• No results found

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2 2. Uitvoering van de suppletie 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2 2. Uitvoering van de suppletie 3"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding

2

2. Uitvoering van de suppletie 3

2 .1 . Punaise techniek :

. .

3

2 .2 . Voorbereiding 3

2 .3 . Produktie 3

3. Monitoring per aspect 4

3 .1 . Bodemdieren 4

3 .2 . Bodemsamenstelling 4

3 .3 . Vertroebeling 5

3 .4 . Bodemligging 5

3 . 5 . Omvang overslagput 6

3 .6 . Zandbalans 6

3 .7 . Werkbaarheid punaise 8

4. Conclusies 9

5. Overzicht beschikbare rapportages en uitgevoerd e

metingen 1 0

Literatuur 1 1

Bijlagen :

1. Gegevens zandsuppletie Heemskerk (opgave TZU ) 2. Situatie overslagput en zinkerleiding (1997 ) 3. Overzicht metingen meetdienst ANM

4. Overzicht uitgevoerde metingen aspect bodemdiere n 5. Diepboring in overslagpu t

6. Analyse oppervlaktemonsters To en T 1

7. Overzicht korrelverdeling op stort voor en na suppleti e 8. Troebelheidsmetinge n

9. Suppletie Heemskerk 1996, gegevens t .b .v . zandbalan s 10

Suppletie Heemskerk 1996, productie Punaise, hoppers e n golfhoogt e

11 . Dwarsdoorsneden overslagpu t

12a t/m 12j Lodingen overslagput Schaal 1 :100 0 13 . Toelichting bij de foto's

(2)

1 . Inleidin g

Bij Heemskerk vindt als gevolg van de uitbreiding van de piere n van IJmuiden duinafslag en kusterosie plaats . In het kader van het handhaven van de kustlijn is tussen km 49 .65 en km 51 .25 ee n suppletie met een hoeveelheid van 484 .500 m3 uitgevoerd door d e firma J .G . Neus GWW (bijlage 1) .

De suppletie is voor een deel (180 .050 m') uitgevoerd met de zgn . Punaise . De Punaise (een soort onderwaterpomp) heeft rond de NA P - 7,5 m-lijn het zand gewonnen . Hierbij ontstond een put met ee n maximale diepte tot bijna NAP -28 m, welke opgevuld is met zan d dat door sleephoppers in de IJ-geul gewonnen is . Door storinge n is deze werkmethode eind november beeindigd . Het werk is i n februari 1997 afgemaakt door een normaal suppletiebedrijf, waar - bij het zand uit de IJ-geul door een hopper is gezogen en recht - streeks vanuit de hopper op het strand is geperst . De situati e is gegeven in bijlage 2 .

Omdat in het RON (Regionaal Ontgrondingenplan Noordzee) gee n rekening is gehouden met winning uit tijdelijke putten binnen d e NAP --20 m dieptelijn, is besloten hiertoe een proef uit te voe - ren . De eerste proef met de Punaise was de suppletie bij Bloemen - daal/Zandvoort in 1993/1994 [lit . 1, 2, 3, 4] . Deze proef ga f onvoldoende antwoord op een aantal vragen . De suppletie bi j Heemskerk is daarom aangewezen voor een tweede proef met ee n tijdelijke zandwinput [lit .5] .

Hiervoor is een monitoring programma opgesteld [lit . 6] .

De proef moet met name een beter inzicht geven in het herstel va n de bodemfauna .

De evaluatie van de suppletie bij Heemskerk bestaat uit 3 onder - delen .

1. Ecologische evaluatie . Deze is door RIKZ--Haren uitbestee d aan Koeman en Bijkerk bv . Deze evaluatie beslaat enig e jaren . Een eerste tussenrapport is verschenen [lit . 7] . 2. Morfologische evaluatie . Deze zal worden uitgevoerd doo r

RIKZ-Den Haag .

3. Uitvoeringstechnische evaluatie .

Dit rapport geeft naast de uitvoeringstechnische evaluatie ee n overzicht van de monitoring en zo mogelijk de resultaten daarvan . Het rapport is opgesteld door ir . H .D . Rakhorst en ing . P . Men s

(projectleider monitoring Heemskerk) .

2

(3)

2 . Uitvoering van de suppleti e 2 .1 . Punaise technie k

De Punaise is ten opzichte van 1994 (suppletie bij Bloemendaal ) op de volgende onderdelen gewijzigd :

- De besturing/energievoorziening vond niet meer plaats vana f een hefeiland, maar vanaf het strand . Voor de besturingssignale n is glasvezel gebruikt . Hierdoor is het aantal kabels vermin- Ber d en is de besturing minder gevoelig voor signaalstoring .

- Voor de koppeling persleiding/punaise is in plaats van ee n pers-/zuigzak een soort "mannetje/vrouwtje" toegepast . Hierdoo r is de storingsgevoeligheid verminderd en is een snellere aan- e n afkoppeling van de Punaise mogelijk .

_ De zinkerleiding heeft een diameter van 400 mm . Voor extr a opdrijfvermogen is deze verbonden met een loze 400 mm leiding . De slangen en kabels voor energievoorziening en besturing zij n opgnomen in een aparte kunststof leiding . De 3 leidingen worde n door spanbanden om de ca 5 meter bijeenge-houden . Nabij de punai - se is de laatste 150 meter van de zinker flexibel . In het flex i bele deel zijn de slangen en kabels voor besturing en energie - voorziening opgenomen in de drijfmantel .

2 .2 . Voorbereidin g

De zinkerleiding is 1050 m lang en is op het strand samengesteld . De toegepaste spanbanden bleken te zwak bij de eerste poging de

zinker in positie te brengen en zijn vervangen door sterker e exemplaren .

2 .3 . Produkti e

De Punaise is 40 meter noordelijk buiten het aangegeven zuig - gebied geplaatst . De effecten hiervan op de monitoring (To) zij n gering . Het toegestane zuiggebied is 40 meter noordwaarts ver - plaatst en in afmeting gelijk gehouden .

In de nacht van 9 op 10 oktober is de productie gestart . He t sediment in de kuil bleek hard en fijn . De produktie was doo r beperkte toeloop niet hoog . Op 29 oktober is gestopt omdat d e kuil "leeg" was . Door slechte weersomstandigheden kon pas op 8 november voor het eerst gestort worden en na het storten va n 25000 m3 is de punaise weer gestart op 16 november . Op 21 novem - ber is een lek ontstaan in het flexibele deel van de zinker . Tijdens het opdrijven van dit flexibele deel zijn er meerder e problemen ontstaan . Om het geheel te repareren was het nodig d e gehele zinkerleiding op te drijven . Door de grote hoeveelhei d zand op de zinker zijn bij het opdrijven alle leidingen stukge - trokken waardoor produktie niet meer mogelijk was . De punaise i s afgevoerd .

De put is tussen 7-1-1.997 en 24-1-1997 opgevuld .

De suppletie is hierna tussen 17-2-1997 en 3-3-1997 afgemaakt me t een sleephopper . Hierdoor zijn er voor de monitoring geen nadeli - ge effecten optreden .

Door de stagnatie en storing heeft de kuil langer onaangevul d gelegen dan bij het opzetten van de monitoring was voorzien . Di t heeft als voordeel dat inzicht ontstaat in de morfologisch e effecten van het langer dan de bedoelde en voorgeschreven 2 weke n onaangevuld overliggen van de overslagkuil .

