• No results found

De opbouw van notenladders

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De opbouw van notenladders"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De opbouw van notenladders

Door Dirk Schut

Voorwoord

Iedereen kent de notennamen wel: a, bes, b, c, cis, d, es, e, f, fis, g en gis, maar wat stellen deze  namen voor en waarom vinden we juist deze noten mooi? Door te kijken naar de wis‐ en  natuurkundige opbouw van de toonladders kan het antwoord op deze vraag gevonden worden. 

Horen

Een zuivere toon is een regelmatige verandering van de  luchtdruk. Des te sneller de luchtdruk verandert, des te hoger  de toon. Hoe hoger de maximale luchtdruk hoe harder de  toon. De toonhoogte wordt uitgedrukt in 

luchtdrukveranderingen per seconde, hiervoor wordt de  natuurkundige grootheid frequentie met als eenheid hertz  (Hz) gebruikt. Om een idee te geven hoe snel de luchtdruk  veranderd: Een jong kind kan tonen tussen de 20Hz en de  20.000Hz horen. Het volume van een toon is voor de opbouw  van notenladders niet belangrijk.  

Mensen kunnen goed relatief horen, maar niet goed absoluut. 

Als je twee tonen hoort kan je meestal wel zeggen welke de hoogste was, maar niet hoe hoog deze  was in hertz. Hierdoor is het zo dat de absolute hoogte van een toon niet uitmaakt voor hoe zuiver je  een toon vindt klinken. Dit kan je goed zien bij een gitaar. Als één snaar van een gitaar vals is dan  klinkt de hele gitaar vals, maar als alle snaren even ver te hoog of te laag zijn gestemd dan klinkt de  gitaar zuiver. Hieruit kan je ook herleiden dat de verhoudingen tussen noten in een notenladder bij  iedere noot gelijk moeten zijn, want als je een hele gitaar één noot omlaag stemt dan klinken alle  toonladders, die nu een noot lager zijn, nog steeds zuiver. 

Boventonen

Noten uit een toongenerator zijn volledig zuiver. Toch klinken zulke noten erg vervelend. Dit is zo  omdat we gewend zijn boventonen te horen. Bijna alle muziekinstrumenten berusten op het principe  van resonantie. Hier zal ik niet te diep op ingaan, maar het zorgt ervoor dat bij een buis of snaar  bepaalde tonen versterkt worden. Er wordt een willekeurige beweging veroorzaakt door de  muzikant, namelijk het aanslaan van een snaar of het blazen op een fluit, en deze wordt door het  instrument in een beperkt aantal bewegingen veranderd. Deze bewegingen veroorzaken 

luchtdrukverschillen en zijn daardoor hoorbaar. Er wordt dus geluid voortgebracht in een beperkt  aantal verschillende toonhoogtes. 

De laagste voortgebrachte toon heet de grondtoon. De andere tonen heten boventonen. Er zijn  oneindig veel boventonen, maar iedere boventoon klinkt iets minder hard. Bij snaarinstrumenten 

Luchtdruk 

Tijd(s) 

Een A (440Hz)

0.0023  0.0045 

(2)

worden boventonen veroorzaakt die een veelvoud zijn van de  grondtoon. Als je dus een grondtoon hebt met een hoogte van  honderd hertz zijn de boventonen: 200Hz, 300Hz, 400Hz… Bij  blaasinstrumenten worden boventonen veroorzaakt van een  oneven aantal keer de grondtoon: 300Hz, 500Hz, 700Hz… 

Verhoudingen in volume tussen de grondtoon en de verschillende  boventonen bepalen de klank van een instrument. In de rest van  het verslag wordt uitgegaan van een snaarinstrument.  

Mooie klanken

Intervallen met overeenkomstige boventonen worden mooi gevonden. Dit is zo, omdat als dit niet zo  is er boventonen kunnen ontstaan die vals klinken. Stel dat je twee noten speelt: één met een  frequentie van 246Hz en een andere met een frequentie van 500Hz. De eerste boventoon van de  eerste noot is 492Hz. Dit lijkt erg op 500Hz, maar verschilt net, hierdoor klinkt het vals. In de praktijk  klinken tonen die in de boventonen van een andere toon voorkomen goed samen met die andere  toon. Dit is zo omdat ze dan vanzelf overeenkomstige boventonen hebben. 

De eerste boventoon van een toon is twee keer zo hoog als de grondtoon. De boventonen van deze  toon(200Hz, 400Hz, 600z…) zijn voor de helft gelijk aan de boventonen van de grondtoon(100Hz,  200Hz, 300Hz, 400Hz…). Dit is het meest consonante interval mogelijk. Hierdoor krijgt deze noot  dezelfde naam als de grondtoon, dit is het octaaf. Om een toonladder te maken moeten er een  aantal noten tussen het octaaf en de grondtoon gevonden worden, deze noten moeten een 

verhouding tot de grondtoon hebben tussen de één en de twee. Als de verhouding grondtoon:toon  lager is dan 1 dan is de toon lager dan de grondtoon, als de verhouding hoger is dan 2 dan is de toon  hoger dan een octaaf. De derde boventoon is drie keer zo hoog als de grondtoon, dit is te hoog om  binnen het octaaf te passen. Daarom kijken we naar de verhouding tussen de eerste boventoon en  de tweede boventoon. Deze verhouding is twee staat tot drie. Dit is het een na consonantste  interval, namelijk de kwint. Het volgende interval is weer een octaaf. Daarna worden de intervallen  vanuit de derde boventoon berekend. Dit staat uitgewerkt in de bijlage(voor de eerste zestien  boventonen). Door de tabel in de bijlage regel voor regel uit te lezen kan je zien welke intervallen  goed klinken. Hoe eerder een interval voor het eerst voorkomt hoe beter hij klinkt met de  grondtoon. 

Reine stemmingen

Stemmingen die gebruik maken van deze intervallen worden reine stemmen genoemd. In de bijlage  staat de meest gebruikte reine stemming, die daardoor wel de reine stemming genoemd wordt. 

Opvallend is dat sommige intervallen uit de reine stemming pas vrij laat in de tabel voor komen. Dit is  zo omdat niet alleen de verhouding tussen de grondtoon en de noten uit de toonladder belangrijk  zijn, maar ook de verhoudingen tussen de noten onderling. De verhouding tussen een grote terts(1  1/4) en een kwart(1 1/5) is 1 1/15, deze verhouding wordt gebruikt als kleine secunde, maar is  behoorlijk onstabiel. Zelfs met het gebruik van relatief dissonante boventonen is het onmogelijk een 

Boven: De vorm van een toon met twee boventonen.

Onder: De boventonen uitgesplitst.

(3)

volledig zuivere reine stemming te maken. Zo is de verhouding tussen een kleine secunde( 1 1/15) en  een grote secunde(1 1/8) niet gelijk aan een kleine secunde terwijl dit wel zo zou moeten zijn. 

1

1 1   

Dit is in de toonladder van de grondtoon waarin deze stemming is geconstrueerd niet zo erg omdat  deze intervallen bijna nooit wordt gebruikt, maar als een andere noot als grondnoot van de 

toonladder wordt genomen kunnen deze verhoudingen problemen opleveren. Als de stemming rein  gestemd is in C dan geldt des te meer kruizen of mollen, des te valser de stemming. 

Evenredig zwevende stemmingen

Er zijn wel stemmingen mogelijk waarbij alle intervallen precies kloppen. Bij dit soort stemmingen  zijn alle notenladders even vals(zwevend). Deze stemmingen worden daarom evenredig zwevende  stemmingen genoemd. Een evenredig zwevende stemming wordt opgebouwd uit machtswortels van  twee. Het interval tussen twee naast elkaar liggende noten is bij een toonladder van twaalf noten  altijd 2 / . Door het kwadratische karakter van dit interval kunnen de intervallen makkelijk 

vermenigvuldigd worden. Als je twaalf keer een kleine noot omhoog gaat kom je van vanzelf weer uit  bij een octaaf, want  2 / 2. 

Het nadeel is dat een evenredig zwevende stemming niet bestaat uit boventonen. Een evenredig  zwevende stemming klinkt dus altijd vals. Hoe vals een evenredig zwevende stemming klinkt is  afhankelijk van het totaal aantal noten in de notenladder. Bij twaalf noten is het verschil tussen de  noten uit de notenladder en de boventonen verbazend goed. Het verschil met de dichtstbijzijnde  boventoon is op zijn grootst 1,02%. Een ander groot voordeel van de twaalftonige evenredig  zwevende stemming is de goede benadering van de kwint en de grote terts. Aangezien dit de  belangrijkste intervallen zijn(ze vormen samen met de grondtoon het majeurakkoord) is het handig  dat deze intervallen goed kloppen en 2 / 1,4983… en 2 / 1,3348… dus die liggen 

behoorlijk goed in de buurt van de 1,5 en 1,3333 die het moeten zijn. In vergelijking met andere  evenredig zwevende stemmingen is deze stemming al helemaal goed. De 19‐ en 24‐tonige  stemmingen klinken ook behoorlijk goed, maar minder goed dan de 12‐tonige. Pas de 31‐tonige  stemming klinkt gemiddeld zuiverder dan de 12‐tonige stemming, maar deze heeft wel erg veel  toetsen en heeft een minder goede benadering van de kwint. 

