• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. Sesamstraat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. Sesamstraat"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

EDUCATIE

Sesamstraat

Plaats : Almelo

LRKP nummer : 138853095

Onderzoeksnummer : 271908

Datum onderzoek : 16 januari 2014 Datum vaststelling : 19 maart 2014

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 BEVINDINGEN . . . 7

3 CONCLUSIE. . . 12

BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 13

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

Op 16 januari 2014 heeft de inspectie Sesamstraat onderzocht, kinderdagverblijf van kinderopvang (KOV) De Cirkel in Almelo. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:

• de voorwaarden voor vve

• de ouders

• de kwaliteit van de educatie:

- het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - het pedagogisch klimaat

- het educatief handelen

• de ontwikkeling, zorg en begeleiding

• de kwaliteitszorg

• de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• de resultaten van vve

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

• analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst;

• analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd;

• vve-locatiebezoek, waarbij:

◦ documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd;

◦ een groepsbezoek is uitgevoerd;

◦ gesprekken zijn gevoerd met de leidinggevende en de pedagogisch medewerkers.

1 INLEIDING

Onderzoeksopzet

(6)

De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010. Dit document is te vinden op

www.onderwijsinspectie.nl.

In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte

indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.

Toezichtkader

Opbouw rapport

(7)

Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op een aantal aspecten op orde is. In de

aspecten Condities (A), Kwaliteit van de uitvoering van vve (C) is een ruime meerderheid en in de aspecten Ontwikkeling, begeleiding en zorg (D) en Doorgaande lijn (F) is een krappe meerderheid van de indicatoren van voldoende kwaliteit bevonden.

Verbeterpunten zijn tijdens dit bezoek vastgesteld in het merendeel van de indicatoren in de overige aspecten, namelijk: Ouders (B), Kwaliteitszorg (E) en Opbrengsten (G).

Totaalbeeld

Sinds het bezoek dat in mei 2011 door de inspectie van het onderwijs werd gebracht, heeft Sesamstraat zich verbeterd in met name het werken aan een doorgaande lijn voor kinderen die tot de doelgroep behoren en doorstromen naar een vroegschool. De contacten en de afspraken binnen de Brede Buurtscholen in het wijkcentrum Eninver, hebben hieraan bijgedragen.

Daarnaast is echter ook gezien dat een aantal ontwikkelingen van vve is gestagneerd en nog steeds als verbeterpunt geldt. Een aantal ontwikkelingen is stabiel gebleven en heeft eenzelfde voldoende kwaliteit als in mei 2011.

Medewerkers van Sesamstraat geven aan dat het aantal doelgroepkinderen dat dit kinderdagverblijf bezoekt, de laatste jaren sterk is afgenomen. Dit heeft te maken met de betaalbaarheid voor de ouders van de kindplek. Sesamstraat heeft vijf jaar geleden middelen ontvangen om de pedagogisch medewerkers te scholen en om materialen aan te kunnen schaffen. Momenteel ontvangt

Sesamstraat vanuit de gemeente echter geen middelen meer om het vve- aanbod te verbeteren of op peil te houden. Zelf spreken de

betrokkenen in Sesamstraat dan ook niet (meer) van hun locatie als "een vve- locatie". In de groep die door de inspectie is bezocht, waren drie

doelgroepkinderen aanwezig van de in totaal acht kinderen.

De meeste doelgroepkinderen bezoeken inmiddels een peuterspeelzaal elders.

Daarnaast is er in het kader van de gemeentelijke bestuursafspraken een HBO- professional betrokken bij de zogenaamde drieplusgroep. Zij is gedetacheerd vanuit een lokaal schoolbestuur en heeft de taak om het aanbod en de procedures rond de drieplusgroep te coördineren en te coachen. Een zevental driejarige kinderen uit Sesamstraat krijgt in deze drieplusgroep, samen

met leeftijdgenoten van de peuterspeelzaal Apollolaan, een intensiever aanbod

2 BEVINDINGEN

(8)

ter voorbereiding op hun start in groep 1 op een Brede Buurt-basisschool binnen Eninver. Bevindingen uit deze drieplusgroep zijn in het onderzoek van

peuterspeelzaal Apollolaan meegenomen.

