• No results found

Borstvoeding en de tienermoeder Borstvoeding bij een lage sociaal economische status (SES)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Borstvoeding en de tienermoeder Borstvoeding bij een lage sociaal economische status (SES)"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HWC OPLEIDINGEN | BORSTVOEDING VERDIEPING

Borstvoeding en de tienermoeder Borstvoeding bij een lage sociaal economische status (SES)

Werkboek

(2)

I N L E I D I N G 4 B O R S T V O E D I N G I N D E B A S I S 6

V E R D I E P I N G 1 : B O R S T V O E D I N G E N D E T I E N E R M O E D E R 8

M O D U L E 1 D E S I T U AT I E V A N E E N T I E N E R M O E D E R 9 1.1 Hoe ziet de situatie van een tienermoeder eruit? 9

M O D U L E 2 F Y S I E K E E N S O C I A L E A S P E C T E N 1 1 2.1 Welke fysieke aspecten zitten er aan het geven van borstvoeding? 11 2.2 Welke sociale aspecten zitten er aan het geven van borstvoeding? 12

M O D U L E 3 C O - R E G U L AT I E 1 3

3.1 Co-regulatie 13

M O D U L E 4 M E N TA L E A S P E C T E N 1 4 4.1 Welke mentale aspecten zitten er aan het geven van borstvoeding? 14

Opdracht 16 Antwoorden 17

I N H O U D S O P G A V E

(3)

V E R D I E P I N G 2 : B O R S T V O E D I N G B I J E E N L A G E S O C I A L E E C O N O M I S C H E S TAT U S ( S E S ) 1 8

M O D U L E 1 E E N L A G E S O C I A A L E C O N O M I S C H E S TAT U S ( S E S ) 1 9 1.1 Wat wordt verstaan onder een lage sociaaleconomische status? 19

M O D U L E 2 V O E D I N G 2 1

2.1 Voeden van de baby 21

M O D U L E 3 B E G E L E I D I N G 2 4 3.1 Begeleiding bij gezinnen met een lage SES 24

M O D U L E 4 R O K E N 2 8

4.1 Aandachtspunten bij roken 28

Opdracht 30 Antwoorden 32

D A N K W O O R D 3 3

L I T E R AT U U R L I J S T 3 4

I N H O U D S O P G A V E

(4)

Welkom bij de gecombineerde training ‘Borstvoeding en de tienermoeder’ en

‘Borstvoeding bij een lage sociaal economische status (SES)’. In deze training worden de nieuwste inzichten en protocollen ten aanzien van borstvoeding - met inachtneming van relevante wetgeving - behandeld. Het is belangrijk dat je als kraamverzorgende op de hoogte bent van de meest actuele informatie. Het volgen van deze training zorgt er ook voor dat je vakbekwaam handelt tijdens de geleverde kraamzorg, waardoor de kraamvrouw optimale ondersteuning krijgt ten aanzien van het borstvoedingsproces.

Doelstellingen

Na het volgen van deze training:

• Weet je hoe je een tienermoeder moet begeleiden bij het geven van borstvoeding

• Weet je op welke manier de vader een fysiek en mentaal belangrijke rol kan vervullen in het ondersteunen van de moeder

• Weet je welke fysieke en sociale aspecten er (kunnen) spelen bij het geven van borstvoeding door een tienermoeder

• Kan je het belang van co-regulatie bij de moeder, vader en de baby toelichten.

• Heb je inzichtelijk welke rol je kan spelen in het verminderen van de mentale druk voor de tienermoeder

• Ken je de problematiek/omstandigheden die er kan/kunnen spelen in een gezin met een lage SES en dat deze stresserende omstandigheden van invloed kunnen zijn op het geven van borstvoeding.

• Weet je dat je bij voorkeur eenvoudige en (uit)beeldende instructie moet geven als je ondersteuning geeft aan een kraamvrouw/gezin met een lage SES.

• Weet je dat het belangrijk is dat je de kraamvrouw vanuit een lage SES informeert over de voordelen van borstvoeding ten opzichte van kunstvoeding.

• Weet je dat het belangrijk is om de kraamvrouw vanuit een lage SES informatie mee te geven over gratis hulpverlening voor borst gevende vrouwen.

• Heb je zicht op welke aandachtspunten je aan een kraamvrouw moet meegeven over wat ze moet doen als ze rookt en borstvoeding geeft.

I N L E I D I N G

(5)

Hoe werkt deze training?

Je ontvangt bij deze training een werkboek waarin je alle lesstof en vragen aantreft. Tot slot van iedere verdieping vind je een opdracht met oefencasus(sen). De antwoorden van deze opdracht tellen niet mee voor het eindresultaat, maar geven je wel inzicht in of je de stof goed hebt begrepen én klaar bent voor de eindtoets.

Aan het eind van deze training maak je online de eindtoets. Heb je een onvoldoende behaald? Geen nood, je mag de toets nog een keer herkansen.

De doorlooptijd van deze verdiepingsmodule bedraagt ongeveer 3 uur.

Je ontvangt hiervoor 3 accreditatiepunten. Wanneer je geslaagd bent, wordt het proces om je certificaat aan te vragen en het bijschrijven van je accreditatiepunten in gang gezet.

We wensen je veel succes met de training!

(6)

Voorafgaand aan deze verdieping gaan we nog even terug naar de basis van borstvoeding. Deze is in beginsel voor alle moeders gelijk. Vanuit deze basis weet je als kraamverzorgende ondersteuning bij borstvoeding te geven en je aan te passen aan de situatie, zoals deze is in het gezin waar je werkzaam bent.

Wat is dan de basis? In de basis zijn wij (mensen) dragers. Dit houdt in dat de mens de baby op het lijf draagt zoals we dat ook zien bij primaten. Wil je meer over dit onderwerp lezen, dan adviseren we je om de fysiologische blauwdruk van de baby (verdieping) te lezen.

