• No results found

VERFRESTANTEN KRIJGEN EEN TWEEDE LEVEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VERFRESTANTEN KRIJGEN EEN TWEEDE LEVEN"

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Magazine van de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten VVVF #44 september 2017

VIEW: DIANA MARTENS, INSPECTIE SZW 14 INNOVATIE ZIT

IN HET DNA VAN STRIKOLITH 34 DRUKINKT EN VOEDSEL-

CONTACT: HOE GAAN ZIJ SAMEN? 26

(2)

TQC B.V. 2908 LL Capelle a/d IJssel +31(0)10 - 79 00 100 info@tqc.eu

AUTOMATISCHE FILM APPLICATOR

Voor het aanbrengen van een uniforme, reproduceerbare filmlaag.

• Geschikt voor folies en /of glazen, papieren, metalen ondergronden

• Geschikt voor spiraalapplicatoren en / of standaard blok applicatoren

• Intuïtieve bediening

• Vele instel mogelijkheden

WASBAARHEID / SLIJTVASTHEIDTESTER Voor het testen van bijv. coatings, inkten, textiel, hout en plastic op slijtvastheid.

• Voor droge en natte testen

• Test tot vier proefstalen tegelijk

• Dubbele pomp voor simultaantest met twee verschillende testvloeistoffen AUTOMATISCHE CUPPING TESTER

Voor het testen van coatings bij verschillende stadia van deformatie conform ISO 1520.

• Ergonomisch: tester instelbaar naar werkhouding

• Led verlichting instelbaar in kleur en hoek voor optimale beoordeling testplaat

• Deformatie vooraf instelbaar in mm

GLANSMETERS

Voor het meten van mat, zijde- en hoogglans oppervlakten

• Drie modellen: SoloGloss 60°,

Duogloss 20°/60°, Polygloss 20°/60°/85°

• Uniek in stabiliteit en robuustheid

• Geïntegreerde kalibratie standaard

• Voldoet aan alle gangbare normen (muv 45°hoek)

• Incl. Ideal Finish Analysis software

AUTOMATISCHE VISCOSITEITSMETERS Diverse modellen voor het bepalen van de viscositeit in mPa·s, cP, cSt en KU (Krebs Units).

• Volledig automatisch, dus zeer hoge reproduceerbaarheid

• Ook handmatig instelbaar

TQC PRODUCEERT INSTRUMENTEN EN TOEBEHOREN VOOR HET TESTEN VAN ONDER ANDERE

• viscositeit • densiteit

• dekkracht • vloeiing

• lopersvorming • maalfijnheid

• droogtijd • elasticiteit

• slagvastheid • metamerie

• natte laagdikte • adhesie TQC is dé RAL distributeur van Nederland!

N E D E R L A N D S E N I G E FA B R I KA N T

VA N T E S T- E N M E E TA P PA R AT U U R

VO O R D E V E R F I N D US T R I E

(3)

#44/2017 VERF& INKT 3

14

‘VVVF PAKT

BLOOTSTELLING

AAN GEVAARLIJKE STOFFEN GOED OP’

De blootstelling aan gevaarlijke stoffen is het grootste arbeidsrisico in de verf- en drukinkt- industrie. Dat blijkt onder meer uit eerdere inspecties van de Inspectie SZW. “De VVVF en haar achterban pakken het onderwerp echter goed op”, stelt Diana Martens, projectleider gevaarlijke stoffen van de Inspectie SZW.

Samen met gemeenten en maatschappelijke organisaties begon AkzoNobel afgelopen maart een proef voor hergebruik van verf.

Ongebruikte verf komt terecht bij onder andere gezinnen in de bij- stand, buurthuizen en sportclubs. De initiatiefnemers en de VVVF laten weten dat meer verfleveranciers zich bij dit inzamelproject kunnen aansluiten.

22 VERFRESTANTEN KRIJGEN TWEEDE LEVEN

TQC B.V. 2908 LL Capelle a/d IJssel +31(0)10 - 79 00 100 info@tqc.eu Molenbaan 19 Nederland +31(0)10 - 79 00 129 www.tqc.eu

AUTOMATISCHE FILM APPLICATOR

Voor het aanbrengen van een uniforme, reproduceerbare filmlaag.

• Geschikt voor folies en /of glazen, papieren, metalen ondergronden

• Geschikt voor spiraalapplicatoren en / of standaard blok applicatoren

• Intuïtieve bediening

• Vele instel mogelijkheden

WASBAARHEID / SLIJTVASTHEIDTESTER Voor het testen van bijv. coatings, inkten, textiel, hout en plastic op slijtvastheid.

• Voor droge en natte testen

• Test tot vier proefstalen tegelijk

• Dubbele pomp voor simultaantest met twee verschillende testvloeistoffen AUTOMATISCHE CUPPING TESTER

Voor het testen van coatings bij verschillende stadia van deformatie conform ISO 1520.

• Ergonomisch: tester instelbaar naar werkhouding

• Led verlichting instelbaar in kleur en hoek voor optimale beoordeling testplaat

• Deformatie vooraf instelbaar in mm

GLANSMETERS

Voor het meten van mat, zijde- en hoogglans oppervlakten

• Drie modellen: SoloGloss 60°,

Duogloss 20°/60°, Polygloss 20°/60°/85°

• Uniek in stabiliteit en robuustheid

• Geïntegreerde kalibratie standaard

• Voldoet aan alle gangbare normen (muv 45°hoek)

• Incl. Ideal Finish Analysis software

AUTOMATISCHE VISCOSITEITSMETERS Diverse modellen voor het bepalen van de viscositeit in mPa·s, cP, cSt en KU (Krebs Units).

• Volledig automatisch, dus zeer hoge reproduceerbaarheid

• Ook handmatig instelbaar

TQC PRODUCEERT INSTRUMENTEN EN TOEBEHOREN VOOR HET TESTEN VAN ONDER ANDERE

• viscositeit • densiteit

• dekkracht • vloeiing

• lopersvorming • maalfijnheid

• droogtijd • elasticiteit

• slagvastheid • metamerie

• natte laagdikte • adhesie TQC is dé RAL distributeur van Nederland!

N E D E R L A N D S E N I G E FA B R I KA N T

VA N T E S T- E N M E E TA P PA R AT U U R

VO O R D E V E R F I N D US T R I E

(4)

E S K E N S , MO R E T H A N J US T M AC H I N E S …

M I X

G R I N D F I L L

Of u nu verf maakt, inkt of coating… in uw bedrijf gebruikt u ongetwijfeld mengers, dissolvers, een maalmolen, maalparels, afvulmachines en pompen. Bij Eskens Process Solutions kunt u terecht voor advies, nieuwe machines, gereviseerde machines, onderhoud en herstellingen. Neem contact met ons op via info@eskens.com,

+31 172-430181 (NL) of +32 15-451500 (BE)

A L L E S V O O R H E T P R O D U C T I E P R O C E S VA N D E V E R F FA B R I K A N T

www.eskens.com

Onze partners:

(5)

#44/2017 VERF& INKT 5

INHOUD

VEILIGE VOEDSELVERPAKKINGEN WILLEN WE ALLEMAAL

‘NIEUWE LICHTGEWICHT PRODUCTENLIJN O

2

IS ECHTE DOORBRAAK’

OP DE COVER

26

34

Voor voedselverpakkingen geldt boven alles dat die veilig moeten zijn en de gezondheid van de mens niet mogen schaden. Dit heeft ook consequen- ties voor het gebruik van drukinkt. Waarschijnlijk komt er zelfs een aparte Europese verordening voor geprinte voedselcontactmaterialen. De ins en outs op een rij.

Strikolith is sinds de oprichting in 1971 uitgegroeid van een éénmanszaak tot een internationaal opererende fabrikant en leverancier van gevel-, wand- en plafondafwerkingen met vijftig medewerkers. Innovatie zit in het DNA van het bedrijf. “Mooie voorbeelden zijn onze nieuwe afvulrobot en de ontwikkeling van de lichtgewicht productenlijn O2”, zegt Stefan van Strien, directeur Strikolith in Raamsdonksveer.

VOORWOORD GUUS DURAY Regels met ruimte

PROJECT IN BEELD

Keim levert verf voor kunstprojecten

#NWS/SECTOR

Selectie van nieuws en ontwikkelingen in de verf- en drukinktsector

#VERF&INKT/WETGEVING PGS 15 in Activiteitenbesluit

BEROEP IN BEELD

Mark Nieuwpoort leidinggevende inkoop en logistiek Sika Nederland

GASTCOLUMN

Pieter Brekelmans, projectleider productnotificatie NVIC, over nieuwe procedure aanleveren

informatie vergiftigingencentran

#NWS/VVVF

Nieuws en service van de vereniging

PODIUMPAGINA‘S

Bedrijven presenteren nieuwe producten en diensten voor de sector

7 8 11

18 32

37

41 45

De Botlekbrug is onderdeel van een druk knooppunt van spoor-, weg- en vaarver- keer. Sika heeft met verschillende pro- ducten bijgedragen aan de levensduur- verlenging van de nieuwe Botlekbrug.

Vanwege het intensieve gebruik wat de brug te wachten staat zijn ook de eisen ten aanzien van het gebruik en de levensduur bijzonder hoog.

Zowel de boven- als onderzijde van de fiets- en loopbanen werden beschermd met Sika producten.

De bovenzijde werd behandeld met het hoog-

waardige slijtlaagsysteem SikaCor Elastomastic TF. De onderzijde en het bedieningshuis werden voorzien van het SikaCor EG systeem.

