• No results found

INTEGRAAL JAARVERSLAG VEILIGHEID

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "INTEGRAAL JAARVERSLAG VEILIGHEID"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INTEGRAAL JAARVERSLAG VEILIGHEID

Eenheid Noord-Holland 2020

Vastgesteld op 22 maart 2021

(2)

Inhoud

1

1 Voorwoord 3

2 Noord-Holland Samen Veilig 4

2.1 Inleiding 4

3 Veiligheidsthema’s 5

3.1 Contraterrorisme, tegengaan van polarisering, radicalisering en extremisme 5 3.2 Aanpak cybercrime en gedigitaliseerde vormen van criminaliteit 7 3.3 Versterken ketensamenwerking tussen het zorg- en het veiligheidsdomein 9 3.4 Aanpak van criminaliteit met een ondermijnend effect op de samenleving 10

3.5 Mensenhandel 18

3.6 Online seksueel kindermisbruik 19

3.7 Executie van opgelegde straffen 19

3.8 Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC)/Burgernet 20

3.9 Eenheidsbreed evenementenbeleid 20

3.10 Geïntensiveerde samenwerking boa’s 21

(3)

1 Voorwoord

Voor u ligt het Integraal Jaarverslag Veiligheid Eenheid Noord-Holland 2020, het tweede jaarverslag behorend bij de vierjarige beleidsperiode van het Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid Noord- Holland 2019-2022 (IMV).

Dit jaarverslag geeft u een korte inkijk in de werkzaamheden, vorderingen en behaalde integrale, gezamenlijke resultaten op de vier IMV-thema’s. Ook vindt u in dit jaarverslag de resultaten van de landelijke beleidsdoelstellingen uit de Veiligheidsagenda – voor zover die niet al onderdeel zijn van het IMV – en een aantal andere integrale resultaten van de Eenheid Noord-Holland die aandacht verdienen in dit jaarverslag.

Corona heeft in 2020 een grote invloed gehad op de maatschappij en op de werkwijze en het werkaanbod van de afzonderlijke veiligheidspartners. Tegelijkertijd heeft corona de meerwaarde en noodzaak aangetoond van een goede samenwerking tussen de partners. De intensieve

samenwerking tussen de politie en gemeentelijke handhaving is daar een mooi voorbeeld van. Dit jaarverslag kan dan ook niet worden los gezien van de impact van de coronapandemie en de daarop genomen maatregelen.

Van dit jaarverslag bestaat ook vanaf eind maart 2021 een volledig digitaal (web)versie die toegang biedt tot meer gedetailleerde informatie over de activiteiten, zoals verslagen van webinars,

infographics, video’s, nieuwsberichten en quotes. Dit ‘papieren’ jaarverslag beperkt zich tot de hoofdlijnen. Er zal op diverse plaatsen met links worden verwezen naar meer en gedetailleerde informatie.

Naast de resultaten die in dit jaarverslag zijn beschreven, hebben gemeenten, politie, Openbaar Ministerie en andere veiligheidspartners ook op andere wijze bijgedragen aan de veiligheid in ons gebied. Wij willen hen, maar ook alle burgers die zich daarvoor hebben sterk gemaakt, danken voor hun inzet.

Jos Wienen Sue Preenen Anja Schouten

Regioburgemeester Hoofdofficier van justitie Politiechef

(4)

2 Noord-Holland Samen Veilig

2.1 Inleiding

De 34 gemeenten, de politie en het Openbaar Ministerie (OM) werken intensief samen aan de aanpak van veiligheidsvraagstukken in Noord-Holland. De basis hiervoor is gelegd in het IMV. In 2019 is het projectteam NHSV opgezet. Stond 2019 nog in het teken van opbouw van het team, in 2020 heeft de aanpak op de veiligheidsthema’s uit het IMV ook inhoudelijk gestalte gekregen. De

projectorganisatie is gevormd, de governance is ingericht en de diverse (deel)projecten zijn van start gegaan.

Naast de start van het projectteam NHSV is in 2019 ook het Programma Aanpak Ondermijning (PAO) gestart. Dit programma wordt grotendeels gefinancierd vanuit de versterkingsgelden uit het

Ondermijningsfonds die het Ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) voor de periode 2019-2021 beschikbaar heeft gesteld. In het kader van het Breed Offensief tegen Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC) is het programma inmiddels verlengd tot en met 2022.

Het afgelopen jaar is geïnvesteerd in een hechtere samenwerking tussen het IMV-programma en het PAO. Besloten is om de IMV-projecten en het PAO gezamenlijk onder de paraplu te brengen van NHSV, onder leiding van één programmamanager. Daarnaast is ook de samenwerking tussen het PAO en het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum NH (RIEC-NH) het afgelopen jaar geïntensiveerd.

Inmiddels werken de medewerkers van het RIEC-NH en het PAO onder hetzelfde dak samen aan projecten en casuïstiek. Het RIEC-NH levert een grote inhoudelijke bijdrage aan het PAO in de vorm van bedrijfsvoering, projectleiding en analysecapaciteit. Dat doet zij naast haar eigen casusaanpak, analyses en fenomeenonderzoeken.

De aanpak in Noord-Holland wordt gekenmerkt door een combinatie van preventieve en repressieve maatregelen, enerzijds gericht op preventie en het opwerpen van barrières en anderzijds op

opsporing en sanctionering. Bijvoorbeeld door het verhogen van bewustwording en de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers en inwoners. De inspanningen zijn ook gericht op een weerbare samenleving en een weerbare overheid. De combinatie van preventieve en repressieve aanpak is terug te zien in de projecten van NHSV. Dit past ook in de visie dat de bestrijding van criminaliteit en overlast gezien wordt als een gemeenschappelijke opgave van overheid en burgers.

(5)

3 Veiligheidsthema’s

3.1 Contraterrorisme, tegengaan van polarisering, radicalisering en extremisme 3.1.1 Beschrijving

Blijvende, lokale expertise op het gebied van polarisatie, radicalisering, extremisme en terrorisme vergt een grote investering. De 34 gemeenten in Noord-Holland, de politie en het OM hebben de krachten gebundeld om de (lokale) expertise ook op regionaal niveau - uiteraard in nauwe afstemming met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en andere (landelijke) partners - te organiseren, te borgen en weer lokaal beschikbaar te stellen. De aanpak loopt van primaire preventie, vroegsignalering, integrale aanpak van casuïstiek tot repressie.

Er is een integrale aanpak opgezet en doorontwikkeld waarbinnen de regie lokaal ligt, maar de expertise op regionaal niveau wordt gebundeld in de drie zorg- en veiligheidshuizen. Ook is veel geïnvesteerd in deskundigheidsbevordering en samenwerking met partners.

3.1.2 Kernactiviteiten en resultaten 2020

In 2020 is veel geïnvesteerd in kennis en expertise: diverse professionals zijn opgeleid en getraind in het signaleren van radicalisering en extremisme. Zij hebben praktische handelingsperspectieven op het gebied van polarisatie, jeugd- en GGZ-problematiek (in relatie tot radicalisering) gekregen en achtergrondkennis van recente fenomenen en trends. Na twee jaar inhuren van externe

specialistische ondersteuning bij de weeg- en casustafels en individuele lokale vraagstukken, pakt de Eenheid Noord-Holland dit sinds 2020 zelfstandig op: het kennis- en vaardigheidsniveau van de professionals is verhoogd en de drie gemeentelijk experts hebben met succes de meerdaagse HBO opleiding “Radicalisering & Terrorisme Expert afgerond.

Het project CTER heeft drie doelen:

 inclusieve en weerbare samenleving;

 bewustwording en vroegsignalering;

 versteviging van de integrale aanpak.

3.1.3 Inclusieve en weerbare samenleving Bestuurlijke kopgroep CTER

In 2020 is gebleken dat toenemende anti-overheidssentimenten vaker online worden geuit. Deze sentimenten worden gevoed door allerlei maatschappelijke voor- en tegenstand op dossiers als CO2, stikstof, 5G, discriminatie en coronamaatregelen. In 2020 is gestart met een bestuurlijke kopgroep CTER, bedoeld om de intergemeentelijke samenwerking te versterken op het complexe vraagstuk van ‘maatschappelijke ondermijning’. Negen gemeenten zijn hierbij nu aangehaakt.

