• No results found

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Amsterdam Linnaeus PrO PRO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Amsterdam Linnaeus PrO PRO"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

Amsterdam Linnaeus PrO PRO

Plaats : Amsterdam

BRIN nummer : 01OE|C27

BRIN nummer : 01OE|23|PRO Onderzoeksnummer : 287980

Datum onderzoek : 2 februari 2016

(2)
(3)

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 2 februari 2016 een onderzoek

uitgevoerd op het Wellantcollege Linnaeus praktijkonderwijs, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling en over de naleving van wet- en regelgeving.

De afdeling praktijkonderwijs zit samen met de afdeling vmbo in één

gebouw. Het aantal vmbo-leerlingen is ca. 140 en op het praktijkonderwijs zitten ca. 200-220 leerlingen. Opvallend is dat vrijwel alle vmbo-leerlingen een

indicatie voor leerwegondersteuning (lwoo) hebben.

Op de praktijkschool van het Wellantcollege Linnaeus is in de afgelopen periode geen onderzoek uitgevoerd in het kader van risicogericht toezicht of

themaonderzoek. De inspectie voert om die reden een zogenoemd vierjaarlijks bezoek uit.

De inspectie vormt haar kwaliteitsoordelen door de onderwijspraktijk van de school te toetsen aan een selectie van kwaliteitsindicatoren uit het toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. Bij dit onderzoek hebben we de indicatoren uit het zogenaamde kernkader onderzocht. Dit is het gedeelte uit het toezichtkader dat bij al onze kwaliteitsonderzoeken minimaal wordt beoordeeld.

Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:

- Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd.

- Schoolbezoek, waarbij wij in een aantal lessen de onderwijspraktijk hebben geobserveerd.

- Wij hebben gesprekken gevoerd met het management, leraren/mentoren, zorgfunctionarissen, leerlingen.

- Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en de regiodirecteur.

In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Dit wordt gevolgd door een

1. INLEIDING

Aanleiding

Onderzoeksopzet

Opbouw rapport

(4)

paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven.

(5)

Een kwaliteitsonderzoek zoals wij hebben uitgevoerd, leidt tot een zogenaamd toezichtarrangement voor kwaliteit en/of voor naleving. Een arrangement kan basistoezicht inhouden of juist aangepast toezicht inhouden. In het eerste geval (bij basistoezicht) vinden wij de kwaliteit van voldoende niveau en is het daarom niet nodig om de school onder intensief toezicht te plaatsen. Als er echter teveel tekortkomingen zijn geconstateerd, wordt conform beslisregels geoordeeld dat de kwaliteit onvoldoende is en stellen we een aangepast arrangement vast voor zwakke of voor zeer zwakke kwaliteit en/of voor naleving.

Onze conclusie voor het Wellantcollege Linnaeus praktijkonderwijs is als volgt:

Op basis van het onderzoek kennen wij aan de afdeling het basisarrangement toe omdat zowel de opbrengsten alsook de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau zijn. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren.

Wij hebben geen tekortkomingen in de naleving van de wettelijke voorschriften vastgesteld.

Het schoolplan vmbo en het kwaliteitsplan mbo maken deel uit van het instellingsplan.

Zodra het (concept) Instellingsplan 2015-2020 is vastgesteld (uiterlijk maart 2016), wordt het op internet publiek gemaakt en op het Internet School Dossier van de Inspectie ge-upload.

2. CONCLUSIES EN TOEZICHTARRANGEMENT

(6)

In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit zijn gekomen. Eerst geven we een

samenvattend algemeen beeld over de kwaliteit van het onderwijs op het Wellantcollege Linnaeus praktijkonderwijs. Daarna volgt het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe.

Wij beoordelen de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling praktijkonderwijs van het Wellantcollege Linnaeus in Amsterdam als voldoende. De

uitstroomresultaten, de kwaliteit van de lessen, de zorg en ondersteuning en de meeste onderdelen van de kwaliteitszorg zijn tijdens dit onderzoek als

voldoende beoordeeld. De belangrijkste opdracht voor de school is om meer aan te sluiten bij enkele landelijke ontwikkelingen binnen het praktijkonderwijs en daarnaast meer samenhang aan te brengen tussen het aanbod, de leerlijnen en de IOP's van leerlingen. Om de vertaalslag te maken om van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd onderwijs te komen, zal hier in de komende jaren de nodige inspanning op verricht moeten worden. Gelet op het feit dat de school zich hiervan bewust is en op een planmatige wijze de schoolontwikkeling vorm en inhoud geeft, hebben wij er vertrouwen in dat aan bovenstaande opdracht wordt voldaan.

In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs.

De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. slecht

3. BEVINDINGEN

3.1 Algemeen beeld

3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel

(7)

Wij hebben daarnaast onderzocht of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de score

‘ja’ of ‘nee’.

De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de

kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 4 5

• 1.1P De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag

worden verwacht.