Beide systemen zijn goedgekeurd volgens de Duitse richtlijn TL/TP-KOR Stahlbauten waarin ook de bijzonder lange levensduurverwachting van 25 jaar wordt bevestigd.

Magazine v an de Vereniging van Verf- en Dr

ukinktf abrikanten VVVF

#44

september 20

17

VERFRES

TANTEN KRIJGEN EEN TWEEDE LEVEN

22 INTER- VIEW: DIANA MAR

TENS, INSPECTIE SZW 1 4 INNOVATIE ZIT IN HET DNA

VAN STRIK

OLITH 34 DRUKINKT EN VOEDSEL- CONTACT: HOE GAAN ZIJ S

AMEN?

26

(6)

Mus Verpakkingen BV | Herfordstraat 9 | 7418 EX | NL - Deventer T +31 (0)570 629 229 | info@musverpakkingen.nl | www.musverpakkingen.nl

Mus Verpakkingen

Blik bepalend ImCare ®

optimale bescherming

bodem, ring en deksel

RL en TT sluitingen

3-delig

premium uitstraling

offset bedrukking

zelfklevend etiket met draaghengsel

100% recyclebaar

van 125 ml t/m 4 liter

(7)

#44/2017 VERF& INKT 7

VOORWOORD

GUUS DURAY, voorzitter VVVF

REGELS MET

RUIMTE

te verstrekken bij de ontwikkeling van wet- en regel- geving. Anderzijds door bedrijven te ondersteunen bij de implementatie ervan. Wij bieden leden de helpende hand via praktische hulpmiddelen, informatiebladen en onze helpdesk.

De internationale markt van onze industrietak is niet een strak omlijnd kader, integendeel, daar zit volop dynamiek. Als de marktsituatie verandert en de wet- en regelgeving niet (snel genoeg) meebeweegt, gaat dat wringen. Het is daarom cruciaal dat wetgeving ruimte biedt voor nieuwe ontwikkelingen. Bedrijven hebben dan de kans te vernieuwen zonder tegen muren van regels op te lopen. Dat is geen luxe, dat is noodzaak.

Bedrijven moeten op de internationale dynamiek kunnen reageren, zowel in hun bedrijfsvoering, marktbenadering als innovaties. Dat komt niet alleen de veerkracht van individuele bedrijven ten goede, maar ook de innovatie- ve kracht van onze hele industrie.

REGELTJES, DAAR ZITTEN WE VAAK NIET OP TE WACHTEN.

Als kind al niet, als je wordt verteld hoe laat je thuis moet komen.

Als student niet als je een opdracht volgens de regels van je leraar in moet leveren. En later op je werk zijn er weer regels waar je je aan moet houden.

Desondanks hebben regels ook een heel nuttige kant. Door regels weten we van elkaar waar we aan toe zijn, het geeft een kader.

Het zou bijvoorbeeld een chaos worden als we de regel loslaten dat we in Nederland met de auto rechts van de weg rijden.

Voor ons als industrie gelden er ook regels, vastgelegd in wet- en regelgeving, wat voor de VVVF een belangrijk thema is. Veel regelgeving komt uit Brussel, maar de input uit de lidstaten is nog steeds onontbeerlijk. Bovendien ligt de controle op naleving van wet- en regelgeving bij de lidstaten zelf. Daarom zitten wij met ministeries en inspecties aan tafel. De VVVF is bijzonder actief op wet- en regelgeving voor de achterban. Enerzijds door informatie

(8)

Keim Nederland heeft de verf geleverd voor een schildering op de wanden van de doorgang onder de spoorlijn Haarlem-Beverwijk.

Het is een kunstwerk van Roland Schimmel dat werd uitgevoerd door Van Iwaarden Artwork. De onderdoorgang is sinds begin april van dit jaar omgetoverd tot een scherm waar busreizigers op het nieuwe tracé HOV Velsen een film van kleurvlakken kunnen zien.

Keim Nederland leverde eerder ook de verf voor kunstprojecten in de Kostverloren- en Marstunnel in Zutphen. Deze projecten wer- den ontworpen door lichtkunstenaar Herman Kuijer. Het kunst- werk in de Marstunnel trok bovendien internationaal de aandacht in een wereldwijde reclamecampagne van Apple voor de iPho- ne6 . Een Nederlandse Iphone-bezitter maakte een foto van de Marstunnel die vervolgens door Apple werd uitgekozen voor de reclamecampagne. Hierdoor was de tunnel met de verf van Keim onder meer te zien op billboards in tien landen, waaronder China, Engeland, Zuid-Korea en de Verenigde Staten.

KEIM LEVERT VERF VOOR KUNSTPROJECTEN

FOTO: JANNES LINDERS

(9)
(10)

Stoomloggerweg 1 - 3133KT Vlaardingen T 010 4601544 - info@eandr.nl - www.eandr.nl

Processing Equipment for Coatings & Ink Industry

E & R B.V.

• Mixing

• Dispersing

• Grinding

• Sieving

• Filling

• All types of grinding media available from stock

• Mixing

• Dispersing

• Grinding

• Sieving

• Filling

• All types of grinding media available from stock

· Verf · Drukinkt

Zowel standaard potten als speciaalverpakkingen.

Kom voor informatie en voorbeelden van 7 t/m 9 oktober naar naar onze stand 8408 op de Eurofinish 09 in Gent of kijk op www.bema.nl .

Deltastraat 14, Tel. +31 111 418807 4301 RC Zierikzee info@bema.nl Zowel standaard potten als nagenoeg restloos leegbare speciaalverpakkingen.

Voor meer informatie en voorbeelden kijk op www.bema.nl

(11)

#44/2017 VERF& INKT 11

NWS/SECTOR

AKZONOBEL LEVERT COATINGS EN LAKKEN VOOR VOLVO OCEAN RACEBOTEN

AkzoNobel levert alle coatings en lakken voor de 2017-2018 editie van de Volvo Ocean Race.

Alle boten die in de komende editie meedoen, worden gecoat met producten uit het assorti- ment van International en Awl- grip - afkomstig uit AkzoNobel

‘s fabrieken in Sassenheim en Wapenveld. De race begint 22 oktober in Alicante en eindigt in juni 2018 in Den Haag.

De vloot - waaronder team Ak- zoNobel ‘s gloednieuwe Volvo Ocean 65-raceboot - heeft een uitgebreide refit gehad en is gecoat met producten van het Awlgrip-merk. De kiel van iedere boot wordt beschermd door coatings van International.

Voor elk team in de race zijn unieke kleuren ontwikkeld. Ook alle coatings die nodig zijn voor

reparatie en onderhoud in de zogenoemde stop-over havens worden door AkzoNobel gele- verd, inclusief de technische ondersteuning en toezicht op een juist gebruik van de coa- tings tijdens de pit-stops.

www.akzonobel.com

MVO NEDERLAND EN TNO LANCEREN DUUR- ZAAMHEIDSSCAN

MVO Nederland en TNO hebben 22 juni in Utrecht de Sustainability Hotspot Scan gelanceerd. Hiermee krijgen

mkb-bedrijven binnen een dag onder meer inzicht in de mili- eu- en sociale impact van hun producten. Daarnaast helpt de scan ze vooral om te prioriteren voor verdere verduurzaming.

Baril Coatings is mede-initiatief- nemer van het project omdat het bedrijf de duurzaamheidsas- pecten van de processen en de producten graag onderbouwd wil zien, stelt Joost Broeders, technisch directeur van de verfproducent. Een team van zo’n 15 personen (van diverse ministeries, instituten, belan- genverenigingen en mkb-ers) beoordeelde op 12 mei de testversie van de duurzaam- heidsscan. Eerste conclusie:

informatie boven tafel krijgen is niet makkelijk, maar loont:

duurzaamheid en transparantie kunnen niet zonder elkaar.

www.mvonederland.nl

VALSPAR WINT VERPAKKINGSPRIJS

Valspar heeft tijdens de recen- te Metpack, de internationale vakbeurs voor metalen verpak- kingen in Essen, de Bronzen Innovatie Award ontvangen.

Het Amerikaanse bedrijf kreeg de prijs voor de nieuwe serie coatings valPure V70 non-BPA Epoxy. Deze coatings bevat- ten, in tegenstelling tot epoxy coatings, geen bisfenol A (BPA), waarvan het gebruik is onderworpen aan veiligheids- voorschriften. Producten uit de valPure-reeks zijn daarom gebaseerd op een epoxy hars platform die niet met behulp van BPA is vervaardigd.

www.valspar.com

DSM ONTWIKKELT ZAND- WERENDE COATING VOOR ZONNEPANELEN

DSM heeft een zandwerende coating voor zonnepanelen ontwikkeld. Hierdoor leveren zonnepanelen volgens het con- cern drie tot vier procent meer rendement op. In een interview in het Financieele Dagblad zegt Rob van Leen, directeur innova- tie bij DSM, dat zonneparken in woestijngebieden van Dubai tot Marokko potentiële klanten voor de nieuwe coating zijn. De coa- ting is volgens hem ook minder kwetsbaar. “Hij wordt in tegen- stelling tot de producten van onze concurrenten onderdeel van het glas via een bakproces in de oven’, aldus Van Leen.

