VVE-RAPPORT
DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN
DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE BASISSCHOOL 'T KLÒSTERHÛFKE
Locatie : 't Klòsterhûfke
Brinnummer : 03TH
Plaats : Deest (Druten)
Registratienummer : 3488134
Onderzoeksnummer : 11522
Datum onderzoek : 7 november 2012 Datum vaststelling rapport : 23 januari 2013
1. INLEIDING
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die
onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.
Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Druten. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage.
Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de inspectie:
www.onderwijsinspectie.nl.
De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Druten. Dit rapport wordt, als het definitief is
vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de inspectie:
www.onderwijsinspectie.nl.
Werkwijze onderzoek
't Klòsterhûfke is een van de scholen die bezocht is door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden:
groepsbezoeken
gesprekken met leidsters en/of leerkrachten
gesprekken met ouders
gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie
Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer.
Inhoud rapport
In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:
De voorwaarden van VVE
De ouders
De kwaliteit van de educatie
Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden
Het pedagogisch klimaat
Het educatief handelen
De ontwikkeling, zorg en begeleiding
De kwaliteitszorg
De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig
Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
3. Voldoende
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).
Opbouw van het rapport
Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen
(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de inspectie eveneens worden geduid.
Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.
Groepsinformatie kleutergroepen:
Aantal kleuters in groep a: 30, waarvan 5 doelgroepkleuters.
Aantal kleuters in groep b: 25, waarvan 0 doelgroepkleuters.
2. HET TOTAALBEELD
Basisschool ’t Klòsterhûfke in Deest maakt deel uit van Stichting SPOM, een schoolbestuur, dat sinds 2012 ook de peuterspeelzalen en de VVE-voorzieningen in Druten en omgeving tot haar verantwoordelijkheid rekent.
Het team van 't Klòsterhûfke besteedt ruim aandacht aan het woordenschatonderwijs gedurende alle schooljaren. Bij de warme overdracht naar de basisschool vanuit de inpandige peuterspeelzaal Harlekijn wordt de eventuele taal- en ontwikkelingsachterstand van aanstaande kleuters vanuit het volgsysteem en de observaties van de leidsters besproken.
Harlekijn en 't Klòsterhûfke zijn bezig om samenwerking tot stand te brengen. De samenwerking is nog beperkt; de intentie is om meer dan bijvoorbeeld gemeenschappelijke thema's vast te stellen.
De school werkt vanaf 2005 met het programma Schatkist in de twee kleutergroepen 1/2 en 2/3.
Dit is weliswaar geen officieel VVE-programma maar het voldoet aan alle vereisten, zeker gezien aanvullende materialen als het programma Fonemisch Bewustzijn en Beginnende Gecijferdheid, en het woordenschatprogramma.
De leerkrachten van de onderbouw bekwamen zich, net als de leidsters, in Puk & Ko. Dit vanwege het talige karakter van het programma en het feit, dat daarmee ook de doorgaande lijn tussen peuterspeelzaal en basisschool versterkt kan worden.
Wat de ontwikkelpunten betreft ligt er voor het team van 't Klòsterhûfke met name werk op het gebied van ouderbeleid waaronder het stimuleren van ouderbetrokkenheid, van de omslag van activiteiten uitvoeren naar doelen stellen en daaruit de activiteiten afleiden en planmatig uitvoeren, van de planmatigheid waarmee zorg en begeleiding uitgevoerd wordt en van de samenwerking met de (inpandige) voorschool.
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS
3 Naam gemeente Druten
3.1 Dit betreft een groep 1/2
3.3 Dit betreft een groep 2/3, waarvan 8 groep 2-leerlingen (kleuters).
A0.0 Samenwerking met voor-/vroegschool Ja
A CONDITIES 't Klòsterhûfke
A1 Een integraal VVE-programma
A1.1 Naam/namen van programma(s) Schatkist, Fonemisch Bewustzijn, Ontluikende Gecijferdheid, Puk & Ko (in aanleg)
A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 2 A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten
A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) 3
A3 De school heeft geen dubbele bezetting, maar zet wel in op efficiënt handelen en een goede afwisseling van grote groep, tutorgroepjes en individuele ondersteuning. Naast de zogenoemde gewogen leerlingen kent de school ook zorgleerlingen en soms vallen deze twee categorieën samen. De start met het werken met groepsplannen/handelingsgericht werken wordt door de school als veelbelovend gezien voor het organiseren en verlenen van de juiste zorg en begeleiding aan de leerlingen.
B OUDERS 't Klòsterhûfke
B1 Gericht ouderbeleid 2
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 2
B3 Intake 3
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 2 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor-/vroegschool 2
B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3
B7 Rekening houden met de thuistaal 3
B1-B5 De ouders die de inspectie gesproken heeft zijn tevreden over de school. De goede zorg voor de kinderen wordt vooral genoemd. Twee van de drie ouders merken op dat adviezen voor thuis duidelijker en minder vrijblijvend mogen zijn. Vanuit VVE-oogpunt is het van belang dat ouders zo veel mogelijk gestimuleerd worden om op school én thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen met hun kinderen. Het gaat hierbij vaak juist om die ouders die nu niet aan de activiteiten deelnemen. Om deze ouders wel te bereiken is het van belang om gericht ouderbeleid te formuleren. De vragen die in dit verband betrokken kunnen worden zijn:
Op welke wijze willen wij dat de ouders actief de ontwikkeling van hun kinderen stimuleren?
Welke concrete doelen stellen wij op dit gebied?
Wat voor ouders hebben wij?
Wat zijn hun mogelijkheden en wensen?