Hieronder volgt een toelichting op de oordelen.

Toelichting

Condities (A)

Het laatste bezoek dat is gebracht door de GGD, was in maart 2013. Het achtste domein is destijds echter niet beoordeeld (indicator A0.1). De inspectie van het onderwijs heeft daarom de indicatoren betreffende de voorwaarden voor vve, in aspect A, beoordeeld. Het merendeel van de condities voor vve is van voldoende kwaliteit. Alleen het (jaarlijkse) scholingsplan om de vve-gerelateerde kennis en vaardigheden van de leidsters op peil te houden, ontbreekt.

Ouders (B)

Alle oordelen van de inspectie zijn in dit aspect identiek aan die van 2011: twee indicatoren zijn in Sesamstraat op orde, vier zijn een ontwikkelpunt. Er is in Sesamstraat geen ouderbeleid vastgelegd dat, in het verlengde van de activiteiten op het kinderdagverblijf, is gericht op het ondersteunen van de ouders in de ontwikkelingen van hun kind (B1). De informatievoorziening aan ouders alvorens de kinderen worden aangemeld over de inhouden van vve, is wel van voldoende kwaliteit. Dat geldt ook voor de intakeprocedure die plaats vindt bij aanmelding van ieder kind.

Ondersteuning aan ouders om thuis de ontwikkeling van hun kinderen te stimuleren, vindt plaats in de incidentele gesprekken en adviezen die de medewerkers aan ouders geven. Daarnaast geeft de informatiebrief de

informatie die hoort bij het thematisch aanbod van vve. Deze informatie is zeker waardevol maar wordt door de medewerkers niet gemonitord of aantoonbaar afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de ouder (B4).

Op de dag van het onderzoek, waren geen ouders beschikbaar waarmee de inspectie in gesprek kon gaan. Een en ander heeft te maken met het gegeven dat de ouders van deze kinderen overdag werken en daarom niet in de gelegenheid zijn om naar het kinderdagverblijf te komen. De participatie van ouders in vve-activiteiten in de voorschool, is om voornoemde reden dan ook niet altijd haalbaar. Wel organiseert Sesamstraat geregeld

informatiebijeenkomsten of themabijeenkomsten, al is de deelname daaraan minder dan 30%, zo geven de medewerkers aan. Van een dagelijkse inloop is sprake maar ook daar geldt dat de ouders tijdig moeten vertrekken vanwege hun werkzaamheden elders (B5). De informatie die Sesamstraat aan de ouders verstrekt over de ontwikkelingen van hun kind, vindt tijdens de periode dat de

(9)

peuter het kinderdagverblijf bezoekt, in ieder geval twee keer plaats. Voor doelgroepkinderen is de minimale hoeveelheid contactmomenten in de peuterperiode drie keer en om die reden is dat voor Sesamstraat als een verbeterpunt aangemerkt in dit onderzoek (B6).

Kwaliteit van de uitvoering van vve (C)

Een meerderheid van de indicatoren (tien) is in dit aspect van voldoende kwaliteit. Zes indicatoren zijn een ontwikkelpunt voor de vve-locatie.

Op de groep die de inspectie bezocht, is gezien dat er wordt gewerkt met een programma dat een gestructureerd en samenhangend aanbod biedt voor taal, rekenen, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook is gezien dat het team van medewerkers leert werken vanuit een doelgericht aanbod, waarvan echter nog niet zichtbaar is op welke wijze dat geldt voor het stimuleren van de taalontwikkeling van de kinderen in de groep (C1.3) of op welke wijze de differentiatie plaats vindt (C1.4). Daarom zijn de betreffende indicatoren verbeterpunten.

Het pedagogisch klimaat is op orde. Gezien werd dat de pedagogisch

medewerkers respectvol handelden in de omgang met de kinderen op de groep.

Ze boden veiligheid en structuur en gaven de gedragsgrenzen duidelijk aan.