Mentorprogramma

In 2020 is in twee gemeenten een mentor ingezet vanuit het regionale mentorprogramma. Bedoeling is om jongeren die in het beginstadium van radicalisering zitten via begeleiding op het rechte spoor te houden en los van radicale invloeden.

(6)

3.1.4 Bewustwording en vroegsignalering Deskundigheidsbevordering

De deskundigheidsbevordering bestond onder andere uit een online trainingsaanbod met zes verdiepingssessies over duidingsdimensies van rechts-extremisme. Verder waren er zeventien webinars, twee fysieke trainingen voor GGZ-professionals, een driedaagse training radicalisering en multicultureel vakmanschap, een training voor eerstelijnsprofessionals in het jeugddomein, vier trainingen over de overlap tussen CTER-werkveld en het werkveld van de geestelijke

gezondheidszorg. Daarnaast zijn diverse gemeenten ondersteund met externe expertise inzake complexe CTER-casuïstiek.

Start pilot Websense CTER

In de werkvorm van een living lab is online een verkenning van integrale websense uitgevoerd.

Integrale websense houdt in dat partners gezamenlijk online uitlatingen en media-content (memes, video’s, afbeeldingen) over ideologieën, complottheorieën en/of radicale (bevolkings)groepen signaleren en weten waar ze deze signaleren kunnen of moeten adresseren. Met de opbrengsten wordt in 2021 verder gegaan, zowel samen met het project Cyber (project Online Orde) als binnen het CTER-specifieke domein (project Websense).

3.1.5 Integrale aanpak CTER

In 2020 zijn tientallen nieuwe signalen van radicalisering en extremisme integraal geagendeerd in de drie zorg- en veiligheidshuizen. Dat gaat om signalen van feitelijke gedragingen of extremistische uitingen op grond van religieuze of politieke ideologieën maar ook van anti-overheidsextremisme, waar mogelijk een risico van uitgaat. Ook zijn in 2020 tientallen casussen besproken in de zorg- en veiligheidshuizen. Hierbij ging het om geduide signalen waarop interventies plaatsvonden onder gezag van de driehoek. Het gros van de casussen ging over gewelddadig salafisme, daarna volgden casussen rondom respectievelijk rechtsextremisme, overige ideologieën en linksextremisme.

3.1.6 Overige activiteiten

Tijdens de lockdown begin 2020 zijn twee communiqués uitgegaan naar de bestuurders in Noord- Holland rondom de ontwikkelingen op het dossier (online) radicalisering en extremisme. Op 30 oktober is een alertheidbericht namens de stuurgroep CTER uitgestuurd als gevolg van de aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk. Advies in beide gevallen was: investeer op verbinding met de diverse gemeenschappen en op het signaleringsnetwerk.

Ook zijn in 2020 twee integrale leersessies met externe begeleiding georganiseerd over complexe integrale casussen. Daarnaast is, ter vergroting van awareness bij professionals, een handreiking in de maak over extremistische symboliek en betekenis ervan.

3.1.7 Trends en ontwikkelingen

De NCTV heeft het dreigingsniveau in Nederland in 2020 vastgesteld op niveau 3 (van 5). Dat betekent dat de terroristische dreiging nog aanzienlijk is. Niet alleen vanuit de gewelddadig salafistische hoek, ook vanwege door rechts-extremistische individuen gepleegde aanslagen. In Europa, en ook in Nederland, achtte de NCTV een rechts-terroristische aanslag voorstelbaar. Ook extreem-linkse actiegroepen gingen zich meer roeren. In 2020 waren de effecten van de coronacrisis in de maatschappij zichtbaar en waren er toenemende anti-overheidssentimenten. Het thema CTER

(7)

vraagt dus onverminderde inzet van de integrale partners. Met regionale investering op

kennisbundeling en –uitwisseling wordt lokale investering op primaire preventie, vroegsignalering en een integrale aanpak van casuïstiek geborgd.

3.2 Aanpak cybercrime en gedigitaliseerde vormen van criminaliteit 3.2.1 Beschrijving

De openbare orde en veiligheidsproblematiek heeft een digitale component die steeds groter wordt.

Inwoners van de 34 gemeenten in de Eenheid Noord-Holland worden steeds vaker slachtoffer van cybercriminaliteit. Deze vorm van criminaliteit blijft stijgen en zal dit waarschijnlijk blijven doen.

Acteren op het onderwerp cybercrime is voor veel gemeenten, het OM en sommige onderdelen van de politieorganisatie nog steeds relatief nieuw en een uitdaging. Daarbij komt dat deze vorm van criminaliteit aan sterke ontwikkelingen onderhevig is. In het regionale project Cybercriminaliteit en gedigitaliseerde criminaliteit is vanuit NHSV gewerkt aan een viertal deelprojecten met het doel de ketenpartners te ondersteunen, te mobiliseren en te verbinden. Zo kunnen zij effectiever en efficiënter inzetten op het aanpakken van cybercriminaliteit. De gezamenlijke ambitie is een cyberveilige eenheid voor alle inwoners en ondernemers.

3.2.2 Kernactiviteiten en resultaten

Het afgelopen jaar is gewerkt aan de volgende deelprojecten:

Hackshield

In 2020 hebben 24 gemeenten onder de vlag van NHSV meegedaan aan het project Hackshield. Deze online game leidt kinderen op tot cyber agents die zichzelf en hun omgeving kunnen beschermen tegen online gevaren. Tweeëntwintig burgemeesters uit onze eenheid hebben met hun online oproep kinderen tussen de acht en twaalf jaar uitgenodigd om Junior Cyber Agent te worden. De energie die loskomt in de samenwerking en het effect op de kinderen is bijzonder. Dit project is mede mogelijk gemaakt door de subsidie die is ontvangen vanuit het Centrum voor

Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). NHSV maakt samen met Hackshield deel uit van de Citydeal Lokale Weerbaarheid Cybercrime. Bekijk hier alle oproepen van de burgemeesters, wethouders en politieagenten en Hackshield in cijfers en resultaten.

Activiteiten/resultaten

 In totaal hebben 24 gemeenten deelgenomen aan het project.

 2300 Noord-Hollandse kinderen hebben in 2021 HackShield gespeeld en zijn opgeleid als cyber agents die zichzelf en hun omgeving beschermen tegen online gevaren.

 De oproepen van de burgemeesters om mee te doen zijn via scholen, (sport)verenigingen, jeugdorganisaties, politie en de media verspreid.

 In 24 gemeenten zijn de cyber agents gehuldigd.

Periodieke rapportages

In de tweede plaats is het afgelopen jaar ingezet op de ontwikkeling van rapportages waardoor uitvoerende professionals meer inzicht krijgen in de aard en omvang van cybercrime. Zo hebben zij meer aanknopingspunten en kunnen zij efficiënter inzetten op het lokaal aanpakken van cybercrime.

 In de zomer van 2020 is in samenwerking met het RIEC-NH en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het Slachtofferbeeld 2019 opgeleverd. Het totaalaantal Noord-Hollandse

(8)

slachtoffers in 2019 op basis van het berekende slachtofferbeeld wordt geschat op 176.000 inwoners. Deze rapportage geeft inzicht in het slachtofferschap van cybercriminaliteit in de regio (subjectief). Te downloaden via deze link.

 In het najaar van 2020 is het eerste halfjaarlijkse beeld van de politie opgeleverd genaamd

‘Factsheet Cybercrime NH’. Dit beeld is gemaakt aan de hand van meldingen en aangiften.

 Met de politie zijn afspraken gemaakt om vanaf 2021 elk kwartaal een rapportage te maken.

Organiseren van webinars

Ten derde is ingezet op het vergroten van de kennis over cybercrime bij de gemeenten, politie, het OM en de verwante uitvoerende organisaties. Door corona is gekozen om deze trainingen om te buigen tot online webinars.

 In mei 2020 is het webinar ‘Jeugd en Cyber’ gegeven waar meer dan honderd deelnemers inzicht kregen in de ontwikkelingen rond geldezels in cybercriminele netwerken, sexting en HackShield. Het webinar is op de website van NHSV terug te zien;

 In november is het tweede webinar ‘Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet’ gegeven. Een onderzoeksjournalist van De Volkskrant, een cybercrime analist van de politie en een parketsecretaris cybercrime van het OM namen tweehonderd kijkers mee in de

ontwikkelingen van cyberincidenten in de Eenheid Noord-Holland. Ook dit webinar is op de website van NHSV terug te zien.

