RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
De Kijkdoos
Plaats : Rotterdam
LRKP nummer : 178224030
Onderzoeksnummer : 259763
Datum onderzoek : 9 oktober 2013 Datum vaststelling : 31 januari 2014
INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 11
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 12
INHOUDSOPGAVE
Op 9 oktober 2013 heeft de inspectie kinderdagverblijf De Kijkdoos onderzocht.
Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie
- Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat
- Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van vve
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst.
• Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd.
• Vve-locatiebezoek, waarbij:
◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd;
◦ enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de reguliere groep.
◦ gesprekken met de directie, ouders, pedagogisch medewerkers en/of leerkrachten en de intern begeleider(s) en een
vertegenwoordiging van het bestuur zijn gevoerd.
INLEIDING
Onderzoeksopzet
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op
www.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte
indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Toezichtkader
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is, te weten de condities, de kwaliteit van de uitvoering van vve.
Daarnaast zijn er meerdere verbeterpunten geconstateerd op de volgende aspecten:
De begeleiding en zorg, de kwaliteitszorg en ouders.
Totaalbeeld
Kinderdagopvang De Kijkdoos ligt in het hartje van Rotterdam Zuid in de wijk Hillesluis.
Kinderdagopvang De Kijkdoos heeft naast twee reguliere groepen van 0 tot 4 jaar ook een tweetal groepen Kinderopvang Plus. In deze groepen worden kinderen opgevangen die om pedagogische of gedragsredenen speciale zorg en begeleiding nodig hebben. Hierbij wordt samengewerkt met Flexus Jeugdplein, die de contacten in de gezinssituatie onderhoudt. In 2010 is het
kinderdagverblijf bezocht in het kader van de bestandsopname vve. Op het terrein van de kwaliteitszorg is de borging nu voldoende.
Wat opvalt zijn de verschillen tussen de reguliere groepen enerzijds en de Plusgroepen anderzijds. Zo is geconstateerd dat de planmatige en doelgerichte zorg en begeleiding en de oudercomponent van de Plusgroepen aanzienlijk verder zijn ontwikkeld dan de aanpak binnen de reguliere groepen. Vanuit KindeRdam wordt ingezet op het thema ‘opbrengstgericht werken’. Overige ontwikkelingen zijn een informatiefolder voor ouders over vve, het thuis gebruiken van de map Puk en Ko in de reguliere groepen ter vergroting van de ouderbetrokkenheid en ouders betrekken bij het ontwikkelen van het
locatiegericht ouderbeleid (uitgaande van het algemeen ouderbeleid van de stichting).
Toelichting Algemeen
De afgelopen jaren heeft ook het kinderdagverblijf De Kijkdoos een terugloop in kind-aantallen ervaren. Dit maakt het vooruit plannen, wat de leidsters tot dan toe meer gewend waren, bijzonder lastig. Bijna dagelijks wijzigden de groepen doordat kinderen niet meer kwamen. Nu lijken de groepen meer gestabiliseerd.
Echter nog maar recent ervaren de leidsters dat, door
stichtingbrede reorganisaties, voortkomend uit de terugloop in kindplaatsen, ook zij met enige regelmaat in andere groepen moeten invallen. Dit alles heeft de afgelopen jaren veel impact gehad op de leidsters en het management.
BEVINDINGEN
2
Condities
De condities van kinderopvang De Kijkdoos zijn op orde.
Ouders
Het kinderdagverblijf beschikt over een algemeen ouderbeleid. De doelen en vve-aspecten staan in het algemeen ouderbeleid beschreven dat op
locatieniveau tot een werkplan moeten leiden. De locatie beschikt niet over een dergelijk uitgewerkt werkplan. Het standaard intakeformulier wordt voor ieder kind ingevuld. Het intakeformulier beschikt niet over meerdere aspecten specifiek gericht op vve, zoals de plaats in het gezin van het kind, de kind en gezin-kenmerken (o.a. opvoeding) en kind-ontwikkeling. De kinderopvang-plus beschikt wel over een dergelijke uitgebreide intake, passend bij de verhoogde zorg en begeleiding voor deze kinderen.
Ouders van de reguliere groep krijgen nu onvoldoende informatie over de doelen van het kinderdagverblijf op het terrein van vve en wat dit vervolgens betekent voor de rol van de ouders. Ouders krijgen informatie mee over het programma waarmee het kinderdagverblijf werkt. Wat de rol van ouders is in het kader van vve en wat er van hen wordt verwacht dan wel wat de specifieke wensen en behoeften zijn van ouders wordt niet of nauwelijks met ouders besproken. Met ouders van de plusgroep wordt daarentegen bij aanvang een begeleidingsplan opgesteld en worden ouders gevraagd om thuis ontwikkelings-stimulerende activiteiten met hun kind te doen.