Daarbij was de ontwikkeling van sociale vaardigheden zichtbaar aan de orde in het handelen van de medewerkers en had men oog voor het bevorderen van de zelfstandigheid. Een aandachtspunt is de inrichting van de ruimte. Vve beoogt een omgeving waarin voor kinderen met een achterstand gelegenheid is om te komen tot spel dat de ontwikkeling breed ondersteunt. De zaal bood de kinderen voldoende spelmateriaal dat paste bij het thema dat aan de orde was maar van een gerichtheid op de talige mogelijkheden tot spelen (zowel mondeling als schriftelijk) is te weinig gezien (C2.5).

Het educatief handelen is eveneens merendeels op orde. De medewerkers werkten gezamenlijk in een onderlinge taakverdeling die voor de kinderen duidelijk was en zij hadden merkbaar dezelfde ontwikkelingsdoelen voor ogen tijdens hun werk. Dat was met name duidelijk in de gerichtheid op het leren van een aantal begrippen en woorden bij de kinderen. Dat deden zij in een effectieve en gestructureerde organisatie, waarbij ook de interactie met de kinderen en tussen de kinderen werd benut. Zichtbaar was dat zij zich responsief en toegankelijk opstelden met aandacht voor de verschillen die er waren tussen de kinderen. Tegelijkertijd was de organisatie zodanig dat een aantal kinderen met een sneller begrip, ook meer zouden kunnen in het spel, in aansluiting bij hun interesse en hun mogelijkheden. Verrijking van het spel door uitdagender materialen of door opdrachten die een beroep deden op eigen

(10)

initiatief en ontdekkingen, werd voor deze kinderen nauwelijks gezien (C3.4).

Ook het zelf doen of zelf laten ervaren van de mogelijkheden van het materiaal, door een andere, met meer op de zelfstandigheid en

autonomie gerichte begeleiding door de medewerker, is aangemerkt als een punt voor verbetering (C3.5).

Ontwikkeling, begeleiding en zorg (D)

In de structuur ten behoeve van de interne zorg liggen verbeterpunten, in de wijze waarop de externe zorg onderdeel is van de organisatie, is

voldoende kwaliteit aangetroffen.

De pedagogisch medewerkers volgen de kinderen in hun ontwikkeling met behulp van observaties en genormeerde toetsen. Dit gebeurt weliswaar

uitgebreid maar er wordt niet mee gestart binnen drie maanden na binnenkomst van een kind en vindt ook niet voor alle kinderen ten minste drie keer plaats (D1.1). Daarbij is in de begeleiding van kinderen die extra zorg behoeven, niet zichtbaar dat er een relatie ligt tussen wat is geobserveerd of getoetst en wat de zorg (dus) in moet houden op het gebied van doelen en activiteiten (D1.2).

Hoewel er verslaglegging is van diverse soorten van overleg waar de ontwikkeling van de kinderen wordt besproken, is dit geen evaluatie van de aangeboden zorg en begeleiding, waarmee ook kan worden geconcludeerd wat dat betekent voor het vervolg van de interventies (D1.3).

De medewerkers hebben de externe zorg die voor de kinderen aan de orde is, in beeld. Ze overleggen hierover met de ouders en ondersteunen hen bij

aanmelding bij de instanties waar dergelijke zorg wordt geleverd (zoals de logopedie of fysiotherapie). Wat de vorderingen en de effecten zijn van deze externe hulp en wat dat betekent voor het (dagelijks) handelen van de pedagogisch medewerkers, is echter niet duidelijk (D2.3).

Kwaliteitszorg (E)

In dit aspect zijn vier van de vijf indicatoren een verbeterpunt. Voor Sesamstraat is een medewerker specifiek verantwoordelijk voor de

kwaliteitsbewaking van de locatie als geheel en in het bijzonder de uitvoering van vve. In de organisatie zijn de kwaliteitsprocedures geborgd die betrekking hebben op het vasthouden en verbeteren van de kwaliteit binnen het

kinderdagverblijf. Deze procedures zijn echter niet specifiek gericht op de inhouden die betrekking hebben op vve.

Het gaat hierbij om een (jaarlijkse) evaluatie van de kwaliteit van vve alsmede een rapportage hierover. Het betreft daarbij de volgende onderdelen: het ouderbeleid, de kwaliteit van het aanbod, de kennis en vaardigheden van de medewerkers ten aanzien van het pedagogisch klimaat en het educatief

(11)

handelen, de inrichting van de ruimte, de zorgstructuur en de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool.