(12)

DSM maakt zijn coatings voor zonnepanelen in Nederland, maar verkoopt ze grotendeels in China. China is de grootste producent van zonnepanelen ter wereld.

www.dsm.com

NIEUWE TRENDS IN GECONSOLIDEERDE LAK- PROCESSEN

Axalta Coating Systems open- de 28 juni de jaarlijkse DFO European Automotive Coating conferentie in het Duitse Braun- schweig. Sven Radek, Applica- tion Technology Manager voor Axalta Coating Systems Europa, het Midden-Oosten en Afrika (EMEA) sprak onder meer over Axalta’s keuze voor Harmonised Coating Technologies. Harmoni- sed Coating Technologies is een gamma van laktoepassingspro- cessen dat primers, basislakken en vernissen integreert waar- door deze processen kunnen zorgen voor besparingen in de toepassingskosten en het gebruik van materialen. Tegelij- kertijd zorgen ze volgens Axalta Coating Systems voor een ver- mindering van de ecologische voetafdruk van de fabrikanten van original equipment manufac- turers (OEM’s).

“Axalta’s Harmonized Coating Technologies brengen alle lakprocessen in de OEM-sector samen, waardoor het mogelijk wordt om uitstekende resul- taten te bekomen met slechts twee ovens, zonder primertoe- passingen of schuurbeurten.

Dit zorgt uiteraard voor een aanzienlijke tijdswinst bij de

autoconstructeurs maar ook een besparing van energie, arbeid, ruimte en materiaal,” aldus Sven Radek die eraan toevoegde dat tegen 2018, 20 procent van alle auto’s waarschijnlijk zal worden gelakt via geconsolideerde processen. Het conventionele proces dat wordt gebruikt voor watergebaseerde lakken, vergt immers de toepassing van vier laklagen en de passage langs drie uithardingsovens en een tussendroger, stelt Axalta Coa- ting Systems.

www.axalta.com

MARI DE MEIJER NIEUWE DIRECTEUR TEKNOS DRYWOOD

Mari de Meijer is per 1 juli 2017 Gerrit Westera opgevolgd als directeur van Teknos Drywood in Enschede. Na de verkoop van Drywood Coatings aan het Finse bedrijf Teknos in 2016 gaf Westera leiding aan de over- dracht. Nu deze grotendeels is afgerond, heeft Westera beslo- ten om terug te treden.

De Meijer heeft meer dan 25 jaar ervaring in de coatingindus- trie. Zo was hij verantwoordelijk voor product-, technologie-, en bedrijfsontwikkeling, innova- ties en meest recentelijk voor R&D-activiteiten bij Teknos Drywood.

De nieuwe directeur verheugt

zich erop om na vele jaren bij Drywood Coatings werkzaam te zijn geweest nu de eindverant- woordelijkheid te dragen voor het functioneren van Teknos Drywood. Hij ziet de toekomst van het bedrijf positief tege- moet, mede door de overname van het Zwitserse Feyco Treffert door Teknos in april van dit jaar.

“Beide bedrijven vormen een uitstekende match. Teknos Drywood is immers vooral sterk in de ontwikkeling van watergedragen verven, beitsen en lakken voor de bescherming van exterieur hout, terwijl Feyco Treffert een sterke positie heeft opgebouwd voor interieur hout.”

www.teknos.com

PPG INTRODUCEERT VITALITEITSPLAN

PPG heeft een Vitaliteitsplan gelanceerd om ervoor te zorgen dat werknemers ook op oudere leeftijd fit en vitaal aan het werk kunnen blijven.

Human Resources heeft een aantal afdelingen uitgenodigd om mee te denken over de thema’s gezondheid, welzijn en veiligheid (de drie belangrijke pijlers als het gaat om duurzame inzetbaarheid). Dat heeft dit jaar onder meer geleid tot de PPG Fitwijzer. Hierin worden alle interventies die er beschikbaar zijn, in samenwerking met de arbodienst en de zorgverzeke- raar voor de PPG-medewerkers opgesomd en beschreven. Zo kunnen de werknemers onder meer een korting krijgen op het sportschoolabonnement, een

workshop stoppen met roken volgen, maar ook van loop- baan-coaching of schuldhulpver- lening gebruikmaken.

Meer informatie: zie ledennet

ANKER STUY PAKT TRAPPEN UNIVERSITY OF YORK AAN

Diverse trappen van de universi- teit van York zijn in juni voorzien van een nieuw verfsysteem van Anker Stuy. De universiteit zocht een kras- en slijtvast sys- teem omdat veel mensen van de trappen gebruikmaken. In samenwerking met de Engelse importeur van Anker Stuy, Migh- ton Products, werd Ankocryl Interieur Vulgrond en Ankocryl Interieurlak PU aangeboden.

Ankocryl Interieur Vulgrond ken- merkt zich onder meer door de goede vulling, snelle droging en uitstekende hechting. Ankocryl Interieurlak PU beschikt volgens Anker Stuy onder meer over een goede elasticiteit en een goede kras- en slijtvastheid.

www.ankerstuy.nl

(13)

#44/2017 VERF& INKT 13

HEMPEL LEVERT VERF VOOR ZUTPHENSE SPOORBRUG

Hempel (voorheen Schaepman) heeft de verf geleverd voor de spoorbrug over de IJssel bij Zutphen. Hier liggen twee stalen bruggen naast elkaar. De ene brug (voorheen oranje) is voor het wegverkeer, de andere voor het spoor. Beide bruggen horen bij de aanblik van Zutp- hen en krijgen bij deze flinke schilderbeurt dezelfde kleur, namelijk ‘Zutphens blauw.’ Om deze kleur te bepalen, zijn eerst diverse proefvlakken met tinten

blauw aangebracht. Vervolgens heeft een commissie van de gemeente Zutphen RAL kleur 7031 uitgekozen als ‘Zutphens blauw.’

Eind mei zijn zo’n veertig schil- ders in opdracht van ProRail begonnen om de onder- en bui- tenkant van de spoorbrug met kwast- en rolapplicatie opnieuw in de verf te zetten. Inmiddels zijn de schilders vanaf hoogwer-

kers met de bovenkant gestart.

“Ze werken in ploegendiensten van 6.00 tot 22.00 om de strem- ming van het treinverkeer zo kort mogelijk te houden”, zegt Gerjo Ballast, verftechnisch adviseur en inspecteur bij Hempel. “Ge- durende de nacht kan de verf, in totaal 2200 liter, drogen.”

www.hempel.nl

HITTEWERENDE COATING VOORKOMT GROTE BRAND LPG-TANKWAGEN

Een hittewerende coating op een lpg-tankwagen die in juli in

brand vloog op de A27 heeft er- voor gezorgd dat de brandweer het vuur zonder ontplofffing kon blussen. Dat stelt brancheorga- nisatie Beta in een persbericht op de site naar aanleiding van het incident. Door de aange- brachte hittewerende coating op de tankauto is een Bleve (boiling liquid expanding vapour explosi- on) met 75 minuten vertraagd.

Daardoor was de hulpverlening in staat om op tijd aanwezig te zijn om de brand te blussen en explosies te voorkomen.

www.beta-tankstations.nl

ALTIJD EN OVERAL OP DE HOOGTE BLIJVEN?

Dat kan!

Neem een abonnement op onze nieuwsbrief Verf&Inkt Netwerk.

Meld je aan via www.vvvf.nl

(14)

DIANA MARTENS,

PROJECTLEIDER GEVAARLIJKE

STOFFEN INSPECTIE SZW

(15)

#44/2017 VERF& INKT 15

‘VVVF PAKT

BLOOTSTELLING AAN GEVAARLIJKE STOFFEN GOED OP’

WAT VINDT DE INSPECTIE SZW VAN DE MANIER WAAROP DE BEDRIJVEN DE BLOOTSTELLING PROBEREN TE BEPERKEN?

“De VVVF en haar achterban pakken het onderwerp goed op. Een mooi voorbeeld is de manier waarop de brancheorganisatie de dialoog met eindgebruikers, zoals schilders, aangaat om gezond- heidsrisico’s te voorkomen. Er zijn ook brancheverenigingen die het onderwerp uitsluitend aan de leden overlaten. De VVVF staat er open voor om issues te bespreken en gezamenlijk met andere brancheorganisaties en de overheid naar oplossingen te zoeken.”

KUNT U DAAR EEN VOORBEELD VAN GEVEN?

“Tussen augustus 2016 en mei 2017 bezochten inspecteurs van SZW onder meer schildersbedrijven om de kwaliteit van de veilig- heidsinformatiebladen te onderzoeken. Uit de resultaten bleek dat deze VIB’s soms niet of niet volledig aanwezig waren. Ook was niet altijd even duidelijk omschreven welke veiligheidsmaatregelen schilders moeten nemen, zoals het gebruik van handschoenen.

De VVVF heeft het onderwerp met OnderhoudNL opgepakt en de keten voorzien van informatie. OnderhoudNL werkt nu aan hand- schoenvoorschriften waar schilders goed mee kunnen werken.”

SCHILDERS HEBBEN VAAK MOEITE OM DE INGEWIKKELDE INFORMATIE UIT DE VIB’S TE BEGRIJPEN EN TOE TE PASSEN.

HOE KAN DAT WORDEN VERBETERD?

“Het voorbeeld illustreert voor mij nog maar eens dat er ook in Eu- ropees verband meer aandacht moeten komen voor de bruikbaar- heid van de VIB’s. Daarom juich ik de ontwikkeling van betrouwba- re instructies voor het veilig gebruik van mengsels, de zogeheten safe use of mixtures information, alleen maar toe. De bruikbaarheid en toepasbaarheid van de informatie die fabrikanten doorgeven aan de rest van de keten, is immers essentieel om gezondheidsrisico’s te voorkomen.”