1.7 De leerlingen van het praktijkonderwijs functioneren naar verwachting in de vervolgopleiding of het werkveld.

De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod

eigen te maken 1 2 3 4

• 4.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd.

Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede

vorming 1 2 3 4

5.4 De school ondersteunt de leerlingen en de ouders/verzorgers • bij de keuzes tijdens de schoolloopbaan.

Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat

tot leren en ontwikkeling 1 2 3 4

• 7.1 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw.

7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg.

7.3 De leerlingen zijn actief betrokken.

7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces.

De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning

aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) 1 2 3 4

• 9.1 De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen

aan de hand van genormeerde toetsen.

9.2 De school bepaalt wat de onderwijs- en

ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen.

9.4 De school voert de ondersteuning planmatig uit.

De school begeleidt leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben effectief aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief.

(extra ondersteuning) 1 2 3 4

10.1 Het bevoegd gezag stelt bij plaatsing voor iedere leerling een • ontwikkelingsperspectief vast.

(8)

De school begeleidt leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben effectief aan de hand van hun ontwikkelingsperspectief.

(extra ondersteuning) 1 2 3 4

• 10.2 De leerling ontvangt onderwijs zoals beschreven in het

ontwikkelingsperspectief.

10.3 De school stelt vast of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes.

De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 1 2 3 4

• 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten.

12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten.

De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 1 2 3 4

• 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces.

13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces.

13.3 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces.

Nalevingsindicatoren 2013 ja nee

• N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de

inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de onderzochte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a).

N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de onderzochte

onderdelen (art. 24c en 24 WVO).

ja nee

• N2. Verzuim en voortijdig schoolverlaten

N2.1 De schoolgids bevat informatie over:

het percentage leerlingen dat de school zonder diploma verlaat (VSV).

N2.2 De schoolgids bevat informatie over:

Verzuimbeleid

(9)

Het bovenstaande algemene beeld en kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe.

Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: opbrengsten, onderwijsproces en kwaliteitszorg.

Opbrengsten

Op basis van de gegevens van de landelijke uitstroommonitor stellen wij vast dat de school in de afgelopen drie schooljaren er in slaagt om 90 procent van de leerlingen succesvol te plaatsen naar een (gesubsidieerde) arbeidsplek of vervolgscholing. Ook de bestendigheid van de plaatsing na een jaar van

schoolverlaten ligt boven de norm van 70 procent. Opvallend is dat relatief veel leerlingen doorgaan naar een vervolgopleiding bij het mbo (Entree-opleiding en/

of AKA-niveau 1) of via de kansklas intern doorstromen naar het vmbo. Aan de andere kant zien we dat er relatief weinig leerlingen uitstromen met één of meerdere branchecertificaten. Daarin wijkt de school sterk af van de landelijke trend op dit gebied.

Onderwijsproces

Een centraal element in de beoordeling van het onderwijs en leren op scholen voor praktijkonderwijs is de wijze waarop scholen in de afgelopen jaren de individuele leerroute van leerlingen hebben ingericht. Het werken met een individueel ontwikkelplan (IOP) moet in de lespraktijk herkenbaar zijn. Daarbij is het van belang dat in de verschillende fasen van het onderwijs de leerroute is gekoppeld aan het aanbod dat de leerling ontvangt en de keuzes die daarbij door de school en de leerlingen worden gemaakt. In de bovenbouwgroepen (de uitstroomfase) zal dit aanbod duidelijk zichtbaar moeten zijn in relatie met het uitstroomprofiel van de leerling. Het aanbod is tevens gekoppeld aan de

verschillende competenties en (arbeids)vaardigheden die de leerling nodig heeft om binnen de domeinen van het praktijkonderwijs (wonen, werken,

vrijetijdsbesteding en burgerschap) te kunnen functioneren.

Uit documenten, gesprekken, leerlingendossiers (portfolio's, IOP's/OPP's) en lesobservaties blijkt dat de school nog volop bezig is bovenstaand proces vorm en inhoud te geven. Alle leerlingen zijn in bezit van een IOP/OPP, maar het ontwikkelen van verschillende leerlijnen, gekoppeld aan een (individueel) aanbod is nog een belangrijk aandachtspunt. Dat aanbod is nog onvoldoende

ja nee

• N3. Passend onderwijs

N3.3 In het schoolplan is het onderwijskundig beleid opgenomen waarbij tevens het schoolondersteuningsprofiel is betrokken (de

voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven).

3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel

(10)

zichtbaar in het IOP/OPP en in de lespraktijk. Ook het opnemen van arbeidsvaardigheden en competenties die

leerlingen moeten beheersen (onder andere tijdens de arbeidstraining) kunnen nadrukkelijker en in een eerdere fase dan het vierde leerjaar in het IOP/OPP worden opgenomen.