Welke activiteiten kunnen wij uitvoeren om onze doelen te bereiken en aan te sluiten bij de ouders? En: hoe gaan wij na of ouders daadwerkelijk de gewenste activiteiten uitvoeren in de thuissituatie? Al bij de intake kan gestart worden met een eerste analyse van de situatie en mogelijkheden van ouders, door tijdens het intakegesprek hier informatie voor te verzamelen.
Binnen Stichting SPOM wordt de noodzaak om ouderbeleid uit te zetten op alle speelzalen
onderkend. Door bovenstaande onderdelen erbij te betrekken en concreet beleid te formuleren kan hier nog een flinke slag geslagen worden.
C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE 't Klòsterhûfke C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
C1.1 Een integraal VVE-programma 3
C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3
C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 3 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2 C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol 3 C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische
gedragsgrenzen
3 C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de
persoonlijke competenties van de kinderen
3 C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal- uitlokkend
3 C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar
afgestemd 3
C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
3 C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen
kinderen
3 C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de
kinderen en verrijken het spelen en werken
3 C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag
(strategieën) bij de kinderen 2
C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief 3 C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
2
C1 Zoals gezegd wordt er in groep 1/2 op ‘t Klòsterhûfke gewerkt volgens het programma Schatkist. Daarnaast wordt er sinds kort met groepsoverzichten en –plannen gewerkt, voor het domein van de ontluikende geletterdheid. Er is nog groei mogelijk in het gebruik maken van de differentiatie die het programma biedt.
C3 Tijdens het vrije spel kunnen de leraren meer actief en educatief inspelen op situaties. Het gaat hier om het bevorderen van interactie tussen de kinderen, het aanpakgedrag (‘hoe lossen we dit op?’) en het gericht bevorderen van het spel door dingen toe te voegen of aan te passen.
Daarbij is voorzichtig sprake van afstemming op subgroepen, maar niet echt van planmatige afstemming op basis van waargenomen verschillen in de ontwikkeling van de peuters.
D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG 't Klòsterhûfke D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep
en het individuele kind 2
D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
3
D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren 3 D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
3
D1.2 De Prietpraatgroep moet zich nog verder ontwikkelen in de begeleiding van individuele kinderen in de groep en/of zichtbare afstemming op de onderwijsbehoeften van individuele kinderen.
D1.4 De specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling beperkt zich momenteel tot de woordenschat. Met de invoering van handelingsgericht werken wordt er door het team echter een inhaalslag gemaakt, om ook de andere ontwikkelings- en leerlijnen te kennen en te hanteren.
D2 Er zijn goede contacten met onder andere het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de GGD en de logopediste. De groepsleraar en/of de intern begeleider (IB’er) van de school ondersteunen de ouders zo nodig bij de aanmelding voor externe zorg. Men weet op ’t Klòsterhûfke welke kinderen externe zorg ontvangen.
Het overzicht van deze leerlingen en hun vorderingen bij de externe hulp kan systematischer samengesteld en toegankelijk gemaakt worden, zodanig dat de afstemming tussen de activiteiten van de school en die van de externen sterker op elkaar afgestemd raken.
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL 't Klòsterhûfke E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3
E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 3 E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de VVE-resultaten van alle kinderen 3 E4 De voor- c.q. vroegschool werkt planmatig aan VVE-verbetermaatregelen 2 E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar VVE-educatie 3 E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE
gekeken
3
E3-E4 Evaluatie van de resultaten van alle kinderen (inclusief de zorgleerlingen) en daarmee ook van de VVE-kinderen vindt regelmatig plaats, via individuele leerling- en groepsplanbesprekingen.
Kanttekening daarbij is dat de ambities/doelen voor VVE op bestuurlijk niveau (in de context van de fusie met SPOM) niet duidelijk geformuleerd zijn. Momenteel is wel duidelijk dat men voor taal hoge ambities heeft. De uitwerking voor de praktijk en dus de richting voor verbeteracties ligt nog niet vast.
F DOORGAANDE LIJN 't Klòsterhûfke
F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 3 F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd 2 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en
vroegschool is op elkaar afgestemd
2 F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd
2 F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar
afgestemd 2
F1-F7 Peuterspeelzaal Harlekijn is inpandig in basisschool ’t Klòsterhûfke. Op het niveau van de leidinggevenden is constructief contact over inhouden en over kinderen. De leidsters en
leerkrachten van de onderbouw vinden elkaar in het vaststellen van gezamenlijke thema’s.
De leidinggevenden hebben in toenemende mate contact om de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschool te verstevigen. Dit is van groot belang omdat bijna alle kinderen van deze
peuterspeelzaal doorstromen naar ‘t Kòsterhûfke.
De verwachting is dat met het gezamenlijke programma Puk & Ko de doorgaande lijn ten aanzien van het pedagogisch handelen, het betrekken van ouders en de zorg en begeleiding op orde gaat komen.
G OPBRENGSTEN VAN VVE 't Klòsterhûfke
G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken 2
G2 De resultaten zijn van voldoende niveau 2
G3 Verlengde kleuterperiode 3
G1-G2 Omdat er op bestuurlijk niveau nog geen eenduidige afspraken zijn gemaakt en vastgelegd over de te bereiken leerresultaten bij VVE, is een beoordeling of de resultaten zijn gerealiseerd niet mogelijk.
De effectmeting van VVE in Deest (Druten) en ook op ’t Klòsterhûfke staat nog in de kinderschoenen
4. VERVOLGAFSPRAKEN
Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.