Informatiebeveiliging

Ten vierde is gestart met het ondersteunen van een steviger uitwisseling en inzicht in de

weerbaarheid van de gemeenten waar het gaat om het beschermen van eigen informatie. Hiertoe is een enquête uitgevoerd. De resultaten van de enquête laten zien dat veel gemeenten nog heel druk bezig zijn met de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) die sinds 1 januari 2020 van kracht is.

In de BIO wordt meer nadruk gelegd op risicomanagement dan in haar voorganger de BIG.

Gemeenten geven aan dat de risico’s op hoofdlijnen vaak wel in beeld zijn maar dat het risicobeeld scherper kan en moet.

 Er is een rapportage beschikbaar met een nulmeting ten aanzien van de bestuurlijke aanpak van informatiebeveiliging. Daarnaast bevat de rapportage een advies hoe gemeenten in de acute fase van een incident ondersteund kunnen worden (vliegende brigade).

 Er is een netwerk gevormd van ambtenaren die elkaar niet alleen in de preparatiefase maar ook in de acute fase kunnen ondersteunen.

3.2.3. Trends en ontwikkelingen

Doordat cybercrime zich niets aantrekt van (gemeente)grenzen en zich in razendsnel tempo ontwikkelt, verenigt NHSV haar krachten óók op landelijk niveau. Zo worden de nieuwste

ontwikkelingen en interventies binnen de eenheid gedeeld. NHSV is aangesloten bij de landelijke Citydeal Cybercrime met twee deelnemende projecten: Hackshield en het project Online Orde.

Inspanningen van politie en OM

De projectleiders van NHSV, de politie en het OM hebben in 2020 de banden verder versterkt. In drie van de vier deelprojecten hebben politie en het OM een bijdrage geleverd. Zo zijn agenten onderdeel geweest van de Hackshield-huldigingen, hebben collega’s van politie en OM een presentatie gegeven tijdens de webinars én levert de politie periodieke cijfers aan waardoor informatiegestuurde inzet op

(9)

preventie mogelijk wordt. Op het gebied van opsporing en vervolging hebben politie en OM in 2020 ook de nodige slagen gemaakt. Bij het OM is een beleidsadviseur Cyber aangetrokken en is ruimte gemaakt voor een portefeuille gericht op digitale opsporing. Onder leiding van het OM heeft het Cyberteam vervolgonderzoek gedaan naar het fenomeen RAT (Remote Access Trojan). Dit gebeurde enerzijds om de informatiepositie op dit onderwerp (fenomeen onderzoek) uit te breiden en anderzijds in verband met een lopend tactisch (strafrechtelijk) onderzoek. Een andere opmerkelijke zaak uit 2020 is de SnapChat-hacker, die door snelle interventie van de politie is aangehouden (link persbericht politie). Het OM heeft deze sextortionzaak, met vele minderjarige slachtoffers uit de regio, aangebracht bij de rechtbank.

De politie is in 2020 gestart met een breed digitaliseringsprogramma gericht op de pijlers data, internet en cybercrime. De aanpak van cybercrime staat daarmee niet op zichzelf maar is verbonden met andere digitale ontwikkelingen in de eenheid. Het Cyberteam is uitgebreid met zes specialisten voor wie de financiering voortkwam uit het regeerakkoord. Ook de districtelijke aanpak van

cybercrime krijgt steeds meer gestalte. Hierbij wordt samengewerkt met het Cyberteam, waardoor de kennis van cybercrime in de basisteams is vergroot. In vrijwel alle opsporingsteams werken internetspecialisten die informatie verzamelen en opsporen op internet. Het informatiebeeld van cybercrime is met deze ontwikkelingen sterk verbeterd. Bovendien zijn er digitaal wijkagenten opgeleid en geplaatst in de eenheid.

In dit jaarverslag wordt verwezen naar de geregistreerde misdaadcijfers op www.politie.nl. Het werkelijke aantal cybercrimedelicten ligt echter een stuk hoger dan de geregistreerde aantallen. Dit blijkt onder meer uit de factsheet die door cyberspecialisten van de politie is opgesteld. Deze factsheet is (na inloggen) te downloaden via www.nh-sv.nl.

3.3 Versterken ketensamenwerking tussen het zorg- en het veiligheidsdomein 3.3.1 Beschrijving

De kern van dit thema is te komen tot meer integrale samenwerking op het Sociaal Domein. Veel veiligheidsvraagstukken kennen een zorgcomponent en veel zorgvraagstukken kennen een veiligheidscomponent. Het is dan ook zaak om gezamenlijk bij te dragen aan de vroegsignalering, preventie en oplossing van de problemen waar kwetsbare mensen in de samenleving tegenaan lopen. De projectleider heeft begin 2020 een startdocument opgesteld. Helaas is zij in juni 2020 door ziekte uitgevallen en was er geen vervanger beschikbaar. Inmiddels ligt een voorstel voor de herstart van het project Zorg & Veiligheid bij de drie bestuurlijk ambassadeurs. Dit is een gezamenlijk voorstel van de ambtelijk vertegenwoordigers van het OM, de politie en de regio’s Noord-Holland Noord, Zaanstreek-Waterland en Kennemerland.

3.3.2 Kernactiviteiten en resultaten

De afwezigheid van een projectleider heeft gelukkig niet betekend dat in 2020 geen verdere stappen zijn gezet in het versterken van de samenwerking op het domein. Er is veel gebeurd. Ondanks dat door corona een bondgenotendiner geen doorgang kon vinden, wisten burgemeesters en

beleidsambtenaren, zorgpartners en justitiepartners elkaar (bovenregionaal) te vinden.

Trajecten zijn gestart en/of doorontwikkeld zoals de commissie Zorg & Veiligheid van Noord-Holland Noord, het traject Allen voor Eén van Zaanstreek-Waterland en de Spoedzorgketen van

Kennemerland. Ook de samenwerking tussen het project CTER en het zorg- en veiligheidsdomein

(10)

groeide het afgelopen jaar. De samenwerking tussen de programma(leiders) van Geweld Hoort Nergens Thuis, het Regionaal Netwerk Zorg – Straf waaraan justitiepartners en de drie instellingen van Veilig Thuis deelnemen en de vaste deelname van Veilig Thuis op ZSM zijn voorbeelden van versterking van de ketensamenwerking.

De pilot van Veilig Thuis op ZSM is in het eerste kwartaal van 2020 gestart. Op ZSM komen veel zaken van huiselijk geweld binnen. Deze zaken vereisen een goede samenwerking tussen het straf- en zorgdomein. Het is dan ook van belang dat er een efficiënte samenwerking is tussen ZSM en de (drie) instellingen van Veilig Thuis in Noord-Holland. Zo kan gezamenlijk worden toegewerkt naar (meer) veiligheid in de gezinnen die bij huiselijk geweld zijn betrokken. De pilot is succesvol gebleken en heeft aan het eind van de zomer geleid tot structurele deelname van de instellingen van Veilig Thuis op ZSM. Wel wordt nog toegewerkt naar verdere aanscherping in en verdieping van de kwalitatieve samenwerking tussen ZSM en Veilig Thuis.

3.4 Aanpak van criminaliteit met een ondermijnend effect op de samenleving 3.4.1 Programma Aanpak Ondermijning (PAO) en het RIEC-NH

In de Eenheid Noord-Holland werken de diverse overheidspartijen binnen het RIEC-convenant nauw samen aan het tegengaan van ondermijnende criminaliteit. De initiatieven en projecten worden vanuit één gezamenlijke ambitie en in onderlinge samenhang uitgevoerd en zijn ondergebracht in het PAO. De centrale sturing op dit plan is belegd bij de Stuurgroep Aanpak Ondermijning. De Minister van J&V heeft aan de eenheid voor dit plan ruim € 6 miljoen toegekend voor de periode 2019 tot en met 2021. In 2020 is aanvullende financiering toegezegd tot en met 2022 (€ 3,6 miljoen). De

stuurgroep heeft de uitvoering van het programma in nauwe afstemming met het RIEC-NH georganiseerd om de activiteiten op beide fronten elkaar te laten versterken.

Het RIEC-NH helpt overheidsdiensten en de maatschappij om criminele ondermijning van de samenleving te stoppen. Het RIEC-NH richt zich daarbij met name op:

vergroten van bewustzijn bij de overheid en private partijen van de problematiek van ondermijning;

ondersteunen en versterken van samenwerking binnen de overheid en met publiek-private partners;

delen van kennis en expertise op het gebied van de aanpak van ondermijning.

Nederland kent in totaal tien RIEC's. Samen met het Landelijk Informatie- en Kennis centrum (LIEC) vormen zij een landelijk dekkende netwerkorganisatie. Het LIEC ondersteunt de RIEC’s op

verschillende vlakken, zoals kennisontwikkeling, juridisch, communicatie en ICT.

De projecten van het PAO die in samenwerking met het RIEC-NH zijn georganiseerd komen in de volgende paragrafen voorbij. De projecten zijn hier op hoofdlijnen beschreven, een verdere

uitwerking is te vinden in de digitale versie van het jaarverslag (beschikbaar vanaf eind maart 2021).

In deze digitale versie wordt ook uitvoerig verslag gedaan van de activiteiten van het RIEC-NH.

(11)

3.4.2 Project Maritieme Smokkel

In Nederland worden grote hoeveelheden cocaïne via zee binnengebracht. Door de waterrijke infrastructuur, vele (jacht)havens, de nautische kennis en kunde en gevestigde maritiem-

gerelateerde bedrijven, spelen inwoners, facilitators en bedrijven in Noord-Holland een sleutelrol in de criminele processen van maritieme smokkel. Het project Maritieme Smokkel is gericht op het voorkomen, verstoren en stoppen van deze criminele processen en daaruit voortvloeiende ondermijnende criminaliteit als witwassen en vastgoedfraude. In vier deelprojecten wordt hieraan gewerkt.

Deelproject schone en weerbare visserijsector

Bij de modus operandi ‘drop off’ wordt gebruik gemaakt van corrupte bemanningsleden, veelal afkomstig uit Noord-Holland. Zij vissen met viskotters, snelle motorvaartuigen en (plezier)jachten de cocaïne op die op de Noordzee overboord is gezet van (container)schepen. In dit deelproject wordt onderzocht welke rol vissers hierbij spelen en hoe zij daarbij betrokken raken. Daarnaast ontwikkelt het projectteam interventies en barrières die moeten bijdragen aan een schone en weerbare

visserijsector, om zo het zelfreinigend vermogen van de sector te stimuleren. Enkele resultaten die in 2020 zijn bereikt:

 het barrièremodel is inmiddels in samenwerking met het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) ontwikkeld;

 de toepassing van de Wet Bibob voor de visserijsector wordt onderzocht;

 voorlichting aan jonge vissers in opleiding over de risico’s van criminele benadering.

Deelproject aanpak gelegenheidsstructuren in jachthavens

Jachthavens zijn interessant voor criminelen. De ligging, anonimiteit en het ontbreken van toezicht door overheidsinstanties zijn factoren die hier criminele gelegenheidsstructuren bieden. Dit deelproject richt zich op het verkleinen van criminele kansen in jachthavens en het stimuleren van een criminaliteitswerende houding bij inwoners, ondernemers en professionals in en rond

jachthavens. Enkele resultaten:

 strategisch communicatieplan en toolbox met materiaal zoals een flyer en een film zijn ontwikkeld;

 trainingen weerbare overheid voor gemeenteambtenaren is ontwikkeld;

 de pilot Digitaal Nachtregister is uitgevoerd.

Deelproject Witwassen in vastgoedsector

Het criminele proces van maritieme smokkel vindt zijn weerslag in lokale ondermijning. Lokaal vastgoed wordt opgekocht met crimineel geld dat is verdiend met maritieme smokkel. Dat laatste is een thema waar dit deelproject zich mee bezighoudt. Inmiddels is zicht gekregen op het proces van het verkrijgen van vastgoed en de facilitators die daarin een rol spelen. Enkele resultaten:

 een professionele animatie is gemaakt over de werkwijze van witwassen in de vastgoedsector;

 een webinar ‘Dat zit Vast(goed)’ is georganiseerd voor 700 geïnteresseerden, onder andere makelaars en taxateurs;

 kantonrechters hebben hun werkwijze aangepast om verdachte transacties te voorkomen;

 betrokkenheid bij twee strafrechtelijke onderzoeken naar facilitators witwassen.

(12)

Op zoek naar verbinding met een hechte gemeenschap

Verbinding met de verschillende (voormalige) vissersgemeenschappen in Noord-Holland vormt de sleutel tot succes in de strijd tegen maritieme smokkel. De verbinding met deze gemeenschappen is echter een knelpunt. Er is sprake van een cultuur waarbij burgers angstig zijn voor vergelding uit de eigen omgeving of voor sociale uitsluiting. Dit deelproject zet in op het doorbreken hiervan en het vergroten van de meldingsbereidheid van burgers. Hiertoe wordt een interventiestrategie ontwikkeld en toegepast waarbij de gezamenlijk gevoelde urgentie ten aanzien van alcohol- en drugsgebruik onder jongeren als ingang wordt gebruikt.

3.4.3 Project Orville (Schiphol)

De luchtvaart op Schiphol heeft een efficiënte, logistieke afhandelingsketen rond vliegverkeer, reizigers- en vrachtvervoer, bagagestroom en bevoorrading. Hiermee is Schiphol als belangrijkste internationale luchthaven van ons land een aantrekkelijk doelwit voor (internationaal)

georganiseerde criminaliteit. Denk bijvoorbeeld aan de smokkel van verdovende middelen, mensen, geld en goederen naar en uit Nederland. De criminele activiteiten leiden tot verstoring van de bedrijfsvoering en legale (infra)structuren op Schiphol, reputatieschade en risico’s voor de (vlieg)veiligheid en integriteit van medewerkers en bedrijven. De projectmatige aanpak van

ondermijning op Schiphol wordt uitgevoerd onder de naam Orville. Dit bestaat uit vijf deelprojecten.

Versterken onderzoek en aanpak drugscriminaliteit Schiphol

In dit deelproject wordt getracht te komen tot een locatiegerichte aanpak gericht op het voorkomen, vroegtijdig herkennen en verstoren van niet-integer of crimineel gedrag. In dit project wordt

samengewerkt met onderzoeksinstituut TNO vanuit de expertise gedragswetenschap. Het doel is vroegtijdig herkennen, verstoren en voorkomen van het smokkelproces van verdovende middelen.

Resultaten in 2020:

 start inzet met toegepaste gedragswetenschap

 risicoanalyse uitgevoerd over het bagageproces;

 diverse controles van bagage medewerkers.

Aanpak gelegenheidsterreinen bedrijventerrein Schiphol-Oost

De focus van dit deelproject ligt op het samenbrengen van de signalen van verschillende partners, het vaststellen van een integraal beeld en het bewegen van publieke en private partners tot gezamenlijke doelen en een integraal actieplan. Doel is om gelegenheidsstructuren in het gebied te doorbreken. Resultaten in 2020:

 integrale signaalaanpak Schiphol-Oost is opgezet en aanpak casuïstiek is gestart;

 analysemethode voor bedrijvenscan Schiphol is opgezet en er is een start gemaakt met de uitvoering.

Van bedrijfs- naar branchegerichte aanpak op Schiphol

In dit deelproject wordt de samenwerking gezocht met verschillende bedrijven en branches op de luchthaven, zoals de catering- en de schoonmaakbranche. Het gaat erom kwetsbaarheden in het logistieke proces te identificeren en barrières op te werpen tegen het misbruik van deze

kwetsbaarheden in het kader van ondermijnende criminaliteit. Resultaten in 2020:

 risicoanalyse schoonmaak- en cateringbranche is gemaakt;

 diverse interventies zijn gedaan om misbruik van logistieke proces te voorkomen.

(13)

Ondermijning beter op de kaart zetten bij de partners op Schiphol

Er werken heel wat mensen op de luchthaven. Om ondermijning succesvol tegen te gaan wordt geïnvesteerd in het toerusten van deze medewerkers met de benodigde kennis en kunde. Zo kunnen zij een sterke schakel vormen in het terugdringen van ondermijning op Schiphol. Ook wordt gezorgd voor duidelijke meldpunten en meldroutes. Resultaten in 2020:

 website www.sterkeluchthaven.nl is opgezet en een animatiefilm is ontwikkeld;

 twee publiek-private netwerkgroepen zijn opgezet. Eén van deze groepen stelde o.a. een communicatieplan op;

 awareness trainingen zijn aangeboden voor personeel KMar. De opzet van de trainingen en e-learning is beschikbaar voor publieke en private partners.

Opvolging ondermijningsbeeld Schiphol.

Begin 2020 is het Ondermijningsbeeld Schiphol opgesteld. Dit biedt inzicht in de aard en omvang van ondermijnende criminaliteit op de luchthaven. Het bevat aanbevelingen aan de publieke en private partners voor het gezamenlijk treffen van concrete maatregelen. Op basis van deze aanbevelingen is door de samenwerkende (publieke en private) partners op de luchthaven het Plan van Aanpak Ondermijning opgesteld. Het plan biedt een stevig fundament onder de publiek-private

samenwerking op Schiphol. De activiteiten en doelstellingen van project Orville zijn opgenomen in dit plan van aanpak en leveren een belangrijke bijdrage aan de brede aanpak van ondermijnende

criminaliteit op Schiphol.

3.4.4 Project Financial Intelligence team (FIT)

Criminelen investeren hun illegaal verkregen vermogen in zowel panden en ondernemingen als in luxegoederen. Door te investeren in lokaal vastgoed verwerven criminelen een positie, status en invloed in de bovenwereld. Het afpakken van crimineel vermogen duurt doorgaans lang en kost relatief veel capaciteit door de arbeidsintensieve onderzoeken met lange doorlooptijden. Doordat het Financial Intelligence Team (FIT) een specifieke werkwijze heeft kan het snel actie ondernemen bij een signaal van ongebruikelijk bezit.

Op basis van het RIEC-convenant, werkend onder een Handhavingsknelpunt Ongebruikelijk Bezit, worden signalen van ongebruikelijk bezit ingebracht bij het FIT-team. Hierbij gaat het om signalen vanuit alle deelnemende ketenpartners, de verdachte meldingen vanuit de Financial Intelligence Unit (FIU) en meldingen vanuit de eenheid. De informatie kan vervolgens door iedere deelnemende partner verrijkt worden, zodat er binnen zeer korte tijd tot een interventie overgegaan kan worden.

Daarbij wordt gekeken welke ketenpartner daarvoor de beste kaarten heeft.

De doelstelling van het FIT is het meer, sneller en slagvaardiger afpakken van crimineel vermogen. Dit doet het FIT door financiële signalen sneller en eenvoudiger integraal te delen en op te werken.

Hierbij wordt aan de hand van bestaande informatie op een andere wijze naar een gebied gekeken, om zo meer zicht te krijgen en op personen, bedrijven en criminele infrastructuren die nu nog vaak onder de radar weten te blijven. Dit zicht wordt vervolgens direct omgezet in actie en een snelle (integrale) afdoening (transactie/inning belastingschuld/gemeentelijke schuld/vergunningen intrekken e.d.).

(14)

Het FIT heeft in 2020 de volgende resultaten geboekt:

 120 signalen van ongebruikelijk bezit, criminele opbrengsten en/of verhuld vermogen zijn onderzocht;

 in dertig gevallen lukte het om niet eerder onderkend (verhuld) vermogen zichtbaar te maken;

 tien zaken zijn strafrechtelijk afgehandeld, met een afpakwaarde van € 1.547.000, - ;

 zeventien zaken fiscaal afgehandeld, met een afpakwaarde van € 505.000, - ;

 in de genoemde casussen is daarnaast voor € 1,500.000 aan beslagwaarde afgepakt, onder andere contant en giraal geld en bitcoins, (luxe) voer- en vaartuigen en Rolex-horloges.

 ontmanteling van een drugslab (in samenwerking met het project IIPSY, zie hieronder) en onttrekking van 500 liter amfetamine-olie aan het verkeer;

 bestuurlijke sluiting van een woning en het stopzetten en terugvorderen van een uitkering;

twee grote spin-off witwasonderzoeken naar aanleiding van een FIT-interventie.

3.4.5 Project Productielocaties drugs

Noord-Holland heeft een groot agrarisch gebied dat veel gelegenheid biedt voor de productie van zowel soft- als harddrugs. Bovendien beschikt het gebied over de benodigde infrastructuur om deze drugs te vervoeren en te verhandelen (veel havens, Schiphol en de nabijheid van Amsterdam). Het project Productielocaties Drugs richt zich op het op structurele wijze tegengaan van de productie van drugs door een meer proactieve én preventieve aanpak. Het project bestaat uit drie deelprojecten.

Integraal Intelligence Project Synthetische drugs (IIPSy)

IIpsy versterkt de integrale informatiepositie rondom synthetische drugs. Dat wordt gedaan via drie sporen: casuïstiek verzamelen, opwerken en analyseren door een integraal operationeel team (spoor 1), data stapelen om zo te verkennen en te toetsen wat indicatoren van productielocaties zijn (spoor 2) en inzicht creëren in het criminele bedrijfsproces van synthetische drugs (spoor 3).

Door het opwerken van signalen is zicht gekregen op kansrijke interventielocaties, spelers en criminele samenwerkingsverbanden. Het team boekt zeer concrete resultaten. In 2020 waren er meerdere succesvolle invallen waarbij in samenwerking met de Landelijke Eenheid meerdere amfetaminelabs en (voor het eerst in de Eenheid Noord-Holland) een crystalmethlab zijn opgerold.

Behalve drugs zijn er ook geld en wapens aangetroffen en zijn er aanhoudingen verricht.

Ook zijn er indicatoren ontwikkeld ten behoeve van betere en eerdere signalering, efficiëntere opsporing en een effectievere, meer integrale aanpak van productie- en risicolocaties. Naast deze gerichte aanpak wordt er gewerkt aan het afronden van een door het RIEC-NH opgestelde

fenomeenanalyse en zal op basis van data gezocht worden naar kansrijke interventielocaties.

NH Drugsalert

Uit onderzoek is gebleken dat de meldingsbereidheid over drugslocaties laag is. Dit deelproject is erop gericht om de bewustwording van inwoners, bedrijven en bestuurders te vergroten, waardoor meer meldingen worden gedaan. Met communicatiecampagnes en voorlichtingsacties wordt

gewezen op de risico’s en verschijningsvormen van drugsproductie in woningen en bedrijven. In 2020 is een socialmedia-campagne opgezet, een toolbox ontwikkeld en een website opgezet

(www.NHDrugsalert.nl ).

(15)

Door het toenemend aantal dumpingen van chemisch drugsafval en het geregeld aantreffen van drugslabs hebben de daarbij betrokken partijen een nieuw convenant afgesloten onder de naam Convenant Aanpak Drugslocaties Noord-Holland, waarbij bijna 80 partijen zijn aangesloten, zoals de politie, het OM, gemeenten, netbeheerders, waterschappen, omgevingsdiensten, sociale diensten en woningcorporaties. Het convenant is op 1 november 2020 van kracht geworden. Tegelijk zijn ook een protocol over hoe om te gaan met drugsafval en een operationeel draaiboek ontwikkeld. Bij de aftrap van het convenant zijn een persbericht en film beschikbaar gesteld die op de website van diverse gemeenten, energiebedrijven en woningcorporaties, in kranten en op websites van ondernemers zijn verschenen.

Schimmige Schuren

Het deelproject Schimmige Schuren is gericht op het weerbaar maken van het buitengebied tegen criminele invloeden. Er wordt een coalitie gevormd tussen overheden en private partijen (zoals de Land- en Tuinbouw Organisatie) om het Keurmerk Veilig Buitengebied bij zoveel mogelijk gemeenten in de regio te introduceren. Met dit keurmerk kan de weerbaarheid tegen criminelen vergroot worden. Vooral agrariërs en eigenaren van percelen met lege schuren en loodsen blijken kwetsbaar.

De aftrap voor dit project was op 2 september 2020. Een aantal gemeenten in de Eenheid Noord- Holland is inmiddels aan de slag gegaan met het Keurmerk Veilig Buitengebied.

