• No results found

Ministerie van OWCS, Sector Onderwijs & Wetenschap. landsexamen havo. Programma van toetsing en afsluiting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ministerie van OWCS, Sector Onderwijs & Wetenschap. landsexamen havo. Programma van toetsing en afsluiting"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

K K u u n n s s t t a a l l g g e e m m e e e e n n landsexamen havo

Programma van toetsing en afsluiting

2021

(2)

Inhoudsopgave

Opzet van het examen ... 3

Het examenprogramma ... 3

Beschrijving van de examenstof ... 3

Het centraal examen ... 4

Het commissie-examen ... 4

Het formaat van het verslag en het inzenden daarvan ... 5

Beoordeling van het werkstuk ... 5

Beoordeling van het commissie-examen ... 6

Het eindcijfer ... 6

Bijlage 1 De eindtermen ... 7

Bijlage 2 Hulpmiddelen ... 8

Bijlage 3 Tips ... 9

(3)

Kunstvak havo

Opzet van het examen

Het examen bestaat uit een centraal examen en een commissie-examen.

Het centraal examen is gelijk aan het centraal examen van de scholen.

Het commissie-examen bestaat uit een mondeling examen.

Het examenprogramma

Kunst (algemeen) centraal

examen

commissie- examen Domein A

Vaktheorie

de belangrijkste termen en begrippen hanteren uit de kunstdisciplines

beeldende vormgeving, dans, drama en muziek die voorwaardelijk zijn voor adequate receptie en reflectie, en noodzakelijk voor begrip van verbanden tussen kunst en cultuur;

informatie over kunst en cultuur

herkennen, benoemen en toepassen om verbanden aan te geven;

bij het reflecteren bronnenmateriaal op een adequate wijze hanteren;

X X

Domein B Invalshoeken voor reflectie

B1: Kunst en religie, levensbeschouwing X X

B2: Kunst en esthetica X X

B3: Kunstenaar en opdrachtgever;

politieke en economische macht X X

B4: Kunst en vermaak X X

B5: Kunst, wetenschap en techniek X X

B6: Kunst intercultureel X X

Domein C Onderwerpen

De kandidaat kan de eindtermen van domein A en B toepassen op voorbeelden uit de volgende onderwerpen:

- Cultuur van identiteit en culturele bewustwording vanaf 1950

- Cultuur van het moderne en cultureel nationaal gevoel aan het eind van de 19e eeuw en in de eerste helft van de 20e eeuw - Cultuur van de Afrikanen in de

koloniale periode

- Cultuur van de Europeanen in de koloniale periode

X X

Beschrijving van de examenstof

(4)

Het centraal examen (CE)

Het centraal schriftelijk examen bestaat uit één zitting van 180 minuten tijdens het centraal examen (zie examenrooster).

Het gebruik van het basispakket hulpmiddelen is toegestaan. Voor basispakket hulpmiddelen, zie Regeling toegestane hulpmiddelen (bijlage 2).

De onderwerpen op het examen:

Cultuur van het moderne en cultureel nationaal gevoel aan het eind van de negentiende eeuw en in de eerste helft van de twintigste eeuw

Cultuur van identiteit en culturele bewustwording vanaf 1950 Cultuur van de Afrikanen in de koloniale periode

Het commissie examen Kunstvak wordt op de computer aangeboden. Iedere kandidaat dient tijdens het examen te beschikken over een computer met koptelefoon.

De vragen worden samen met videofragmenten, afbeeldingen en audiofragmenten op de computer getoond en de leerling beantwoordt de vragen op papier.

Op de website is het studiemateriaal SAZON beschikbaar over het vak Kunstvak.

Website: http:/methode.id-arte.net Username: sazon

Password: salsero

Het commissie-examen (CIE)

Het commissie-examen van 40 minuten bestaat uit een mondeling examen en vindt plaats in maart van het desbetreffende examenjaar. Het mondelinge commissie- examen gaat over de examenstof zoals in de tabel op pagina 3 is aangegeven.