Moedermelk bestaat voor 88% uit water en 12% voedingsstoffen. Deze stoffen zijn eigenlijk zo weer het maagje van de baby uit. Borstvoeding is veel meer dan overdracht van voedingsstoffen alleen. Ondanks dat de navelstreng is doorgeknipt vormen moeder en kind nog lang een eenheid. Op de borst van de moeder, zeker als dit bloot op bloot is, helpt de moeder bij vele lichaamsprocessen van het kind. Zo co-reguleert zij (dus zorgt samen voor) de temperatuurhuishouding, de glucosehuishouding, ademhaling, hartslag en bloeddruk, zuurstofgehalte in het bloed, spijsvertering en weerstand (via overdracht van goede bacteriën en antistoffen, het microbioom) van het kind.

Het kind kan dit eenvoudigweg niet alleen en heeft zijn moeder niet alleen voor voeding en een gevoel van veiligheid nodig, maar voor zijn algehele ontwikkeling.

De voedingsbehoefte van een baby is hoog te noemen. Het voeden om/na automatisch drie uur werkt om deze reden niet (altijd). De baby kan onrustig worden als je standaard om de drie uur voedt - en kan resulteren in ouders die ten einde raad zijn. De baby kan in plaats van om de drie uur ook elk uur worden aangelegd - zeker in de eerst 24 tot 72 uur - als het hier behoefte aan heeft.

De eerste moedermelk wordt colostrum genoemd. Dit bevat veel eiwitten, oligosachariden (voeding voor de goede bacteriën op de slijmvliezen) en andere immuunstoffen die de slijmvliezen (dus ook de darmwand) zullen bekleden, wat het kind zal beschermen tegen infecties.

B O R S T V O E D I N G I N D E B A S I S

(7)

Vanaf de 3de dag kan de stuwing beginnen en gaat het colostrum over in rijpe moedermelk.

Er zijn nog een aantal punten waar je op moet letten:

1. Die belangrijke eerste dagen is het goed op gang brengen van de moedermelk de investering waard. Gemiddeld gaat de baby 10 à 12 keer per 24 uur aan de borst. Colostrum heeft een volume van 7/14 ml per voeding.

Hierdoor ontstaat de hoge voedingsbehoefte van de baby.

2. Het moment dat de stuwing zich aandient heeft de baby al veel kunnen oefenen met zogen. De kans dat het gevoed kan worden aan een volle grotere borst is dan hoger. Het kan helpen om de laidback positie hierbij in te zetten.

3. Na het geven van de borstvoeding, is het slapen bij de moeder een pre voor de baby. Slapen in een co-sleeper is niet slecht, echter op of naast de moeder is het beste.

4. Leer de moeder hoe te kolven met haar handen. Zeker in de dagen waarop stuwing plaatsvindt kan dit een meerwaarde hebben. Online kan je filmpjes vinden over hethandkolven.

5. Loop je als kraamverzorgende tegen problemen aan neem dan contact op met een bv- coach of een lactatiekundige. Deze zorg wordt vanuit veel aanvullende verzekering vergoed. Ook voor jou als kraamverzorgende zijn het vaak interessante en leerzame consulten, doordat je extra verdieping en informatie krijgt.

Complicaties die zich voordoen tijdens zwangerschap, bevalling en de periode daarna kunnen uiteraard van invloed zijn op de borstvoeding periode.

Medicatie die kort voor de bevalling worden verstrekt kunnen van invloed zijn voor het opgang komen van de borstvoeding. Deze invloed lijkt soms naar de achtergrond te schuiven omdat de druk ligt op de complicatie. Het meemaken van een complicatie kan ook leiden tot stress, wat weer van invloed is op de borstvoeding. Om dit te kunnen tegengaan is het rijtje hierboven een goede leidraad.

Met deze inleiding gaan we verder met de eerste verdieping.

(8)

B O R S T V O E D I N G E N D E T I E N E R M O E D E R

BESCHRIJVING

Verdieping 1 bestaat uit 4 modules:

1. De situatie van een tienermoeder 2. Fysieke en sociale aspecten 3. Co-regulatie

4. Mentale aspecten

De doorlooptijd van deze verdieping is ongeveer 1,5 uur.

Na deze verdieping kun je o.a.:

• Vertellen je welke fysieke en sociale aspecten er (kunnen) spelen bij het geven van borstvoeding door een tienermoeder

• Kan je het belang van co-regulatie bij de moeder, vader en de baby toelichten.

• Heb je inzichtelijk welke rol je kan spelen in het verminderen van de mentale druk voor de tienermoeder

V E R D I E P I N G 1

(9)

In deze module krijg je informatie over de problematische (gezins)situatie waarin tienermoeders zich kunnen bevinden en welke gevolgen deze proble- matiek kan hebben voor het geven van borstvoeding.

L E S 1 . 1

Veel van wat er in de verdieping ‘Borstvoeding en een lage sociaaleconomi- sche status (SES)’ wordt benoemd speelt bij tienermoeders ook. Ook zij zijn vaak niet goed op de hoogte van wat borstvoeding precies inhoudt en den- ken dat het voeden met de fles de enige (juiste) manier is. Dit beeld ontstaat (deels) dankzij de sociale media, iets waar veel jonge meiden de nodige tijd mee doorbrengen.

Ook tienermoeders kiezen in vergelijking met de meer volwassen moeders vaker voor kunstvoeding vanaf het moment dat ze starten met het geven van voeding. Hun leeftijd speelt om te kiezen voor dit type voeding en omdat ze minder kennis hebben over de (gezondheids)zorg. Onderzoek heeft uit- gewezen dat wanneer tienermoeders al vroeg in de zwangerschap worden geïnformeerd over het geven van borstvoeding, de keuze voor het geven van borstvoeding vaker wordt genomen. Dit betekent dat vroegtijdig informeren een positieve invloed kan hebben.

Tienermoeders hebben vaak last van stress. Dit komt doordat het netwerk van tienermoeders in vergelijking met oudere moeders vaker klein(er) is en er spelen meer problemen. Hierbij kan je denken aan dat ze geen zelf- standige woonruimte hebben, financiële problemen, gebrek aan emotionele ondersteuning en een gebrek aan praktische ondersteuning. De stress die ze ervaren kan invloed hebben op de borstvoeding, wat zich uit in het niet toeschieten van de melk en een lage productie.