3.4.6 Project Criminele aanwas (voorheen ‘Dealende Jeugd’)

De georganiseerde (drugs)criminaliteit heeft een bijzondere aantrekkingskracht, met name op jongeren en jongvolwassenen. Kwetsbare jongeren worden verleid door het vooruitzicht van status, geld en mooie spullen. Het dealen in drugs door deze groep is de meest zichtbare vorm van het onderliggende fenomeen ondermijning. Een fenomeen dat draait om grote hoeveelheden geld, geweld en verschillende vormen van (zware) criminaliteit. Het dealen in drugs, maar ook andere vormen van criminaliteit door jongeren, kunnen leiden tot het instromen naar criminele netwerken en een criminele loopbaan, die op den duur steeds minder zichtbaar wordt.

Deze problematiek heeft, naast een crimineel karakter, nadrukkelijk een zorgcomponent. De stap van drugsgebruik naar drugs dealen lijkt snel gemaakt. Maar de stap terug van drugs dealen naar legaal verkregen inkomsten lijkt een stuk moeilijker. Hierbij spelen dwang en afhankelijkheid (door bijvoorbeeld drugs- of gokschulden) vaak een rol. Zo vormen jongeren en jongvolwassenen een kweekvijver voor drugscriminelen in georganiseerd verband op de korte, maar ook op de langere termijn.

Het project, dat startte onder de naam Dealende Jeugd, was aanvankelijk vooral bedoeld om zicht te krijgen op zowel criminele opdrachtgevers en hun netwerk als op het criminele bedrijfsproces, meer specifiek het wervingsproces. In 2020 is vooral geïnvesteerd in de start van de analyses. De eerste focusgroepen en interviews om informatie te verzamelen zijn uitgevoerd. Daarbij zijn de landelijk lopende initiatieven op dit thema geïnventariseerd en is verbinding gelegd met het programma

‘Weerbare mensen, weerbare wijken’ in Amsterdam en het programma ‘Straatwaarde(n)’ in Midden Nederland. Daarnaast werd de kennis en expertise uit lokale projecten benut en ook geadviseerd aan lokale projecten binnen de Eenheid-Noord-Holland.

Een belangrijke constatering was dat de scope die bij het opstellen van het versterkingsplan was gekozen, te weten dealende jeugd, feitelijk te smal is. De praktijk leert dat jongeren en

(16)

jongvolwassenen die zich inlaten met drugs dealen zich niet per se tot deze criminele activiteit beperken en dat ook de toetreding tot de georganiseerde (drugs)criminaliteit niet per se via het dealen plaatsvindt.

 De focus van het project is om die reden in plaats van op de activiteit ‘dealen’ nu expliciet gericht op de mechanismen die maken dat jongeren actief worden in de georganiseerde (drugs)criminaliteit.

 Doelstelling is instrumenten te ontwikkelen en lokaal (in pilotvorm) te testen. Enerzijds gaan deze instrumenten de instroom tegen en anderzijds bevorderen zij de uitstroom.

 De naam van het project is aangepast op de nieuwe focus: ‘Criminele Aanwas’.

 Er is een deelprojectleider Preventie en weerbaarheid geworven en het projectteam is gevormd.

3.4.7 Project Uitbuiting

Uitbuiting grijpt diep in op de levens van vaak kwetsbare personen in de samenleving en heeft op die slachtoffers ernstige lichamelijke en psychologische effecten. Criminelen maken inbreuk op de vrijheid en persoonlijke integriteit van mensen om zichzelf te verrijken. Uitbuiting is geen geïsoleerde vorm van criminaliteit, maar één van de ‘bedrijfsactiviteiten’ binnen andere vormen van criminaliteit.

Uitbuiting wordt daarom niet als afzonderlijk verschijnsel gezien, maar in samenhang met andere criminaliteitsvormen.

Bewustwording, signalen en meldroute

Medewerkers van de partnerorganisatie worden in hun dagelijkse praktijk niet alleen bewust, maar vaak ook onbewust geconfronteerd met signalen van uitbuiting. Dit deelproject is gericht op het versterken van de signaleringsfunctie van aandachtfunctionarissen mensenhandel. Daarbij gaat het in eerste instantie – om aandachtsfunctionarissen van gemeenten en de opvolging van de meldingen in hun organisaties.

In 2020 is het volgende bereikt:

 per gemeente of cluster van gemeenten is een aandachtsfunctionaris benoemd en opgeleid;

 de basistraining mensenhandel is gevolgd door twintig aandachtfunctionarissen;

 er zijn verdiepingstrainingen aangeboden en gevolgd door meer dan dertig aandachtfunctionarissen;

 voorbereidingen zijn getroffen voor de start van een regionale pilot ten behoeve van de regionale duiding en veredeling van signalen. Dit informatieplein mensenhandel is begin 2021 van start gegaan.

Inrichting bestuurlijk toezicht prostitutie

Het bestuurlijk toezicht op prostitutie wordt geleidelijk overgedragen van de politie aan de

gemeenten. Dit deelproject voorziet in het creëren van de randvoorwaarden om in regionaal verband bestuurlijke controles op prostitutie in te richten. De stand van zaken:

 alle driehoeken hebben een besluit genomen over de wijze van inrichting van het bestuurlijk toezicht prostitutie;

 er is een opleiding gerealiseerd voor zestien bestuurlijk toezichthouders prostitutie. Een tweede opleiding voor zestien toezichthouders in 2021 is ingekocht;

 er wordt volop gewerkt aan de randvoorwaarden voor de inrichting van het bestuurlijk toezicht (inrichtingsplan).

(17)

Regionale monitor niet-vergunde prostitutie

Met name de niet-vergunde prostitutie is kwetsbaar voor misstanden als uitbuiting. Op dit moment is er vooral zicht op de vergunde prostitutie; niet vergunde prostitutie wordt vooral online

aangeboden. Dit deelproject dient om meer zicht te krijgen op dat online aanbod. In samenwerking met een private partner is gewerkt aan een dashboard waarin op basis van verschillende bronnen het regionale vergunde en niet vergunde prostitutieaanbod in kaart wordt gebracht. Op basis van deze informatie kunnen toezicht en handhaving gericht worden uitgevoerd. Om de praktische haalbaarheid te onderzoeken, leverde deze private partner een zogeheten proof of concept op.

Helaas besloot de partner zich terug te trekken uit de samenwerking. Het deelproject bezint zich op de vraag hoe alsnog de doelstellingen gerealiseerd kunnen worden.

Arbeidsuitbuiting

Mede onder invloed van de coronacrisis is extra aandacht ontstaan voor de kwetsbare positie van arbeidsmigranten in Nederland. Niet alleen werken zij vaak onder slechte omstandigheden, ook met de huisvesting van arbeidsmigranten is het veelal slecht gesteld. Al langer is duidelijk dat de

inschrijving van arbeidsmigranten in het Register Niet Ingezetenen (RNI) een belangrijk knelpunt vormt in de aanpak van arbeidsuitbuiting. Hierdoor is vaak niet duidelijk waar arbeidsmigranten zich bevinden en onder welke omstandigheden zij gehuisvest zijn. Zo blijven niet alleen slachtoffers van uitbuiting maar ook daders buiten beeld. In dit deelproject wordt, naast de arbeidsomstandigheden en het toezicht daarop, juist de huisvestingssituatie als startpunt van de aanpak gekozen. Op basis van een recente casus wordt onderzocht in hoeverre data met betrekking tot huisvesting een indicator voor een potentiële situatie van arbeidsuitbuiting kan zijn. Daarnaast is een start gemaakt met de inventarisatie van de positie van arbeidsmigranten in Noord-Holland: in welke sectoren zijn zij werkzaam, hoe is de huisvesting geregeld, welke goede voorbeelden gericht op verbetering van de positie van arbeidsmigranten zijn er in de regio en welke aanbevelingen van het landelijk

aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten kunnen in de regio overgenomen worden.

Criminele uitbuiting

Uit onderzoek blijkt dat personen met een licht verstandelijke beperking (LVB) zijn

oververtegenwoordigd in de strafrechtsketen. Deze mensen zijn niet alleen dader van een strafbaar feit maar ook slachtoffer van criminele uitbuiting. Onderzoek van de Nationaal Rapporteur

Mensenhandel laat zien dat professionals onvoldoende kennis hebben over en zich bewust zijn van deze vorm van mensenhandel. In dit deelproject wordt gewerkt aan het voorkomen van criminele uitbuiting. Hiervoor worden professionals toegerust met kennis en worden (potentiële) slachtoffers weerbaarder gemaakt. Dit gebeurt onder meer door middel van een signaleringstool, een

voorlichtingsfilm en een online campagne ten behoeve van de doelgroep en professionals.