Bij het mondelinge examen wordt aandacht besteed aan:

1. Een casus die betrekking heeft op Kunst Algemeen

Gedurende 20 minuten, voorafgaand aan het mondeling examen, krijgt de kandidaat een casus te bestuderen die betrekking heeft op één of meer domeinen van het vak Kunst Algemeen. Over deze casus worden vragen gesteld. Naar aanleiding hiervan kunnen ook vragen worden gesteld, die betrekking hebben op de andere domeinen.

2. De praktische opdracht

De kandidaat dient een verslag te maken van een beperkt praktisch onderzoek op het gebied van Kunst Algemeen. De kandidaat moet in het verslag een duidelijke centrale vraag als uitgangspunt nemen. De kandidaat dient zelf een onderwerp voor het

onderzoek te kiezen. De kandidaat dient zelf een onderwerp voor het onderzoek te kiezen. Tijdens het mondelinge examen moet de kandidaat zijn werkstuk aan de hand van een PowerPoint presentatie presenteren.

Over deze presentatie en de uitvoering (het verslag) van de praktische opdracht

worden vragen gesteld. Tevens wordt daarbij aandacht besteed aan de beheersing van de volgende vaardigheden: taalvaardigheden, informatievaardigheden, technisch- instrumentele vaardigheden, ontwerpvaardigheden en onderzoeksvaardigheden.

(5)

De opdracht kan van de volgende aard zijn:

• een onderzoeksopdracht (zoals een trend verklaren of een onderzoeksvraag beantwoorden door een onderzoek op te zetten en uit te voeren);

• een informatieverwerkingsopdracht (zoals een probleem oplossen door middel van het selecteren, gebruiken en bewerken van informatiebronnen);

De praktische opdracht moet individueel worden uitgevoerd.

Het formaat van het verslag en de inzending ervan

De omvang van het verslag moet minimaal 1 en maximaal 3 A4’tjes tekst zijn, exclusief illustraties, grafieken en bijlagen. Het maximum aantal pagina's is niet

bindend maar richtinggevend. Deze A4’tjes moeten worden getypt met lettertype 12 en standaard regelafstand. Bij dit verslag moet de kandidaat een 'plan van aanpak' en een 'logboek' inleveren waaruit blijkt op welke wijze hij het onderzoek heeft aangepakt en uitgevoerd (planning, motivering van het gekozen onderwerp, geraadpleegde

hulpbronnen, verrichte werkzaamheden). Tevens moet bij het verslag een getekende authenticiteitsverklaring worden gevoegd. Hiervan is een apart formulier. Deze kunt u vinden op de informatie-CD.

Van werkstukken die het ETE ontvangt, krijgt de kandidaat een ontvangstbevestiging.

Het werkstuk moet persoonlijk door de kandidaat ingeleverd worden.

Verder beoordeelt het ETE of de werkstukken voldoen aan de formeel gestelde eisen, dat wil zeggen dat wordt gecontroleerd of alle onderdelen aanwezig zijn en of ze in het juiste formaat zijn opgesteld (aantal pagina's, lettertype, e.d.). De kandidaat krijgt bericht over wat niet in orde is, zodat hij de gelegenheid heeft één en ander aan te passen en opnieuw op te sturen. De inhoud van de werkstukken wordt dus niet door het ETE beoordeeld, dat doen de examinatoren tijdens het mondelinge examen.

Als de kandidaat voor een vak in het geheel geen werkstuk instuurt of wanneer de stukken niet aan de formeel gestelde eisen voldoet, krijgt hij een afwijzingsbrief waarin staat dat hij voor dat vak niet wordt opgeroepen voor het commissie-examen en ook niet voor het centraal examen.

Beoordeling van het werkstuk bij de presentatie in maart van het desbetreffende examenjaar door twee examinatoren

 Het logboek en het plan van aanpak

Blijkt uit het logboek en het plan van aanpak hoe de kandidaat de opdracht heeft aangepakt en uitgevoerd?

