• No results found

De verhouding tussen nogmaals onder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De verhouding tussen nogmaals onder "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ie Jaargang No. 5 October 1949

MAANDORGAAN

JAGO

SHAWLS

voor dames en heren VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE

De verhouding tussen nogmaals onder

,,jong" en

de loupe " oud''

Zeeland zorgde in

voor .

e1gen

In "De Driemaster" van .Augustus j'.l.

spraken wij terloops over het vraagstuk met betrekking tot de verhouding tussen jongeren en ouderen. Wij deden daarbij de toezegging, dat wij op dit probleem nader zoudelil terug- komen. een belofte die wij thans inlossen.

Er hebben zich de laatste tijd n.l. enige feiten voorgedaan, die een nadere bespreking van dit vraagstuk wel bijzonder actueel doen zijn.

De verhouding tussen jong en oud is niet altijd van dien aard, dat men haar ideaal kan noemen.

Men kan dit betreuren of niet, het is een realiteit.

Een realiteit, die lbeide partijen overigens niet be- hoeft te verontrusten, omdat zij het gevolg is van een natuurlijke ontwikkeling en daardoor mede historisch verklaarbaar is.

Jong zijn betekent!; vooruit willen, nieuwe idei!en propageren en zo snel mogelijk uitvoeren, streven naar zelfstandigheid en onafhankelijkheid, op eigen benen staan en iets in het leven 'bereiken.

Kortom, jong zijn betekent in wezen een richting kiezen waardoor men 'Zich als het ware van de ouderen verwijdert. Nogmaals, men behoeft in een dergelijk streven niets onsympathieks of orll8.an- genaams te zien. Het is een natuurlijke wet, die zich niet alleen bij de mensen, maar ook bij de dierelli voltrekt.

Oud zijn, of ouder zijn ~betekent daarentegen:

een streven om het bereikte te consolideren en te behouden en te beschermen. Het 'betekent voorts, het bereikte niet in de waagschaal te stellen door onnodige risico's te, aanvaarden. M.a.w. de jonge- ren zien hun leven, hetzij bewust of onbewust,

~en de achtergrond van het begin, de ouderen zien het leven daarentegen tegen de achtergrond

van het einde.

N atuurltjke spanningen

H ierdoor ontstaan er natuurlijke spanningen tussen jong en oud. Spanningen die zich niet al- leen voordoen bij de opvoeding in het gezin, of bij het onderwijs op de scholen, maar ook span- ningen die zich later voordoen in het maatschap- pelijk leven.

Ook en vooral in het verenigingsleven - inzon- derheid in het politieke leven - doen zich deze spanningen voor.

Dezer dagen trof ons in dit verband een 'bericht In de pers, waarin werd gesproken over de onte- vredenheid van de Katholieke Jongeren met be- trekking tot de politiek van de Katholieke Volks-

artlj.

~ -~ reeds opgemerkt, vooral ook; in het vere- nigingaleven komt de wrijving tussen jong èn oud

BUSSINK

DEVENTER KOEK

pikan~ rljae . kruldeumuk

een lichtend voorbeeld gelederen

tot uiting. Het is dan ook wel een betreurens- waardig en veelvuldig voorkomend verschijnsel, dat in dit verenigingsleven de jongeren vaaik ach- ter de bestuurstafel worden geweerd en de zetels hardnekkig door de ouderen worden vastgehou- den. Dit achten wij verkeerd. Men dient de jon- geren een kans te ,geven en de bestuursfuncties niet te beschouwen als een monopolistisch bezit van de ouderen. Dit geldt zowel voor de plaatse- lijke als de regionale enjof hoofdbesturen.

De controverse tussen jong en oud dient niet op een dergelijke wijze te worden aangewakkerd. In- tegendeel, er dient een hechte en oprechte samen- wenking tWJsen ouderen en jongerell. te zijn. Vere- nigingen dienen noch door ouderen alleen, noch door uitsluitend jongeren te worden bestuurd.

Neen, er moet evenwicht zijn bij de verdeling der functies. De jongeren dienen te luiste?.>en en té' vertrouwen op het gerijpte inzicht en de grote er•

varing der ouderen, maar anderzijds mag toëli wel worden verlangd, dat de ouderen de voortvarend- heid en het enthousiasme der jongeren apprecië- ren en deze ,eigenschappen als een welkome steun aanvaarden voor een ~gezond en fris 1beleid. Men versta ons inmiddels niet verkeerd. Het ligt geens- zins in onze 'bedoelin:g de ouderen opzettelijk af te vallen en de jongeren de hand boven het hoofd te houden. Wij moeten dit vraagstuk objectief be- zien en dan moet worden ,geconstateerd, dat beide partijen fouten maken. De jongeren ,zijn vaak agressief en daardoor vaak onbillijk en ontactisch.

De ouderen hebben vaak een vrees voor de nog jeugdige - naar hun oordeel - onervaren in- zichten.

Sla de brug

Daarom moet er in ernst worden gestreefd naar een synthese, naar een overbrugging, waardoor een nauwe samenwerking tussen jong en oud mo- .gelijk wordt.

Opdat een ieder zich eens goed realisere wat er door een hechte samenwerking !kan worden be- reikt. Men onderschatte de betekenis niet van de omstandigheid, dat beide partijen elkaar zo uit- stekend kunnen aanvullen. Elke eenzijdigheid is in deze uit den 1boze. Daarom moeten de handen worden ineengeslagen, waarbij. vooral begrip en waardering voor elkaars houding van een door- slaggevende betekenis kunnen zijn.

Indien men dit probleem van !beide zijden eens rustig bekeek zou de controv~rse tWJsen jong en oud, zowel in het .gezin, op de scholen als in het maatschappelijk leven een heel stuk minder scherp

zijn. ·

Een ander voorbeeld inzake het probleem der verhouding tussen jong\ en oud dat zeker een na- dere bespreking waard is, vinden Wij overigens in eigen kring. Laten wij vooropstellen, dat het een voorbeeld is dat een ieder vreugdevol zal stemmen en dat, naar Wij hopen, niet zal nalaten op vele jongeren in eigen gelederen de nodige indruk te maken.

W:U doelen hier op de oprichting van een afdeling der J.O.V.D. in. Burgh-Ha.a{llstede op Schouwen-Duiveland, alwaar wethouder

c. M. Moolenburgh-die reeds t!llice jaren de gepensionneerde leeftijd heeft bereikt - heeft

'bewezen hoe voortreffelijk de verhouding tus- sen jongeren en ouderen kan en ook moet zijn . Toen hij n.l. menkte, dat het met de oprich- ting te BUI'gh-Hàamstede van een afdeling van de: J.O.V.D. niet zo vlot ging, heeft hij de jongeren zijn steun verleend .En hoe. Avond aan avond is hij er op uitgetrokken en door intensief huisbezoek mocht hij er in slagen in zijn plaats van inwoning, die toch waarlijk niet tot de grootste kan worden gerekend, een afd.eling van de J.O.V.D. op te richten met 25 leden.

Hij was het tevens die de oprichtingsverga- dering presideerde om daarna onmiddellijk de voorzittershamer aan een jongere kracht toe te vertrouwen.

Wij moeten eerlijk bekennen, dat dit voorbeeld niet alleen een diepe indruk op ons heeft gemaakt, maar dat het tevens onze overtuiging heeft ver- sterkt, dat jong en oud tezamen tot .geweldige prestaties in staat zijn ook en vooral in het ver- .enigingsleven.

Dit voorbeeld heeft wel tastbaar bewezen, wat een hechte samenwerking vermag en hoe onver- standig en onnodig het is om controversen te sc'heppen.

Een lichtend voorbeeld

Vooral ten aanzien van de versterking en uit- breiding van de J.O.V.D. doen wij hierbij een ernstig beroep op jong en oud in alle plaatsen van Nederland om gezamenlijk alle krachten in te spannen. Burgh-Haamstede heeft ons geleerd hoe het kan en hoe het moet. Het is een lichtend voor- beeld, een wijze levensles, die naar wij vurig ho- pen, door ~een ieder zal worden verstaan die zich van zij~ verantwoordelijkheid bewust is.

Laat tenslotte de uitdrukking: "de jongeren moeten de zware taak van de ouderen weldra, op hun sterke schouders laden", geen gemeenplaats worden, doch laat zij integendeel een r.ei!ele be- tekenis krijgen.

Laat de oudere inderdaad bereid zijn die taak in vol vertrouwen en met de zo nodige hulp en bij- stand over te dragen en laat de jongere demon- streren dat het hem met het overnemen van deze taak ernst isl en dat hij ook werkelijk het nodige verantwoordelijkheidsgevoel bezit.

Op grond van het bovenstaande kan onze eind- conclusie slechts constructief en optimistisch zijn.

Daarom ·weg met alle vooroordeel, vooringeno- menheid en weerspannigheid. Jong en oud hebben elkaar in deze ernstige tijden dringender nodig dan ooit. Het is dure plicht in! nauwe samenwer- king aan een lbetf(lre toekomst te bouwen.

Moge tenslotte een en ander ieder tot ernstig nadenken stemmen.

Het probleem is het overdenken en bespreken o.i. zeer zeker de moeite waard. G. St.

···~

i

VICTORIA HOTEL i.

i AMSTERDAM . :

: :

: SCHITTERENDE ZALEN VOOR :

i VERGADERINGEN, DINERS EN ~

i

PARTIJEN ~

: _ .. --TELEFOON 3425~ ~

. . . & •••••••••••••••••

(2)

2 DE DRIEMASTER

Over de Devaluatie haar voorspel

en

Het begon te Bretton

1944 op de conferentie Geen geneesmiddel

kwalen reeds m

Woods tegen alle

Cripps verzwees de waarheid

~ Het vooroorlogse internatio- nale handelsverkeer is vastgelo- pen in contingenteringen, invoer- verboden, hoge invoerrechten en het betalingsverkeer in deviezen- controle met annex clearing, e.d.

In 1939 bracht de grote wereldstrijd tot het besef, dat het zo door- gaande het na de oorlog nog slechter zou gaan. Engeland was trouwens in 1941 een financiële uitputting nabij tengevolge van de oorlogsinspanning en de leve- ranties uit de Verenigde Staten.

De Leen- en Pachtwet kwam toen in werking.

De economen en financiële experts zagen de dingen somber in en kwa- men bijeen te Bretton Woods (1944), waar het financiële aspect van het internationale handelsverkeer op de helling werd genomen, en te Havan- na (1946), waar men discussieerde over de handelspolitieke maatrege- len. Een gevolg van Bretton Woods was de oprichting van het Interna- tionaal Monetaire Fonds (!.M.F.) en de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling, terwijl de conferen- tie te Havanna het Havanna-Charter opleverde, en vervolgens aanleiding was tot de oprichting van de Inter- naüonale Handels-Organisatie (In- ternational Trade Organization - I. T.O.).