Op basis van bovenstaande hebben we indicator 10.2 (de leerling ontvangt onderwijs zoals beschreven in het ontwikkelingsperspectief) als onvoldoende beoordeeld. Positief is dat de school bezig is om dit schooljaar met behulp van een digitaal volgsysteem (Profijt) leerlingen meer eigenaar te laten worden van hun eigen leerproces. Leerlingen worden gestimuleerd te reflecteren op hun leerdoelen en dit vast te leggen in een portfolio. Naar ons idee is het belangrijk om bij de verdere inrichting van het IOP/OPP en Profijt ook een relatie aan te brengen met de streef- en beheersingsdoelen vanuit het Curriculum PrO.

De kwaliteit van het primaire proces wordt als voldoende beoordeeld. In het algemeen wordt efficiënt gebruik gemaakt van de beschikbare onderwijstijd.

Verder worden de lessen in voldoende mate gestructureerd, is er sprake van een duidelijke uitleg en actieve betrokkenheid van leerlingen bij de lesactiviteiten.

Dit laatste is vooral zichtbaar in de praktijklessen, minder bij de theorielessen.

Het geven van feedback aan leerlingen is in de lessen zelf sporadisch

waargenomen, maar op schoolniveau wordt dit in voldoende mate gerealiseerd, o.a. tijdens de coachingsgesprekken.

Uit het tevredenheidsonderzoek ProZO! blijkt dat leerlingen zich over het algemeen veilig voelen op school. De school besteedt in haar beleid aandacht aan de sociale veiligheid (PBS, 'Lessen in orde'). Niettemin blijkt uit het gesprek met leerlingen dat op onderdelen (pesten, respectvolle omgang) hier nog

verbetering mogelijk is.

De kwaliteit van de zorg en ondersteuning is voldoende. De school heeft relatief veel zorgleerlingen die adequaat worden begeleid en ondersteund op school. Alle leerlingen zijn goed in beeld. Tijdens de periodieke leerlingbesprekingen wordt de voortgang besproken. Door middel van landelijk genormeerde toetsen worden de vorderingen van leerlingen bijgehouden. Mede op basis hiervan stelt de school vast welke leerlingen extra ondersteuning voor taal of rekenen nodig

(11)

evalueert. De opbrengsten worden geëvalueerd en verantwoord aan de hand van de landelijke uitstroommonitor praktijkonderwijs. De school is zich bewust van risico's als het gaat om plaatsing van leerlingen bij ROC-instellingen (Entree-opleiding). Zij heeft daarom bepaald dat vanaf dit schooljaar de focus meer komt te liggen op het behalen van branchegerichte certificaten bij detailhandel, techniek en groen. De school wil meer uitstroom plaats laten vinden naar de groensector. Dit laatste is ook terug te vinden in de missie van het locatieplan 2015-2017: werken aan een gezonde en leefbare toekomst door uit te blinken in groen onderwijs.

Uit het locatieplan blijkt dat de school doelgericht en systematisch werkt aan de kwaliteit van het onderwijs. Dit schooljaar is een nieuwe teamleider voor het praktijkonderwijs aangetreden. Wij stellen vast dat veel zaken in ontwikkeling zijn of ter discussie staan: invoering stamgroepen in de onderbouw, IOP/OPP in relatie tot het nieuwe digitale leerlingvolgsysteem, verdere ontwikkeling van het taal- en rekenbeleid, branchecertificaten. De school is in transitie. Hoewel binnen de kwaliteitszorg er zonder meer sprake is van een pdca-cyclus als het om organisatorische zaken gaat, is dit nog niet gerealiseerd ten aanzien van de inhoudelijke cyclus. Daarvoor zijn nog teveel belangrijke onderwerpen in ontwikkeling en om die reden beoordelen wij op dit moment het borgen van gerealiseerde kwaliteit als onvoldoende.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

◦ De school kan niet inzichtelijk maken dat alle kerndoelen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde worden betrokken bij de te bereiken doelstellingen;..

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 11 december 2014 een onderzoek uitgevoerd op LMC Praktijkonderwijs Huismanstraat om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van

De rapportages die de inspectie bij de analyse heeft betrokken, gaven echter onvoldoende concreet zicht op de feitelijke stand van zaken en de effecten van activiteiten die de

onderdelen van de kwaliteitszorg voor het onderwijs in burgerschap echter niet voldoende zijn uitgewerkt, heeft de inspectie indicator 8.5 als onvoldoende beoordeeld.. Dit betreft de

Scholen, besturen en leraren hebben - en nemen - zelf de verantwoordelijkheid om op hun eigen wijze het onderwijs te bieden dat het beste uit leerlingen en studenten haalt. Met

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel..

Scholen, besturen en leraren hebben - en nemen - zelf de verantwoordelijkheid om op hun eigen wijze het onderwijs te bieden dat het beste uit leerlingen en studenten haalt. Met

Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en zijn omgeving voor alle leerlingen en het personeel..