Daarnaast wordt in samenwerking met de Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de realisatie van een landelijke hulplijn met chatfunctie voor slachtoffers van criminele uitbuiting.

Voor het project criminele uitbuiting waren geen middelen beschikbaar, maar inmiddels heeft het ministerie van J&V een subsidie beschikbaar gesteld (max. € 100.000, - per jaar voor een periode van drie jaar). Op 8 december vond er een online startbijeenkomst plaats voor bijna 300 deelnemers vanuit het veiligheids- en sociaal domein. In deze online eye opener is aan de hand van een film en

(18)

gesprekken met professionals aandacht besteed aan de problematiek. De deelnemers gaven input voor het vervolg van het project en het te ontwikkelen handelingsperspectief.

3.4.8 Project Intensivering Afpakken

Witwassen verziekt de economie en de samenleving. Geld, bezittingen en – misschien wel het belangrijkste – status vormen de drijfveren voor haast alle vormen van ondermijnende criminaliteit.

Door crimineel vermogen te investeren in de onderwereld en de bovenwereld, verwerven criminelen naast status ook invloed op personen, ondernemingen en zelfs de (lokale) overheid. Behalve het afpakken van geld en bezittingen is daarom óók het afpakken van status van groot belang om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. Afpakken is echter geen doel op zich. In dit project staat het vergroten van het maatschappelijk effect van afpakken in de Eenheid Noord-Holland centraal.

Een greep uit de activiteiten:

 in februari is een training ‘Herkennen van luxegoederen’ georganiseerd die door ruim zestig professionals van politie, OM, KMar, Belastingdienst en gemeenten is gevolgd;

 een brainstormbijeenkomst ‘Status afpakken, wat is het?’ is georganiseerd met onder andere een gedragswetenschapper, ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid,

communicatieadviseurs en diverse woordvoerders;

 aanvullend hierop was er een Online Crime Consult met diverse experts over het effect van afpakken op jonge criminele aanwas;

 twee webinars zijn georganiseerd over het herkennen van witwasconstructies, met 64 deelnemers;

 vier zogenaamde ‘Why-sessies’ zijn georganiseerd over betekenisvol afpakken. Daarnaast is vanuit dit project geadviseerd bij diverse RIEC-casussen met ‘afpakpotentieel’.

3.5 Mensenhandel

Als het gaat om mensenhandel werkt de politie met een signaalgroep en een onderzoeksgroep.

Beide groepen zijn volledig in werking en functioneren naar tevredenheid. Bij de beoordeling en weging van zaken wordt gewerkt met het concept DIGW (de softwarematige beoordeling van signalen). Op basis van de uitslagen wordt inzet gepleegd. In toenemende mate wordt daarbij samenwerking gezocht met externe partners, zoals zorginstellingen, scholen, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, KMar, RIEC, Belastingdienst en veiligheidshuizen. Doel is de meest geschikte interventie van een partij te benutten (signaalaanpak).

In 2020 is een training voor eerstelijns medewerkers om signalen van mensenhandel te herkennen stopgezet in verband met corona. Deze training wordt indien mogelijk in 2021 volledig uitgerold.

Vanuit de formatiegelden mensenhandel (motie Asscher – Seegers) wordt geïnvesteerd op het aantrekken van extra rechercheurs, gecombineerd met een investering op internetrechercheren en het werven van een runner mensenhandel. De runner kan, in zorgvuldige en goede samenwerking met de informatieorganisatie, de informatiepositie van de politie versterken.

Vooral de online inzet op mensenhandel heeft gezorgd voor een aantal verdachten. Dit krijgt een vervolg in 2021. De politie benut de wereld van de social media om slachtoffers uit hun positie te halen en verdachten op te sporen en aan te pakken. Noord-Holland kan met trots melden dat de resultaatverplichting van veertien verdachten eind oktober 2020 al was behaald.

(19)

3.6 Online seksueel kindermisbruik

Het team Bestrijding Kinderporno & Kindersekstoerisme (TBKK) van de Eenheid Noord-Holland heeft als doelstelling het opsporen van verdachten die kinderporno vervaardigen, verspreiden en/of bezitten. Daarnaast heeft het TBKK als doelstelling het identificeren van slachtoffers van seksueel misbruik op basis van onderzoeksinformatie, in het bijzonder uit digitale gegevens. In 2020 heeft het TBKK ongeveer achttien slachtoffers geïdentificeerd in een tiental zaken. In totaal zijn er zo’n 45 zaken gedraaid, waarvan een derde een alternatieve afdoening heeft gehad. In 2020 zijn meer combi-onderzoeken gedraaid dan voorheen, voornamelijk met de afdeling Zeden. Ook is ondersteuning geboden aan basisteams en andere rechercheafdelingen.

Opvallend is dat de gemiddelde opsporingsonderzoeken arbeidsintensiever zijn geworden. Naast de groei van de hoeveelheid afbeeldingen en overig digitaal materiaal, zoals chats, mails en

geïnstalleerde software, vraagt het duiden van het digitale bewijs meer digitale kennis en

uitzoekwerk. Het TBKK heeft binnen het digitale domein stappen gezet in de internetopsporing. Dit geldt ook voor het analyseren van Darkweb-gebruik via internettaps. Hiermee kunnen verdachten vaker live achter de computer worden aangehouden, terwijl zij zich op Darkweb-fora juist veilig wanen. In de onderzoeken wordt nauw samengewerkt met de digitale specialisten, de Landelijke Eenheid en buitenlandse bedrijven als Instagram en Google. Het TBKK werd dit jaar overspoeld met meldingen van viraal gaand beeldmateriaal van kinderporno op social media en binnen appgroepen.

In 2020 is via het Expertisebureau Online Kindermisbruik een meldpunt gestart voor viraal gaand beeldmateriaal. Hierdoor wordt de politie in de toekomst ontlast van deze meldingen.

Het TBKK Noord-Holland is één van de pilotdeelnemers met betrekking tot nieuwe uitleessoftware en is daarom gestart met het opleiden van collega’s. De eerste onderzoeken met één van de nieuwe programma’s zijn inmiddels afgerond.

3.7 Executie van opgelegde straffen

Bij het uitvoeren van een straf of maatregel zijn veel organisaties betrokken. De taak van de politie is ervoor te zorgen dat wanbetalers en daders die zich onttrekken aan een taak- of vrijheidsstraf worden opgespoord en hun straf alsnog ondergaan. In de Veiligheidsagenda zijn aanvullende

afspraken gemaakt die zich richten op ‘onvindbare veroordeelden’ met een vrijheidsstraf van minder dan driehonderd dagen.

In april 2020 is in verband met de coronamaatregelen een landelijke werkinstructie opgesteld waarin is vastgelegd niet over te gaan tot actieve en reguliere executie. Uitzonderingen hierop zijn moeilijk traceerbare veroordeelden en/of veroordeelden met een openstaande vrijheidsstraf van meer dan dertig dagen die toevallig tijdens regulier politiewerk werden ‘gevonden’. Tegelijkertijd kondigde de Dienst Justitiële Inrichtingen een innamestop af waardoor aangehouden ‘executieklanten’ niet meer geplaatst konden worden.

Als voorbereiding op de tijd na corona is de afdeling Coördinatie Executietaken (CET-NH) daarom begonnen met het aanleggen van dossiers met openstaande zaken met meer dan dertig dagen vrijheidsstraf. Ook zijn tien medewerkers opgeleid om te kunnen rechercheren naar digitale sporen van veroordeelden in open bronnen, met als doel de executie te kunnen oppakken op het moment dat de omstandigheden dit toelaten.

(20)

Dossiers met een openstaande vrijheidsstraf van meer dan driehonderd dagen zijn in 2020 opgepakt door het FAST (Fugitive Active Search Team). Het FAST heeft in samenwerking met het CET-NH in 2020 een aantal dossiers succesvol kunnen afronden. Het gaat hierbij om zeven dossiers met in totaal 25 veroordeelden die bij elkaar opgeteld 10.168 dagen aan vrijheidsstraf hadden openstaan.