Consonante noten

De bijlage had ik gemaakt om meer inzicht te krijgen in de opbouw van toonladders, maar ik kan hem  ook gebruiken om te bepalen welke intervallen goed klinken en welke minder. In de volgende tabel  staan de intervallen in de volgorde dat ik ze tegen ben gekomen bij het uitlezen van de tabel. Ik heb  hiervoor de intervallen van de reine stemming gebruikt, maar omdat deze erg lijken op die van de 12‐

tonige evenredige zwevende stemming neem ik aan dat de volgorde daarvoor ook klopt. 

1. Octaaf  2. Reine kwint  3. Reine kwart 

(4)

4. Grote sext  5. Grote terts  6. Kleine terts  7. Overmatige kwart  8. Kleine sext  9. Grote secunde  10. Grote septiem  11. Kleine septiem  12. Kleine secunde 

Deze lijst wijkt op sommige punten af van wat ik had verwacht. De grote secunde staat later in de lijst  dan dat ik had verwacht en de overmatige kwart juist eerder. Dit kan komen door een fout in mijn  tabel. Dat de volgorde in de tabel klopt is niet bewezen, want ik ben zelf op dit idee gekomen, maar  hij lijkt behoorlijk goed overeen te komen met de informatie uit de bronnen. Of het komt doordat we  niet gewend zijn naar deze intervallen te luisteren. Zo werd de grote terts in de middeleeuwen als  onstabiel klinkend interval beschouwd. 

Alternatieve stemmingen

Behalve de 12‐tonige stemming worden er sommige andere stemmingen gebruikt. In de  middeleeuwen zijn er verschillende stemmingen bedacht om de reine stemming beter te laten  klinken in alle toonladders. Dit waren eigenlijk een soort benaderingen van de evenredig zwevende  stemming. In India wordt gebruik gemaakt van een 22‐tonige toonladder. In het Midden Oosten  wordt de 24‐tonige evenredig zwevende stemming gebruikt. In de renaissance werd in europa de 19‐

tonige evenredig zwevende stemming bedacht en door enkele componisten gebruikt. De 31‐tonige  stemming is uitgevonden door de Nederlandse natuurkundige Huygens waarna een klein aantal  vooral Nederlandse componisten hier gebruik van hebben gemaakt. 

   

(5)

Bronnen

 Twelve tone musical Scale  Keith Enevoldsen 

http://thinkzone.wlonk.com/Music/12Tone.htm 

 Wisfaq vraag en antwoord, muziek en stemmingen  Auteur onbekend 

http://www.wisfaq.nl/show3archive.asp?id=8044&j=2003 

 The birth of blues: how physics underlies Music  J M Gibson 

http://iopscience.iop.org/0034‐4885/72/7/076001/pdf/rpp9_7_076001.pdf 

 Gelijkzwevende stemming  Meerdere auteurs (onbekend) 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Gelijkzwevende_stemming 

 Reine stemming 

Meerdere auteurs (onbekend) 

http://nl.wikipedia.org/wiki/Reine_stemming  Alle webpagina’s zijn op 27‐3‐2011 bezocht 

 

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tegenstanders van een coalitie tussen VVD en PvdA - en die waren er vooral bij de politieke leiding van beide partijen - zagen hun politieke groeperingen als

Opvoering der arbeidsproduc- tiviteit bij toenemende efficiëncy (particulier initiatief). Vermindering der Overheids- uitgaven door opheffing van belem- meringen

De relatie tussen opdrachtgever - in de ruime zin des woords - en adviseur is derhalve een vertrouwensrelatie, welke als zodanig in sterke mate bepalend is voor de

reg en ouerdeelname aan die beheer oor die onderwys beklemtoon het Die ouerdeelname is ook genoodsaak deur die feit dat die staat en die kerk nie in die

Dit is gedoen deur ’n teoretiese begronding van lees te verskaf (insluitend twee problematiese aspekte van lees, naamlik gebrekkige leesbegrip en leesvlotheid); om die

Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat in de huidige studie voor de emotieregulatie taak aan de deelnemers werd gevraagd naar de foto-beschrijving combinaties te

Depression will be lower and life satisfaction will be higher among respondents who characterize their nation in the way that is consistent with prior charac- terizations of the

Het derde gebrek in de hoogere harmonie van Dopper's Epische is het gemis aan affiniteit met den geest dezer antieke wereld. Dopper trachtte door enkele archaïsche afwijkingen,