M O D U L E 1

(10)

Echter, zo moeizaam hoeft het niet altijd te gaan. Wanneer de vader nauw betrokken is bij de zwangerschap en de periode hierna kan hij een vitale rol spelen in de outcome. Ook hij kan geïnformeerd worden over wat zijn toegevoegde waarde als vader is. Dat geldt overigens voor alle vaders. Ze onderschatten nog weleens hun rol in de zwangerschap en de tijd hierna. De mentale en fysieke steun tijdens de zwangerschap (zoals bijvoorbeeld het meegaan naar de verloskundige) kan de aanstaande moeder meer vertrou- wen geven. Na de bevalling kan de vader in de zorg voor de baby ondersteu- nen en zo een band met de baby opbouwen. De vader kan bijvoorbeeld op de volgende manieren ondersteunen en/of een band opbouwen met zijn kindje:

1) Hij zorgt ervoor dat de baby een boertje laat na de borstvoeding. Door het vasthouden van de baby wordt er een band gecreëerd.

2) Hij geeft een massage aan de baby. Dit kan jij als kraamverzorgende de vader leren. Een massage is goed voor het huidje vanwege de olie en de vader maakt contact met de baby.

3) Hij verschoont de baby. Hiermee haalt hij werk van de moeder uit handen.

Daarnaast geeft het de vader weer een moment van contact met de baby.

4) Hij doet de baby in het badje. Dit is ook een mooi moment van bonding met de baby. Ook kan hij dan leren omgaan met dat zijn kindje huilt, want ten slotte is het voor niemand fijn om het warme water te verlaten…

5) Tot slot kan hij de baby troosten/wiegen tijdens het huilen, wat voor reden daar dan ook voor is.

Wanneer dit allemaal wordt uitgelegd aan de aanstaande vader – en dan maakt het niet uit of hij een tiener of volwassen is – zal hij zijn rol beter kunnen begrijpen en hopelijk gaan waarderen. Daardoor ontstaat de moge- lijkheid dat een sterker netwerk/verbinding tussen de tienervader en -moeder ontstaat, met een mogelijk relaxtere periode met borstvoeding tot gevolg. Het is overigens altijd van positieve invloed als de jonge ouders zich gesteund zien/voelen door hun (groot)ouders en verdere familie.

(11)

In deze module leer je waar je als kraamverzorgende extra op moet letten voor wat betreft de fysieke aspecten van de borstvoeding. Daarnaast krijg je informatie over welke sociale aspecten het geven van borstvoeding kunnen bemoeilijken.

L E S 2 . 1 F Y S I E K E A S P E C T E N

De borsten van een tienermoeder zijn zich nog volop aan het ontwikkelen wanneer ze borstvoeding wil geven. Met iedere menstruatie groeien de bor- sten een beetje en dit doen ze tot een jaar of 35. De ontwikkeling van de borsten start vanaf een jaar of tien. De eerste menstruatie vindt vaak tussen de tien en vijftien jaar plaats. In de pubertijd verandert het lichaam snel, wat door een zwangerschap en bevalling nog eens versterkt wordt. Over het al- gemeen kunnen tieners net zo goed als volwassen vrouwen borstvoeding geven; daarin zit geen verschil.

Afhankelijk van de leeftijd waarop de zwangerschap tot stand kwam zal er in meer of mindere mate klierweefsel aanwezig zijn. Tijdens de zwangerschap ontwikkelt het klierweefsel zich nog verder. Zoals dit geldt voor volwassen zwangere vrouwen is dit voor een tienerzwangere niet anders. Voor een tiener kan het onwennig zijn om haar borsten een andere functie te zien vervullen (niet enkel seksueel).

Het is belangrijk dat vrienden en familie de tienermoeder het gevoel geven dat ze in staat is om borstvoeding te geven. Het geven van extra ondersteuning door een lactatiekundige of vanuit een borstvoedingsgroep kan van belang zijn om de jonge moeder in dit proces te begeleiden.

M O D U L E 2

(12)

S O C I A L E A S P E C T E N

De wereld van een tienermoeder staat op zijn kop wanneer ze een baby krijgt.

Het zijn van een tiener is al een uitdaging op zich en daar komt dan ineens een zwangerschap/bevalling/baby bovenop. De tienermoeder die nog bij haar eigen familie of partner woont zal vaak meer ondersteuning en support krijgen dan de tienermoeder die al op zichzelf woont en maar weinig contact heeft met haar familie. Als een tienermoeder weinig steun uit haar omgeving ervaart, dan wordt de toch al ingewikkelde pubertijd er niet gemakkelijker op met de komst van een kindje. Bovendien is er ook nog eens een grotere kans op vooroordelen en kritiek, juist omdat ze tienermoeder wordt/is.

Wanneer je een tienermoeder begeleidt in de keuze voor soort voeding, dan moet het sociale aspect niet vergeten worden. De schaamte voor het geven van borstvoeding kan een heel grote rol spelen. Tijdens de pubertijd zijn de lichamelijke veranderingen al flink, waar pubers liever ook niet mee showen. De baby voeden in het bijzijn van vrienden kan ‘a bridge too far’

betekenen voor de moeder. Ze voelt zich hier mogelijk heel ongemakkelijk bij en schaamt zich om haar borsten te laten zien. Als kraamverzorgende kun je de moeder adviseren over hoe ze deze eventuele ongemakkelijke momenten minder beladen kan maken. Denk hierbij aan het gebruik van een grote doek bij het aanleggen, of dat de tiener een rustig(er) plekje opzoekt waar ze (tus- sendoor) kan voeden. Op deze wijze kan ze nog steeds deelnemen aan het sociale leven.

L E S 2 . 2

(13)

In deze module krijg je uitleg over co-regulatie bij de tienermoeder, vader en de baby.

L E S 3 . 1 C O - R E G U L AT I E

Hoe jong de moeder ook is, de baby heeft zijn moeder nodig. Je kunt spre- ken van een afhankelijkheidsrelatie. En voor deze afhankelijkheid hoeft de moeder niets ingewikkelds te leren of te doen. Ze hoeft enkel haar baby bloot (met alleen een luier om en een mutsje op) op haar blote borst te leggen. Dit doet ze met het hoofdje naar de zijkant gedraaid en de buik tegen de borst van moeder – de houding is vergelijkbaar met die van een kikkertje – met een lekker warm dekentje over de moeder en haar kind heen.