Het doel. dezer beide conferenties was niet alleen het weder op gang brengen van het internationale beta- lings- en handelsverkeer, maar ook om de vele vooroorlogse belemme- ringen uit de weg te ruimen, welke het internationale betalings- en han- delsverkeer aan kluisters legden. De Conferentie te Havanna was in dit opzicht niet een succes, want hoewel in het Havanna-Charter wel staat, hoe het wel moet, bleken vele zwak- ke economische landen dermate be- vreesd voor de opbouw van hun in- terne economische leven, dat het Charter legio uitzonderingsbepalin- gen bevat, waardoor de Jbeoogde vrij- making van het internationale han- dels- en betalingsverkeèr voorlopig nog wel een illusie zal blijven.

Gelijk de sprinkhanenplaag

' Maar hoe zwart de economen tij- dens de oorlog ook hadden gekeken en hoe hard zij ook hadden gewerkt aan de reconstructieplannen voor de naoorlogse tijd, toch bleek de werke- lijkheid hun stoutste verwachtingen te overtreffen. II!i 1945 zat West Eu- ropa met een ontredderd en vernield of verquderd industrieapparaat; de noodzakelijkste levensmiddelen ble- ken geheel te ontbreken, terwijl de bevolking ondervoed en slecht ge- kleed nog maar tot minieme arbeids- prestáties in staat bleek te zijn. De U.N.R.R.A., waaraan de Ver; Staten een groot aandeel had, trachtte wel- iswaar in de ergste nood te voorzien, maar dit -bleek slechts een druppel op een ,gloeiende plaat te zijn. West-Eu- ropa voelde zich net zo lekker als de Egyptische boer, die na een sprink- hanenoverval zijn kaalgevreten grond bekijkt. ·

Nederland in het bijzonder had wel een vordering op Duitsland van f 4 milliard, maar hier was niets te halen.

Men moest kopen bij het enige land, dat nog overvloed kende, en dat land was de Ver. Staten. Maar dit bete·

kende dollars. De We:;;t-Europese lan- den leenden bij het I.M.F., bij de Amerikaanse Im~ én Exportbank, bij

de andere Amerikaanse banken, bij de Amerikaanse regering, maar alle landen, met uitzondering van België, dat een reuze-dollar-pot had ge- kweekt uit de hulpverlening aan de gealliëerde strijdkrachten na de be- vrijding in 1944 ·en dat bovendien nog kan beschikken over koloniën, zonder in te grote moeilijkheden te lwmen met de Verenigde Naties, en Zwit- serland, dat buiten de oorlog was ge- bleven, bleven millioenen dollars te kort komen. De Marshall-hulp heeft hierin enige uitkomst gegeven. Vele landen 'bOUJWen thans hun industriële apparaat op met deze hulp, terwijl ook de inwendige mens der bevolking niet wordt verwaarloosd.

De O.E.E.S.

Echter enige medewerking van Europese zijde om er bovenop te ko- men werd door de Amerikanen wel verwacht, en zo ontstond onder Ame- rikaanse medewerking te Parijs de O.E.O.C. (Organization for European Economie Coöperation) of de O.E.

E.S. (organisatie voor de Europese Economische Samenwerking), waar de Marshall-landen moeten trachten, geïnspireerd door het voorbeeld v.an de inmiddels nog niet gerealiseerde Benelux en de Frans-Italiaanse tol- overeenkomst, het onderlingè verkeer op gang te brengen. Men moest te- vens proberen uit de doNar-impasse te komen, waarbij aan de volgende middelen werd gedacht:

a. opvoering van de arbeidspro- ductiviteit. Een heèl probleem met een .gedeeltelijk verouderd industrie- apparaat);

b. beperking van de dollar-im- porten en bevordering van het onder- linge ruiverkeer;

c. Verhoging van de export naar de dollar-gebieden.

Deze problemen zijn in theorie ge- makkelijk, in de practijk zeer moei- lijk op te lossen. Wat de export naar de Ver. Staten betreft, behoeven we maar te memoreren, dat de arbeids- productiviteit in de Ver. Staten zeer hoog is, waardoor de producten daar laag in prijs zijn, terwijl het kosten- vraagstuk in Europa zeer moeilijk is, maar bovendien wordt de export naar Amerika nog belemmerd door de ho- ge invoerrechten in dit land. Hierbij komt nog, dat N-Amerika al vóór deze catastrofale oorlog veel minder uit Europa importeerde, dan het er- naar uitvoerde, wat echter toen voor landen als Nederland en Engeland niet zulke moeilijkheden opleverde.

Immers voor 1940 betaalde Neder- land zijn Amerikaanse invoer uit de dollaropbrengsten van zijn diensten- verlening (scheepvaart, en dividend uit zijn beleggingen in de Ver. Sta- ten), terwijl ook Neder!. Indië hierbij een handje hielp, doordat dit over- zeese gebiedsdeel vele voór de Ver.

Staten onontbeerlijke grondstoffen naar N. Amerika exporteerde, terwijl het zijn kapitaalsgoederen en eind- producten grotendeels betrok uit Ne- derland, waardoor Nederland in het :bezit van de nodige dollars kon ko- men.

Moeilijkheden

Sommen wij hier de moeilijkheden op, waarvoor Nederland staat bij de oplossing van het dollar-probleem dan zijn dat:

1. het. wegvallen van de Ned.-In- dische deviezenbron;

2. de verminderde dollar-opbreng- sten uit de dienstenverlening tenge- volge van een gedwongen •.. gedeelte-

lijke liquidatie van "Amerikaantjes'' (effecten):

3. het gedeeltelijk verouderde in- dustrie-apparaat met de te lage ar- beidsproductiviteit; en

4. de moeilijkheid bij het verho- gen van de ·export naar de Verenigde Staten, omdat het aan te bieden pro- duct niet alleen zijn productiekosten moet goedmaken, maar bovendien ook nog de transportkosten naar dit land en de hoge invoerrechten van dit land moet kunnen dragen.

De andere West-Europese landen staan voor dergelijke moeilijkheden, welke vaak worden aangewakkerd door de vele binnenlandse stakingen.

Alleen België behoort tot de harde valuta-gebieden (wat juist de tot standkoming van de Benelux zo tegen houdt) en is dan ook ingeschake1d bij de inter-Europese hulp door het sy- steem der trekkingsrechten, een sy- steem van doorgegeven Marshall- hulp. (Op de werking van de Mar- shall-hulp en de trekkingsrechten zal ik later terugkomen).

Mmisteriële nachtmerrie

En nu komen wij tot- het on- derwerp, wat de gemoederen internationaal zo heeft opgewon- den, de devaluatie.

De opgepotte moeilijkheden waren voor de verschillende ministers van Financiën en Economische Zaken in de diverse hoofdsteden nachtmerries geworden. De dollar-importen zoveel mogelijk stopzetten? Dat betekende, öf minder kapitaalsgoederen invoe- ren, waardoor het industriële appa- raat niet verder in voldoende tempo kon worden vernieuwd, laat staan uitgebreid om de groeiende bevolking op te vangen, öf minder levensmid- delen invoeren, wat uiteindelijk op hetzelfde neer zou komen, want men zou de buikriem nauwer moeten dichthalen en het tarwebrood en de slagroomgebakjes voorlopig weer vaarwel moeten zeggen. (Over de so- ciale voorzieningen wil ik nog niet eens reppen).

Nachtmerrie der ministers: onrust onder de arbeidende bevolking, sta- kingen, toenemend commuuisme, etc.

Een geforceerde export naar de dollar-gebieden naar het voorbeeld van Duitsland na de oorlog 1914- 1918? Dat zou alleen mogelijk zijn of door langere werktijden zonder loons- verhoging of door loonsverlagingen of vermindering van de sociale zeker- heid om lagere kostprijzen te verkrij- gen. Nachtmerrie der ministers: zie boven. Ook zou men de weg nog kun- nen inslaan van de export-premies, wat betekent, dat vadertje staat dit toch ergens vandaan halen moet.

Nachtmerrie voor de 'bevolking: het aandraaien van de belastingschroef.

In het vliegtuig

Bij al deze moeilijkheden ontdekte Sir Stafford Cripps, de Engelse mi- nister van Financiën, dat de Engelse goudvoorraad, welke tot dekking dient van het Engelse Pond, beden- kelijk geringe afmetingen ging aan- nemen tengevolge van de betaling in goud naar het buitenland. Dit feit was zo alarmerend, dat tenslotte Cripps en Bevin .zuchtend het vlieg- tuig naar Washington moesten ne- men, weliswaar onder de kreet: "Het Pond Sterling devalueert niet", maar met de wetenschap, dat het Pond feitelijk al was gedevalueerd. Deze devaluatie was inderdaad noodzake- lijk, want slechts op deze wijze was een zo piJnloos mogelijke operatie te volvoeren. D.w.z. het Engelse kosten- peil -zakt hierdoor beneden het Ame- rikaanse, toenemende export naar de Ver. Staten wordt hierdoor mogelijk, terwijl de Amerikaanse import wel grotendeels zal worden geremd (de prijzen stijgen •van deze goederen liefst met 40%), en de import van het mede devaluerende vasteland er- door zal .worden gestimuleerd, im- mers de .Europese prijzen zakken, voorlopig althans, ver beneden het Amerikaanse niveau.

Nu moet men niet denken, dat de devaluatie, hoe noodzakelijk ook,

"het" geneesmiddel zal blijken tegen

alle kwalen. Ook nu geldt nog steeds.

dat de volgende maatregelen juist nu krachtig moeten worden genomen, willen de betalingsbalansen der ver·

schillende landen weer in evenwicht komen

a. Van Europese zijde:

1. Opvoering van de export van goederen en diensten naar de dollar- gebieden;

2. Verplaatsing van importen uit de dollar-gebieden naar de gebieden met de zachte valuta's;

3. Vorming van één gebied in West-Europa, waarin een vrij beta- lingsverkeer en een vrij · handelsver- keer bestaat.

4. Opvoering der arbeidsproduc- tiviteit bij toenemende efficiëncy (particulier initiatief).

5. Vermindering der Overheids- uitgaven door opheffing van belem- meringen scheppende bureau's.

6. Krachtige industrialisatie.

b. Van Amerikaanse zijde:

1. Vermindering van de belem- merende invoerrechten.

Bij dit staatje heb ik nog toe te voegen voor Europa: toeneming van het handelsverkeer tussen Oost-Eu- ropa en West-Europa. Dit laatste ligt weliswaar buiten de Marshall- sfeer, maar het zal voor ons toch een dringende noodzaak zijn.

J. G. TH. LINSSEN, ec. drs.

Wel kom Prof. He u ss!

Het Duitse volk is, ondanks zijn schakeringen, een moeilijk en lastig volk. Het aanvaardt soms misdadi- gers als hoogste machthebbers, het is - in groepsverband - brutaal en arrogant, terwijl toch de samenleving wederzijds geven en nemen vraagt.

Het spot met zijn fijnbesnaarde land- genoten; talloze Duitsers van gees- telijke adel vulden de eerste concen- tratiekampen en keerden ten slotte nimmer daaruit terug ...

Dijj volk, moest, op last van de be- zetters, ter stembus. Het moest, op last van de bezetters, een democra- tisch bestel opzetten. Het Duitse volk móest niet christen- of vrij-democra- tisch stemmen. Tóch deed het dat in meerderheid. Hoewel het Duitse volk zeker nog niet geheel gezond is, en zeker nog steeds enige eeuwen in geestelijke groei bij het Westen ach- ter is, weet het toch, wie zijn .beste heelmeesters zijn. Het koos zich een iiberaal tot president, een christen- democraat tot kanselier.

Wij moeten geen wonderen ver- wachten. Alleen geleidelijke groei en veel, zeer veel contact, niet alleen zakelijk, maar ook persoonlijk, zullen de Duitsers het inzicht kunnen ver- schaffen, dat agressie niet loont. De Duitsers moeten ook eens een vrije, Westerse sfeer leren kennen, in- plaats van hun eigen ziekelijk gefor- ceerde en overspannen gedachtenwe- reld. West-Duitsland moet zo gauw mogelijk zijn plaats in West-Europa gaan innemen.

De verkiezing van de vrije- en de christen-democraat op de hoogste toppen zal dit contact, althans voor het staatkundige leven, zeker bevor- deren. Wij, van onze kant, kunnen slechts wáardering hebben voor deze principiëel en moreel zo sterk in hun schoenen staande Duitsers, die zon- der veel medebegrip van hun land•

genoten, toch - tegen de stroom in - de idealen van -een menselijke staat~und~ blevl:)n koesteren en nu niet voor de verantwoordelijkheid te- rugdeinZen een schier hopeloze taak op hun schouders te nemen. Wij wen- sen hun! daarbij succes toe. Moge het Duitsevolk weer het volk van Goethe en Schiller worden!

(3)

DE DRIEMASTER

POLITIEKE JONGERENCONTACTRAAD ., VRAAGT DE AANDACHT

Officiële openingszitting te Utrecht op 26 November a.s.

j.O.V.D. ZEGT STEUN TOE

Reeds lang voor de J.O.V.D.

het levenslicht had aanschouwd, kwamen jongeren van verschei- dene politieke richtingen tesa- men. Dat gebeurde in.1947, Doel was te komen tot een orgaan, waarin de jongeren-organisaties zouden zijn vertegenwoordigd op voet van gelijkheid. Problemen betreffende de jeugd zouden tot een oplossing kunnen worden ge- bracht. Een gezamenlijk optre- den, waar noodzakelijk en met eerbiediging van ieders overtui- ging, lag in het verschiet.

Helaas, moeilijkheden schijnen niet te zijn uitgebleven. De tweede infor- mele bespreking vond eerst plaats in het najaar van 1948. Hier namen de D.S.J.V., "Nieuwe Koers", de Chris- telijk-Rist. Jongeren organisatie, en de Jongeren-organisatie in de K.V.P.

het initiatief tot oprichting van een Politieke Jongeren Contact Raad. De Anti-Revolutionaire Jongeren-orga- nisatie. hield zich voorlopig afzijdig.

Naar is gebleken, bestond er in de rijen van deze jongeren en ook in het bestuur een grote oppositie tegen het overleg met zusterorganisaties.

In het Dagelijks Bestuur der Raad namen twee vertegenwoordigers van de drie eerstgenoemde richtingen zitting. De Raad-:zou verder bestaan uit 4 of 5 "raadsleden" van ieder&

aangesloten organisatie.

Weer een jaar later, om juiSt te zijn op 17 September 1949, komt de Raad in vergadering bijeen te Utrecht. De A.R. Jongerenorganisa- tie en J.O.V.D. hebben ieder een tweetal waarnemers gestuurd. De heer Buddingh, voorzitter der C.H.- Jongeren opende de !bijeenkomst met een uiteenzetting over doel en werk- wijze der P.J.C.R. Zij behoort te zijn een "gesprekcentrtim voor de top"

zonder filiil.len of plaatselijke en re- gionil.le onderafdelingen. Het overleg tussen de •besturen der organisaties zal worden ver.gemakkelijkt en dC! le- den zullen een nauwer contact met elkaar kunnen onderhouden. De naar de vergaderingen af] te vaardigen raadsleden zullen niet il.ltijd dezelfde behoeven te zijn1 Indien elke organi- satie maar door een vijftil.l personen, al of niet met een bindend mandaat, is vertegenwoordigd, wordt het doel bereikt.

NOG GEEN EENHEID.

drietal sprekers, t.w. Jkvr. Mr.

C. W. I. Ww'ttewaal van Stoet- wegen (C.H.-Kamerlid), Prof. Dr.

J. de Quay (K.V.P.) en minister A. M. Joekes (P. v. d. 1\..) zijn uitgenodigd het woord te voeren over het onderwerp: "Wat kun- nen wij samendoen? Welke voor- delen - practisch en theoretisch - welke eventuele nadelen en gevaren zien wij in deze Raad".

In het geval een der beide spre- kers die datum verhinderd is, zal aan Drs. H.A. Korthals (V.V.D.- Kamerlid) worden verzocht zijn zienswijze naar voren te brengen.

DIVERSE COMMISSIES.

Om spoedig tot resultaten te ko- men heeft de Raad, naar het voor- beeld van Europese Assemblée en R.T.C., een aantil.l commissies inge- steld, die de werkterreinen zullen verkennen. Deze commissie's zijn:

a) Bevordering beter begrip van elkaars politiek standpunt. b) Euro- pese samenwerking. c) Internatio- nale rechtsorde. d) Samenwerking Benelux-jongeren en e) Versterking der democratische gedachte.

In elk dezer commissies zal een J.O.V.D.'er plaatsnemen. Zij komen voor de eerste mail.l bijeen op de mor-

gen van de 26ste November. 'sMid- dags volgt dan de min of meer offi- ciële zitting van de Raad. De redevoerirtgen van de drie sprekers zullen in. de vorm van een brochure worden uitgegeven. De voorzitter schrijft een voorwoord en een nabe- schouwing over het gesprokene zal mede een deel uitma.ken der brochure. Deze slotbladzijden zullen worden ondertekend door de deelne- mende jongeren-organisaties. Dit laatste vooral én het uitnodigen van de pers op deze Raadszitting, vorm- den, volgens de A.R.-waarnemers, het' struikelblok voor hun organisatie.

Indien de P.J,C.R., al is het slechts voor die éne keer, op deze wijze aan de weg gaat timmeren, kan zij niet als lid toetreden. M·en wil niets on- dertekenen, dat ook de buitenwereld onder ogen zou kunnen komen. Och arme, is de A.R.J.O.S. kopschuw voor de openbare mening, lijdt zij aan massapsychose. Hoe het ook zij, wij begrijpen haar houding niet. Moge- lijk zouden wij haar kunnen billijken.

Maar bij onze informatie, wat toch de oorzaken zijn van haar standpunt, ikregen wij nul op het request.

Politieke Jongeren Contact Raad, goede vaart!

Veel begrip zal nodig zijn, om je in de \goede ·koers te houden. Begrip niet ruleen tussen de organisaties, maar juist en vooral tussen de

"raadsleden", met hun politieke schakering. Vandaar, dat wij de ge- noemde commissies, a) en e) in het bijzonder, een .gelukkige keus noe- men. Wij twijfelen er niet aan, of de deelnemers zijn bezield met de juiste geest om de samenwerking zo groot en uitge•breid mogelijk te doen zijn.

Mogen de resultaten van deze P.J.C.R. ten voordele strekken van het gehele politieke leven.

GER VAN SCHAGEN.

De J.O.V.D. zil.l zich vóór de vol- gende zitting wel bij dei Raad aan- sluiten. Anders is het gesteld met de A.R.-mensen. Waren zij als eersten bereid een geldelijke •bijdrage tel stor- ten, van een nauwe samenwerking op gelijk niveau schrikken zij nog danig terug. Waarnemers waren zij en dat Willen zij blijven. Nog steeds bestaat er een oppositie. Bovendien vereist hun aanslu1ti».1' de goedkeuring van de .A.R.-Partijleiding. En administra- tieve molens malen soms langzaam!

'Dit zijn de Koninklijke Cacao- en Chocoladefabrieken van

DE ERVE H. DE JONG N.V.

3

VARIA.

In verband met de toenemende ver- keersongevallen heeft de gemeente- overheid van Hartford (Connecticut) besloten gratis zwarte koffie te schenken aan de automobilisten, die door hun beroep genoodzaakt zijn 's ochtends vroeg de weg op te gaan.

De gemeentevaderen zijlli van oordeel dat deze ve11k\vikkende drank de ochtendvermoeidheid bij de autobe- stuurders zal verdrijven.

De autoriteiten van Monaco heb- ben medegedeeld dat jonggehuwden in het vervolg in het kleine vorsten- dom reducties zullen genieten op de prijzen van hotels, restaurants, ver- makelijkheden en bezienswaardighe- den. De betrokkenen moeten kunnen bewijzen dat zij ten hoogste 3 maan- den getrouwd zijn en moeten op zijn minst 5 dagen in het vorstendom ver- blijven. Bu,iten de reducties zullen de jonggehwuden een .gratis lot van de nationale loterij krijgen.

Toen de landsregering aan het stadje Wittmund in Duitsland het no- dige geld weigerde om 'n dringend nodige school te ,bouwen, zette de burgemeester het belastingtrkantoor dat eigendom van de stad is, te koop.

RECTIFICATIE.

In het artikel "De democratie nog- maals onder de loupe" van de heer van de Haar, opgenomen in ons vo- rig nummer is een storende zetfout geslopen. Het aantal .geestelijk(' on- volwaardigen maakt n.l. niet 40%

dochi 4% van de totale bevolking uit.

te Wormerveer

Besloten werd, een officl8Ie opellingszittlng van de Raad te houden op Z&terdagmlddag; 26 November,

a.•.

te Utrecht. Eea

waar o.a. de STRO JA en de HAGELSLAG CHOCOLADE (de enige echte) gemaakt wordt.

(4)

DE .DRIEMASTER

»GENOCIDE« een nieuwe naam .

voor een oude misdaad

Onnoemelijk leed verscholen achter dorre cijfers

WANNEER KOMT DE RATIFICATIE 7

Er heeft: kortgeleden een klein berichtje in do kranten gestaan, een korte mededeling met zake- lijke cijfers over het resultaat van de volkstelling, die in 194 7 werd gehouden. Achter dit be- richt verbergt zich zoveel 'men- selijk leed en verdriet, dat het onmogelijk is om onberoerd ver- der te lezen. Na de mededeling, dat het aantal Joden in ons land, dat in 1930 111.917 bedroeg,ln 1947 nog slechts 14.369 waS! (een achteruitgang van 87.2%), pas- sen enige ogenbUroken ván stil nadenken. Het liquideren en masse van een zo groot en nijver deel van de Nederlandse bevol- king was een verschrikkelijke misdaad, die thans nog huive- ringwekkend is. De bedrijver van deze misdaad was de nationaal- socialistische regering van Duits- land en haar leiders hebben zich in Neurenberg moeten verant- woorden voor deze en dergelijke bedreven gruwelijkheden.

Niet alleen de Europese Joden, die in aantal van ongeveer 9.600.000 tot ongeveer 3.900.000 verminderden, wer- den het slachtoffer van de nazi-ter- reur. Twee en een half millioen Polen bijna alle Europese zigeuners en vele zeer vele anderen, wier politieke en religieuze denkbeelden de nazi's niet aanstonden, verdwenen in de massa- graven. Nooit te voren werd in de geschiedenis der mensheid op zo gro- te schaal moord bedreven als door Hitler's Duitsland.

Enig in de geschiedenis is de mis- daad van het uitroeien van groepen van menselijke wezens evenwel niet.

De Romeinen probeerden de eevste Christenen te vernietigen. De Teu- tonen roeiden ieder spoor van leven uit in gebieden, die door Slavisene volken werden bewoond. Tienduizen- den Grieks·e kinderen werden door de Turkse sultans ontvoerd met het doel een einde te maken aan het bestaan van de Griekse natie en haar bescha- ving. In dé eerste Wereldoorlog wer-

d~n meer dan een milHoen Armeniërs vermoorti. In het maagdelijke Ameri- kaanse continent maakten de kolo- nisten een einde aan het bestaan van talrijke Indianen-stammen.

Zo vielen door de eeuwen ·heen dra- gers van verscheiden en rijke cul- tuurwaarden ten offer aan machts- wellust en veroveringszucht, aan de misdaad der misdaden, die steeds het geweten van de mensheid schokte, maar nimmer bestraft werd onder een duidelijke. wet en nooit een eigen naam. kreeg tot de Verenigde Naties aandacht gingen besteden aan deze misdaad.

Wat betekent "genocide''?

De naam, die de misdaad kreeg, was "genocide", dat letterlij_Jt, bete-.

kent: vernietiging van gl'QePen van

menselijke wezens (Grieks genos = ras of clan; Latijn cide = doden). De naamgever was Dr. Raphael Lemkin.

In 1933 stelde dr. Lemkin op een con- ferentie van volkenrechtsgeleerden onder 'auspiciën van de Volkenbond te Madrid voor om twee nieuwe mis- daden n.l. barbarisme en vandalisme in te voeren. Van zijn voorstel kwam niets terecht, want Dr. Lemkin werd teruggeroepen naar zijn vaderland Polen, dat een van de eerste slacht- offers zou worden van Hitiers geno- cidale plannen. Tijdens de laatste oorlog was deze geleerde adviseur voor ·buitenlandse zaken aan het War Depart ment te Washington. Later was hij raadgever van de Verenigde Naties en thans is hij professor aan de Law School van de Yale Univer- sity.

Door de bemoeiingen van Dr. Lem- kin kon tijdens de derde zitting van de Assemblee van de Verenigde Na- ties, op 9 December 1948 (te Parijs), eenstemmig worden aangenomen een Internationale Conventie voor het Voorkomen en Bestraffen van de Misdaad Genocide. In de conventie wordt "genocide" gedefinieerd als het welbewust plegen van daden, die er op gericht zijn nationale, ethnische en religieuze groepen en rassen te vernietigen.

Onder deze daden wordt niet àlleen het doden van mehselijke wezens ver- staan, maar ook het veroorzaken van lichamelij1il en geestelijk leed, het welbewust veroorzaken van toestan- den, die tot physieke vernietiging leiden, het opleggen van maatregelen tot geboorte-beperking en het ge- welddadig wegvoeren van kinderen.

De Conventie verklaart, dat "geno- , cide" bedreven zowel in oorlogs- ais

in vredes-tijd een internationale. mis- daad is en verbindt de staten, die de Conventie ondertekenen en rati- ficeren, tot het treffen van doeltref- fende maatregelen om de plegers van

"genocide" te bestraffen. Hoewel de bestraffing van "genocide" dus voor- lopig beperkt blijft tot nationaal op- treden tegen deze misdaad, voorziet de conventie in de mogelijkheid van het instellen van een competent in- ternationaal strafgerecht.

Tot nu toe werd de "genocide"-con- ventie door 25 staten ondertekend,.

Voor haar in werking treden is het evenwel nodig, dat ten minste 20 sta- ten de conventie ratificeren en dus tot wet maken. Het is te hopen, dat alle naties van de wereld spoedig de Conventie zullen bekrachtigen, zodat

"genocide" inderdaad als een inter- nationale, algemeen strafbare mis- daad erkend wordt. De noodzakelijk·

heid hiervan is door alle eeuwen ge- voeld en dringt zich bij 'het lezen van berichten als die over uitroeien van het grootste deel van de Joodse be·

volking van Nederland weer eens dui- delijk op.

AMMY DE MUYNCK.

De Amerikaan van nu leeft gemid- deld twee jaar langer dan in 19~0.

Ambtenaren van de Gezondheids- dienst hebben dit toegeschreven aan de verbeterde geneeskundige verzor- gi!lS" ~11,, a,anhet feit, dat bijna ieder- een sedert 1940 werk heeft .gehad.

Het laatste meuws van wijd en zijd Leest U 's-achtends aan het ontbijt

, , , , tenminste als U het voorbeeld volgt van tienduizenden anderen, die zich hebben geabonneerd op het

Algemeen Douhlod

OCHTENDBLAD VOOR NEDERLAND

om

HET EERST

op de hoogte te zijn van het

LAATSTE NIEUWS

De abonnementsprijs bedraagt slechts 33 ct. per week. Gratis proefnummers verkrijgbaar bij het Algemeen Dagblad, Witte de Withatr. 73, Rotterdam

Beginselverklaring van de JongerenOrganisatie V rijbeid en Democratie.

De Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie, verwerpende de opvat- ting, dat het doel der .staatkunde is gelegen Jn de bevordering van het belang van het individu of van enige bevolkingsgroep als zodanig,

stelt aan alle staatkunde de eis, dat zij, uitgaande van de àlgemeen el1kende godsdienstige en ethische grondslagen der Nederlandse volksgemeenschap, gericht .zij op de bevordering van de geestelijk.e en stoffelijke bloei dier ge- meenschap,

beschouwt als1 het krachtigste en veelal onontbeerlijke middel om aan die eis te 'beantwoorden de .bevortiering van de zelfwerkzaamheid der burgers, zo binnen het staats,verband als daarbuiten, en

verenigt mitsdien in zich al die jongeren, die van oordeel zijn, dat de staat tot taak heeft in het algèmeen belang

enerzijds: de ontplooiing van de persoonlijke gaven en krachten mogelijk te maken ·en te bevorderen,

anderzijds: de individuele vrijheid ,waar zij de gemeenschap of medeburgera zou te kort doen, te breidelen en in goede banen te !leiden.

Doelsomschrijving.

De J.O.V.D. heeft ten doel:

• Jongeren van 16 tot 30 jaar, die het in het vorige artikel neergelegde beginsel kunnen onderschrijven, althans zich daarmede verwant gevoelen, voor te bevelden tot de verplichting, die het staatsburgerschap hun in poli·

tiek opzicht oplegt, en hen mede in het bijzonder in kennis te brengen mel de vrijzinnig-politieke beginselen zonder daarbij een politieke scholing in ruimere Zin te verwaarlozen.

De J.O.V.D., haar beginsel concretiserend, staat de ontwikkeling van de vrije persoonlijkheid voor.

Immers de jeugd streeft naar zelfstandigheid en ·vrijheid, welke de J.O.V.D.

in goede ,banelli wenst te leiden. Daarom beseft zij ook, dat naast ontplooiing van persoonlijkheid verantwoordelijkbeid moet worden geëist, want vrijheld van de mens, welke niet wordt •gedragen door verantwoordelijkheid, leidt tot een chaos.

Zij stelt zich op het standpunt, dat ter bereiking van de persoonlijke vrij- heid en de ontplooiing der eigen verantwoordelijkheid sociale gerechtigheid moet worden 'betracht, opdat de economisch-zwakkeren tegen sociale onbii- lijkheden en misstanden worden beschermd.

Voorts .streeft zij onder erkenning van het 'bestaan der verschillende geestelijke stromingen in ons land naar verdraagzaàmheid, een der hoogste geestelijke goederen in Nederland.

Onder afwijzing van bet standpunt, d!lt de Staat de allesbeheersende factor in ons maatschappelijk leven is, welke zijn wil aan alle mensen oplegt en de vrije ontplooiing V8.11i de mens verstikt, erkent zij de belangen der gemeenschap, zoals zij erkent, dat de mens binnen deze gemeenschap behalvP.

rechten ook plichten heeft. ·

Middelen.

De J.O.V.D. tracht haar beginselen uit te dragen en haar doel te bereiken door:

1. het organiseren van:

bijeenkomsten, propaganda-avonden, debating- en ·studieclubs, lezingen, excursies, congressen, landdagen en kampen.

2. het uitgeven van periodieken en andere geschriften en het verspreiden van propagandalectuur.

3. _ het stimuleren van persoonlijk optreden van haar leden individueel, ieder naar eigen vermogen en in eigen kring.

4. alle andere wettige middelen, welke aan het doel bevordelijk kunnen zijn.

N.B. Het bovenstaande is, met dank aan diegenen, die het Bestuur met voorstellen en ·suggesties met raad en daad hebben terzijde gestaan, door het Hoofdbestuur opgesteld in ·zijn vergadering van 3 September j.l. . Het Zal 12 Noveml9er ter definitieve •goedkeuring aan de Algemene Vergadering Wór·

den voorgelegd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Depression will be lower and life satisfaction will be higher among respondents who characterize their nation in the way that is consistent with prior charac- terizations of the

De relatie tussen opdrachtgever - in de ruime zin des woords - en adviseur is derhalve een vertrouwensrelatie, welke als zodanig in sterke mate bepalend is voor de

Pas rond de eeuwwisseling heeft effíciency er een tweede betekenis bijge- kregen, namelijk de verhouding van input tot output, zoals inspanning tot re- sultaat, uitgaven tot

Inligting uit die Skrif en ander wetenskappe sal gei'ntegreer word tot 'n praktykteorie met riglyne vir pastorale berading wat fokus op huweliksprobleme wat

After correcting for message type manipulations, results indicate that when sponsored content is communicated on the brand page it results in lower engagement (M= 3.32, SD = .94)

Conversely, a user- based framing is more advantageous than item-based framing for attractive products; it can trigger customers to click the recommendation when they already

van Vegchel is dat dit proces geen wildgroei was, maar bewust door een nieuwe elite van professionals werd ge- stuurd en begeleid.. De metamorfose van Emmen was het specimen van

reg en ouerdeelname aan die beheer oor die onderwys beklemtoon het Die ouerdeelname is ook genoodsaak deur die feit dat die staat en die kerk nie in die