“Daarom ben ik ook positief over het VeiligmetVerf-project. Hierin werkt de VVVF samen met de Vereniging van Verfgroothandelaren De verf- en drukinktindustrie maakt producten die bijdragen aan de

bescherming en verfraaiing van essentiële objecten in de maatschap- pij. Zij gebruikt hiervoor een scala aan chemische stoffen die gevaarlijk kunnen zijn. Het gaat daarbij volgens de Inspectie SZW onder meer om oplosmiddelen, bindmiddelen waar medewerkers allergisch op kunnen reageren, verharders (waaronder epoxies en isocyanaten), lood-, nikkel- of chromaathoudende pigmenten en hulpstoffen die huidirritatie kunnen veroorzaken.

De afgelopen tien jaar is de verf- en drukinktindustrie steeds minder van deze stoffen gaan gebruiken. Dat komt zowel door bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen als door strengere wet- en regelgeving. Ook komt er door REACH, de Europese wet- en regelge- ving op stoffengebied, steeds meer kennis over stoffen beschikbaar.

Dat leidt ertoe dat ondernemingen overschakelen op minder gevaarlij- ke alternatieven.

“Tegelijkertijd blijft overschakelen een ingewikkelde opgave”, zegt Diana Martens, projectleider gevaarlijke stoffen van de Inspectie SZW. “De uiteindelijke producten moeten namelijk wel over de juiste en werkbare eigenschappen beschikken. En in sommige gevallen zijn er nu eenmaal nog geen alternatieven beschikbaar.”

WAT KUNNEN VERF- EN DRUKINKTPRODUCENTEN DOEN OM DE BLOOTSTELLING VAN MEDEWERKERS AAN GEVAARLIJKE STOFFEN ZOVEEL MOGELIJK TE BEPERKEN?

“Ondernemingen kunnen via de zelfinspectietool van SZW chec- ken of zij aan de wet- en regelgeving voldoen. Hiervoor moeten ze vier stappen doorlopen: inventariseren, beoordelen, nemen van maatregelen en borging. Blootstelling aan gevaarlijke stoffen komt niet alleen voor op reguliere plekken in het productieproces, zoals verfmengkuipen. Vooral bij afwijkende situaties, zoals een lekkage of onderhoudswerkzaamheden, neemt de kans op blootstelling toe. Hiervoor gebruiken bedrijven modellen of voeren ze metingen uit. Maar vooral als bij het gebruik meerdere stoffen tegelijkertijd kunnen vrijkomen, is het lastig om te meten. Dan grijpen bedrijven op modellen terug.”

De blootstelling aan gevaarlijke stoffen is het grootste arbeidsrisico in de verf- en drukinktindustrie. Dat blijkt onder meer uit eerdere inspecties van de Inspectie SZW.

“De VVVF en haar achterban pakken het onderwerp echter goed op”, stelt Diana Martens, projectleider gevaarlijke stoffen van de Inspectie SZW.

TEKST: ADRIAAN VAN HOOIJDONK

(16)

en OnderhoudNL aan een betere verspreiding van informatie en kennis binnen de keten van verfproducenten, groothandelaren en schilders. Daarnaast is het van belang dat werknemers in de sector en eindgebruikers zich afvragen of ze wel gezond bezig zijn. Ook zij hebben immers een eigen verantwoordelijkheid om zich goed te beschermen tijdens het werken met verf.”

De Inspectie SZW startte in mei van dit jaar een inspectiepro- ject voor bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken. Wat is de insteek van dit project?

“Wij hebben zes experts vrijgemaakt die tot het einde van het jaar onder meer bedrijven in de verf- en drukinktsector bezoeken. De focus ligt hierbij op bedrijven die met CRM-stoffen werken. Dit zijn stoffen die volgens Europese normen geclassificeerd zijn als carcinogeen, reprotoxisch of mutageen. Wij kiezen de bedrijven uit op basis van het gebruik van CRM-stoffen die de meeste gezond- heidsrisico’s met zich meenemen, zoals benzeen, formaldehyde en acrylaat.”

WAT GAAN DE INSPECTEURS CONTROLEREN?

“De inspecteurs kijken eerst of bedrijven de blootstelling zoveel mogelijk beheersen volgens het 4-stappenmodel. En daarnaast of de blootstelling wordt voorkomen volgens de arbeidshygiënische strategie STOP (in volgorde van belang: substitutie, technische maatregelen, operationele maatregelen en persoonlijke bescher- ming red.) Bedrijven moeten duidelijk kunnen aantonen waarom ze hun CRM-stoffen niet kunnen vervangen én laten zien dat ze serieus zoeken naar een alternatief. De inspecteurs baseren hun beoordeling op de laatste wetenschappelijke inzichten over CRM-stoffen. “

VERVANGING VAN GEVAARLIJKE STOFFEN IS NIET ALTIJD MOGELIJK EN KOST VAAK VEEL TIJD EN GELD. HOE KUNNEN BEDRIJVEN HIER HET BESTE MEE OMGAAN?

“Vervanging is zeker niet gemakkelijk. Daarom is het ook verstan- dig om samen met de leverancier van grondstoffen te bekijken wat wél mogelijk is. Als vervanging niet mogelijk is, kan men kijken naar technische mogelijkheden. De beste manier is om met geslo- ten systemen te werken. Hierbij komen gevaarlijke stoffen niet in contact met de buitenlucht, en dus ook niet met de medewerkers.

De nieuwste verffabrieken beschikken vaak over dergelijke syste- men. Verffabrieken die niet met gesloten systemen werken, kun- nen afzuiging plaatsen en andere technische maatregelen nemen om blootstelling te voorkomen. Pas als laatste stap zet je persoon- lijke beschermingsmiddelen in, zoals maskers en handschoenen.”

GRENSWAARDEN ZIJN DE MAXIMAAL TOEGESTANE CONCENTRATIE (S) VAN EEN STOF OP DE WERKPLEK.

HOE KUNNEN VERFBEDRIJVEN DEZE ZELF VASTSTELLEN ALS EXACTE CIJFERS ONTBREKEN?

“Er is veel informatie uit wetenschappelijke literatuur beschik- baar, maar het is inderdaad lastig om de gegevens boven water te krijgen. Bedrijven kunnen daarom gebruikmaken van een leidraad van werkgevers en werknemers in de SER. In deze leidraad staan grenswaarden van een groot aantal stoffen. Ook raad ik aan om op sites van het Europees Chemicaliënagentschap (ECHA) en de

DIANA MARTENS

Diana Martens heeft een achtergrond in het laboratorium (analytische chemie), procestech- nologie, kwaliteit, veiligheid en milieu. Voordat zij in 2002 bij de Inspectie SZW als specialist Chemische Veiligheid aan de slag ging, werkte ze ongeveer twintig jaar in de proceschemie bij AkzoNobel en Budel Zink. Vanaf 2007 is Martens werkzaam als projectleider en voert ze voornamelijk projecten uit die gericht zijn op de chemische sector of chemische onderwerpen.

In 2011 startte zij als projectleider blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Tegenwoordig is Mar- tens projectleider binnen het programma Be- drijven met Gevaarlijke Stoffen. Het programma richt zich op blootstelling aan gevaarlijke stoffen en procesveiligheid. Doel van het programma is het verminderen van gezondheidseffecten van blootstelling aan gevaarlijke stoffen en het ver- minderen van ongevallen met gevaarlijke stoffen (Road to Zero). In haar privéleven werkt Martens als freelance florist en maakt ze florale creaties.

Recent behaalde zij een master op dit gebied.

Duitse arbeidsinspectie (BAUA, Gestis) te kijken. Daarnaast is het voor downstream-users goed om informatie uit te wisselen met leveranciers en afnemers. Vooral leveranciers en fabrikanten moeten veel informatie over stoffen hebben. Dat is het voordeel van REACH. Zij moeten deze informatie aan de afnemer verstrek- ken. Verder kunnen bedrijven deskundigen, zoals toxicologen en arbeidshygiënisten, inhuren om de grenswaarden vast te stellen.”

HEEFT U NOG ANDERE ADVIEZEN VOOR BEDRIJVEN UIT DE SECTOR?

“Het is natuurlijk altijd goed om binnen de branche te kijken hoe andere bedrijven het doen. Maar ik raad ondernemingen aan om hun blik ook te verbreden en naar andere branches te kijken. Soms hoef je het wiel niet zelf uit te vinden. Een mooi voorbeeld vind ik het Veiligheid Voorop-programma, waaraan de VVVF ook deel- neemt. Hierbij wisselen BRZO-bedrijven uit verschillende sectoren informatie over veiligheidsonderwerpen en goede praktijken met elkaar uit. Het lijkt mij interessant om hier ook arbeidshygiënisten bij te betrekken. Zo wordt niet alleen de veiligheid, maar ook de gezondheid vooropgesteld. Verder adviseer ik bedrijven te kijken op de site www.inspectiefocus.nl. Hier staat beschreven hoe andere sectoren met gevaarlijke stoffen omgaan.”

(17)

#44/2017 VERF& INKT 17

‘HET IS VAN BELANG DAT WERKNEMERS IN DE SECTOR EN

EINDGEBRUIKERS ZICH AFVRAGEN OF ZE WEL GEZOND BEZIG ZIJN.’

‘IK RAAD ONDERNE- MINGEN AAN OM HUN BLIK TE VER- BREDEN EN NAAR ANDERE BRANCHES TE KIJKEN’

‘PAS ALS LAATSTE STAP

ZET JE PERSOONLIJKE

BESCHERMINGSMIDDELEN

IN, ZOALS MASKERS EN

HANDSCHOENEN.’