De moeder draagt bij aan de ontwikkeling van meerdere ingewikkelde pro- cessen in het lichaam van de baby. Ze zorgt voor een goede temperatuur van de baby, een goed zuurstofgehalte, goede suikerwaardes, een goede hart- slag en bloeddruk en een goede groei en ontwikkeling. Bovendien zorgt de borstvoeding voor een betere binding tussen moeder en kind. Dit komt door het vrijkomen van oxytocine, het knuffelhormoon. De moeder zal door het vrijkomen van dit hormoon alleen maar meer voor haar kindje willen zorgen en hierdoor komt de borstvoeding beter/verder op gang.

Vergeet niet om de vader in het proces van co-regulatie mee te nemen. Wan- neer de moeder even afwezig is, bijvoorbeeld wanneer ze doucht of slaapt, is de vader van grote waarde om de regulatie van de baby te ondersteunen.

Ondanks dat de vader geen borstvoeding kan geven, werkt het contact wel ongeveer op dezelfde manier. Door het huid-op-huid contact krijgt de vader een mooie kans om een goede band met de baby op te bouwen. Dit is een win/win voor vader én baby.

M O D U L E 3

(14)

In deze module krijg je inzicht in wat er mentaal (in het hoofd) om kan gaan bij tienermoeders.

L E S 4 . 1 W E L K E M E N TA L E A S P E C T - E N Z I T T E N E R A A N H E T G E V E N V A N B O R S T V O E D I N G ?

Het geven van borstvoeding kan voor iedere moeder (ongeacht haar leeftijd) een trigger zijn om zich mentaal niet goed/slecht te voelen. Dit kan ontstaan doordat een moeder al onzeker is en de borstvoeding een verdere deuk in haar zelfvertrouwen oplevert. Ze kan gaan twijfelen of ze het allemaal wel goed doet, zeker als de borstvoeding niet goed (ver)loopt. Het geven van borstvoeding hoeft niet per se een slecht gevoel te geven, integendeel. Het kan ook een goed gevoel opleveren. Dit goede gevoel ontstaat bijvoorbeeld wanneer het zelfvertrouwen van de moeder groeit als de borstvoeding een succes is, en de borstvoeding iets is dat alleen zij kan geven aan haar baby.

De moeder kan zich onmisbaar voelen, waardoor ze zich gelukkig voelt. De pubertijd is echter vaak wel een tijd van onzekerheden en twijfels, en dit kan voor een tienermoeder eerder en sneller zichtbaar/voelbaar worden als ze borstvoeding geeft.

De kraamverzorgende kan van toegevoegde waarde zijn voor hoe een tiener- moeder mentaal gezien tegenover borstvoeding staat. Wanneer de borstvoe- ding niet ‘lekker loopt’ en de tienermoeder hier flink onzeker door wordt, kan je aanbieden om een lactatiedeskundige in te schakelen. Een lactatiedeskun- dige kan hierin echt het verschil maken. De productie van melk kan heel snel bergopwaarts gaan als er meer oog is voor mentale problemen.

M O D U L E 4

(15)

Als kraamverzorgende kun je de tienermoeder ook adviseren om een cursus

‘stevig leiderschap’ te volgen. Deze is te volgen via het consultatiebureau.

Het volgen van deze cursus kan de moeder helpen om zich minder onzeker te laten voelen. Wees je er wel van bewust dat je dit kunt adviseren, maar dat de moeder vervolgens zelf beslist of ze een dergelijke training wil volgen. Het hoeft niet, maar het mag wel!

(16)

C A S U S

Peggy is een 17-jarige zwangere. Peggy’s ouders zijn gescheiden. Ze heeft een relatie met Arthur en samen hebben ze een redelijk grote kamer bij haar vader. Gelukkig is de kamer groot genoeg, zodat ze ook een bedje voor de baby neer kan zetten.

Peggy is in het ziekenhuis bevallen van een gezonde dochter en al snel mochten ze samen naar huis. Een collega van jou heeft in de eerste dagen kraamzorg verleend. Jij doet de aflos voor de laatste drie dagen, dus voor dag 6, 7 en 8. Je start iedere dag om 09.00 en geeft 4,5 uur zorg per dag.

Peggy woont namelijk in het huis van haar vader en dus worden er uren van de kraamzorg ‘af gehaald’.

In de overdracht van je collega lees je dat er een goede start met de borst- voeding is gemaakt. Peggy heeft stuwing. De hechtingen zouden behoorlijk pijnlijk zijn: mogelijk haalt de verloskundige ze er op dag 6 uit. Wanneer je op dag zes aankomt blijkt er sprake te zijn van een zeer ernstige, bijna patholo- gische stuwing is.

Maak nu een stappenplan om dit probleem aan te pakken. Het meest belang- rijke wat je hebt op te lossen is de stuwing. De rest komt later!

O P D R A C H T

(17)

Het stappenplan zou er als volgt uit kunnen zien:

1) Verricht eerst alle controles bij de moeder.

2) Neem contact op met de verloskundige. Vraag ondersteuning aan bij een lactatiekundige. Leg aan de moeder uit dat een lactatiekundige veel voor haar kan betekenen in haar situatie.

3) Verwarm de eerste borst en pas ondertussen de reverse pressure techniek toe zodat de baby mogelijk kan aanhappen.

4) Leg de moeder in een comfortabele half zit/half lig houding (laid back nursing position). Leg de baby op de moeder bij de borst zodat deze van onderaf aan kan happen. Tijdens het drinken kan je de tepel masseren, zodat zo goed mogelijk aan de borst mogelijk gedronken wordt.

Omdat de borsten zo vol zitten is de baby al voldaan na de eerste borst.

Middels een YouTube filmpje kan je samen met de moeder proberen om de tweede borst met de hand te kolven (mocht de situatie zo zijn dat er nog geen kolf is). De voeding vang je op in een kommetje en kan wellicht later nog gebruikt worden.

Wanneer de verloskundige is gearriveerd overleggen jullie samen over deze situatie. Hopelijk komt er nog twee dagen kraamzorg bij op, zodat jij meer uren krijgt om deze ernstige stuwing op te lossen.

A N T W O O R D

(18)

B O R S T V O E D I N G E N E E N L A G E S O C I A A L E C O N O M I S C H E S T A T U S

BESCHRIJVING

Verdieping 2 bestaat uit 4 modules:

1. Wat wordt verstaan onder een lage sociaaleconomische status (SES)?

2. Voeding 3. Begeleiding 4. Roken

De doorlooptijd van deze verdieping is ongeveer 1,5 uur.

Na deze verdieping kun je o.a.:

• omschrijven wat wordt verstaan onder een lage sociaaleconomische status

• beschrijven hoe kraamvrouwen met een lage SES tegen de voeding van de baby aankijken

• leer je handvatten om kraamvrouwen met een lage SES te ondersteunen

• en leer je wat de invloed van roken is op de borstvoeding

V E R D I E P I N G 2

(19)

In deze module wordt uitgelegd wat onder een lage sociaaleconomische status wordt verstaan en wat dit voor impact kan hebben op het geven van borstvoeding.

L E S 1 . 1 W AT W O R D T V E R S TA A N O N D E R E E N L A G E S O C I A A L E C O N O M I S C H E S TA - T U S ( S E S ) ?

De meningen verschillen over wat er onder een lage SES wordt verstaan. Het is hoe dan ook lastig om hier een eenduidige definitie (omschrijving) van te geven. Wat alle definities gemeen hebben is dat ze zeggen dat mensen met een lage SES minder (gemakkelijk) toegang hebben tot de gezondheidszorg en dat terwijl ze meer gezondheidsproblemen hebben. Ze hebben veelal min- der financiële middelen tot hun beschikking en dit zorgt ervoor dat ze sneller op de zorgverzekering bezuinigen.

Het aanvragen van extra ondersteuning bij de borstvoeding valt veelal onder de aanvullende zorgverzekering. Je kunt je voorstellen dat een kraamvrouw die zich in een lage SES bevindt geen aanvullende verzekering heeft. Het aanvragen van extra ondersteuning bij de borstvoeding kost haar dan ook geld. Geld wat ze vaak niet heeft! Het gevolg kan zijn dat de kraamvrouw aan het tobben is met de borstvoeding en hierdoor al snel (te snel) besluit over te stappen op kunstvoeding. Ook bestaat het risico dat de baby te veel flesvoeding krijgt.

M O D U L E 1

(20)

Het netwerk (het sociaal vangnet) van deze gezinnen is vaak ook minder groot in vergelijking met gezinnen met een gemiddelde SES of hoger. Een bij- komende complicerende factor is dat dit netwerk vaak ook bestaat uit andere gezinnen met een lage SES. Dat maakt het nog ingewikkelder voor een gezin om uit deze positie (een lage SES) te komen. Gelukkig is er tegenwoordig wel meer oog voor deze problematiek, maar een echte oplossing is er nog niet.

Bij gezinnen met een lage SES is er een grotere kans op de volgende omstan- digheden:

1) Stress 2) Armoede 3) Werkloosheid

4) Verslaving/gebruik van middelen 5) Laaggeletterdheid/analfabetisme 6) Ongezondere leefstijl

7) Slechter naleven van adviezen die door gezondheidsmedewerkers worden gegeven

Al deze omstandigheden kunnen van invloed zijn op de emotionele en fysie- ke gezondheid van de kraamvrouw en dit kan weer gevolgen hebben voor de borstvoeding.

(21)

In deze module wordt uitgelegd hoe kraamvrouwen met een lage SES tegen de voeding van de baby aankijken en welke afwegingen er door hen worden gemaakt om kunstvoeding te geven.

L E S 2 . 1 V O E D E N V A N D E B A B Y

Kraamvrouwen met een lage SES zijn vaak minder goed op de hoogte van de gevolgen van kunstvoeding. Ze zijn ook minder op de hoogte van de positieve gevolgen van borstvoeding en het gemak dat dit oplevert. Wanneer een baby geboren wordt, lijkt kunstvoeding gemakkelijker omdat er over het algemeen

‘op de klok gevoed wordt’. Je krijgt beter inzichtelijk wat en hoeveel de baby drinkt en dit stelt veel ouders gerust.

Het zou alleen voor de baby beter zijn als de voeding, ongeacht of het kunst- voeding of borstvoeding is, op eigen verzoek wordt gegeven. Dit houdt in de praktijk in dat de baby zelf aangeeft wanneer het honger heeft. Als reactie hierop wordt het gevoed tot het moment dat het verzadigd is, ook als dit zou betekenen dat het nog geen tijd is voor een voeding. Dit betekent dat ook de ouders geleerd moet worden welke signalen een baby afgeeft wanneer het honger heeft. Dit geldt trouwens niet alleen voor borstvoeding, maar ook voor flesvoeding.

Tijdens de borstvoeding regelt een baby zelf hoeveel het drinkt. Het is be- langrijk dat de ouders goed worden begeleid in het zien en herkennen van de signalen die de baby afgeeft. Tussen zien en herkennen zit wel degelijk een verschil. Ouders kijken namelijk de hele dag naar hun baby en zien verschil- lende uitdrukkingen voorbijkomen. Het probleem ligt vaak bij het herkennen van deze uitdrukkingen. Als kraamverzorgende is het dan ook noodzakelijk dat je een aantal uur per dag aanwezig bent in het gezin.

M O D U L E 2

(22)

Je kunt de ouders dan sneller en vaker meenemen in de signalen die een baby afgeeft én aanwezig zijn bij de voeding. Echter, en daar komt het probleem weer terug, voor SES-ouders is het financiële plaatje vaak een spelbreker. Het geld voor de eigen bijdrage voor de kraamzorg is er simpelweg gewoon niet.

