableau B.V.
de heer drs. B.J.F. Fransen MSc, lid, werkzaam als interim bestuurder, toezichthouder en bestuursadviseur
Tijdens het verslagjaar was mr. H.E. (Hilde) Mertens directeur-bestuurder. Zij is per 1 februari 2020 opgevolgd door mr. C. (Cécile) de Vos.
Website Onderwijsgeschillen
Onder verschillende tabbladen zijn het reglement, de relevante wet- en regelgeving en de uitspraken van onder meer de Bezwarencommissie CAO-VO te vinden. Verder bevat de website actualiteiten, activiteiten en publicaties.
Maandelijkse nieuwsbrief
Onderwijsgeschillen geeft maandelijks een nieuwsbrief uit met onder meer uitspraken van de Bezwarencommissie CAO-VO.
Aanmelding voor deze nieuwsbrief kan via de website.
6 6
4. Bezwaren
Behandelde bezwaren in 2019
bezwaren resterend uit 2018 1
dit kalenderjaar nieuwe bezwaren ingediend 2
ingetrokken 1
uitspraken in 2019 2
3
1 2
totaal in behandeling ingetrokken uitspraken
7 7
5. Samenvattingen van de uitspraken
108461 – uitspraak 31 januari 2019
Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.
Sector: voortgezet onderwijs Situatie
De PMR vindt dat de eigen seniorenregeling in 2012 niet is afgeschaft conform artikel 8.1 lid 5 cao vo, omdat de afschaffing met de PMR besproken had moeten worden en er geen sprake was van instemming van tweederde van de werknemers.
Uitspraak van de Commissie
Niet is gebleken dat het bevoegd gezag artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.
Toelichting
Het bevoegd gezag mocht de afschaffing van de eigen seniorenregeling met de
bovenbestuurlijke MR bespreken in plaats van de PMR om voor het gehele personeel een gelijkvormige regeling te treffen. Ook mocht het bevoegd gezag de gezamenlijke VO-scholen beschouwen als organisatorische eenheid en daar de wijziging van het taakbeleid
voorleggen.
Omdat het voorstel tot afschaffing van de regeling is voorgelegd aan het personeel en dit vervolgens niet tot merkbare weerstand heeft geleid, mocht het bevoegd gezag er redelijkerwijs op vertrouwen dat er sprake was van goedkeuring van het voorstel. Of er sprake was van instemming van tweederde van het personeel kan de Commissie niet vaststellen omdat er een te lange tijd is verstreken sinds 2012 en er voor die raadpleging geen reglement was vastgesteld.
108628 – uitspraak 8 mei 2019
Interpretatiegeschil faciliteitenregeling. In het overleg over niveau faciliteiten op grond van artikel 20.4 lid 1 cao vo, is bijlage 7 cao vo geen minimumregeling.
Sector: voortgezet onderwijs Situatie
De werkgever meent dat bijlage 7 van de cao vo een terugvaloptie betreft en geen minimumregeling. De werkgever en de PGMR kunnen dus meer of minder uren overeenkomen dan opgenomen in bijlage 7.
De PGMR meent dat hij altijd recht heeft op het aantal uren zoals opgenomen in bijlage 7.
Omdat de PGMR niet heeft ingestemd met het voorstel van de werkgever, moet de werkgever de regeling zoals opgenomen in bijlage 7 cao vo uitvoeren, aldus de PGMR.
Uitspraak van de Commissie
Bijlage 7 van de cao vo is geen minimumregeling als partijen op grond van artikel 20.4 lid 1 cao vo in overleg zijn over het niveau van de faciliteiten. Als partijen (nog) geen
overeenstemming hebben bereikt, is de werkgever gehouden de regeling zoals opgenomen in bijlage 7 cao vo uit te voeren.
Toelichting
De werkgever en de PGMR moeten op grond van artikel 20.4 lid 1 cao vo in overleg treden over het aantal uren dat de PGMR gefaciliteerd krijgt. Daarbij geldt geen minimum of maximum aantal uren. Als partijen geen overeenstemming bereiken over het niveau van de
8 8 faciliteiten, moet de werkgever op grond van artikel 20.4 lid 3 het aantal uren zoals
opgenomen in bijlage 7 van de cao vo toekennen aan de PGMR. Bijlage 7 geldt niet als minimumregeling maar als vangnet voor de situatie waarin partijen (nog) niet tot instemming dan wel nadere afspraken ter invulling van de regeling zijn gekomen.
9 9
Mr. mr.
Mr. mr.
g naar één
arbeidsrecht voor de gehele onderwijssector
Gevolgen van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren
Mr. mr.