(18)

TEKST: ADRIAAN VAN HOOIJDONK FOTO: GETTY IMAGES

(19)

#44/2017 VERF& INKT 19

NIEUWE ONTWIKKELINGEN VOOR OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

PGS 15 IN

ACTIVITEITEN- BESLUIT

eisen waaraan een opslag voor gevaarlijke stoffen moet voldoen.

Dus ook bij de opslag van gevaarlijke stoffen binnen de verf- en drukinktindustrie.

De Jong wijst erop dat veel verven op basis van de viscositeitsrege- ling niet onder het ADR vallen. “Wanneer een verfbedrijf bijvoorbeeld vijfduizend kilo verf heeft opgeslagen, die het ADR niet classificeert als gevaarlijke stof, zijn de PGS 15 regels niet van toepassing. Het bevoegd gezag kan dus géén PGS 15 eisen aan de opslag stellen”, legt hij uit. “Wanneer een bedrijf in dezelfde ruimte driehonderd kilo met gevaarlijke stoffen opslaat die wél onder het ADR vallen, valt de gehele ruimte wel onder de PGS 15 regels. Dan moeten de risico’s van alle stoffen in die ruimte worden meegenomen bij de bepaling van de eisen waaraan de opslag volgens PGS 15 moet voldoen.”

Verder wijst De Jong op het verschil aan eisen voor opslagen met gevaarlijke stoffen tot en met tien ton en boven de tien ton. Bij op- slagen groter dan tien ton zijn strengere eisen van toepassing.

Verf- en drukinktbedrijven moeten dus goed opletten waar ze precies hun gevaarlijke stoffen opslaan en of ze al dan niet onder het ADR vallen. “Het kan dus raadzaam zijn om ADR-stoffen over klei- nere opslagen, zoals kluis- of brandveiligheidskasten, te verdelen”, adviseert De Jong.

Beschermingsniveaus

Voor de verf- en drukinktindustrie zijn drie wijzigingen in de herziene PGS 15 het meest relevant. De eerste wijziging is dat bescherming- sniveau 2 is vervallen. Er is gekozen voor een nieuw bescherming- sniveau 2a. Het uitgangspunt is dat een bedrijf een brand niet meer hoeft te (laten) blussen, maar gecontroleerd kan laten uitbranden.

De herziene richtlijn PGS 15 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15) verscheen in oktober vorig jaar. De wijzigingen zijn tot stand geko- men na twee jaar intensief overleg tussen vertegenwoordigers van de overheid en het bedrijfsleven. De herziene versie houdt volgens de betrokkenen meer rekening met praktijksituaties en kijkt ook meer naar de risico’s van de opslag van gevaarlijke stoffen. Hoewel het proces bijna een jaar geleden is afgerond, is er inmiddels weer een nieuwe versie in de maak.

PGS 15 is ingewikkelde materie en voer voor specialisten. Daarom organiseerde de VVVF in juni een bijeenkomst voor haar leden waar sprekers de belangrijkste wijzigingen in de richtlijn behandelden.

De PGS-documenten, waaronder ook PGS 15, worden gezien als best beschikbare techniek-documenten. De overheid zal voor vergunningplichtige bedrijven overigens bij de herziening van de vergunning streven naar voorschriften op basis van de laatste op dat moment geldige versie van PGS 15.

Maar wat is volgens PGS 15 nu precies een gevaarlijke stof? En wat betekent dit voor verf- en drukinktbedrijven die met deze stoffen werken? Dave de Jong, EHS-adviseur van PPG en lid van de VVVF Expertgroep Productielocatie, benadrukt dat het ADR (het pan-Euro- pese verdrag voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg) leidend is voor de indeling van gevaarlijke stoffen.

Viscositeitsregeling

Het ADR wordt gebruikt voor de aanduiding van gevaren van gevaar- lijke stoffen bij het transport over de weg. Hierbij gaat het bijvoor- beeld om ontvlambaarheid, giftigheid of milieugevaar. Dezelfde ADR-classificatie van stoffen wordt ook gebruikt bij het bepalen van

De wetgever wil de geactualiseerde PGS 15 2016, de richtlijn voor de opslag van gevaarlijke stoffen, vanaf 1 oktober dit jaar in het Activiteitenbesluit opnemen. Hierdoor is PGS 15 rechtstreeks werken- de wet- en regelgeving voor niet-vergunningplichtige bedrijven, zoals bijvoorbeeld verkooppunten.

Dat heeft gevolgen voor de verf- en drukinktindustrie, weet Dave de Jong, EHS-adviseur van PPG

en tevens lid van de VVVF Expertgroep Productielocatie.

(20)

Beschermingsniveau 2a bevat dus geen eisen meer voor bluswateropvang. Een bedrijf met een opslag met bescher- mingsniveau 2 moet nagaan onder welk beschermingsniveau het nu valt en of het eraan kan voldoen. Bij een herziening van de vergunning kunnen de actuele eisen uit PGS 15 worden voorgeschreven, omdat de laatste versie wordt gezien als stand der techniek.

De tweede wijziging is het nieuwe beschermingsniveau 4 voor de opslag van onbrandbare en niet-brandonderhoudende gevaarlijke stoffen. Het gaat om een lichter regime waarvoor bedrijven geen brandwerende voorzieningen hoeven te treffen.

De Jong wijst erop dat er tussen de overheid en het bedrijfsle- ven veel discussie was over wat nu precies een brandbare stof is. “Daarom heeft het RIVM hierover een notitie uitgebracht.

Deze notitie beschrijft onder meer wat nu precies een ont- brandbare stof is en wat er staat op de PGS 15 website.”

Verpakkingen

De derde relevante wijziging is dat er geen onderscheid meer is tussen de eisen aan de opslag van gevaarlijke stoffen in metalen en niet-metalen verpakkingen. Voorheen werden strengere eisen gesteld aan gevaarlij- ke stoffen in kunststofverpakkingen.

Dat is nu vervallen. De eisen zijn voor alle soorten verpakkingen gelijk.

Verder is het onder de nieuwe PGS 15 2016 mogelijk om koopmansgoe- deren (handelsgoederen opgeslagen als stukgoed) op te slaan in een PGS 15 opslagvoorziening tot 10 ton, zij het onder strikte voorwaarden. Daar- voor is geen maatwerk meer vereist.

Ook zijn er voorschriften opgenomen voor de opslag van lege pallets. Deze moeten bij voorkeur buiten de gevaarlijke stofopslag worden opgeslagen. In de opslagvoorziening is een beperkt aantal lege pallets toegestaan. Voor opslagen groter dan tien ton zijn de eisen afhankelijk van het vereiste beschermingsniveau.

Activiteitenbesluit

De Jong meldt dat de wetgever ernaar streeft de geactualiseerde PGS 15 vanaf 1 oktober dit jaar in de Activiteitenregeling op te ne- men. Dat betekent dat bedrijven, die geen eigen omgevingsvergun- ning hebben, binnen drie jaar na de publicatie moeten voldoen aan de PGS 15 2016 regels. Dat gaat overigens niet op als een bedrijf binnen drie jaar met het bevoegd gezag, de gemeente, om tafel gaat en overeenstemming bereikt dat de huidige opslag van gevaarlijke stoffen voldoet. Dan kan het bevoegd gezag de maatwerkvoorschrif- ten toepassen en mag de oude situatie in stand worden gehouden.

NIEUWE PGS 14 BIEDT OVERZICHT BLUSSYSTEMEN

Binnenkort verschijnt de nieuwe PGS 14. De handreiking biedt een overzicht van de beschikbare blussystemen voor de opslag van gevaarlijke stoffen. In de nieuwe PGS 14 is voor het eerst een aerosol-blussysteem opgenomen. Verder zijn er tabellen en een matrix toegevoegd om snel en eenvoudig te kunnen zien welke blussystemen beschik- baar zijn voor de opslag van specifieke chemische stoffen.

Daarnaast is het proces om tot het juiste blussysteem te komen in de nieuwe PGS 14 aangepast. Zo moet de gebruiker van het blussysteem eerst een uitgangspuntendocu- ment (UPD) maken. Hierin staat beschreven hoe de opslag van gevaarlijke stoffen tegen een brand is beschermd. Een inspectie-instelling moet het UPD beoordelen. Vervolgens werkt een installatiebedrijf het ontwerp van het blussysteem verder uit. Diverse partijen, waaronder de brandweer, het bevoegd gezag en soms ook de eigen verzekering moeten het ontwerp eerst goedkeuren. Daarna kan de installatie beginnen. Wanneer het blussys- teem is opgeleverd, volgen testen om te kijken of het systeem aan de doelen en ontwer- peisen uit het uitgangspuntendocument voldoet. Als dat het geval is, krijgt de gebruiker desgewenst een inspectiecertificaat. Er wordt dus niet meer op de norm getoetst, maar op wat is afgesproken en vastgelegd in het uitgangspuntendocument (UPD).

Bedrijven met een blussysteem moeten eens in de vijf jaar door een geaccrediteerde inspectie-instelling een beoordeling laten uitvoeren van het uitgangspuntendocument.

Hierbij kijkt de instelling of de inzichten over het blussysteem eventueel zijn veranderd op basis van ervaringen met branden in binnen- en buitenland. Mocht dat het geval zijn, moet een bedrijf de installatie wellicht aanpassen naar de nieuwe inzichten.