Bij flesvoeding is het een stuk lastiger om de hoeveelheid van de voeding te bepalen. Bij borstvoeding bepaalt de baby zelf hoeveel het drinkt. Bij kunst- voeding maak je als ouder een bepaalde hoeveelheid klaar. Een baby aan de fles heeft minder invloed op de flow. De baby kan immers niet sabbelen zonder te drinken, wat aan de borst wel kan. Er is aangetoond dat baby’s so- wieso méér melk drinken uit een fles, en dan maakt het niet eens uit of daar nu afgekolfde moedermelk of kunstvoeding in zit. Hierdoor is ‘overvoeden’

een probleem dat bij flesvoeding voorkomt en zijn de risico’s op diabetes, obesitas en andere ‘welvaartsziekten’ verhoogd. Van deze welvaartsziek- ten kan het kind voor de rest van zijn leven last houden. Dit probleem van overvoeden speelt meer bij lage SES-gezinnen dan bij de gemiddelde/hogere SES-gezinnen.

Bedenk je ook dat wanneer de borstvoeding eenmaal goed loopt – na een week of zes – en de moeder zich heeft afgesteld op de behoefte van de baby (volgens vraag-aanbod), dan is het voeden met de borst vele malen gemak- kelijker (en goedkoper!) dan om telkens een flesje kunstvoeding hygiënisch klaar te maken en op te warmen. Het voeden met de borst is dan inmiddels een automatisme geworden voor moeder en kind en de moeder heeft mini- maal één hand vrij tijdens het voeden.

(23)

Heel veel vrouwen die zich in een lage SES-situatie bevinden, realiseren zich niet wat de voordelen zijn van borstvoeding. Uit onzekerheid kiezen zij vaker voor kunstvoeding. Ze starten zelfs vaak niet eens met borstvoeding. Re- cent onderzoek heeft aangetoond dat wanneer vrouwen met een lage SES eenmaal aan borstvoeding begonnen zijn, zij minstens net zo gemotiveerd (zo niet gemotiveerder) zijn als vrouwen met een gemiddelde SES om de borstvoeding vol te houden. Hieruit mag je afleiden dat het belangrijk is om vrouwen goed voor worden gelicht over de voordelen van borstvoeding, zodat ze in ieder geval sneller borstvoeding willen proberen.

(24)

In deze module zetten we de belangrijke punten om als kraamverzorgende bij stil te staan bij een SES-gezin uiteen. Met deze handvatten kan je als kraam- verzorgende verdieping geven aan de begeleiding, met een mogelijk betere uitkomst of beter resultaat voor moeder en baby.

L E S 3 . 1 B E G E L E I D I N G B I J G E Z I N N E N M E T E E N L A G E S E S

De sociale omgeving van de moeder met een lage SES kan een positieve, maar ook negatieve invloed hebben op de borstvoeding en op haar hoeveel- heid zelfvertrouwen. En dat terwijl juist een moeder in een SES-positie wel wat extra ondersteuning uit haar omgeving kan gebruiken. Natuurlijk geef jij als kraamverzorgende de kraamvrouw en haar gezin ondersteuning en aandacht, maar helaas ben jij slechts voor een korte tijd aanwezig. Het zou mooi zijn als de kraamvrouw in de maanden na de geboorte steun ontvangt van haar familie, vrienden, buren et cetera en aan deze mensen vragen kan stellen over de borstvoeding.

Je hebt verschillende soorten ondersteuning:

1. Sociale ondersteuning. Betrek familie/vrienden erbij, uiteraard met instemming van de moeder.

2. Emotionele ondersteuning. Benoem de uitdagingen die er zijn/komen.

Iedere moeder krijgt deze, maar deze moeders zijn vaak wel meer kwetsbaar.

Stel haar extra gerust.

M O D U L E 3

(25)

3. Praktische ondersteuning. Wijs haar de weg naar hulp/ondersteuning, zodat ze weet waar ze naar toe kan gaan of wie ze kan benaderen als jij weer weg bent. Bijvoorbeeld het volgen van een cursus Stevig ouderschap, benaderen van een SES-groep bij haar in haar buurt, noodzakelijke spullen die te verkrijgen zijn via de verloskundige et cetera.

4. Prijzende ondersteuning. Leg vooral de focus op wat lukt/goed gaat.

Stuur bij als dit noodzakelijk is en ga dan weer verder. Sta niet te lang stil bij

‘fouten’.

5. Informerende ondersteuning. Benoem en benadruk dat je als kraam- verzorgende informerend bent en dat ze te allen tijde zelf beslist.

Als kraamverzorgende heb je waarschijnlijk de volgende situatie weleens meegemaakt. De kraamvrouw is haar baby aan het voeden aan de borst.

Vervolgens is daar een moeder, of buurvrouw, of een vriendin of zus die zegt:

‘Ach meis, geef toch gewoon de fles. Dan kan je zien hoeveel erin gaat en hoef je je verder ook niet druk te maken’. Zulk soort (nonchalante) opmerkin- gen kunnen de borstvoeding maken of breken. Over de wat minder positieve gevolgen van kunstvoeding wordt voor het gemak maar niet gesproken.

In de begeleiding van borstvoeding bij ouders met een lage SES is het voor een kraamverzorgende belangrijk om zich te realiseren dat deze ouders gemiddeld genomen minder kennis en vaardigheden bezitten. Ze worden vaak overladen met veel nieuwe informatie in de zorg voor hun baby. Jouw instructie moet simpel en het liefst beeldend worden gegeven. Hands-off begeleiden kan in deze situatie moeilijker zijn.

(26)

In plaats daarvan zou je voor het ‘begeleiden van de handen’ van de ouders kunnen kiezen (jouw hand op die van haar/hem bij aanleggen en dergelijke), zodat ze het zelf voelen maar niet hoeven ‘te begrijpen wat je zegt’. Veel dingen worden beter begrepen door het te doen, te voelen en te ervaren dan wanneer je er alleen over hoort.

Uit onderzoek blijkt dat als een moeder met een lage SES een relatie heeft met de vader van haar baby, een schooldiploma heeft en al vroeg in de zwan- gerschap prenatale zorg krijgt, het geven van de borstvoeding succesvoller kan verlopen. Dit percentage ligt wel lager ten opzichte van gezinnen met een hogere SES.