 De inhoud van het werkstuk

Blijkt uit de inhoud dat het werkstuk voldoet aan minimaal te stellen eisen. Daarbij Het verslag, inclusief ‘plan van aanpak’, ‘logboek’ en authenticiteitsverklaring moeten in tweevoud op uiterlijk 29 januari 2021 worden ingeleverd bij het ETE, aan de

landsexamencommissie vhvs. NB De stukken dienen op papier te worden aangeleverd.

In digitale vorm ingezonden stukken e.d. worden niet geaccepteerd.

Uiterlijke datum voor het inleveren van een eventueel gecorrigeerde versie van de stukken 26 februari 2021.

(6)

- de eventuele deelvragen (sluiten deze aan bij de centrale vraag?);

- de verrichtte activiteiten (bijvoorbeeld literatuuronderzoek, geraadpleegde bronnen, interviews, uitgevoerde proeven, enz.);

- de verwerking en analyse van de gegevens en het trekken van conclusies;

- het antwoord op de centrale vraag.

 De PowerPointpresentatie

De PowerPointpresentatie bestaat uit minimaal 6 slides.

 Slide 1: titelpagina:

 titel van het onderzoek

 naam kandidaat

 Andere slides:

 hoofdvraag

 conclusie.

 De PowerPointpresentatie is geen weergave van je verslag.

 Er moet een duidelijke opbouw zijn in je PowerPointpresentatie.

 Je mag gebruik maken van

 Audio → muziek

 film

 dans

 beelden

 Maak een leuke PowerPointpresentatie met veel variatie en weinig tekst en veel kleur, technisch-instrumentele vaardigheden.

 Het werkstuk, de presentatie en de beantwoording van vragen hierover Blijkt uit het werkstuk, de presentatie en het gesprek hierover:

 dat de kandidaat zich in het onderwerp voldoende heeft verdiept op havoniveau?

 dat de inhoud van het werkstuk voldoet aan de criteria die hierover in het PTA per vak en in de notitie ‘Opzet, uitvoering en presentatie van een onderzoek’ zijn gesteld?

 dat de kandidaat vragen n.a.v. het werkstuk en/of de presentatie in voldoende mate kan beantwoorden? Is het taalgebruik en de presentatie begrijpelijk en zijn de spelling en interpunctie correct gebruikt?

 Is het taalgebruik en de presentatie begrijpelijk en zijn de spelling en interpunctie correct gebruikt?

De beoordeling van het commissie-examen

Voor het commissie-examen worden twee deelcijfers gegeven:

deelcijfer a: voor de beantwoording van vragen over de casus en de examenstof deelcijfer b: voor de presentatie en de uitvoering van de praktische opdracht en de

beantwoording van vragen daarover.

Het cijfer voor het commissie-examen wordt als volgt berekend:

cijfer CIE = (2a + 4b) / 6 (afgerond op 1 decimaal) Het eindcijfer

Het eindcijfer wordt als volgt berekend:

eindcijfer = (het cijfer CE + het cijfer CIE) / 2 (afgerond op een geheel getal)

(7)

Bijlage 1 De eindtermen

Kunst: Beeldende vorming / Drama / Muziek / Dans Domein A Vaardigheden

De kandidaat kan:

 de belangrijkste begrippen hanteren uit de kunstdisciplines beeldende vormgeving, dans, drama en muziek, die voorwaardelijk zijn voor adequate receptie en reflectie, en noodzakelijk zijn voor begrip van verbanden tussen kunst en cultuur;

 informatie over kunst en cultuur herkennen, benoemen en toepassen om verbanden aan te geven;

 bij het reflecteren bronnenmateriaal op een adequate wijze hanteren;

Domein B Invalshoeken voor reflectie B1: Kunst en religie, levensbeschouwing

De kandidaat kan aangeven met welke visies, doelen, middelen en inhouden de kunsten religieuze en/of levensbeschouwelijke uitgangspunten vertolken.

B2: Kunst en esthetica

De kandidaat kan aangeven welke ideeën over schoonheid in kunst en kunstwaardering een rol spelen.

B3: Kunstenaar en sociale, politieke en economische macht

De kandidaat kan aangeven welke invloed de sociale, politieke en economische macht heeft op de rol en inhoud van kunst en op de positie van de kunstenaar.