DAVE DE JONG EHS-ADVISEUR PPG,

LID VAN DE VVVF EXPERTGROEP PRODUCTIELOCATIE

(21)

#44/2017 VERF& INKT 21

DAVE DE JONG EHS-ADVISEUR PPG,

LID VAN DE VVVF EXPERTGROEP PRODUCTIELOCATIE

‘VERF- EN

DRUKINKTBEDRIJVEN MOETEN DUS GOED OPLETTEN WAAR ZE PRECIES HUN

GEVAARLIJKE STOFFEN

OPSLAAN’

(22)

Samen met gemeenten en maatschappelijke organisaties begon AkzoNobel afgelopen maart een proef voor hergebruik van verf. Ongebruikte verf komt terecht bij onder andere gezinnen in de bijstand, buurthuizen en sportclubs. De initiatiefnemers en de VVVF laten weten dat meer verfleveranciers zich bij dit inzamelproject kunnen aansluiten.

VERFRESTANTEN KRIJGEN EEN

TWEEDE LEVEN

Goed voor de circulaire economie én goed voor mensen en vereni- gingen die een steuntje in de rug kunnen gebruiken: het hergebruik van verf heeft veel positieve kanten. AkzoNobel deed het idee op in Engeland. Daar speelt de verffabrikant al jaren een rol in het netwerk dat van ‘tweedehands verf’ een ingeburgerd begrip maakte (zie ka- der ‘Hoe doen ze in het buitenland?’). “In Nederland konden we vrij snel van start”, blikt Jeroen Brink, director business transformation bij AkzoNobel, terug. “Het helpt dat de afvalinzameling hier goed is georganiseerd – alle gemeenten hebben hun eigen milieuparken – en dat er een fijnmazig netwerk van kringloopwinkels bestaat.”

Inleveren

Tweedehands verf begint bij particulieren en bedrijven die hun ongebruikte verf inleveren bij het milieupark van een van de deelne- mende gemeenten: Amsterdam, Den Haag, Den Bosch en Rotter- dam. De medewerkers van de milieuparken beoordelen de kwaliteit van de verf. Alleen watergedragen binnenmuurfverf doet mee. Is een verpakking nog voor meer dan 40 procent gevuld, dan volgt een keuring. De medewerkers hebben hiervoor een cursus gevolgd.

Brink: “Hoe herken je verf die kan worden hergebruikt? Is de verf bijvoorbeeld niet bedorven of bevroren geweest? En is de verpak- king nog te lezen?”

De verf die de test doorstaat, gaat gratis naar kringloopwinkels en maatschappelijke organisaties. “Het principe ‘local for local’ werkt goed”, concludeert Brink. “Mensen vinden het leuk dat hun oude verf wordt hergebruikt in het buurthuis op de hoek of in de sportkan- tine van hun kleinkind. Ongeveer 80 procent van de verf gaat naar kringloopwinkels, waar het voor een zacht prijsje wordt verkocht.

De rest gaat naar goede doelen, zoals opvanghuizen, gaarkeukens en organisaties die woonruimte realiseren voor kwetsbare mensen.

Ons doel is om minimaal 10 procent van alle ingeleverde muurverf opnieuw uit te delen. Dat percentage halen we inmiddels.”

AkzoNobel heeft met het hergebruik van verf geen commercieel doel voor ogen, vertelt Joldert Faber, technical manager com- mercial operations bij AkzoNobel. “Wij streven naar een kosten- neutraal model. Het is een publiek-private samenwerking tussen gemeenten, kringloopwinkels, maatschappelijke organisaties, afvalverwerkers en AkzoNobel, waarbij wij een coördinerende rol spelen. Op deze manier nemen wij onze verantwoordelijkheid als verffabrikant.”

Opwerken

In Engeland gaat men nog een stap verder. Daar worden de verfres- tanten niet alleen herverdeeld, maar ook samengevoegd en ge- mengd. Brink: “Dit opwerken gebeurt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het ‘nieuwe’ product komt in neutrale verpak- kingen op de markt. Tijdens de pilot hebben we getest of er voor deze Engelse producten ook in Nederland interesse is. En die is er, want de verkoop hiervan gaat beter dan die van ‘gewone’ muurverf.”

In Nederland onderzoekt de gemeente Amsterdam daarom of zij ook op deze manier kan werken. “Ook verpakkingen die voor minder dan 40 procent zijn gevuld, kunnen dan worden meegenomen. Dat betekent dat ook het streefpercentage van 10 procent hergebruik omhoog kan.”

In Nederland is er al enige jaren gerecyclede muurverf op de markt. Al in 2012 heeft de VVVF samen met afvalverwer- ker SITA een project opgezet om het hergebruik van verf mogelijk te maken. SITA sorteert de verfrestanten op de gemeentelijke milieudepots, test de kwaliteit van de bruikbare materialen en brengt deze als verfgrondstof op de markt. Verder lanceerde RIGO Verffabriek uit IJmuiden eind 2013 het product EVA, dat staat voor einde van afval, een muurverf die voor 97 procent uit verfrestanten bestaat (zie kaders).

(23)

#44/2017 VERF& INKT 23 TEKST: DORINE VAN KESTEREN

FOTO'S: RIGO VERFFABRIEK / GETTY IMAGES

(24)

Afvalwetgeving

Tijdens de huidige pilot monitoren Amsterdam en Rotterdam of de opslag- en transportwetgeving circulair gebruik in de weg staat. Deze is namelijk niet toegesneden op afval als grondstof.

Brink: “Verfresten op het milieupark krijgen na het passeren van de slagboom officieel de afvalstatus. Daardoor hebben partijen die deze reststromen willen opslaan, vervoeren of verwerken, een vergunning nodig of moeten zij geregistreerd staan als inzamelaar van afval. In de pilot hebben we dit opgelost door formeel aan de afgevers te vragen of ze bezwaar hebben tegen hergebruik en voor de afvalverwerkers een ontheffing aan te vragen. Maar dit is natuurlijk geen structurele oplossing. Daarom gaan we in overleg met het ministerie van Infrastructuur en Milieu.” Het pilotproject eindigt in oktober.

Bijdrage

AkzoNobel heeft het initiatief genomen, maar het idee is dat het in Nederland een branchebrede activiteit wordt. “Dat is ook de reden waarom wij de VVVF goed op de hoogte houden van de gang van zaken”, zegt Joldert Faber die binnen de VVVF actief is in de Themagroep Innovatie.

Op de duurzaamheidsdag van de VVVF afgelopen maart was volop aandacht voor het pilotproject. De VVVF-le- den worden bovendien op de hoogte gehouden. Brink benadrukt dat alle verffabrikanten in Nederland zelf een bijdrage kunnen leveren aan het initiatief. “Zij kunnen bijvoorbeeld hun kennis en expertise over het sorteren en herkennen van verfrestanten beschikbaar stellen aan de medewerkers van de milieuparken. Het zou ook mooi zijn als de fabrikanten hun eigen overtollige voorraden aan een goed doel doneren.” Maar de grootste bijdra- ge moet natuurlijk van de consument komen. Faber:

“Mensen realiseren zich nog onvoldoende dat verf een product is dat kan worden hergebruikt, net als kleding, speelgoed en meubilair.”

Hoe doen ze het in het buitenland?

Over de hele wereld neemt de verfindustrie initiatieven om gebruikte verf uit de vuil- verbrandingsoven te houden. Zo hebben verffabrikanten in Australië (waaronder PPG Industries en Valspar) in 2016 het Paint- back-programma opgezet. Particuliere en za- kelijke verfgebruikers kunnen hun restanten kosteloos inleveren bij vijftig inzamelpunten in het land. In een jaar tijd is zo meer dan 1 miljoen liter verf teruggekomen. Over een jaar moeten er zeventig inzamelpunten zijn.

Het plan wordt gefinancierd door een hef- fing van 15 procent op de groothandelsprijs

van 1 liter verf. Dit geld wordt ook gebruikt voor onderzoek om betere bestemmingen te vinden voor gebruikte verf.

In de Canadese provincie Ontario richtten verffabrikanten in 2012 een organisatie op die verfresten inzamelt. Ook in andere delen van Canada lopen programma’s voor inza- meling en hergebruik, met inzamelpunten voor consumenten en beroepsschilders. De verfindustrie werkt hierbij samen met een non-profitorganisatie.

In Engeland kunnen schildersbedrijven, retailers, verfproducenten en gemeentelijke milieudepots hun ongebruikte verf done- ren aan Community RePaint. Dit nationale netwerk bestaat uit non-profitorganisaties,

lokale overheden en afvalverwerkingsbe- drijven. De verf wordt gesorteerd door medewerkers en vrijwilligers, waarna deze wordt verdeeld over lokale goede doelen en burgers in nood. Op deze manier krijgt jaar- lijks een half miljoen liter verf een nieuwe bestemming.

In een aantal Amerikaanse staten berekenen verffabrikanten op elk verkocht blik verf een kleine opslag. Dat geld gaat naar de stichting Paint Care, die het doorsluist naar winkels en groothandels. Op die manier krijgen mensen die hun ongebruikte verf terugbrengen, een klein bedrag. De Amerikaanse verffabri- kanten, verenigd in the American Coatings Association, ondersteunen het initiatief.

Kees Mylanus,

voorzitter VVVF’s Themagroep Duurzaam Ondernemen:

Duurzaam ondernemen is een belangrijke prioriteit voor de VVVF. Alle leden van de vereniging zijn automatisch aangesloten bij het internationale Coa- tings Care-programma voor veiligheid, gezondheid en milieu. De leden van de VVVF vullen jaarlijks de enquête in waarin een reeks ‘performance indicators’

zijn opgenomen. Hieruit volgen de score en verbeter- punten voor het bedrijf in kwestie. “De zorg voor de planeet komt terug in de performance-indicatoren”, vertelt Kees Mylanus, directeur van KEIM Nederland en voorzitter van de Themagroep Duurzaam Onder- nemen van de VVVF. “Zo is onlangs een nieuwe indicator toegevoegd over de hoeveelheid biobased grondstoffen die een fabrikant gebruikt. Ook is er een voorstel om een indicator toe te voegen over de hoeveelheid gerecyclede verf of drukinkt.”