De kracht van herhaling werkt altijd goed, ook bij dit soort gezinnen. Het geven van borstvoeding is natuurlijk gedrag voor zowel de moeder als de baby. Toch moeten zowel de moeder als de baby dit oefenen om het goed onder de knie te krijgen. Wat dat betreft is borstvoeding net zoiets als leren lopen (en dat doe je ook met vallen en opstaan). De baby heeft in het begin meer ondersteuning nodig, wanneer het nog geen controle over de nek heeft.

Vanuit jouw rol zou je de moeder kunnen geruststellen door te zeggen dat het voeden met het verstrijken van de tijd gemakkelijker wordt. Iedere dag wordt er opnieuw geleerd, zowel door de moeder als de baby. Wat op dag één geldt zal op dag drie, in week twee et cetera niet meer gelden en/of anders zijn. Natuurlijk verandert niet alles: bepaalde regels/handelingen blijven altijd gelden.

(27)

Het is van groot belang dat je de ouders informeert over de gratis hulpver- lening voor borst voedende vrouwen (via La leche League bijvoorbeeld) en dat ze ondersteuning kunnen zoeken/vinden via moedergroepen of -cafés.

Omdat zij minder snel de hulp van een lactatiekundige inroepen, zullen ze misschien sneller gebruik willen maken van deze mogelijkheden. Soms kan het voorkomen dat Consultatiebureaus (CB’s) samenwerken met een lacta- tiedeskundige en/of dat deze bij hen in dienst is. In dit soort situaties is het raadplegen van een lactatiedeskundige wel vaak gratis. Veelal is er een gratis inloopspreekuur bij een CB, waardoor de kraamvrouw de mogelijkheid krijgt om advies in te winnen bij de lactatiedeskundige. Zorg ervoor dat jij de juiste tijden/momenten van deze mogelijkheden in het zorgdossier opschrijft. Je kan er ook nog voor kiezen om de momenten van de inloopspreekuren bij het CB op de kalender te noteren. De moeder/vader ziet dit dan ook – ook als je al lang en breed bent vertrokken, waardoor ze herinnerd wordt aan deze mogelijkheid om hulp in te schakelen.

(28)

Deze module geeft informatie over wat de invloed van roken is op de borst- voeding. Roken komt namelijk in vergelijking met gezinnen met een gemid- deld/hoger SES vaker voor bij gezinnen met een lage SES.

L E S 4 . 1 A A N D A C H T S P U N T E N B I J R O - K E N

Het komt geregeld voor dat vrouwen met een laag SES roken. Dit klinkt mis- schien een beetje tegenstrijdig en kan zelfs vreemd overkomen. Ten slotte is roken een dure hobby is en dat terwijl er bij deze vrouwen een gebrek is aan financiële middelen. Hoe fijn zou het zijn wanneer er met roken wordt gestopt en het geld wat wordt bespaard vervolgens wordt gespendeerd aan een aanvullende zorgverzekering. Helaas gebeurt dit in de praktijk maar heel weinig.

Borstvoeding wordt niet afgeraden wanneer een moeder rookt. De gedachte hierbij is dat een baby beter borstvoeding kan krijgen van een rokende moe- der, dan dat hij kunstvoeding krijgt. Er zijn wel een aantal aandachtspunten voor wat betreft roken. Want, ook al zou de moeder buiten de deur roken en pas nadat ze de baby hebt gevoed, dan stelt ze de baby nog steeds aan afvalstoffen bloot. De afvalstoffen die veroorzaakt worden door roken blijven altijd hangen in de kleding. In de kleding die ze aanheeft zitten dan minuscule asdeeltjes, fijnstof en andere giftige stoffen. Deze stoffen ademt de baby in, en dit kan gezondheidsschade geven. Vanuit jouw rol is het belangrijk om deze informatie aan de ouders mee te geven. Adviseer om pas na het voeden te gaan roken en dat de moeder na iedere rookbeurt zich even omkleedt en de kleding achterlaat in de gang.

M O D U L E 4

(29)

Geef verder aan dat voorafgaand aan iedere voeding de moeder haar han- den goed wast, zodat ze geen klein stofdeeltje meer aan haar handen heeft zitten. Op deze manier wordt de baby extra beschermd tegen de schadelijke effecten van roken.

Borstvoeding heeft veel positieve effecten op de baby. Het biedt een be- schermende werking tegen allergieën, luchtweginfecties en wiegendood. Dit zijn allemaal aandoeningen die juist vaker bij de kinderen van rokende ouders voorkomen. Wanneer het deze ouders lukt om de borstvoeding te laten sla- gen bieden ze hun kindje extra (natuurlijke) bescherming.

(30)

C A S U S

Carola is een dag geleden bevallen van haar derde kindje. Ze is al moeder van Denise (11 jaar) en Kevin (7 jaar). Haar nieuwe spruit is 3470 gram zwaar. Ze heeft nog geen naam voor haar dochtertje. Ze zijn uit het ziekenhuis ontsla- gen en nu ga jij als kraamverzorgende aan de slag bij het gezin. Je gaat zeven dagen lang (drie uur per dag) zorg verlenen.

Het gezin is nog maar net thuisgekomen wanneer jij aankomt. De familie leeft in een maisonnette van twee etages. In de gang naar de woonkamer bevindt zich de slaapkamer van de ouders. Het hele gezin verblijft in de woonkamer, waar tegelijkertijd de keuken te vinden is. Beneden zijn de kinderkamers met de badkamer te vinden.

De vader zit op de bank in de woonkamer en rookt een sigaret. De moeder geeft de baby net een flesje. Denise heeft de deur opengemaakt om jou bin- nen te laten. Tijdens je eerste gesprek met de ouders smeert Denise een boterham voor Kevin en geeft ze hem wat te drinken.

Tijdens het gesprek blijkt dat de vader een taakstraf heeft. Hij vindt ook dat wonen een recht is en dat er vanwege deze reden geen huur hoeft te worden betaald. Morgen moet hij zich melden om zijn taakstraf uit te voeren en het zou fijn zijn als jij dan wat eerder kan komen opdraven bij het gezin.