3.8 Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing (RPC)/Burgernet

In verband met corona zijn in 2020 versneld de nodige stappen gezet om het programma te digitaliseren. Het RPC is gestart met ‘De Ondernemer Draait Door’, een online

actualiteitenprogramma met ondernemers vergelijkbaar met het televisieprogramma Op1.

Trainingen en voorlichting zijn online gegaan. Het RPC heeft actief ingezet op economie en veiligheid in lokale gebieden. Het gaat hierbij om gerichte ondersteuning van ondernemers. Het

Cybermeldpunt IJpos in het havengebied van IJmuiden is een voorbeeld daarvan. Maar ook de MKB Phishingtest boekt met de deelname van meer dan 1.000 ondernemers succes.

Het RIEC-NH heeft gevraagd om in de buitengebieden samen te werken bij het organiseren van ondermijningsbijeenkomsten. Door de beperkingen in de coronatijd zijn de activiteiten uitgesteld naar 2021.

In het eerste kwartaal van 2021 gaat het project Nazorgplan High Impact Crimes van start en gaan de trainingen weerbaarheid Geweld en de training Agressie en Overvallen online verder. Daarnaast was het RPC betrokken bij de oriëntatie van de Ondermijningsmonitor bedrijventerreinen en

LeerlingAlert, een traject om leerlingen op scholen in een vroeg stadium bewust te maken van ondermijningsrisico’s. Verder heeft het RPC in 2020 het relatiebeheer van Burgernet verzorgd voor de gemeenten in Noord-Holland. Burgernet is het samenwerkingsverband tussen gemeenten, politie en inwoners voor veiligheid in de wijken.

3.9 Eenheidsbreed evenementenbeleid

In 2019 is voor het eerst een eenheidsbrede evenementenkalender vastgesteld met bijbehorende procesafspraken over het vergunnen van evenementen die meer politie-inzet vragen dan 10 fte.

In maart 2020 is de eenheid door het coronavirus geconfronteerd met verscherpte maatregelen die direct effect hadden op de mogelijkheden om evenementen te organiseren. De bestuurlijke

commissie evenementen (BCE) heeft via het Regionaal Bestuurlijk Overleg Politie (RBOP) in juli eenheidsbrede afstemming gezocht door een proces voor te stellen waarbij de landelijke risicoscan Covid-19 en een voorschakelfase konden worden betrokken. Zo kon actief in gesprek worden gegaan met organisatoren om te inventariseren welke initiatieven kansrijk waren. Om alle vragen en

dilemma’s met elkaar te delen en af te stemmen is daarnaast een multidisciplinair Kennisplatform Evenementen opgericht. Dit kennisplatform bestaat uit vertegenwoordiging van gemeenten,

veiligheidsregio’s, GHOR, brandweer en politie en heeft als doel reguliere lokale processen binnen de eenheid te verbinden via het niveau van de veiligheidsregio’s. Daarnaast zijn eenheidsbrede

uitgangspunten geformuleerd die richtinggevend zijn geweest bij het bepalen hoe we in de Eenheid Noord-Holland zijn omgegaan met evenementen in coronatijd. Aan het einde van het jaar is vooruit gekeken naar 2021 en het moment dat er geen beperkingen meer gelden vanwege corona.

(21)

Het RBOP heeft in de vergadering van november 2020 ingestemd met een aangepast proces voor evenementen die politie-inzet vragen en een beroep doen op bestuurlijke solidariteit. Hierbij is de grens van 10 fte losgelaten. Bij het vergunnen van nieuwe aanvragen moet advies worden gevraagd aan de regioburgemeester/BCE indien de handhavingscapaciteit (vanuit de eigen gemeente en/of het eigen basisteam) niet toereikend wordt geacht om een veilig verloop van het evenement te kunnen garanderen. Om tot vaststelling van de eenheidsbrede evenementenkalender 2021 – voor wat betreft politiecapaciteit - te komen, worden de aanvragen die politie-inzet vragen en die samenlopen besproken in de gezagsdriehoeken. De betrokken burgemeester neemt uiteindelijk de beslissing omtrent het verlenen van een vergunning.

3.10 Geïntensiveerde samenwerking boa’s

Vanuit de visie van de nationale politie ‘Boa’s en politie niet naast, maar met elkaar’ is de samenwerking een belangrijk beleidsmatig en operationeel afstemmingsthema. In verschillende driehoeken is dit thema besproken en zijn afspraken gemaakt over hoe de versterking van de samenwerking vanuit die visie ingevuld kan worden. Daarbij wordt vooral afgestemd met de gemeenten, als werkgevers van de boa’s, en wordt aangesloten op de thema’s uit het lokale veiligheidsbeleid. De feitelijke samenwerkingsafspraken zijn vooral uitgewerkt op praktische aspecten zoals informatie-uitwisseling, communicatie via C2000, gezamenlijke inzetten, toegang tot politiebureaus en gezamenlijke briefings. Ook zijn ze op hoofdlijnen uitgewerkt op de rolverdeling tussen boa’s en politie ten aanzien van handhavings- en toezichttaakvelden. Vanuit de visie zijn zowel de politie als de boa’s verantwoordelijk voor toezicht en handhaving maar met andere accenten. Bij de uitwerking zijn zowel beleidsmatige als uitvoerende functionarissen betrokken. Zo is de

samenwerking met de ervaringen en behoefte vanuit praktijk ingericht. De afspraken zijn in een aantal gemeenten/basisteams vastgelegd in een handhavingsarrangement.

In 2020 kregen zowel de operationele als de beleidsmatige samenwerking tussen boa’s en politie een onvoorziene impuls. De handhaving op de coronamaatregelen is vanaf maart in veel gemeenten gezamenlijk opgepakt. Er zijn afspraken gemaakt over gezamenlijk toezicht en gezamenlijk optreden, bijvoorbeeld bij illegale feesten. Vanuit gemeentelijke meldkamers en handhavings- en

cameratoezichtruimten is de inzet op meldingen gecoördineerd en in het Operationeel Centrum van de politie is een ‘boa-meldtafel’ ingericht om de C2000 communicatie te stroomlijnen. Daarnaast is kort na de zomer in zes gemeenten in de Eenheid Noord-Holland een aanvraag voorbereid voor de pilot ‘korte wapenstok’ die door het Ministerie van J&V wordt ingevoerd. Het opstellen van een handhavingsarrangement - en het vaststellen van dat arrangement in de driehoek - was één van de criteria voor die aanvraag. De aanvraag van vier gemeenten is toegewezen, namelijk van Alkmaar, Hoorn, Velsen en Zandvoort, de start vond plaats op 1 januari 2021. De samenwerking in de praktijk voor corona en het opstellen van de handhavingsarrangementen bieden een stevige basis om de komende jaren de samenwerking verder te modelleren en te intensiveren. De best practices van samenwerking in de praktijk, opgedaan in enkele gemeenten, worden de komende tijd gedeeld met anderen. Bij dat proces worden de direct toezichthouder (politie) en toezichthouder (OM) actief betrokken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Momenteel kunnen gedupeerden dus verzoeken indienen voor de opruiming van dumpingen van drugsafval in 2017.. Voor de opruiming van dumpingen van drugsafval in 2018 is op dit

Onder de vlag van Economie071 laat projectleider Gerbrand Kuipers uitzoeken hoe de bedrijventerreinen in de Leidse regio zich met een eigen profiel kunnen versterken.. Lees

Daarom is er voor gekozen om alleen binnen de rollen te kijken naar welke partijen belangrijk zijn, om een onderscheid te maken tussen ‘de hoed en de rand’.. Voor elke rol is

[r]

Partijen staan open voor samenwerking met alle betrokkenen, zowel binnen de raad als daarbuiten, bij de uitwerking van de voorliggende plannen. Wij nodigen uw raad van harte uit

Elke fulltime werknemer krijgt in een tijdsbestek van 5 dienstjaren 5 opleidingsdagen, te rekenen vanaf 1 januari 2014 (voor M.U.P.-krachten en parttime krachten mag het aantal

De eerste vergadering vond plaats op 8 juli 2014 en er zijn toen goede afspraken gemaakt over de verspreiding van de informatie naar omwonenden.. Van elke vergadering zijn

In deze paragraaf wordt de volgende onderzoeksvraag behandeld: Zijn de deskundigenberichten in overeenstemming met de verwachtingen van de betrokken partijen en