3

(4)

3 . Monitoring per aspec t

Bijlage 3 geeft een overzicht van de monitoring uitgevoerd doo r de meetdienst ANM van de directie Noord-Holland .

3 .1 . Bodemdiere n

De bemonsteringen TO en Ti zijn uitgevoerd (bijlage 4) . De ver - schuiving van het punaise-produktievak, ná de TO bemonsterin g heeft geen schadelijke gevolgen voor de monitoring . Inmiddels i s de bemonstering van de TO-meting gean g liseerd [lit . 7] .

3 .2 . Bodemsamenstelling

Bijlage 5 geeft de gegevens van een diepboring in de omgeving va n de put . Tot NAP -25 m heeft het zand gemiddeld een D,, = 192 g m

(Malvern) .

Bij de TO en Tl bemonstering voor bodemdieren [lit . 1] zij n tevens oppervlaktemonsters genomen en geanalyseerd op korrelver - deling, percentage organische stof, kalk en slib (bijlage 6) . D e

D, waarden zijn gemiddeld 173 m voor de ongestoorde toestand e n resp . 315 .m in de put na vulling (zand uit de Y--geul) en 188 g m buiten de put (Malvern) .

Bijage 7 geeft de analyse van de oppervlakte monster uit he t

suppletiegebied van zowel voor als na de suppletie .

Monsters zijn genomen nabij de 1w-lijn (z), nabij de hw-lijn (m ) en nabij de duinvoet (d) .

Tussen km 50 .50 en km 51 .00 is gesuppleerd met zand uit de buf - ferput, noordelijk en zuidelijk hiervan is gesuppleerd met zan d uit de 1J-geul .

Onderstaande tabel geeft de gem . D , 0 in gm van de monster s (zeven volgens NEN 2560) .

plaats oorspronkelijk nieuw (put) nieuw

(IJ-geul )

z 320 199 23 2

m 240 191 23 8

d 247 183 238

Opmerkelijk is de grote gradiënt in de korreldiameters van d e oorspronkelijke zandmonsters rond de laagwaterlijn van noord naa r zuid . (Van 386 µm naar 215 gm) .

Het suppletiezand uit de put (Punaise) is veel fijner dan he t oorspronkelijke zand . Het zand uit de IJ-geul komt qua diamete r ongeveer overeen met het oorspronkelijke zand .

Opmerking :

Korrelgroottebepaling met de Malvern geeft een 22% grotere kor - reldiameter als uit de korreigroottebepaling door zeven [lit . 8] .

4

(5)

3 .3 . Vertroebeling (bijlage 8 )

Voor dit aspect is het effect van 4 stortingen t .o .v . de onge- stoorde toestand gemeten . De meting is uitgevoerd met een troe - belheidsmeter MEX, welke eigenlijk geen zandconcentratie meet , maar allen iets over slib kan zeggen .

Het zand dat gestort is, is afkomstig uit de Y-geul op ca . 20 k m uit de kust . Alhoewel er geen slibpercentages van dit zand geme - ten zijn, mag verondersteld worden dat deze door de grote afstan d uit de kust zeer gering moeten zijn . Eventueel aanwezig slib za l tijdens de winning door overflow verwijderd zijn . Verhoging va n de troebelheid als gevolg van het in het stort aanwezig slib ka n daarom nauwelijks optreden . Wel kan door het storten het op d e stortplaats aanwezige slib in suspensie komen en daardoor d e troebelheid verhogen .

Tijdens de meting is de wind in korte tijd toegenomen van 5m/ s naar 15m/s . Door het opwoeleffect van de golven kan tijdens d e meting de troebelheid toegenomen zijn . De metingen laten dan oo k een geringe toename van de troebelheid zien (bijlage 8) .

Het is redelijk te veronderstellen dat in de praktijk ook gee n verhoogde concentratie van zand gemeten had kunnen worden .

De valsnelheid van zand met D50 = 220 µm is w = 0,024 m/s .

Bij een afstand van stort tot meetpunt van 200 m en een stroom - snelheid van 0,3 á 0,6 m/s valt het zand 8 á 16 m . De bodem lig t op NAP -8 m . Er wordt vlak boven de bodem geklapt in een diep e put . De kans dat, ondanks de grote turbulentie als gevolg van he t klappen, een deel van het gestorte materiaal het meetpunt bereik t is dus uitermate klein .

Conclusie :

Verhoging van de troebelheid als gevolg van de stortingen is me t de metingen niet aangetoond .

3 .4 . Bodemliggin g

Vooraf en tijdens de punaiseproduktie en ná het aanvullen is ee n voldoend aantal keren gelood om inzicht in de veranderingen va n de bodemligging te krijgen . (Bijlage 3 ; bijlagen 12a t/m 12i) . De put is aangelegd rond de NAP -7,5 m-lijn .

De productie van de punaise vond in twee perioden plaats . De eerste productieperiode duurde 20 dagen, van 10-10 t/m 29-10 . De productie is toen gestopt omdat er niet voldoende zand wild e toevloeien .

Na 5 dagen was er ca . 25 .000 m' zand verwijderd op een opp . va n ca 0,5 ha . De max . kuildiepte bedroeg NAP - 17,5 m .

Na 15 dagen was er ca . 154 .000 m3 zand verwijderd op een opp . van ca 1,7 ha . Er waren 2 putjes gezogen met een max diepte van resp . NAP -27,8 m (Z) en NAP - 21,1 m (N) .

Tijdens de productieperiode ontstonden steile puthellingen : van NAP -8 tot -12 m : 1 :1 á

1 :1,5,

vaak steiler dan 1 :1 . van NAP -8 tot -15 m : gem .

1 :2,

plaatselijk steiler dan 1 :1 . van NAP -8 tot -20 m : aan zuidzijde gem . 1 :2,plaatselijk steile r

dan 1 :1 ;

aan noordzijde 1 : 4 á 1 : 5 . van NAP -8 tot -25 m (zuidzijde) : 1 :1,5

a

1 :2,25 .

Van 30-10 t/m 17-11 is er gedurende 19 dagen nauwelijks enig e productie geweest (1293 m') . Wel is in het laatste deel van dez e periode 45 .353 m 3 zand in de put gestort .

Aan het eind van deze periode bedroeg de putinhoud 165 .000

a

180 .000 m 3 op een opp . van ca . 3 , 3 ha . De max . diepten van d e 5

(6)

twee putjes bedroeg NAP -19,5 á -17,5 m .

Hellingen : op de aangestroomde kanten 1 :7 á 1 :10 ; op de langsgestroomde kanten 1 :4 à 1 :7 .

Van 18-11 t/m 20-11 is nog 20 .746 m' uit de put gehaald en 48 .95 0 m 3 in de put gestort . Op 28-11-1996, de productie is dan al rui m een week gestopt, is er nog maar 1 put zichtbaar met een ma x diepte van NAP-16,9 m . De aangestroomde hellingen zijn dan flau - wer dan 1 :10, de langsgestroomde hellingen ca . 1 :6 .

Conclusie :

Bij de aanleg van de put ontstaan zeer steile hellingen . In een stormachtige periode van ruim 14 dagen, waarin nauwelijks enig e productie heeft plaatsgevonden zijn de hellingen sterk verflauwd , met name aan de aangestroomde zijden . De putdiepten zijn ook afgenomen, wat ten dele kan worden toegeschreven aan stortinge n

in de put (bijlage 11) . 3 .5 . Omvang overslagkui l De gestelde eisen waren :

- De punaise moet binnen een gebied van 40x100 m werken . - Het totale putoppervlak mag maximaal 150x200 m bedragen . - De maximaal toegestane diepte is NAP -25 m .

De punaise heeft binnen een gebied van 40x100 m gewerkt .

Het totale putoppervlak was aan het eind van de eerste productie - periode ca . 100x200 m, doch aan het einde van de tweede produc - tieperiode ca . 150x250 m .

De maximaal gemeten diepte bedroeg NAP -27,8 m . Een gebied va n ca . 30x40 m was dieper dan NAP -25 m .

3 .6 . Zandbalans (Bijlage 9 )

De stortlijsten van de hoppers, de produktiestaat van de Punaise , de in-/uitmetingen van het strand en lodingen van de kuil zij n beschikbaar .

De hiernavolgende tabel geeft de kubering van de lodingen .

De kubering is handmatig volgens de zgn . rastermethode uitge- voerd . Hiertoe is het gebied verdeeld in vakjes van 10x10 m e n is voor elk vakje de gemiddelde diepte geschat .

datum opp .

in m' inhoud putinhoud

gem . d 03-09-1996 To 250x200m 385 .750 m' 7,715 m

250x150m 285 .910 m' 7,624 m

7700 59 .370 m ; 7,710 m

14-10-1996 7700 84 .290 m' 24 .920 m' 10,947 m 24-10-1996 250x150m 440 .420 m' 154 .510 m ` 11,745 m

noordelijke put 67 .385 m ' zuidelijke put 87 .125 m '

12-11-1996 250x150m 487 .120 m' 201 .23.0 m ' 12,990 m 15-11-1996 250x200m 574 .200 m' 188 .450 m ' 11,484 m 28-11-1996 250x200m 539 .450 m' 153 .700 m' 10,789 m

07-01-1997 250x200m 514 .140 m3 128 .390 m' 10,283 m 27-01-1997 250x200m 394 .440 m3 8 .690 m3 7,889 m 250x150m 296 .120 m' 10 .210 m' 7,897 m 01-05-1997 250x200m 398 .560 m' 12 .810 m' 7,971 m

6

(7)

Vergelijking meting putinhoud versus productie Punaise - storten . Tot 24-10-1996 zijn putinhoud en productie punaise vrijwel ge - lijk, ca . 154 .000 m 3 .

Uit de metingen van 12 en 15 november 1996 blijkt het putvolum e veel groter te zijn dan de productie minus stortingen, nl . 14 à 16% . Indien ervan wordt uitgegaan dat de kubering goed is, da n kan dit verschil de volgende oorzaken hebben :

1. ontgronding van de pu t

2. productie Punaise is te laag opgegeve n

3. van stortingen komt lang niet alles in de pu t

Naar het zich laat aanzien is ontgronding van de put en omgevin g een van de belangrijkste oorzaken van het verschil . Dit kan he t gevolg zijn van de slechte weersomstandigheden tijdens de produc - tielo g e periode van begin november .

Overigens zal ook van de stortingen niet alles in de put komen . Gezien de geringe storthoeveelheden kan dit niet de hoofdoorzaa k zij n

De meting van 28-11-1996 geeft een verschil van bijna 370 1

De meting van 7-1-1997 geeft een verschil van 11,5%, doch buite n het beschouwde gebied is ook ontgronding opgetreden, zodat di t percentage in werkelijkheid hoger hoort te zijn .

Uit de meting van 27-1-1997, nadat de put is opgevuld, blijkt he t verschil tussen putinhoud en productie minus stortingen rui m 66 .000 m' te zijn . Dit grote verschil is alleen mogelijk als d e opgegeven storthoeveelheden verschillen met de hoeveelheid di e in de put komen . Deze verschillen kunnen veroorzaakt zijn door - dat :

1. de opgegeven storthoeveelheden de hoeveelheden in het beun va n het schip zijn . Er blijft altijd wat achter na storten .

Geschat wordt dat dit ca . 2% is .

2. een m 3 zand in het beun van een schip is niet hetzelfde al s een m3 zand in de bodem . Gebruikelijk is dit verschil op 12,5 %

te stellen vanwege het verschil in pakking .

Wordt hiervoor gecorrigeerd, dan ontstaat de volgende tabel : datum prod .

punaise

gestor t gecorr .

prod .

- gestort

putinhoud verschi l

14-10 27452 -- 27452 24920 -253 2

24-10 153617 - 153617 154510 85 3

12-11 187440 6279 181161 201210 2004 9 15-11 188018 20741 167277 188480 2120 3 28-11 209349 80865 128484 153700 2521 6

07-01 209349 80865 128484 128390 -9 4

27-01 209349 228943 -19594 8690 28284 Vermoed wordt dat het verschil veroorzaakt wordt doo r

sedimentatie/erosie als gevolg van weersomstandigheden . De periode 24-10 tot 12-11 heeft het hard gewaaid .

De periode 28-11-1996 tot 7-1-1997 is er grotendeels oostenwin d en vorst geweest . Dit kan de sedimentatie verklaren .

De productie van de punaise bedroeg 209 .349 m3 , terwijl er maa r 180 .050 m' verrekend is . Bij het begin van het werk kwam zee r fijn zand vrij . Vermoed wordt dat hiervan een groot deel i s weggespoeld .

7

(8)

3 .7 . Werkbaarheid punais e

De golfhoogten en windsnelheden zijn gedurende de punaise-produk - tie periode geregistreerd (Bijlage 10) .

De storingen aan de Punaise zijn als volgt geweest : 29/10/9 6

De voeding van de baggerpomp is uitgevallen aan het einde van de eerste produktieperiode, door een losgeraakte subcon-stekker va n een van de 3 KV voedingskabels in het begin van de zinker (in d e branding) . Door een kade te leggen is de reparatie ter plaats e in den droge uitgevoerd .

15/11/9 6

De glandpompen van de Punaise zijn defect geraakt . De Punaise i s uitgerust met 3 glandpompen, waarvan 2 reserve . Alle 3 de pompe n zijn defect geraakt . Tussen de eerste en tweede produktieperiod e is een van de pompen gerepareerd/vervangen . Dit is op zee ge- beurd, de Punaise hoefde niet "naar binnen" .

21/11/9 6

Een lekkage aan het flexibele deel van de zinker . Reparatie i s niet mogelijk geweest door de grote hoeveelheid zand op het vast e deel van de zinker . Punaise wordt later afgevoerd .

De oorzaak van de lekkage aan de zinkerleiding en de complicatie s bij de reparatiewerkzaamheden zijn nog niet duidelijk .De aanneme r heeft dit in onderzoek . Voorlopig wordt gedacht aan (een combina - tie van) de volgende oorzaken :

- Door het storten in de omgeving van de punaise kan he t flexibel deel zo ver onder het zand komen dat bij bewegin g van de punaise er te hoge spanningen in de leiding ont- staat, met bezwijken en lekkage tot gevolg .

- Bij het opstarten van de punaise ontstaat "waterslag" in d e persleiding met hoge trekspanning in de leiding als gevolg . - De kwaliteit van de lassen in het stalen deel van de zinke r

kan onvoldoende zijn geweest, dit wordt nog onderzocht . Andere gevoeligheden van de overslag-/Punaise techniek :

- Als de put op diepte is, neemt de productie snel af, omda t het zand niet wil toevloeien . De productie kan dan allee n op een voldoende niveau gebracht worden door eerst de pu t met zand te vullen .

- Het volhouden van de kuil is een kritische factor gebleken . Temeer daar het kunnen storten in de kuil weersgevoelig i s en het storten in de kuil tijdens een storing aan de punais e en/of leiding niet kan .

Door de geringe diepte ter plaatse van de kuil moeten klein e hoppers ingezet worden . Deze moeten bij slechte weersom- standigheden eerder stoppen met hopperen dan grotere sche - pen . Dit zuigproces lijkt even weersgevoelig als het proce s van aankoppelen aan de persleiding voor een grote hopper . -- De pers--/levenslijn is kwetsbaar gebleken . Door de gering e

afmetingen en de aanwezigheid van de kwetsbare besturings - leidingen kan er niet zo "ruig" mee omgegaan worden al s gebruikelijk met een zinker .

- De periode dat de punaise produceert terwijl er gestor t wordt is beperkt geweest . Het betreft de laatse 2 dage n van de tweede produktieperiode, 19 en 20 november . Hierna

is de zinker lek geraakt, ondanks dat door de aannemer bi j het storten in de kuil zeer voorzichtig te werk is gegaan .

8

(9)

4 . Conclusie s

De suppletie omvat een hoeveelheid van ca . 488 .000 m3 .

Hiervan is ca . 209 .000 m3 zand met de Punaise uit de put in d e vooroever gehaald . Dit zand is aanmerkelijk fijner dan het oor - spronkelijke zand (190 g, resp . 240 g) .

De overige 279 .000 m' is afkomstig uit de IJ-geul en heeft onge - veer dezelfde korrelgrootte als het oorspronkelijke zand .

Vertroebeling van het water door het storten in de put is nie t gemeten en zal nauwelijks optreden .

De put heeft een maximale diepte gekregen van ca . NAP - 28 m, ee n maximaal oppervlak van ca . 3,3 ha en een maximale inhoud van ca .

180 .000 m3 . De beginhellingen van de put zijn vaak steiler da n 1 :1 . Door afvlakking zijn deze ca . 1 :10 geworden op de aange- stroomde zijden en ca . 1 :6 op de langsgestroomde zijden .

De in de put gestorte hoeveelheden zijn veel groter dan de pro - ductie van de Punaise, terwijl de put toch niet geheel gevuld is . De vermoedelijke hoofdoorzaken zijn :

- erosie tijdens slechte weersomstandighede n

- verschil in m' in bodem en m 3 in beun van het schip .

De werkbaarheid van de Punaise is te onderscheiden in 3 delen : de Punaise zelf, de aansluitingen/persleiding/levenslijn en he t hopperproces om de put te vullen .

Punais e

De werkbaarheid van de Punaise (sec) is in de orde van een norma - le baggerpomp . Herstel van schade kan echter tijdrovender zijn . Aansluitingen/persleiding/levenslij n

Deze onderdelen zijn weersgevoelig gebleken (losraken stekke r tijdens storm in brandingszone, lekkage flexibele leiding) . He t vullen van de put met de Punaise in de nabijheid moet ontrade n worden, vanwege het grote risico van het onder het zand komen t e liggen van de (flexibele) leiding met kans op breuk hiervan . Hopperproce s

Het zuigen en storten met kleine hoppers is even weersgevoeli g als het aankoppelen van grote hoppers aan een zinkerleiding . Tot nu toe is niet gebleken dat de werkbaarheid van de Punaise - techniek groter is dan van de traditionele methode met gebruikma - king van grote hoppers .

Hersteloperaties zijn bij de Punaise tijdrovender, dan bij ee n normaal suppletiebedrijf . Dit omdat leveringstijden van (unieke ) onderdelen langer zijn .

9

(10)

5 . Overzicht beschikbare rapportages en uitgevoerde metinge n De onderstaande gegevens zijn aanwezig in het werkarchief van d e afdeling ANV van de directie Noord-Holland .

onderwerp

Werkarchief (W)/bijlag e Lodingen

W Overzicht van lodingen

3 Golfhoogte

W Specificatie van meetdienst RWS-NH (ANM) .

3 Weersomstandighede n

Windsnelheid en richting, van meetpost IJmuiden , beschikbaar van 1 .10 .96 t/m 31 .12 .96 .

W Bodembemonstering .

- Specificatie meetdienst ANM . 3

- Diep(puls)boring 11 .4 .96, verslag De Ruiter , boring nr . B-2830 .

5 - Idem, analyse korrelgrootte, verslag RGD W - Idem, samenvatting korrelgrootte 5

Analyse oppervlakte monsters To en T1 .

6 - Idem, korrelgrootteverdelingstaten W - Overzicht korrelverdeling voor en na suppletie 7

- Idem korrelverdelingsstaten W

- Overzicht uitgevoerde werkzaamheden aspec t bodemdieren .

4 Troebelheidsmetinge n

- Specificatie meetdienst ANM . 3

Rapportage van meetdienst RWS-NH (ANM) .

8

- Meetformulieren W

Gegevens t .b .v . zandbalan s

- overzichtstabel 9

- overzichtstabel+golfhoogte ; tabel en grafiek 1 0 productierapport Punaise

W productierapport stortingen t/m 20-11-1996

W - vrachtlijsten Zaanstad 7-1-1997 t/m 27-1-1996 W

controle uitmeting suppletie

W Foto' s

Toelichting bij foto's .

1 3

10

(11)

Literatuur .

1. J .H .M . de Ruig, A .P . de Looft ; Effecten van kleine ,

tijdelijke zandwinkuilen binnen de NAP -20 m lijn ; werkdoc . RWS-DGW ; GWWS-93 .127 ; mei 199 3

2. A .F . de Looft, F .P . Hallie ; Effecten van zandoverslag in d e kustzone ; proefsuppletie mbv de 'Punaise' -interi m

evaluatieverslag- ; RIKZ/AB-95 .125x ; 12-5-1995 .

3. H .D . Rakhorst, P . Mens ; Rapportage suppletie Bloemen- daal/Zandvoort 1993/1994 PUNAISE ; notitie NH-ANV 95 .115 ; Rijkswaterstaat directie Noord-Holland ; november 199 5 4. G .W .N .M . van Moorsel ; Samenstelling van sediment e n

macrobenthos bij Bloemendaal/Zandvoort in 1993 ; Burea u Waardenburg bv ; januari 1994 .

5. Memo van HW aan dir . Noordzee d .d . 16-1-1996 .

6. P . Mens ; Monitoring strandsuppletie Heemskerk/Wijk aan Ze e 1996-Proef overslagkuilen in combinatie met punaise-Pla n voor monitoring ; RWS-dir . NH afd . ANV ; aug . 1996 .

7. J .A . van Dalfsen ; Punaise*2 Effecten op de bodemfauna va n het gebruik van een tijdelijke overslagput in de kustzon e ter hoogte van Heemskerk . Tussentijdse rapportage ;

uitgangssituatie TO, mei 1996 . (Concept 5 juni 1997) ; Koeman en Bijkerk bv .

8. F .C . Zonneveld ; Vergelijkend onderzoek korrelgrootte -

bepaling (zeef/malvern) ; rapport OP 6500 ; Rijks Geologisch e Dienst Afdeling Mariene Geologie ; 10-8-1994 .

11

(12)

GEGEVENS ZANDSUPPLETIE HEEMSKERK (opgave TZU )

Bestek numme r Jaar v . uitvoerin g Aanneme r

Aannemingssom (excl . ) Aannemingssom (incl . ) Eenmalige koste n Zandwingebie d D50 zand + kwaliteit Datum aanvan g Datum opleverin g

.. . . .. ... . . .. . .. . . .. ... . . .. . .. .. . . .... .. .. . . .. .. . . . Verwerkt bedrag (Incl .) .

NHiK-61019

. . . ... . . ... . . .. . . .. . . . 1996-1997

.. . . .. . . .. . . .. . . . J .G . Nelis GWW

.

. . . . .. . . ... .. . . .... . . .. . . .. . . 4 .544 .000, 0 0

5 .339 .200, . .

. . ... . . ... .. . . .. .. .. . . .. .. . . .. .. .. .. . . ... . .

292 .500,0 0

IJ-Geul, 19 km .

.

. .. . . ... .. . . .. . . .. . . . 25 0

03-09-199 7 01-04 9 7 5 .387 .669, 7 9 .. . . .. ... . . ... .. . . .. ... . . .. . .. . . ... . .. . . .. . .. . . .. .

Punaise

Hopper s

.

. . . .. . . . n .v .t .

. . . .. . . .. . . ... . . ... .. . . ... . . ... .. . . .57 5 n .v .t .

25 .20 7 Locatie (s) (kilometr . )

Gemeente(n )

Prijs zand per m3 (excl . )

. . . . ... . . .. . . ... . . .. . . .. . . .. . . .. .. . . .. ... . Vaarafstand (km )

Max . persafstand (m ) Lengte zinkerleiding (m )

. . . . ... . . .. . . ... . . .. . . ... . . .. . .. . .. . . ... . . . Bestekshoeveelheid (m3 ) . . . . .. . . .. . . ... . . .. . . .. .. . . .. . .. . .. . . ... . . .

Verwerkte hoeveelheid (m3 ) . . . . .. . . .. . . ... . . .. . . .. .. . . .. . .. . .. . . ... . . .

Datum start suppleti e Datum einde suppleti e Verwerkt bedrag (incl ) Ingezet materiee l Profie l

Booster s

Max . lengte walleiding (m ) Gernid . cyclustijd (min . )

Getuid . weekproductie

50,425-51,00 0 Heemsker k

7,3 5 2 0 1 .57 5 1 .00 0 475 .00 0 180 .05 0 09-10-9 6 28-1 1-9 6 2 .106 .546,7 3 Punaise/hopper s

-f3,92-->1 :30

51-51,2150,425-49,6 5 Heemskerk

. . . .. .. . . 7,3 5

.. ... . . ... . . .. .. . . .. .

. . . . ... . . . .

1 8 2 .62 5 1 .85 0

304 .45 0 14-02-9 7 04-03-9 7 3 .281 .123,0 6

Hopper s +3,95-> 1 :3 0

n .v .t . 77 5 220

118 .397

. . . .. . . .. .. . . .. .. . . . ....

. .. . . .. . . .. . .. . . . . . .. . . .. . . . . . . .. . . .. . . . . . . . .. .. . . . . . . .. . . ... . . . . . .. . . .. . . . . . . . .. . . .. . .. . . .. . ..

. . . . .. . .. . . . ... . . .. . . . . . . ... .. . . .. . . .. . . .

.. .. . . .. . . .. . . .. . . . .. .. . De prijs van het zand / m 3

bedraagt (incl . )

... ... 11,70 10,7 8

De eenmalige kosten zijn

6,44

% van de aannemingsso m . . . .. .. . . .. . . .. . .

Bijlage 1

(13)

.i

ó~~c~ .l.,..L

~y. ., :

; . .a-~+cu~• .a ..sL, ~,ww- .,-op s~mm .,mu .J C.~*.> : :w

., res ~;~ ~mmu:uu N .-~, .uvminrnrn :,: w~,, . ~, ~,c,aám~m

•~y v

IJ

r ... .

/ ,°

u~/J~

r ib -

:~ p'yw

. . . ... ó

coam mbn- T2~¢bPW

' .;~'J

Y v ..~.

.,~.,~ .,

,rnrníbnnuvPCï

tn vl uLa L±L,N~s'i',ucmipmdp ymá`~

oo

r

-aa

n~aac aawn.a wu v'u-o

~mP .,~m u, .~i:~,>W N . .oq

jw

w~ .,mrn L~L~ www~'

m

w ti ~o-

..~

.

.•

~~ w ..,r.,1 . vP ma~ .n ..v~!J ;v^W :i;N~:[1~N ^~.~tfrp9rp~~m~ .Wmm2siu .rJ .v ivo-

mmmeoJ VmC,aaa>aw-n1,1

h~m~T L,L~amOr :3m'r6 ~m mtmlt wÁ~J~wdul~l L^Lq u?Ln rF Pw .. n ., n . ..

rJ - 7T~

.]Iw1!a

p r)Ia

oC~ ~i

~1a

A1 Hi

v

Ue

n

v p~p

~©~tO~bm~mbl0u¢~Omr91a m ,Om mtOma>Dd óv

vC:PG,b bLR atn L3 aw Lrw nN . . .-~- ~

Iv VÓ: mm ~LaT UCtm nm. m astm.>w wCOmrâ a ó m NÓC

[,•I a Aa,V ~

i

4 'm ry9 Ya m L w

~~ /rJ

~uN~

~ .

a 2

~1~1 il'i2 m 0ID1 OaI taJlN anl ~,P.N[TN mP~nJ1 u~GirmlliULr~~uL'4~ ra1~ w NNW-N2'W G, n[ j [iq

lV- CJ[O m af ~,

V

A

_

l `~

a

Ww NswNt°~v

T:n

.-i

~ .

J a N4~

a m G

nAJaaam

w

z:: ::::;; i ° LrnLte ~wU rnµ w ~

F- ~w ub~ " =

` . ~_ .~

tn L,a n

~ J prn mmmrn Sm PL,m~Ln U'vr

:JwNriU¢anWb

wW> P 1[lfey N N L bmmrnvVensw Lta

[f~pl - ~•y

V T VSnM_tJ . .~_m

1~OW V O .r ~

cr

7 ,NUy i tl+~

'

,,Jf

~rb w

.N- .-ap .J- ©/ n am- váá á,w ármr ó-Fwá~á rámvrn ié~u+"' , r., NV. ~[~~~t..~?K?~~~(((((('p~~~~~aooo~~WWWWW o

1I

NN

- a4te '

I

w

L

VInaNW

NJNlpy_ NgwNN ~Ut

-N b

^ Y

_^c e.1o' ~a_ cm^`

~m ! v

J

.r

~rn ~e, a~mrn or e,we,a rb+á ~mócr en í~ir ï["',, i' ~ ier,,. c.' .~r~`~`~•uy

Nm rJ2 ww

(

2p N5 mbP m2 móm5m'b _ _

iJN¢ N .-

~aLwi Jw ° ..,~~

J~L.` w .ePG v ~^ L• .e r1 Lr L, :.~ :. .. .-WUw .

Om

~A :W .`tin .Vtv1:

NN ..oC

Wtna lriaa :~

td9

J

- ~ Ó ám ti t~

v

V~ nW _,L~~~+ O~m P

T

N r

~~y

I{

d`+r

~, .~ím. ,. wrrf m`- ~

- v ~ID v2 ~.- ; L~n .~tn tn>a wvwyr .+N tn m ^~ó W¢

ac~WOCt .ná w[

rv_-

m0~©~C~~iW~W NSN~w~m pv~r'4v VCr CUi:~vr Lt rn Gr L*. r]IN L*[.ru

°

_

ILi'i

p1- .N- I

tO' Q

~

N, - _ a ° f~' ' m ~ GRL rG m ~-M1

~

c P ~ i

~

Lt°: uI WCNrJO ..tl ~ rD VrW `,Sá^'L©~yOC

i(/

L./1

V I 1

/

{Q

i

ff

1

!f1

i!j

i 5oómóp~~mm mW m .SmoaL:mmmSw aN mmb Wmav

aa maa maarn Vi p, tnW m~rnár :auó[n cn L.a [n Lnuu• Ln LnsL°Ln <nu, •n [n

wr.<.v r~wwo°

(1

~

P Cm' m Sm Wm p-mmm Wao mma mP a mmxV-- .~d„

Vv .rvv .;V~-._T

maa,L

.- _

W r~ ., ~r:.á ~~ï :~~~ucy~ . :~f .~.wL,vaaLiann wW-+-wrJ-N ..~a~,acvvv,~i .Yináa°wNN .- ._ra cc~ .r p uón aLna~Lanti sámm í~iLm Q1m ám ~~L^LnuL,mL, tn ~n :n ~L„c., Li ~y;OS

ru Jti ea Wrv m .aa a>~c, nwi Ll m o 1

(~

f

°'m LJn nL .a -_sa r~

-o (

voc-ó .j Y _s-LJ

J t t .. 1w

Lr)LtD _

J

{~j

~al!N

a

~m~ 1

~~~~~-, óy m .,cmaa a rnw u°'

~

>Wa

° ~

av.m¢m~, -rna .,~a aua w u- .-c ó ~omrn -.wm~,_ tiá mrnc.m Lnmw cNrJaAw~N .-ticn

ó[nMw _ ,,, Nmu

m~>páw'm ~~~ ~

1ruJ

om

•aw[n Lna~ru w L; L.rnLn,

~

i :L'vcV~W-.,]vnm V'w_. u :O w L%ioa :~

iW22222't",=2r .22';:'mtcNNrcn°.2O mtm02g~~•©5'Já Z2 ',s2 .=2

~ ~ ° ~rn `y~+N~Óm mmb U~lVJ

vtiv~ly

Y v~a .L, p+Á mR,mm Otln v .JTk¢J1ua~uCn L, ~~aP VUrL~NL'•[n Lat P'1 a n.uJr NO .~-mb¢PL. ..O-.vvV

S[> :-C Gm :t16

~mrT V,A wwNNrv V P

:o ~f .;V W :JN~-a~O rA

:JI

NW a rn mLl ~f .tv ~ m

~}

~{

2' + II~~

/

m~án mm NatmP

r

S~m( .,LILUf ~ tLJgN Wtn mtn [l:

IpJ

Wm

w ti ~lNit> N y pmmmaY~aL,

ww~,wN_~~~„

ke r1 Y~o~~ Ym

~a

a wo~va ° Aa w . ~m[,m 4m m m~

w e1d

-,1 j, g

9~C3rnnW

ÓÓU]bmm ~L NNt]r lNauutn

a

.9 qrn

.a-Síw.,J@(lt

" ~mmv~rncv-.mrnm

•1

"w •-'-

[n cn vn <.,w

V 3 .,L rnrnm~

a

dop e

:i¢

rnL

N°L S~

Aez-. a a ,a-. u,m

mLn u,a a W awrJrvN a~°aáoL~[~,,á áá m -. .+@LnueL°~IS m O ~wvr' .-0 ...ó~w~ó . ;-.,~rnrnwu,s ~,.J w N IV : IVVÓa. / . /

~

, .

`"

~~t

)(1 mN

.m..wmbm Wmmmmam Pm m ;m ybpbm_ 000 a~ :V~f .[~:V V+tvatYJww•,vv•, •, IIt~OIP T 41 mn Iv

tlg ~Ntn L]r t1l Jt Lr U•[A L~IJr LnáN ytZ+ O~i fllwmaa yl rwif tavaV y i a rpOrp~;m Y mLT' PmLANa

N-OC°mw. ~t ~;mfA [li tlLNa

-•--

bYbL~la

mvm{w}+\~e Nr: nfNwNn,ua

~mw yOt

~ w

~ ~

fff

I

s's

~/

- l

mWaIDmpymb mbtl mC^tlC Wmmm-t CfA

Ll T+mm WO, '-R N tr n°a'W wL;~

jf `

UCV1 tAAVtw> t.,L .i1yf N WM1V

~W y

V

~~¢rn~tna~ ~ m~ .^ .•vvmórNNNUa aa aNU ww N~^~O^G~mrOWLriOSPmLSbaaaNm Ly tl, t]tU~t.4 Lti fRN LPitOUi

v

C a

nn

/~

NP O

'1L

rJtUaa

:,

ww aTr Ut i..IN9

4h [~

wW i~w[/I ?~U?~

'

mmm 5pm~v

~ '~~G Wrnmprrnctmmi mY .T :lt rn Ut~á .~i ncT lT Lic., L, :n LnL wrn S~ó'.IJii [á ám~~w ~~n ~ N llr ~ wm ~ ntN~AO Ó~cnan;

___orJ OO

N .`u--c

~ ,J VPU>rt .. ..oy~J~i~ . ..

wwNWa>LZ C,

rc u~

_

na _ _ 1

w

Lr N~~

aprnm ara . Ol tl~P

ln ln 4lr tT Ln t., v~sA Lt Li tnucrU

y`,}

Le.:~ 4w ~ á mv w

~. h~~v~;V W °aaNNp,pjp l

©tl V~~aa VE11 wG L~OtvvCl~ v¢ ~I©.

w`\},

`r ,

-.,tiuw~© om x ., mn

°i~óPo+e¢ms~`mr.~iárn "rl átme~~~~áï á~á°" -`

J

~ a

42.y9 tT asar P.2 PPim ni bmm

óeWOmm9~n•

á [,,n nL}

LT

/

aNawrtf 111

bW-; móvm t_pV V ~EmâN '55.2',ma21wP~Wmá aam LJ V,n IItNNN ~,~UUL~IT L, ~1 [n L,N

u~~J rJ ' v er

ww

w ~

Jmrn aL,a LirnC,v~. saal ~ .Lrteé N~~[°.o~mw ~ lj

rna' p rnmmrnrnma mm

u w rJt ~n vr La vl ;n ca ,•

Ucm .

`tí~,,~

m l~xvJi :aa,v.NwN[.tN .~O~vvm VUOt tn tn U~L~mU L, 4i GN, lGltm Ot[Yma k m[an Ot N~Po-`j 14

t 11 r,~ [ a ¢vrJmi [mjtw~ n áWm Q m am ~ ILJ'irní~i~ c[4i'~i ~ccL.; n'rn íyitLmi

SI~NWCm°~p a~+~De~ vk

,amlcp :o!~m :o ?m mmm mm óác óótr°m°v°rnnu°aju°~[m,,w -mmmm m

~ :av j :GVVV m© :, a4°iG ápL ~rtmi yry~~J~m~~Q'~pIDWW~~v C:L1 tR P. CpiNaáLmiNNL°J

ÓjIIppp y.y

v emnP V[miia~aiv .An a~vwr~j lwvEl~em\Óh .IPiâv~P~w W auw~vLWi rwit N'~F O //)1fJ

1 1414

1 ~

u;U b'm mep ,',p

m -^~ •Lr w/fQ Lt~~

I

vfZb ¢C ~©m

Sm PGOtlá o . Ó c .'. ~. L, OtY

aha cWaw> N ~-r~~ •- :• --(~dbOtPP .ra TP aaLarvn 0019x "

4 El

\11}

''77II

mb mm mmin ip lo rDmmm mm L~rp lp L~miPm m(b •{pmm~ W ~ 5bm9iCO b~yG

4S~b~rn44l Ln » . L, VI L'.-v wL,n :~ . .-NC Cm .L v ©

p2p Ot

OI OIVL Nifa~rt p{,r~"~ W

Sti' .I~PC m :G:a'c~W•a 2L~¢'n mraa . 22 ,4 C p ammm O mpibm mabmm72,-22 H :P t'1Ua

NPNr.~N--'-- .. ..

~y--]~

Ij

~a JW V

PUaiJlawbaamm-w rv •- ~«/

} ' ul

m v7mmA mb¢mw v, Lam

mL~S m P b mmc¢O m 2P 5OCWCm~ ~ C~4, b ~Ó: :paV Wrv>L+o w .~rcrJPp CN :GL ?~J% vS VPytmyS w.tnw>ACTNaL, IV- ~ W r~ m

I .; mvPLNiNáa mwmOSm m~mpVV°Gpr ~"9 -

TmY a 2m

rn LRrv[~u uUNbW

V

/1 ll!!

í

~rO tC . :c .r a°a

;2. 5gw m D`}V~/ .-__-Em22g,2g ,'tg ,n5mbmmO aly-~ng5

m

~iYY V . Ij

m. crLnm wa 1A AarJwrrv

p

mm~:mw V r

mp L1 ...

rJ

JV

..L,_ ~asr L,, .v .2 ..u-wo

n2°

m u[na Uww

v-/~_d

CG Vm ryY 4 tvir `

!!!

22%Y pP[a

wN m m

, :o _

'aw~`~~l~mióáó~O gfm

~~m .-,~ mmmmmcmacmm mrnmmcod

' Y rW 4 o

\

~ ,

. v w~wn

mi f m [m„ m ó

wl I Cm ~~á ~`?mma¢OmpmbmmmMCC' póó mp U V~w Ó

n

w-á>D

!

r,

tap WID[Aav ...w-wuw --•.•• p i,_ ~ _!

.IDi :riv©m°u ~UtAwv b m9 lvbi~N4 tl ó(a C t',w

'^c~~tl T. ~ á PrPji m ~ m0,mmtA U V: LS~ Ln tA u[nL„4•=v L~ Ltu cNn if': L~it~át uc~.r L~a1

~~C't

rvNw~ym2v Lná~[nuin rn~Wa .,

a ..Ná„

(14)

2 . Golfmetingen nt .h .v . een golfineethoei .

In de periode van 01 oktober 1996 tint. 31 december 1996 is gemeten niet een goifnteetboei .

Hierbij werden de gegevens van de boei aan de wal ontvangen m .b.v. het zg. SAWAS(-Stand Alone Wave Analysis Systern)-systeem .

In dit systeem warden de gegevens van de boei ontvangen en gelijktijdig verwerkt . De volgende periodes heeft het systeem goed gedraaid :

a. 01-10-1996 Urn . 25-11-199 6 b. 20-12-1996 tint . 31-12-199 6

Van de tussenliggende periode (26-11-1996 tlm_ 19-12-1996) zijngeen gegevens ontvangen . In deze periode is de boei vermoedelijk weggevist .

Positie van de golfineetboei :

a. Periode 01-10-1996 tlm . 25-11-1996 »> >- 98942 y =50294 7 b. Periode 20-12-1996 Urn . 31-12-1996 >>> x 99523 y 50265 1

3. Bodembemonsteringen .

Op 11 april 1996 is een boring, d .m.v . pulsen uitgevoerd tot ± 25 meter onder het maaiveld .

Op 01 mei 1996 zijn i .s .tn . RIKZ 80 bodemmonsters genomen m .b .v . zgn . Reineck box-corer op de plaats van de overslagput en de directe omgeving hiervan .

Op 28 januari 1997 werden i .s.m . RTKZ een 20-tal bodemmonsters m .b .v . zgn . v . Veen-happer genomen in d e overslagput en de directe omgeving hiervan .

4. Troebelheidsmetingen .

Op 20 november 1996 werden m.b .v . het nrs . Prof.Lorentz troebelheidsnletingen uitgevoerd . Gebruikte apparatuur : troebelheidsmeter »> ME X

stroomsnelheid en -richting >» Ehnar . Er werd gemeten van 10 .42 uur tlni . 12 .45 uur MET .

In deze periode vonden 5 stortingen van zuigers plaats .

Er zijn tijdens de stortingen geen noemenswaardige veranderingen opgetreden in de troebelheid van he t langsstromende water.

Windrichting tijdens de metingen : WZW (250°), later ruimend naar het Noorden (360° ) Windsnelheid tijdens de metingen : eerst -!- S rnlsec . later toenemend tor ±- 1 misee . Deining tijdens de meting : eerst ZW-lijk 0 .5 m . hoogte en later toenemend 1 .5 m .

Vervolg bijlage 3

(15)

OVERZICHT METINGEN MEETDIENST AN M 1 . Lodingen, uitgevoerd door Meetdienst ANM, t .b.v. punaise Heemskerk 1.996/1997 .

Door de Meetdienst zijn vóór, tijdensen na desuppletie m .b .t . de zg . punaise, lodingen uitgevoerd in de ruime omgeving en in de directe omgeving van de overslagput .

Hier volgteen opsomming van de lodingsdata en de daarbij behorende kaarten . 1. Detailloding overslagput punaise . Schaal 1 : 500 .

Lodingsdatum Kaartnummer Opmerkinge n

16-01-96 NHAN 1996-53002 --~

03-09-96 NHAN 1996-5311 8

14-10-96 NHAN 1996-5317 8

24-10-96 NHAN 1996-5319 1

15-11-96 NHAN 1996-53204

28-11-96 NHAN 1996-5321 2

09-12-96 NHAN 1996-53034 Posities naren niet goed . De dieptes nel!! ls niet verzonden .

07-01-97 NHAN 1997-5300 3

27-01-97 NHAN 1997-5304 3

01-05-97 NHAN 1997-5312 5

2. Detailloding omgeving overslagput punaise Heemskerk . Schaal 1 : 1000 . Lodingsd .itum

Kaartnummer

Opmerkinge n

2 2-04-96

NI-lAN 1996-5305 6 03-09-96

NHAiN1996-5311 7

• 12-11-96

NHAN 1996-5320 3 09-12-96

NHAN 1997-53035

Positie is niet juist . Dieptes zijn wel juist . ls niet verzonden . 07-01-97

NHAN 1997-5300 4

27-01-97

NHAN 1997-5304 4 01-05-97

NHAN 1997-5312

4 Lodingsdatzi

Kaartnummer

Opmerkinge n 3. Tevens is het gehele suppletiegebied gelood . Schaal 1 : 5000 .

1 16-01-96

NHAN 1996-5300 1 19124-09--1996

NHAN 1996-5317 6

e_

e_

25126-03-1997

NHAN 1997-52103

Bijlage 3

(16)

Aa n

Peter Men s

Contactpersoon

Doorkiesnumme r

Jan Van Dalfsen

34 8

Datum

Bijlage(n )

26 maart 1997

1

Ons kenmerk

Uw kenmerk

RIKZ /

Projec t

Punaise* 2

Onderwer p

Voortgangsrapportag e

Beste Peter ,

Hierbij een kort overzicht van de werkzaamheden tot op heden van d e biologische monitoring .

Bemonstering :

Een eerste bemonstering van de bodemfauna (TO) heeft plaatsgevonden o p 2 mei 1996 . Deze bemonstering zal dienen als referentie om het herste l van de bodemfauna na het afvullen van de tijdelijke overslagput t e

kunnen onderzoeken . In totaal zijn 80 monsters genomen voor de analys e van de bodemfauna- en de sedimentsamenstelling .

Kort na het afvullen van de put (26-2-1997) heeft op 28 januari 199 7 een tweede bemonstering plaatsgevonden (Ti) . Dit met als doel d e situatie direct na het afvullen te kunnen beschrijven en om mogelijk e import van organismen vanuit het wangebied te kunnen onderkennen . E r zijn 20 monsters genomen ; 10 In het gebied van de put (lodingskaar t opname 7-1-97) en 10 als referentie buiten het beïnvloede gebied . Opmerkelijk was het aantreffen van aanzienlijke aantallen levend e schelpdieren (Spisula subtru .ricata) in de monsters genomen in d e afgevulde put .

Analyse :

Van de TO bemonstering zijn momenteel 30 bodemfaunamonster s

geanalyseerd . In de monsters zijn weinig soorten aangetroffen, en he t aantal bodemdieren per monster was relatief klein .

In overleg me t Pieter van Vessum is voor de analyse van de sedimentsamenstelling ee n selectie gemaakt uit de monsters van 1996 en 1997 ;

55 monsters uit 199 6 (TO)

en 15 monsters uit 1997 (Tl) worden geanalyseerd op het percentage organisch stof, CaC O 3 en de fractie <63 pm . De analyse van de monster s is uitbesteed via ITL in Middelburg . Van 24 monsters wordt tevens d e zeefcurve (D10, D50, D90) bepaald . Deze monsters liggen globaal op ee n transect evenwijdig aan de kust en op een transect loodrecht op de kus t

(zie kaart) .

Uit de positiebepaling van de nieuwe zinkerleidi_ng blijkt dat deze zic h geheel buiten het door ons bestudeerde gebied bevindt .

Groeten, Jan

Bij'age 4

Vestiging Haren

Telefoon (050 533 43 3 1 Postbus 207, 9750 AE Haren

Telefax (050} 534 07 7 2 Bezoekadres Kerk!aaii 3 0

Bereit :5nar niet buslijnen 51, 53 en 59 vanaf slaan Groninge n

(17)

PUNAISE*2 : BODEMDIEREN ONDERZOE K

station 1996 {TO) n

bepaling zeefcurv e

Q station 1997 (Ti) • -~

50300 0 Y

Q

Ei

D

to n

f 502900 ' -

E i

502800 1L

/,,

502700 h

50260 0

502500

q D

E

0

a

n

ElG q 0

Cg c El>

3 n

D /E

Q q

E,

0

I

0

E i

a

0 Ei

0

0

E

fl i Ci

I l

99700

99800

99900

100000

100100 n

x

(18)

DIEPBORING IN OVERSLAGPU T

de ruite r

baringen en bemalingen hv

B-2830, bladno . 1 G R O N D LA GE N S T AA T

Plaats

Noordzee ter hoogte van Heemsker k Boringnummer

: 1 Bootmethode

: Pulse n

Naam boormeester : W . den Harto g

Diepte der lagen i n meters ./ . bodem

Grondsoor t van

to t

0 .00

-

2 .00

Zand

fijn grijs met schelpenresten en slibspore n

2 .00

5 .00

Zand

fijn grijs met enkele kleilensjes e n houtreste n

5 :00

10 .00

Zand

fijn grijs met wat schelpenresten e n kleispore n

10 .00

11 .00

Zand

fijn grijs met wat schelpenresten, enke l kleilensje en houtreste n

11 .00

- 13 .00

Zand

zeer fijn kleihoudend met kleilensje s schelpen- en houtreste n

13 .00

- 17 .00

Zand

fijn grijs/brui n

L7 .00

- 20 .00

Zand

fijn grijs/bruin niet kleisporen e n houtreste n

matig fijn grijs/bruin met wat fijn grin d matig fijn grijs met schelpenreste n

matig fijn grijs met kleispore n

Dubbele monsters genomen in. plasticmonsterzakken :

0 .00

-

1 .00

Monster 1 (2x )

1 .00

-

2 .00

Monster 2 (2x )

2 .00

-

3 .00

Monster 3 (2x )

3 .00

4 .00

Monster 4 (2x )

4 .00

-

5 .00

Monster 5 (2x)

Opdrachtgeve r Datum uitvoering : 1 .1.-04-1996

Naaal : Rijkswaterstaa t 0pdrarchtrlumise.r : 63017

Adres : Directie_ Noord-Hollan d Werknummer

: 96-05 .063017

Plaat : IJmuiden

Bijlage 5

20 .00

22 .00

Zan d

22 .00

- 24 .00

Zand

24 .00

25 .00

Zand

-[s,arloinme r5rraatweg 75

Postbus 1 4 1165 Me Hulfweq

1160 AA Zw ;t1ncnburq

Telefoon 1-31 (0120 497 80 11

ABN AMRO 48 .72 .00 .43 2 Telefax +31 10120 497 21 42

Porttank

62134 5

Handelsregister K_•f .K . Amsterdam nr . 115898

B-I,W .-nutnmer NL0028 .58 .502 .B04

VCA' ' -yecertiticeerd

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 Regionale economie West-Friesland, beschrijving en analyse. 2 Ook in deze notitie wordt een aantal Engelse termen gebruikt. Dat is noodzakelijk om goed aan te sluiten bij de

Om de grondstof voor ontwikkeling te kunnen zijn en leveren, investeren we binnen Dekker in onze medewerkers.. In ons mensbeeld staat omschreven hoe we hier

IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. te Wierik Postbus 202 7460 AE

• 21e eeuwse vaardigheden: communiceren, sociale en culturele vaardigheden. Locatie Op school en/of in de bibliotheek. • Voor scholen die deelnemen aan de Bibliotheek op school

• De professionele relaties en samenwerkingsovereenkomsten met andere zorginstellingen, zoals ziekenhuizen, specialistenmaatschappen, apotheken, GGZ-instellingen en

voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB. Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kan onder voorwaarden een hogere grenswaarde worden vastgesteld. De

Gepeste leerlingen voelen zich vaak eenzaam, hebben in de omgeving waarin ze gepest worden dikwijls geen vrienden om op terug te vallen en kunnen soms beter met

Ingevolge uw opdracht hebben wij de jaarrekening 2017 van Stichting Belmonte Arboretum, waarin begrepen de balans met tellingen van € 68.181 en de staat van baten en lasten