Een evaluatie van de resultaten van de inspanningen ten aanzien van vve is in gang gezet (de gegevens zijn onlangs ingeleverd) maar heeft nog niet tot een conclusie geleid die in de kwaliteitszorg consequenties heeft.

De organisatie kent zeker haar werkpunten en zij heeft die ook vastgelegd maar deze punten hebben geen betrekking op de specifieke kwaliteitsverbetering van vve. Datzelfde geldt voor de borging van de kwaliteit in de vorm van vastgelegde werkafspraken en protocollen. Die zijn er wel voor verschillende onderdelen van de organisatie, maar specifiek ten aanzien van vve zijn die er niet en is ook niet duidelijk op welke wijze er controle op wordt uitgeoefend.

Vandaar dat de indicatoren E2, E3, E4, en E5 als verbeterpunten zijn aangemerkt in dit onderzoek.

Doorgaande lijn (F)

De meeste van de indicatoren in dit aspect is van voldoende kwaliteit. Twee zijn dat niet.

Ten behoeve van de doorgaande lijn in vve, is een medewerker verantwoordelijk voor het leggen en onderhouden van de contacten met de vroegscholen, met name binnen Eninver. In Sesamstraat is zichtbaar dat er een beleid is om de kinderen van de voorschool zoveel mogelijk door te laten stromen naar een vroegschool. De drieplusgroep is daarvan een concreet voorbeeld. Binnen Eninver zijn inhoudelijke afspraken gemaakt tussen de voorscholen en de vroegscholen die de doorgaande lijn betreffen. Dat betekent dat wordt samengewerkt in een onderlinge afstemming van het aanbod voor vve, de overdracht van de kinderen uit de voorschool naar de vroegschool, het pedagogisch klimaat en het educatief handelen.

De enige onderdelen uit de doorgaande lijn voor vve, die nog niet expliciet het onderwerp zijn geweest van onderling overleg en bijbehorende afspraken, zijn de wijze waarop met ouders wordt omgegaan en de interne begeleiding en zorg (F6 en F7).

Opbrengsten(G)

Er zijn op gemeentelijk niveau geen afspraken over het aanleveren van gegevens die de resultaten van vve betreffen. Van de resultaten van vve is op dit moment dus niet vast te stellen of zij van voldoende niveau zijn.

(12)

De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op kinderdagverblijf Sesamstraat gedeeltelijk op orde is.

Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie op die gebieden meerdere verbeterpunten kent.

Het onderzoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van afspraken.

3 CONCLUSIE

(13)

In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

BIJLAGE 1 OORDELEN

Sesamstraat

Condities 1 2 3 4

Voldoende vve-tijd

Kwaliteit pedagogisch medewerkers

• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Pedagogisch medewerker - kind ratio ("dubbele bezetting")

A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan

Ouders 1 2 3 4

• B1 Gericht vve-ouderbeleid

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd

B3 Intake

(14)

Ouders 1 2 3 4

• B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te

doen

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4

Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

• C1.1 Een integraal vve-programma

C1.2 Werken met een doelgerichte planning

C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten

met de kinderen is responsief

(15)

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de •

activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg

D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de

ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4

• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig

E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-

verbetermaatregelen

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar

afgestemd

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

(16)

Doorgaande lijn 1 2 3 4

• F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de

vroegschool is op elkaar afgestemd

F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

Opbrengsten van vve 1 2 3 4

G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke • afspraken

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat de brede ontwikkeling van de peuters nog niet systematisch gevolgd wordt, is het lastig vast te stellen of alle peuters die externe zorg nodig hebben vroegtijdig

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

De voor- en vroegschool gaan binnen afzienbare tijd over op een integraal kindvolgsysteem, waardoor de aansluiting tussen de voor- en vroegschool verbeterd wordt en dat de

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-

Dat betreft het bevorderen dat de ouders thuis met hun kind ontwikkelingsstimulerende activiteiten doen, de wijze waarop voor- en vroegschool rekening houden met de thuistaal,

De leidsters zijn zich terdege bewust dat het werken met Uk en Puk niet altijd toereikend is voor de groep kinderen waarmee zij werken.. De woorden en begrippen zijn vaak al bekend

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-