Ouders van de reguliere groep worden, in tegenstelling tot de ouders van de plusgroep, onvoldoende gestimuleerd om thuis ontwikkeling stimulerende activiteiten te doen. Wel wordt bij ouders van de plusgroep nagevraagd welke activiteiten zij thuis gedaan hebben met hun kind.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
Over het geheel genomen is het pedagogisch klimaat op orde. Het dagverblijf werkt met het vve-programma Ben ik in Beeld, waarbij de thema’s worden uitgewerkt volgens het vve-programma Puk en Ko. De inrichting van de reguliere groepsruimte is sober en efficiënt, waarbij de stoelen en tafel veel ruimte innemen. Buiten de eigen groepsruimte kunnen de leidsters gebruik maken van de algemene hal. De kinderen kunnen zich vrij bewegen en er zijn meerdere hoeken ingericht, waaronder een themahoek passend bij het vve- thema. Het ontbreekt echter aan echte, uitdagende en ontdekkende materialen.
Het gebruikte vve-programma biedt specifiek aandacht in het constant bieden van taalstimulering door de leidsters, gedurende de gehele dag. Juist de
verzorgmomenten, die veel tijd in een kinderopvang vragen, dienen meer ‘talig’
te zijn dan is aangetroffen.
De leidsters laten veel kansen onbenut op het terrein van het bevorderen van de ontwikkeling van het aanpakgedrag bij de kinderen. Zo kunnen de kinderen aangezet worden om zelf naar oplossingen te zoeken of suggesties te doen als zij hun favoriete speeltje voor de maaltijd niet meteen af willen geven. De suggesties en overwegingen vanuit de leidsters zijn bijzonder creatief, doch bieden geen extra stimulans voor de kinderen.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
Het kinderdagverblijf werkt met het programma ‘Kijk’ in de reguliere groep en met een uitgebreide beschrijvende observatie in de plusgroep. De beschrijvende observaties van de plusgroep geven informatie over alle ontwikkelingsgebieden van het kind. Hoewel de inspecteur de beide observaties als voldoende
beoordeelt vraagt zij aandacht voor het observatie systeem in de plusgroep die nu teveel ruimte laat voor eigen interpretaties.
De planmatige aanpak voortkomend uit de analyses van de observaties is niet aangetroffen in de reguliere groep. Dit geldt ook voor de evaluatie van de geboden zorg die de logische volgende stap is. Binnen de kinderopvang plusgroep is de zorg daarentegen wel op orde, zowel op het terrein van de doelgerichte planning als de evaluatie van de begeleiding en de zorg.
Kwaliteitszorg
Het kinderdagverblijf heeft geen evaluatie van de kwaliteit van vve op de diverse vve-domeinen en
heeft geen eigen resultaat-ambities vastgelegd. Ook op gemeentelijk niveau zijn nog geen afspraken omtrent de resultaten vastgesteld. De manager beschikt over een plan van aanpak voor 2013 op het terrein van vve, in het bijzonder op de pedagogische aansturing. Hieraan is geen brede evaluatie voorafgegaan op de diverse vve-domeinen en op basis van eigen geformuleerde resultaat- ambities.
Doorgaande lijn
Het kinderdagverblijf verzorgt de warme overdracht en de koude overdracht volgens een standaard overdrachtsdocument voor alle kinderen. Het
kinderdagverblijf heeft geen specifieke samenwerking met bepaalde scholen.
Omdat er geen sprake is van concreet beleid op gemeentelijk niveau, geeft de inspectie geen oordeel over het aantal kinderen die doorstromen naar de vroegscholen.
Opbrengsten
Er zijn met de gemeente geen afspraken vastgelegd omtrent de resultaat- ambities. De opbrengsten worden derhalve niet beoordeeld door de inspectie.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op kinderdagverblijf De Kijkdoos gedeeltelijk op orde is.
De condities en de kwaliteit van de uitvoering evenals de doorgaande lijn zijn grotendeels op orde. De planmatige en doelgerichte aanpak op de zorg en begeleiding, het doelgericht ouderbeleid en de daaruit voortkomende activiteiten alsook de kwaliteitszorg vragen echter nog de nodige aandacht.
CONCLUSIE
3
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
De Kijkdoos
Condities 1 2 3 4
• Voldoende vve-tijd
Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
B7 Rekening houden met thuistaal
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
• D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine
(tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding
en zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht