• No results found

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS SBO DE DIEKMAAT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS SBO DE DIEKMAAT"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT

PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS

SBO DE DIEKMAAT

School : SBO De Diekmaat

Plaats : Neede

BRIN-nummer : 19WC

Onderzoeksnummer : 79542

Datum schoolbezoek : 4 april 2006 Datum vaststelling : 2 oktober 2006

(2)
(3)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO De Diekmaat - 4-4-2006 3

INHOUDSOPGAVE

1 INLEIDING ... 5

2 KWALITEITSPROFIEL... 7

3 BESCHOUWING ... 11

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT... 13

(4)
(5)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO De Diekmaat - 4-4-2006 5

1 INLEIDING

Het periodiek kwaliteitsonderzoek

Op 4 april 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs SBO De Diekmaat in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de kernindicatoren van een aantal kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005.

Bij dit PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de

onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen.

In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie:

www.onderwijsinspectie.nl.

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alleen de kernindicatoren te onderzoeken maar meer indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest.

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast.

Uw school heeft enkele documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie- activiteiten en schoolontwikkeling betrekking hebben, namelijk:

• verslag zelfanalyse BAS;

• ontwikkelingen schooljaar 2005-2006;

• het technisch leesonderwijs SBO Diekmaat 2005-2006.

Tijdens het schoolbezoek is de uitslag van het oudertevredenheidsonderzoek maart 2006 uitgereikt.

Deze gegevens vormden geen aanleiding om het onderzoek aan te passen.

De opzet van het onderzoek

Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten.

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

(6)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO De Diekmaat - 4-4-2006 6

• Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie- activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de vragenlijst periodiek kwaliteitsonderzoek is bij de analyse betrokken.

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Deze lesbezoeken vonden plaats in een aantal groepen.

Voorafgaand aan het schoolbezoek is een rooster opgesteld, waaruit de inspectie een keus kon maken van te bezoeken groepen.

• Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de kernindicatoren gesprekken gevoerd met de directie en de intern begeleiders.

Op uw school zijn verder gesprekken gevoerd met leerlingen en ouders.

• Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de

kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directie en het team.

De inhoud van het rapport

Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van

toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken.

In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.

(7)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO De Diekmaat - 4-4-2006 7

2 KWALITEITSPROFIEL

Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs.

In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs:

1. draagt niet of nauwelijks bij;

2. draagt onvoldoende bij;

3. draagt voldoende bij;

4. draagt in hoge mate bij;

5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van

leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft.

Het kwaliteitsprofiel van SBO De Diekmaat Kwaliteitszorg

1 2 3 4

1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. l

Leerstofaanbod

1 2 3 4

3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor

rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. l 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en

wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en

met het niveau van leerjaar 8. l

3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar

aan. l

3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van

individuele leerlingen. l

3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

l

Tijd

1 2 3 4

4.1 De school heeft voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde onderwijstijd gepland conform het landelijk gemiddelde

van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. l 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande

onderwijstijd. l

4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en

onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op

de onderwijsbehoeften van leerlingen. l

(8)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO De Diekmaat - 4-4-2006 8 Pedagogisch handelen

1 2 3 4

5.1 De leraren geven de leerlingen positieve persoonlijke

aandacht. l

5.2 De leraren tonen in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen

respect. l

5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle

manier met elkaar omgaan. l

5.4 De leraren bevorderen het zelfvertrouwen van de leerlingen. l 5.5 De leraren maken weloverwogen gebruik van complimenten

en correcties. l

Didactisch handelen

1 2 3 4

6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. l 6.2 De leraren zorgen voor een goede structuur in de

onderwijsactiviteiten. l

6.3 De leraren leggen duidelijk uit. l

6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor

denken en leren. l

6.6 De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en

ontwikkelingsproces. l

Afstemming

1 2 3 4

7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen

systematisch. l

7.2 De leraren analyseren de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het

onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep. l

7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de

verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. l

Actieve en zelfstandige rol leerlingen

1 2 3 4

8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de

onderwijsactiviteiten. l

8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun

ontwikkelingsniveau. l

Sfeer op school

1 2 3 4

9.3 De ouders/verzorgers tonen zich betrokken bij de school door

de activiteiten die de school daartoe onderneemt. l

9.4 De leerlingen en het personeel tonen in gedrag en taal ook

buiten de lessen respect voor elkaar. l

9.5 De leerlingen en het personeel voelen zich aantoonbaar veilig

op school. l

9.7 De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in incidenten die zich

op het gebied van de sociale veiligheid voordoen. l 9.8 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op

preventie van incidenten. l

9.9 De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op

het optreden na incidenten. l

(9)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO De Diekmaat - 4-4-2006 9 Begeleiding

1 2 3 4

10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en

de ontwikkeling van de leerlingen. l

10.3 SBO: De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een

ontwikkelingsperspectief vast. l

10.5 SBO: De school volgt of de leerling zich ontwikkelt conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan

beredeneerde keuzes. l

Zorg

1 2 3 4

11.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig

hebben. l

11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens,

bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. l

11.3 De school voert de zorg planmatig uit. l

11.4 De school gaat de effecten van de zorg na. l

11.5 De school betrekt de ouders/verzorgers van leerlingen bij de

zorg van hun kind. l

11.6 De school waarborgt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerlingniveau

haar eigen kerntaak overschrijden. l

Resultaten

1 2 3 4 5

12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

l

12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op

een niveau dat mag worden verwacht. l

Ontwikkeling van leerlingen

1 2 3 4 5

13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

l

13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. l

(10)
(11)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO De Diekmaat - 4-4-2006 11

3 BESCHOUWING

In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op De Diekmaat te Neede, gemeente Berkelland.

Context

De omstandigheden waarin de school verkeert zijn sinds het laatste inspectiebezoek in november 2004 enigszins gewijzigd. De verbouwing en nieuwbouw hebben het vorige schooljaar invloed gehad op de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs. In april 2005 is het nieuwe schoolgebouw in gebruik genomen. De buitenspeelruimte is nog niet helemaal klaar voor gebruik.

Het leerlingenaantal is stabiel. De ongeveer 230 leerlingen zijn verdeeld over zestien groepen, drie onderbouw-, zeven middenbouw- en zes

bovenbouwgroepen. Na de middenbouw worden de leerlingen verdeeld over drie eindgroepen met een verschillende uitstroom naar het vervolgonderwijs. Er is de laatste jaren sprake van verdichtingsproblematiek; ongeveer 40 leerlingen horen volgens de directie qua problematiek bij cluster III of IV. Het team gaat zich dit jaar verder bekwamen in de aanpak van complexe

gedragsproblematiek.

De Diekmaat is de speciale basisschool voor twee samenwerkingsverbanden, namelijk Haaksbergen en Berkeldal. Deze constructie leidt tot twee knelpunten, namelijk verschil in inzicht over de bekostiging en het nadenken over een nieuwe bestuursvorm. Per samenwerkingsverband is er verschil in

deelnamepercentage. Thans valt De Diekmaat onder het bevoegd gezag van de Stichting OPONOA (Openbaar Onderwijs Noord Oost Achterhoek). Deze

stichting beheert zeventien scholen in de Achterhoek. Met het oog op de herijking van de zorg is het besluit om eventueel een Federatief bestuur te vormen, opgeschort.

Algemene conclusie

Tijdens dit periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) zijn de meeste indicatoren uit het door de inspectie gehanteerde kader van voldoende niveau. Drie

indicatoren zijn als onvoldoende beoordeeld. Dit betreft het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief en het volgen en bijstellen van dit perspectief, alsmede het expliciet geven van onderwijs in strategieën voor denken en leren.

Over de opbrengsten aan het eind en op tussenmomenten is geen oordeel te geven. De Diekmaat heeft zich de laatste jaren in verschillende opzichten ontwikkeld. Met name is er sinds het laatste inspectiebezoek in november 2004 aandacht besteed aan de vernieuwing van het voortgezet technisch lezen.

Toelichting

De kwaliteitszorg is tijdens het jaarlijks onderzoek als voldoende beoordeeld.