B4: Kunst en vermaak

De kandidaat kan aangeven hoe vorm en inhoud bepaald worden door de vermaaksfuncties van kunst in relatie tot het daarbij betrokken publiek.

B5: Kunst en multiculturaliteit

De kandidaat kan aangeven hoe de Antilliaanse/Caribische kunst en cultuur en de niet Antilliaanse/Caribische kunst en cultuur elkaar wederzijds beïnvloeden.

B6: Kunst, wetenschap en techniek

De kandidaat kan aangeven hoe kunst en wetenschap/techniek op elkaar inwerken.

Domein C Onderwerpen

De kandidaat kan de eindtermen van domein A en B toepassen op voorbeelden uit de volgende onderwerpen:

 Cultuur van de prekoloniale periode vóór de komst van de Europeanen;

 Cultuur van de Europeanen in de koloniale periode;

 Cultuur van de Afrikanen in de koloniale periode;

 Cultuur van het moderne en cultureel nationaal gevoel aan het eind van de negentiende eeuw en in de eerste helft van de twintigste eeuw;

(8)

Bijlage 2 Hulpmiddelen Basispakket

Het standaard basispakket bij alle centrale examens en commissie-examens bevat:

schrijfmateriaal

tekenpotlood

blauw en rood kleurpotlood

liniaal met millimeterverdeling

passer

geodriehoek

vlakgum

rekenmachine

Ook is het toegestaan om hulpmiddelen mee te brengen die geen relatie hebben met de exameneisen maar wel functioneel kunnen zijn, zoals: markeerstift, puntenslijper, leesliniaal (loep).

Woordenboek

Nederlands-Nederlands (eendelig) óf

Nederlands-thuistaal van de kandidaat (eendelig) Een digitaal woordenboek is niet toegestaan.

Koptelefoon

Voor het beluisteren van de audiofragmenten op de computer.

De hulpmiddelen van het basispakket zijn toegestaan bij alle examens. Zij zijn niet alle nodig.

Uitgebreide informatie over hulpmiddelen voor de centrale examens staat in de Regeling toegestane hulpmiddelen op de website van het ETE,

www.ete.cw.

(9)

Bijlage 3 Tips Centraal examen

Examenbundels of oude examens zijn geschikt om ervaring op te doen. Oude centrale examens zijn te vinden op de website van ETE, www.ete.cw.

Commissie-examen

Bekijk de informatiefilm over het mondeling commissie-examen op de site:

https://duo.nl/particulier/staatsexamen-vo/index.jsp

NB Dit is wel hoe het in Nederland gaat, maar het geeft ook een goed beeld hoe het bij ons gaat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

worden de kandidaat één of meer artikelen en/of afbeeldingen voorgelegd over één of meer historische vraagstukken met betrekking tot domein B.. Beoordeling van

• Voor het totaal van de vakken die niet genoemd zijn in de leden 2 en 3 geldt in havo 5 en vwo 6 dat elke kandidaat het recht heeft in totaal één toets te herkansen uit periode

 Een grafische rekenmachine mag tijdens het examen niet op het lichtnet worden aangesloten of met andere apparatuur worden verbonden.  Het is een kandidaat niet toegestaan

Het argumentatieschema op basis van voor- en nadelen wordt onjuist gebruikt als wordt gesuggereerd of aangenomen dat we moeten kiezen uit twee mogelijkheden met beide even

minuten Toets Door middel van de schriftelijke toets (aantal tekstfragmenten, opdracht) in schrijfvaardigheid wordt getoetst of de kandidaat een gedocumenteerde tekst kan

Oude centrale examens zijn te vinden op onder andere examenblad.nl (stel linksboven een bepaald jaar in en vind onder vmbo TL en GL en Engels de examendocumenten van dat jaar).

Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport – augustus 2020 6 / 24 Bijlage 1: Schriftelijke praktische opdracht en beoordelingsschema HAVO

De kandidaat kan in de context van het menselijk lichaam fysische processen beschrijven, analyseren en verklaren en hun functie voor gezondheid en veiligheid toelichten. Domein