Je hebt de taak om het sanitair schoon te maken ter voorkoming van infectie.

Wanneer je dat wilt gaan doen blijkt er beneden maar één lichtje te werken.

O P D R A C H T

(31)

De kinderkamers zijn een puinhoop en de badkamer is ronduit smerig. He- laas wordt het lastig om met zo weinig licht goed schoon te maken. Je vond het op de bovenetage al niet erg netjes, maar beneden is het een puinhoop.

Wanneer je drie uur later naar huis wilt gaan staat er een vriendin op de stoep met een pakket van de voedselbank.

Wanneer jij in deze situatie als kraamverzorgende zorg moet verlenen, wat kan/ga jij doen? Leg uit wat je zou kunnen betekenen voor dit gezin.

(32)

Waarschijnlijk ben je deze gezinnen of ben je deze situatie al vaker tegenge- komen in je werk. Helaas is er in deze situatie niet veel te doen, of in ieder geval niet veel te veranderen. Het klinkt afgezaagd, maar het beste wat jij kan doen is het uitvoeren van de zorgtaken die je hebt. Je hebt weliswaar een beperkte invloed, maar je kunt wel proberen om zo goed mogelijk voor het gezin te zorgen.

Zorg in ieder geval voor een warme overdracht en denk ook aan de optie van het volgen van een cursus ‘stevig ouderschap’. Dit soort dingen kun je met de verloskundige overleggen. Je hebt nou eenmaal met de gegeven situatie te maken, welke waarschijnlijk al enige tijd duurt. Jij als kraamverzorgende zult hier weinig tot geen verandering in aan kunnen brengen, hoe jammer je dit ook vindt.

A N T W O O R D

(33)

Bedankt voor je deelname aan deze gecombineerde training: ‘Borstvoeding en de tienermoeder’ en ‘Borstvoeding en een lage sociaal economische status’.

We zijn benieuwd hoe je deze training hebt ervaren. Heb je veel nieuwe dingen geleerd? Was het fijn om je (opnieuw) te verdiepen in dit onderwerp? Weet je nu dankzij het volgen van deze training waar een tienermoeder tegenaan kan lopen als ze borstvoeding geeft en waar jij tegenaan kunt lopen als je haar ondersteuning biedt bij het geven van borstvoeding? Weet je nu ook waar een kraamvrouw in een lage SES mee te maken kan hebben en in hoeverre deze positie invloed kan hebben op het geven van de borstvoeding? Begrijp je nu dat je als kraamverzorgende altijd informatie aan de kraamvrouw moet geven over de gratis hulpverlening voor borst voedende vrouwen?

Mocht je nog meer willen weten/leren over borstvoeding, dan bieden wij nog meer verdiepende trainingen aan op het gebied van borstvoeding. Zo kun je ook een training ‘borstvoeding en kunstvoeding en voedingsproblemen’ of borstvoeding bij fluxus of sectio volgen.

We bieden daarnaast de opleiding borstvoedingscoach aan. Kijk voor meer informatie op onze website: www.hwcopleidingen.nl

D A N K W O O R D

(34)

24baby.nl (z.d.). Alles over borstvoeding. Geraadpleegd in januari 2022, op https://www.

24baby.nl/baby/borstvoeding/

Babybites.nl (z.d.). Borstvoeding. Geraadpleegd in februari 2022, op https://www.babybytes.

nl/encyclopedie/B/Borstvoeding

Baby op komst (z.d.). Babyvoeding. Geraadpleegd in januari 2022, op https://babyopkomst.nl/onderwerp/babyvoeding

Borstvoedingorganisatie La Leche League (2019). Borstvoeding. Handleiding voor de zorg- verlener (3de editie). Eigen beheer.

Borstvoedingsorganisatie La Leche League (2009). Handboek borstvoeding. Utrecht: Velt- man uitgevers b.v.

Kleintjes, S., & Van Veldhuizen, G. (2018). Het nieuwe borstvoeding boek. Zeist: Uitgeverij Christofoor.

Lawrence, R. A., & Lawrence, R. M. (2016). Breastfeeding. A guide for the medical profession (eight edition). Philadelphia: Elsevier.

Ouders van nu (z.d.). Alles over borstvoeding. Geraadpleegd in februari 2022, op https://

www.oudersvannu.nl/baby/voeding/borstvoeding

Wambach, K., & Spencer, B. (2019). Breastfeeding and human lactation (sixth edition). Bur- lington: Jones & Bartlett learning.

Wilson-Clay, B., & Hoover, K. (2017). The breastfeeding atlas (sixth edition). Manchaca Texas: Lactnews Press.

Watson-Genna, C. (2017). Supporting sucking skills in breastfeeding infants (third edition).

Burlington: Jones & Bartlett learning

L I T E R A T U U R L I J S T

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze regio is voldoende inzet voor wat betreft de samenwerking in de regionale taskforce, maar het effect 

Het gevaar voor het optreden van een lithium- intoxicatie door toevoegen van mazindol staat niet vermeld in het Farmacotherapeutisch Kompas.. Ook de algemene bewakingsmodule die door

Om de relatie tussen de drie basis capaciteiten en de strategische resources operationeel te maken is het voor een bedrijf van belang te bepalen wat haar ‘key performances’ zijn,

A kreeg last van zijn geweten: ik kan de boel toch niet gaan belazeren, vond hij. Vroeg of laat zullen ze het weten, en

Als lid van dezen Bond kunnen toetreden de Cen- trale en waar deze niet bestaan de daarmede gelijk- gestelde Roomsch-Katholieke Kiesvereenigingen, die een eigen reglement bezitten

We zijn vaak te veel bezig met ons goed te voelen en balans te houden, maar het gaat erom je goed te voelen.. Dan blijf je vanzelf in de slipstream, heb je de meeste energie

Hoewel het doel van clusterkolven is om de melkproductie te verhogen, is de inspanning op het moment zelf niet gericht op een zo groot mogelijk aantal milliliters te kolven maar

Door het college is op 7 november 2017 besloten om op de definitieve versie van de anterieure overeenkomst een (tijdelijke) geheimhoudingsplicht te leggen en deze ter