Al in 2012 heeft de VVVF samen met afvalverwerker SITA een project opgezet om het hergebruik van verfrestanten mogelijk te maken. SITA sorteert de verfrestanten op de gemeentelijke milieudepots, test de kwaliteit van de bruikbare materialen en brengt deze als verfgrondstof op de markt. Mylanus: “Dit is een voorbeeld van recycling ná de afvalpoort. Van dit systeem kunnen alle verffabrikanten in Nederland gebruikmaken.” Momenteel kan alleen latexverf worden gerecycled, want aan de reststoffen hiervan heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu de productstatus toegekend. “Zo’n stof geldt dan formeel niet meer als afval. Voor andere verfsoorten, zoals lak en beits, moet dit juridische traject nog worden doorlopen.”

JOLDERT FABER, TECHNICAL MANAGER COMMERCIAL OPERATIONS AKZONOBEL

(25)

#44/2017 VERF& INKT 25

RIGO Verffabriek was een van de eerste verfproducenten die een gerecyclede muurverf op de markt bracht. Eind 2013 lanceerde de verffabriek uit IJmuiden het product EVA, dat staat voor einde van afval, een muurverf die voor 97 procent uit verfrestanten bestaat. Afvalverwerker SITA zamelt hiervoor de restanten muurverf in op gemeentelijke milieuparken en sorteert deze naar kleur. RIGO Verffabriek neemt de witte tinten af en maakt daar een nieuwe muur- verf van, ongeveer in de tint RAL9010. “De gekleurde verfrestanten gebruiken we niet”, vertelt Henriëtte van Westerhoven, manager bedrijfscommunicatie en marketing bij RIGO Verffabriek. “Dan krijgt het eindproduct een bruinachtige kleur waar weinig vraag naar is. Het merendeel van de restanten is gelukkig wit.”

RIGO Verffabriek verkoopt de gerecycle- de muurverf in emmers van 10 liter op de zakelijke markt. “Vooral in de wat grotere

projecten wordt EVA gebruikt. Bij de trans- formatie van het Rotterdamse zwembad Tropicana tot een centrum voor duurzame bedrijven bijvoorbeeld. Bedrijven zien deze verf dan als een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen.” Aan particu- lieren levert RIGO Verffabriek niet direct, nadat een pilot bij Praxis uitwees dat EVA niet goedkoper uitpakt dan reguliere muur- verven. “We maken de verf weliswaar met een minimale hoeveelheid hulpstoffen en een kleine, slimme bewerking, maar de hele handling, dus het inzamelen en uitsorte- ren, bepaalt de kostprijs. Daar komen veel mensenhanden aan te pas en arbeid is duur in Nederland.”

Voor RIGO Verffabriek is de ontwikkeling van de gerecyclede muurverf een logische stap op de weg die het bedrijf vanaf begin jaren tachtig bewandelt. “Wij zien het als onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om continu te zoeken naar duurzame grond- stoffen. Zo produceren wij ook een 100 procent biologisch afbreekbare verf op basis van plantaardige kleurstoffen van Hollandse bodem.” Volgens Van Westerhoven is een zorgvuldige omgang met grondstoffen es- sentieel voor de verfindustrie. “Voor consu- menten mag het nog een ver-van-hun-bed-

show lijken, wij als verfproducenten hebben dagelijks te maken met het probleem van de grondstoffenschaarste. Op nationaal en Europees niveau stelt de overheid de circu- laire economie als doel. In die zin zijn we het stadium van idealisme en experimenten nu echt wel voorbij.”

HENRIËTTE VAN WESTERHOVEN, RIGO VERFFABRIEK PRODUCENT GERECYCLEDE MUURVERF

‘VERFPRODUCENTEN

HEBBEN DAGELIJKS

TE MAKEN MET

GRONDSTOFFEN-

SCHAARSTE’

(26)

DRUKINKT EN

VOEDSELCONTACT:

HOE GAAN ZIJ SAMEN?

Voor voedselverpakkingen geldt boven alles dat die veilig moeten zijn en de gezondheid van de mens niet mogen schaden. Dit heeft ook consequenties voor het gebruik van drukinkt. Waarschijnlijk komt er zelfs een aparte Europese verordening voor geprinte voedselcontactmaterialen. De ins en outs op een rij.

VEILIGE VOEDSEL- VERPAKKINGEN

WILLEN WE ALLEMAAL

(27)

#44/2017 VERF& INKT 27 TEKST: MARLOES HOOIMEIJER

FOTO'S: GETTY IMAGES

Wat zijn voedsel- contactmaterialen?

Het begrip ‘voedselcontactmaterialen’

staat voor alles wat redelijkerwijs in contact kan komen met voedsel. Ten aanzien van drukinkt denken we dan het snelst aan inkt op voedselverpakkingen, maar het gaat bijvoorbeeld ook over de bedrukte omdozen waarin deze verpak- kingen met voedsel worden vervoerd.

De drukinkt kan immers door het karton van de omdoos en de voedselverpakking heen dringen (indirecte migratie), en zo alsnog het voedsel bereiken.

Bij ‘directe migratie’ bereikt de inkt het voedsel door rechtstreeks contact tussen het geprinte voedselcontactmateriaal en het voedsel, ofwel: print aan de voedselzijde. Er kan ook sprake zijn van

‘set-off-migratie’: de bedrukte kant komt in aanraking met de onbedrukte kant en geeft inkt af, bijvoorbeeld door het stapelen van bedrukt verpakkingskarton.

Vervolgens kan directe migratie plaats- vinden. We spreken van ‘gasfase-migra- tie’ als drukinktcomponenten uit geprinte voedselcontactmaterialen ontsnappen als gevolg van verhitting en via die weg het voedsel bereiken.

Als je kijkt naar wet- en regelgeving op het gebied van voedsel- contactmaterialen, dan begint het met de Europese verordening 1935/2004. Daarin staat dat een producent van voedselcontact- materialen veilige producten moet leveren, die de gezondheid van de mens niet kunnen schaden. Ook de kleurstoffen en pigmenten (drukinkt) in voedselcontactmaterialen moeten aan deze algemene eisen voldoen.

De GMP-verordening 2023/2006 voor voedselcontactmaterialen stelt dat in alle stadia van de productie sprake moet zijn van Good Manu- facturing Practice. De GMP-verordening stelt specifieke kwaliteitsei- sen voor de fabricage van bedrukte voedselcontactmaterialen, om mi- gratie door het verpakkingsmateriaal heen of ongewenste overdracht van geprinte inkt op ander oppervlak (set-off) te voorkomen.

Er bestaat (nog) geen Europese wetgeving specifiek voor drukinkt in voedselcontactmaterialen (zie kader ‘Komt er een Europese drukinktverordening?’). Voor kunststof in voedselcontactmateria- len is die er al wel: EU-verordening 10/2011. De daarbij behorende positieve lijst van stoffen die in de kunststof voedselcontactmateri- alen tot een bepaalde migratielimiet mogen voorkomen, heeft ook betrekking op de drukinkt. Als een stof in de inkt én in het plastic zit, mogen die bestanddelen opgeteld niet de gestelde migratielimiet overschrijden.

De kunststofverordening bepaalt ook dat inktproducenten ‘ade- quate informatie’ over hun product moeten geven. Dit is nodig omdat de producent van kunststof voedselcontactmaterialen een Declaration of Compliance moet verstrekken bij zijn product, waar- mee hij aantoont dat het voldoet aan de wet- en regelgeving voor voedselcontactmaterialen. De Europese brancheorganisatie voor de drukinktsector EuPIA heeft hiervoor de Statement of Composition opgesteld, dat de drukinktproducent kan verstrekken bij zijn product (niet wettelijk verplicht).

Dit soort zelfregulering speelt een belangrijke rol; alle partijen in de keten willen immers aansprakelijkheidsissues en terugroepacties voorkomen. De drukinktleverancier wordt bijvoorbeeld gevraagd of zijn product FDA- of BfR-approved is (Amerikaanse Food and Drug Administration en Duitse Bundesinstitut für Risikobewertung). Of dat de gebruikte bestanddelen op de positieve lijst van de Zwitserse verordening voedselcontactmaterialen staan, die wel al een apart hoofdstuk over drukinkt heeft.

Algemeen uitgangspunt voor de Europese drukinktindustrie (Eu- PIA-richtlijn) is dat de drukinkten voor voedselcontactmaterialen geen CMR-stoffen klasse 1 en 2 (carcinogeen, mutageen of toxisch voor de reproductie) mogen bevatten. Voor andere bestanddelen geldt dat ze een lage migratiegraad moeten hebben.

WAT IS ER

EUROPEES

GEREGELD?

(28)

Eurofi ns Product Testing A/S Smedeskovvej 38 | 8464 Galten Denmark

Fax +45 7022 4275 | www.product-testing.eurofi ns.com Contact details

Sander Aalders, Account Manager

Mobile phone +31 652 847 018 | sanderaalders@eurofi ns.com

Global market leader in VOC

emission and VOC content testing

• Highest capacity of chambers (600) for VOC emission testing in the world

• Over 25 years of experience in the fi eld/ excellent market expertise

• Eurofi ns Indoor Air Comfort GOLD testing and certifi cation, one single test covering all European VOC regulation, voluntary (ECO)-labels and Sustainable Green Building Programs such as LEED and BREEAM

• Adding value by creating unique marketing possibilities for your products

• Our off er of other relevant tests and services to the paint, coatings & ink industry include:

- VOC content testing (LEED) - Formaldehyde Reduction testing - Full test plan for EU Ecolabel (fl ower) - Biocides testing & registration - REACH

- Chemical, physical and performance testing - Consultancy, regulatory advice and troubleshooting - Food Contact Material compliance

tries, along with consumer organizations, indus- try associations and governmental authorities.