Tijdens dit PKO is het planmatig werken aan verbeteractiviteiten als onderdeel van de kwaliteitszorg eveneens als voldoende beoordeeld. Het document

"Ontwikkelingen SBO Diekmaat 2005-2006" bevat in acht paragrafen alle activiteiten voor deze periode. Er is echter geen jaarverslag voorhanden van de vorige periode.

(12)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO De Diekmaat - 4-4-2006 12 De gehanteerde didactische methoden en de geplande onderwijstijd voldoen aan de wettelijke eisen en zijn voldoende afgestemd op de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Tijdens het inspectiebezoek in 2002 is de onderwijstijd als onvoldoende beoordeeld. Door gebruik te maken van een zoemer is de start van de schooltijd duidelijk. Om pedagogische redenen halen alle leerkrachten hun groep om 8.30 uur en na de korte pauze op van het plein. Daardoor gaat weliswaar onderwijstijd verloren, maar het terugdringen van plagen en onrust weegt daar volgens het team ruimschoots tegen op. Het team gaat bij het leerstofaanbod uit van een te bereiken eindniveau van eind groep 8 voor sommige eindgroepen. De lessen kenmerken zich door een voldoende niveau van pedagogisch en didactisch handelen. Het contact tussen leraar en leerling is in alle lessen voldoende. Voor het didactisch handelen geldt dat op één na alle onderdelen als voldoende zijn beoordeeld. Dit betreft de mate waarin het expliciet hanteren van leer- en onderwijsstrategieën is waargenomen. De inspectie beoordeelt bijvoorbeeld de interactie tussen leerlingen onderling en het stellen van denkvragen als onvoldoende. Het team is van mening dat het niet voor alle leerlingen mogelijk is om meerdere strategieën aan te leren. In de groepen is voldoende aandacht voor de afstemming op de relevante verschillen tussen de leerlingen.

De school voert in voldoende mate gericht beleid voor de sociale veiligheid.

Het team heeft in kaart gebracht wat wordt aangeboden in het kader van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Met behulp van de School Innovatie Groep wordt bij ouders, leerlingen en personeel de tevredenheid gepeild. Ook worden de afspraken omtrent veiligheid geborgd in het kader van het BAS-project. Eén van de andere maatregelen betreft het gescheiden pauze houden om onrust te voorkomen. Door de indeling van het plein is het voor de leerlingen duidelijk waar welke spellen zijn toegestaan.

Het team hanteert een samenhangend systeem van instrumenten en procedures om de leerlingen te volgen. De vorderingen van technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen/wiskunde worden bijgehouden in het leervorderingenoverzicht. Het groepshandelingsplan bevat gedeeltelijk concrete doelen. Dit plan is meer een hulpmiddel bij de leerstofplanning voor de

leerkracht.

Het ontwikkelingsperspectief is nog niet voor alle leerlingen vastgelegd. Als proef is voor één leerling een grafiek gemaakt vanaf de start van zijn schoolloopbaan tot aan het eind van zijn schooltijd. De school zal dit ontwikkelingsperspectief voor alle leerlingen gaan bepalen en vastleggen.

Voor de opbrengsten aan het einde van het onderwijs en de tussentijdse resultaten geeft de inspectie geen oordeel wegens het ontbreken van

gegevens. Sinds dit jaar beschikt de school over doelstellingen voor technisch lezen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen doelen voor leerlingen met en zonder specifieke leesproblemen. Er is echter nog geen overzicht beschikbaar van de resultaten. Ook ontbreken criteria voor de plaatsing van leerlingen in de eindgroep die leidt tot praktijkonderwijs, leerwegondersteunend onderwijs of waar nog geen duidelijkheid is over het vervolgonderwijs.

(13)

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek SBO De Diekmaat - 4-4-2006 13

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT

Bij dit PKO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke

voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan.

Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet.

De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement):

De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school kent nog een aantal risico's. In beginsel volgt over twee jaar opnieuw een periodiek

kwaliteitsonderzoek. In het komend jaar vindt een jaarlijks onderzoek plaats.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan