• No results found

mark Detacheering van officieren bij andere wapens en bij oefeningen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "mark Detacheering van officieren bij andere wapens en bij oefeningen"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DUITSCHLAND VIII.

1. Begrooting-.

Volgens het „Reichshaushaltsplan" voor het begrootingsjaar 1925 (loopt van l April 1925 tot l April 1926) z\jn de totaal staatsuitgaven begroot op ,r>,9 milliard goudmarken, bovendien nog 1,4 niilliard voor oorlogslasten voortvloeiende uit de vredesverdragen.

üe uitgaven voor het „Reichswehrministerium" worden geraamd op 416 millioen voor het leger en 145 millioen voor de marine, totaal dus voor de landsverdediging 561 millioen goudmarken.

De legeruitgaven worden gesplitst in :

terugkeerende uitgaven .'564 millioen uitgaven voor eens 02 ,,

totaal . . . 416 millioen

Tot de belangrijkste terugkeerende uitga vem behooren (in millioenen goud marken) :

Leger-bestuur 3,4; traktementen en oefeningen 121; opleiding tot burgerberoep enz. 8,6; wapenen, munitie en legermaterieel 63,6; beheer wapenkamers, tuighuizen enz. 11,1; pionierdienst en vestingwezen 11,6;

verkeerswezen 10,5; verbindingsdienst 7; intendance enz. 3,9; genees- kundige dienst 4,2; veterinaire dienst 1,4; aankoop en onderhoud van paarden 8,5; verpleging 45,7; Meeding en uitrusting 23,5; huisvesting 30,1; reisgelden en bevorderingstoelagen 4,9.

De uitgaven voor eens zjjn voor: aanmaak van artilleriemunitie en geweerpatronen, bouwen van munitiedepots, aanschaffing van gasa!'- weermiddelen, van keukenwagens en andere voertuigen, aankoop van oefenterreinen, kazernes enz.

2. Legersterkte.

Het verdag van Versailles geeft als maximum sterkte van het Duitsche leger aan 100.000 man waaronder 4000 officieren; bovendien werd te Spa in 1920 een vermeerdering met 300 officieren van gezondheid en 200 officieren van den veterinairen dienst toegestaan.

Volgens de begroeting 1925 bestaat het leger uit:

4.500 officieren (waaronder 293 officieren van den geneeskundigen dienst, 7 militaire apothekers, 200 officieren van den veterinairen dienst, 203 ambtenaren gelijkgesteld met officieren), 20.297 onderofficieren, 19.000 „obergefreite", 19.000 ,,gefreite" en 37.703 manschappen (waar- onder 1.204 burgerbeambten), of 100.500 hoofden totaal.

Bijlage T geeft een overzicht van de verdeeling der sterkte over de verschillende rangen en wapens in 1925; de burger-ambtenaren en de militaire apothekers zijn in dat overzicht niet vermeld.

Waar de „Obergefreife" (opper-korporaals) en „Oefreite'' (korpo- raals) eigenlek onder het kader moeten gerekend worden, blijkt dat nagenoeg het twee derde yedeeUe van hel Duitsche beroepsleger ui!

leader bestaat.

3. Kosten van het personeel in verhouding tot de overige uitgaven.

(2)

170

De in punt l genoemde 121 muloen goudmark voor traktementen en oefeningen kunnen gesplitst worden in 104 millioen voor traktementen en soldijen en 17 millioen voor oefeningen.

.Xiettemin komen onder de overige posten der legerbegrooting ook uitgaven ten behoeve van personeel voor.

Een bijlage der staatsbegrooting geeft evenwel voor elk departement een splitsing tussehen de uitgaven, welke op rekening van het personeel, dan wol op aanschaffing en onderhoud van materieel gesteld moeten worden.

Volgens die bijlage kost het leger aan terugkeerende uitgaven voor personeel 118 millioen en voor materieel 246 millioen.

Worden van de 246 millioen, nog ± 7 millioen (4,1 voor reiskosten, 1.1 kleedingtoelagen en 1,6 voor woningnoodtoelagen) naar het perso- neel overgebracht, dan blijkt dat de kosten voor het personeel nagenoeg de helft van het totaal der jaarlijks terugkeerende uitgaven bedragen.

Bovendien zouden op rekening van het personeel nog ± 40 millioen aan pensioenen genoemd onder punt 4 gesteld kunnen worden.

4. Pensioenen.

Pensioenen worden niet onder de legeruitgaven opgenomen. Ben af- zonderlijk hoofdstuk van de staatsbegrooting betreft het Algemeen pensioenfonds, waarvan de uitgaven voor 1925 berekend worden op 1.2 milliard goudmark.

Hiervan zijn 65 millioen voor burgerlijke pensioenen en 1135 millioen voor militaire pensioenen, invaliditeits- en onderstandsgelden.

De militaire pensioenen weder te splitsen in ± 40 millioen voor het niimre leyer en rh 1095 millioen voor het oude leger.

5. Oefeningen.

Met de in punt 3 genoemde 17 millioen goudmarken worden de uit- gaven bestreden voor de navolgende oefeningen.

Geveehts- en geveehtsschietoefeningen aller wapens Kleine oefeningen der verbonden wapens

Bijzondere oefeningen der verbonden wapens Pionieroefeningen en zwemoefeningen der cavalerie Her t'st manoeuvres

Oefeningsroizen. oefeningsritten en terreinbe- sprekingen Detacheering van officieren bij andere wapens

en bij oefeningen

10.086.700 mark 1.167.900 „

155.500 „ 60.000 „ 3.982.400 „

1.061.000

523.000 „ 17.036.500 mark In 1924 hadden, voor het eerst sedert het bestaan van den Ryks- weer. herfstoefeningen plaats door 4 der 7 infanteriedivisies, versterkt met deelen der cavaleriedivisies.

De 3e divisie (Berlijn) van 4 tot 9 September N.O. van Berlijn, de 4e divisie (Dresden) van 8 tot 13 September in de streek Bautzen- Kamenz, de 5e divisie (Stuttgart) van 15 tot 20 September tusschen

(3)

Münsingen en Biberach, de 6e divisie (Munster) van 11 tot 16 September in de streek Hannover— Minden.

Ook in 1925 zullen herfstmanoeuvres plaats hebben, vermoedelijk op ruimere schaal dan in 1924, daar thans bn'iia het dubbele bedrag voor die oefeningen op de begrooting is uitgetrokken (1924: 2.223.000 mark).

6. Politie.

Art. 162 van het Verdrag van Versailles bepaalt, dat de politie slechts naar verhouding van de bevolkingstoename sinds 1913 ver- meerderd mag worden. Bjj nota van 20 Juli 1920 zijn 150.000 man toegestaan; de nota van 17 October 1920 bepaalt dat dit getal slechts slaat op de politie in uniform.

Bovendien mag eene gendarmerie van 17000 man in stand gehouden worden.

Tot de politie behooren de: „Schutzpolizei" (Schupo), „Reichs- wasserschutz ", ,,Verwaltungspolizei" en „Kriminalpolizei".

Schupo.

In overeenstemming met de desbetreffende bepalingen gemaakt door de Controlecommissie, werd in Juni 1921 door de Duitsche regeering de bewapening der Schupo als volgt bepaald:

«. per man: l Mauserpistool van 9 m.M. als in gebruik bij het leger of wel bij een te kort aan die wapenen, een Mauser van 7,65 m.M.;

l Artilleriesabel, dan wel een sabelbajonet, welke niet op het geweer kan bevestigd worden en 6 Handgranaten.

1). per 3 man: l Karabijn met sabelbajonet welke op het wapen kan bevestigd worden.

r. per 20 man: l Pistoolmitrailleur.

d. j>er 1000 man: l Pantserauto met 2 zware mitrailleurs,

De Schupo draagt uniform (eerst groen, thans blauw) en is in kazernes ondergebracht.

In de Staatsbegrooting worden onder het Ministerie van Binnen- landsche Zaken, voor bijdragen van het Rijk aan de staten, ten be- hoeve der politie „voorloopig" 100 millioen mark aangevraagd: voor 1924 beliepen die rijksbijdragen 190 millioen mark. De Rijksbijdragen hebben betrekking op een sterkte van 90390 man verdeeld als volgt over de staten:

1'ruisen Beieren

Saksen

Wurtenberg Baden Thu ringen Hessen HM m burg

.14000 0600 7000 :!200

:u>oo a 200

1700 5500

m a n

?>

n M n

» T JJ

Mecklenbnrg-Sphwerin Olrlenhuvg

Brunswijk A n h a l t Breinen Lnheck

Af ec kien hu rg—St reli 17.

X5200 man

050 man (iOO „ 600 „ 260 „ 2200 „ 430 „ 150 „ 0190 man 85200 ., Totaal 90390 uva».

(4)

172

Hot is zeer waarschijnlijk dat bovengenoemde sterktecijfers uitslui- tend de Schupo betreffen.

I n eiken staat is de Schupo door den „Oberpresident " en den „Re- gierangefpresident" in verbinding met het Ministerie van Binnen- latidsche Zaken.

De ..Oberpresident " is belast met de algerneene organisatie, het o n t w e r p e n van de begrooting' en het vaststellen van de werkzaamheden dei' Sehupo; tevens bestuurt hij de politieschool der provincie, üe

„Regierungspresident " is belast met de instructie en het gebruik der Sehupo, waarvoor hij door een politiestai' wordt bijgestaan. De Schupo is georganiseerd in commando's (grootcomrnando voor een locale sterkte \;m meer dan 1000 man, middelcommando voor een locale sterkte van 500- 1000 man. kleincoinmaiido voor een locale sterkte A M I I minder d a n f)00 m a n ) .

De c o m m a n d o ' s zijn onderverdeeld in honderdschappen.

Dexe is ontstaan uit de vrijwillige motorbootformaties welke na den wapenstilstand werden opgericht dooi' den Minister der Rijksweer en in September 191S onder toezicht van den ('hel' der admiraliteit werden gesteld. Ken maand later ging deze organisatie over naar het Ministerie van Hinnenlandsche /aken.

" 14 A p r i l 1922 werd de Rcichswasserschutz gesteld onder het Mini- sterie van Verkeerswezen.

Volgens de begrooting voor 192;') bestaat de „Reichswassersehutz "

uit fi majoors, 23 kapiteins, 23 eerste-luitenants, 97 luitenants en boofdwachtmeesters, 219 opperwachtmeesters, 421 wachtmeesters, 300 onderwachtmeesters en een aantal assistenten en schrijvers; totaal 11:51 man.

(ii ndnrmeria.

De' Duitsche gendarmerie werd in 1820 opgericht en stond wat ge- b r u i k en begrooting betreft in iederen staat onder den Minister van Binnenlandsche Zaken, terwijl zij voor wat recruteering, discipline en i n s t r u c t i e betreft onder den Minister van Oorlog van het „Reieh" was gesteld.

Thans is die band met den Minister van Oorlog vervallen en heeft de gendarmerie haar militair karakter officieel verloren.

/ij vormt een burger politie, welke in eiken staat afhankelijk is ge- steld van liet .Ministerie van Binnenlandsche /aken.

Niettemin is de gendarmerie thans nog samengesteld uit gewezen officieren en onderofficieren; hare maximum sterkte is 17000 rnan.

(Wttrdl vervolgd.)

(5)

TROEPEN, STAVEN, ENZ.

I. Infanterie en Jagers.

• > i n' "-'r

1 n l'anterieschool

Infanterie . . . II. Cavalerie.

Cavalerieschool

Cavalerie . . . III. Artillerie.

Artillerieschool

A r t i l l e r i e . . . IV. Pioniers.

Pioniersehool

Pioniers V. Verbindingstroepen.

VI. Trein.

VII. Motortroepen.

VIII. Geneeskundige Dienst.

IX. Staven, enz.

7 Artillerie Cos. der divisies . . . . i' Plaat selijke Cos. (!) en 9 Vesting 11 Oefenplaats Cos. (") en Co. van Artil-

1 Pionieioefenplaats Co. Klausdorf . 1 Schietkamp Co. Kunimersdorf (4) .

V ! i Te t t'

Tuighuixen, werkplaatsen, verplegingsin-

l.eger-vredescominissie

Staven, enx. . . . Recapitulatie :

11. Cavalerie III. Artillerie

IV. Pioniers . V. Verbindingsti'oepen VI. Trein

VII Motortroepen VIII Geneesk Dienst

IX. Staven, enz

Totaal Generaal . . .

O f f i c i e r e n .

B 'mca C<u

o

-

1

2

3

3 3

du O '5

_

4

7

3

14

14 14

i e

5.1c a

1 1

1 1

1 1

7 1

7 7

22

1 1 1

22 25

oc

"o M

21

2 23

18

18

7

7

21 4 10 7

3 12

57

23 18 7

57 105

"3 £

C 0

— 2.O CO

84 21 7 17 129

36

4 40

28 3 8 39

7 2 9

7

7

7

7

77 14 32 98 14 14 21 31 16 1

7

325

129 40 39 9 7 7 7 7 325 570

tn C

'5.

378 84 35 1 505

108 18 7 3 136

126 7 15 4 152

28 28

21

28

28

14

69 13 12 35 7 7 12 22 25 1

7

210

505 136 152 28 21 28 28 14 210

H Cca cv

J'3

COca HO

1,

6 5 l i l l l 3 4 147 252 84 126 3 | 31 885

315 72 21 2 410

343 21 39 2 405

42 42

49

56

35

42

2 2

Z

11 11 1

7

34

885 ! 410 405 42 49 56 35 42 34

1543

477 90 28 10 605

504 28 57 15 604

77 2 79

77

91

70

63

181 34 56 147 28 28 39 76 52 2 1

21 . 665

1543 605 604 79 77 91 70 63 665

Officieren van den geneeskundigen- en veterinairen dienst.

hV „ -

2 'B

?• w

l-"

q »S 2

_

l

— i

i

4> £

ö.l

5 '2

2

2

2

*0>

N

"rau va OiK

7

3

10

10

CO 4>

| SS '2

21

21

i

-

1

1

21

1 1 122 |l958 13797 | 1 | 2 | 10 22

M

« £

£ £

£

1 1

18

18

7

7

17

4

4

1 18 7

17 4 47

"u C

'03 ,0n t/5

42 21

63

1 1

14 3 1 18

7 1 8

7

7

7

4

1 2 7

3

13

63 1 18 8 7 7 7 4 13 128

U

aT N

11

l» u

q |

21

- 21

18

es O H

84 21 1 106

36 7 7 1 1 25

37

-- 44

21 3 1 25

7 1 8

7

7

7

58

7 4 14

6

II

21 25

1

37 j 31

106 44 25 8 7 7 7 58 31 83 |!293

j.'

J£ :«

2 . S a S

S

-

1

-

1

1 1

"S "£

5 '2a .£

u £ Ü Üc V

>

_

2

-

2

1 2

S 'c

s|

of

.Ou

O

_

1 1

7

3

3 1 1

15

1

"s

, '«

11

O a>

IK

03 (A

21

21

18

18

7

7

2

2

21 18 7

15 2 16

C3 .S C/2 4,

" 4*

1 1

18

2 20

21 6 1 28

7 7

7

14

2 2

-

4 3

11

1 20 28 7 7 14

11

$-•'c "u

il

** ï) U 4J

q>

"3

03

HO

21

1 22

18 54 7 7

— 3 25

3 3

7 64

28 9 1 38

7

7

21

- S

— 4 7 14

3 6

7

,4

1

10 1 25

3

7

10 41

22 64 38 7 7 21

41 48 | 88 45 |200

Dc

_

-

-

_

6 6

_

6 6

„Unter- veterinare".

-

-

5 5

5

„Oberfeuerweiker, \ Feuerv» erker". '

21 21 42

91 12 10 113

37 42

O n d e r o f f i c i e r e n . .2 '••v v

E .2

11

~

11 27

128

245

42 113

245 50

50

50

'E

C

"u

j

.

-

7

4 11

14 1 15

35

28

8 10 4

1

63

86

11 15 35 28 86

l* * '

" S

.5 sE'SC ,J4

è "s J tiï

IS" i

'u 'S _o

^ P 3

- —

_

2 2

28

3 4

16 12i

21

57

2 28

57 5 |400 | 50 |l75 87

1 1

42

1 2 2

5

1 42

5 48

V

U. tfi

|'S

'i

63

2 65

18

19

21 3 1 25

7 1 8

65 19 25 8

117

„Oberbeschlagmeis- ter, Bescblagmeister, öberfahnenschmie- de, Fahnenschmiede"

63 21 2 86

72 18 7 6 103

56 7 9

J

73

7 7

14

28

2 2 7

3

6

20

86 103 73 7 14 28

20 SI'SË 01

IJ

11

o

63

63

18

18

7

1 8

7 7

7

7

1

1

63 18 8 7 7 7

1 331 I l l l

JÜ

s 1 q

294 63 21 20 398

90 18 7 5 120

70 7 9 4 90

21 1 22

14

28

21

29

J

3 1

3

42 60

398 120 90 22 14 28 21 29 60

L_u S °

« 't

•i ie

•o o

£ | o

1659 294 126 20 2099

360 126 35 11 532

336 35 51 11 433

133 1 134

112

119

126

145

23 1 20 28 14 14 6 30 27 1 4 3

42 213

2099 532 433 134 112 119 126 145 213

5439 1029 420 31 6919

1404 360 126 72 1962

1141 91 156 52 1440

406 9 415

224

427

364

632

133 3 32 77 28 28 9 62 65 7 15 3

1 106 569

6919 1962 1440 415 224 427 364 632 569

g

C

03 Na

s

"03 0

756 8358 1386 609 75 756 10428

216 ' 2178 522 21 196 95 237 2991

84 1813 140 240 12 99 96

77 77

84

70

-

2292

672 13 685

525

714

539

806

1

209 62 62 119 42 42 21 171 131 10 19 15

213 201 - 1317

756 10428 237 2991 96 2292 77 f 685 84 525 70 714 539 806

— 1317

1 Manschappen.

33432 4893 2520 233 41078

9990 1656 854 276 12776

6433 , 665 954 300 8352

2191 32 2153

1554

2401

1918

1994

343 30 234 343 168 168 126 401 358 19 65 8 6 4

2273

41078 12776 8352 2153 1554 2401 1918 1994 2273

Paarden.

4067 252 1252 198 5769

13365 3556 1099 790 18810

5755 343 1512 204 7814

525 13 538

1561

3468

91

827

234 46 112 301 49 77 207 94 203 6 7 13 4 4 31 23 1411

5769 18810 7814 538 1561 3468 91 827 1411 782 13913 12952|l320 |20297 |74499(-"')|40289

Draagdieren.

448 16 464

1 12

112

360

464 112

360

936 (i) Berlijn, Dresdon, Hannover, Maagdenburg, Miinchen, Mnnster (Weatf.), Oppeln, Stettin, Stuttgart. — (2) Breslau, Cüstrin, Glatz, Glogau, Ingolatadt, Koningarjergen, T.öt/ei

Döberitz, Grafenwöhr, Hamraerstein, Köningsbrau, Münsingen, Munster, Neurcanuaer, Ohrdruf en Senne. - - (4) Bovendien liet schietkamp Wünsdorf (zonder eigen personeel) (") Hieronder behooren 19.000 „Obergefreite" en 19.000 „Gefreite".

rioiilmro en T'lni. - - f3) Altengrebow, Arys, technische schietopleiding van don troep.

(6)

W A s >

DUITSCHLAND Schaal l : 4.000.000

•-., ff.' *. ^

' - N ' ' •!

N \/ \

^^Eudwigslua

UrstenwaldeS züllichau

T S J E C H O - S L Ï 3 W A K I J E <-•' Neurenberg

b V e r k l a r i n y der teakens

Regiment inf.

idem cav.

xdem art.

Groepsconiinando D i v i s i e commando Oav. D i v . Co grens t u s s c h e n "Wehrlcreise"

ttmam idem tusschen de Groepsconrmando's

|y W e h r k r e i a I V

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3 Vroeger konden vissers uit Urk zo naar de Waddenzee varen?. Nu

5 Vanaf Curaçao kun je gemakkelijk naar het vasteland van

Een andergenoemd knelpunt in het keuzeproces is het ontbreken van toegankelijke en complete informatie over het aanbod en de kwaliteit daarvan. In het Plan van aanpak

Artikel 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn bepaalt dat voor elk plan of project dat niet direct verband houdt of nodig is voor het beheer van het relevante gebied, maar afzonderlijk of

J dat de kweekschool te Sulo lliet is bezwUlWl.l met het zooveru tijdroovendc theologische onderwijs (1) ; ook niet J dat die school over meer olltlerwijrend

Terhadap padj ak kend.o.raml Udalz... Instc.llr.s i Pec1j

Naar aanleiding van een motie van Kamerlid Jansen (SP) van 3 november 2010 is in de Warmtewet tevens een wijziging doorgevoerd ten aanzien van het privacy regime voor slimme

[r]