Vincent van de Merckt

Business Development Manager Benelux & France

Phone +32 473 310004 | vincentvandemerckt@eurofi ns.com

(29)

#44/2017 VERF& INKT 29 Antimoon 0,2%

Arseen 0,01%

Barium 0,01%

Cadmium 0,1%

Chroom 0,1%

Kwik 0,005%

Lood 0,01%

Seleen 0,01%

Antimoon 0,04 mg/kg Arseen 0,01 mg/kg Barium 1 mg/kg Cadmium 0,01 mg/kg Chroom 0,1 mg/kg IJzer 48 mg/kg Kobalt 0,05 mg/kg Koper 5 mg/kg Kwik 0,005 mg/kg Lithium 0,6 mg/kg Lood 0,1 mg/kg Mangaan 0,6 mg/kg Nikkel 1 mg/kg Seleen 0,01 mg/kg Zink 25 mg/kg

Tabel 1 Tabel 2

Hoewel de Nederlandse drukinktindustrie erg internationaal geori- enteerd is, dient zij ook aan de regelgeving in eigen land te voldoen – ook als de klant daar niet naar vraagt. Het Nederlandse Warenwet- besluit verpakkingen en gebruiksartikelen (Wvg) stelt een aantal al- gemene eisen aan voedselcontactmaterialen die ook van toepassing zijn op drukinkten en bedrukte materialen, onder andere ten aanzien van migratielimieten,

Daarnaast stelt het Wvg specifieke eisen voor kleurstoffen en pigmenten en het gekleurde eindproduct. Voor acht metalen (kati- onen) gelden maximale gehalten in de gebruikte kleurstof of pig-

ment (zie tabel 1). Daarnaast mogen de kleurstoffen of pigmenten maximaal 0,05 procent primaire aromatische aminen bevatten. Ten slotte moeten op koolstof gebaseerde pigmenten, zoals roet, grafiet en cokespoeder, voldoen aan een aantal opgegeven specificaties (deeltjesgrootte, met tolueen extraheerbare stoffen, uv-absorptie en benzo[a]pyreengehalte).

Voor het gekleurde eindproduct zijn specifieke migratielimieten (SML’s) voor vijftien metalen (kationen) vastgesteld (zie tabel 2).

Ook stelt het Wvg eisen aan kleurvastheid van gekleurde verpak- kingen.

Innovatie: printable electronics en

personalisering

Printable electronics in voedselverpak- kingen opent een wereld aan mogelijk- heden. De klant hoeft alleen maar zijn telefoon in de buurt van het product te houden om allerlei aanvullende infor- matie te krijgen, zoals recepten. Of zelfs informatie over de houdbaarheid van het product, gebaseerd op de gegevens die de geprinte sensoren in de verpakking doorgeven over temperatuur en zuur- graad. Een mooi middel tegen voedsel- verspilling. Voor printable electronics worden conductive inks gebruikt: elektri- citeit geleidende inkt, bijvoorbeeld met zilverdeeltjes.

Digitale printtechniek maakt het moge- lijk om verpakkingen te personaliseren.

Zo biedt Nestlé de gepersonaliseerde KitKat-verpakking, waarop de klant zijn eigen foto kan laten printen.

Ook voor deze innovaties geldt uiteraard dat wanneer de inkten in contact met voedsel kunnen komen, ze aan de wet- geving voor voedselcontactmaterialen moeten voldoen.

WAT IS ER IN

NEDERLAND

GEREGELD?

(30)

Najaar 2016 publiceerde Duitsland zijn opzet voor een Drückfarben- verordnung voor voedselcontactmaterialen. Er volgde een storm van protest vanuit de Europese industrie. Die eenzijdige nationale wetgeving zou internationale handelsbarrières opwerpen en zat volgens de critici, waaronder EuPIA, niet goed in elkaar. Zo ontbra- ken op de Duitse positieve lijst van toegestane stoffen heel veel stoffen de nu in inkten zitten. Er was ook geen procedure opgeno- men voor hoe die stoffen op de positieve lijst te krijgen. Duitsland besloot de verordening voorlopig niet in te voeren, mits de Euro- pese Commissie snel werk zou gaan maken van een Europese verordening. Die lijkt er inderdaad te gaan komen; het is een breed gedeelde wens – ook door de drukinktindustrie. De streefdatum van half 2018 klinkt wel wat ambitieus.

Het ziet ernaar uit dat de Europese verordening ‘geprinte voedsel- contactmaterialen’ en niet ‘drukinkten voor voedselcontactmateria- len’ als uitgangspunt neemt. Wat daarbij telt is dat het eindproduct, in wat voor combinatie van verpakkingsmateriaal en drukinkt dan ook, geen gevaar voor de gezondheid mag opleveren. De industrie ondersteunt deze brede benadering. Ze heeft zelf al eens geopperd nog een stap verder te gaan, door blootstelling als maatstaf te ne- men. Migratielimieten gaan ervan uit dat je 1 kilo van het betreffen- de product per dag eet, terwijl dat vaak veel minder is. Binnen het Europese project FACET is al een tool ontwikkeld om de mate van blootstelling aan chemicaliën via de voeding (ook als gevolg van migratie uit voedselcontactmaterialen) in beeld te brengen.

Een ander punt van aandacht voor de Europese verordening is de beoordeling van ingrediënten en eindproducten (het geprinte voed- selcontactmateriaal). Als de Europese autoriteit voor voedselvei- ligheid (EFSA) daar in haar eentje verantwoordelijk voor wordt, zijn we decennia bezig tot er een positieve lijst gereed is. De gedachte is om ook nationale instituten als het RIVM en het Duitse BfR een rol te geven in de beoordeling, als designated bodies. Tijdens een bijeenkomst van de VVVF over voedselcontactmaterialen afgelo- pen mei werd al gesproken over een A-lijst (ingrediënten en materi- alen door EFSA beoordeeld), B-lijst (beoordeeld door nationale instituten, zoals de Zwitserse positieve lijst) en een C-lijst (op basis van eigen risk assessment door producenten).

Waar het precies naartoe gaat met de verordening, moet de toekomst uitwijzen. Als die er inderdaad komt, gaat die altijd voor Nederlandse regelgeving. Zoals nu de kaderverordening, GMP-ver- ordening en kunststofverordening voor voedselcontactmaterialen ook al rechtstreeks op Nederland van toepassing zijn.

Europees onderzoek bracht een paar jaar terug voedselbesmetting met minerale oliën (MOSH en MOAH) aan het licht. Voedselver- pakkingen werden als een van de bronnen voor besmetting geïdentificeerd. Minerale oliën kunnen zich verplaatsen uit verpakkin- gen van gerecycled karton en papier (dru- kinkt voor magazines en kranten bijvoorbeeld bevat minerale oliën) of uit de inkt die op de niet-voedselzijde is gebruikt. Partijen zijn het erover eens dat deze stoffen, die schadelijk zijn voor de gezondheid, niet in het voedsel thuishoren. Mogelijk besluit de EU na verdere monitoring tot een norm.

Nu al leveren producenten drukinkt zonder minerale oliën voor het printen van voed- selverpakkingen. Voor het probleem van minerale oliën die via gerecycled karton en papier het voedsel besmetten, klinkt de roep om kranteninkt zonder minerale oliën te maken. De drukinktindustrie is hier geen voorstander van en ziet liever dat andere oplossingen worden onderzocht. Te denken valt aan closed loop recycling van kartonnen verpakkingsmateriaal zonder minerale oliën of misschien aan een washing procedure om minerale oliën uit gerecycled karton en papier te verwijderen.

KOMT ER EEN

EUROPESE DRUKINKT- VERORDENING?

Wat te doen tegen

minerale oliën in

voedsel?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer de politiek deze trend zou willen keren, moet zij niet pleiten voor de afschaffing van een verplichting tot aanbesteden, want die verplichting bestaat in het sociaal

3 De reden voor het stellen van deze Kamervragen was overigens gelegen in het feit dat dit kabinet nu juist had besloten dat zij de fiscale facilitering voor de

Tenslotte willen we nog op één vraagpunt wijzen, nl. de keuze van de lengte van de waarnemingsperiode tw. Deze keuze wordt mede bepaald door de interactie tussen

CDA en VVD doen dat op dit moment niet en zeggen: wij gaan voor economische groei, daar wordt onze private rijkdom groter van.. Maar burgers willen meer en zijn bereid daaraan

De ernstige bedreiging die de vooropgestelde werken en het daarmee samenhangen- de grondverzet vormen tegenover het mogelijk aanwezige archeologische erfgoed, zijn immers van die

Zoek de extrema van de functie f(x,y) onder de nevenvoorwaarde dat de afstand van (x,y) tot de oorsprong gelijk is

1 en 2 komen bij Hiab niet voor, aangezien alle kranen op klantorder worden

Daarom werkt Work First ook niet zo goed voor laagop- geleiden – onder wie de meeste laaggeletterdheid voorkomt: zij kunnen hun arbeidsmarktpositie pas significant verbeteren als