Vraag nr. 104 van 22 maart 1999
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Beroepstitels verpleegkundigen – Titels en brug-functies
Op 12 februari 1999 nam de federale ministerraad een aantal beslissingen in verband met de beroeps-titels voor verpleegkundigen.
Het voorontwerp van wet voert drie titels in : alge-meen verpleegkundige, gebrevetteerde verpleeg-kundige en ziekenhuisassistent. Er wordt in brug-functies voorzien om een andere titel te behalen. Bovendien zal een formele werkgroep werken aan een "uniek statuut voor de verpleegkundigen". 1. Werd overleg gepleegd met de gemeenschappen
bij het bepalen van deze titels ? Met het onder-wijs ?
2. Welke opleidingen in Vlaanderen voldoen om de vermelde titels te behalen ?
3. Welke titel krijgen de gediplomeerde verpleeg-kundigen (vierdegraadsonderwijs) ?
4. Welke brugfuncties zijn er in het Vlaamse derwijs (beroepssecundair onderwijs, hoger on-derwijs, onderwijs voor sociale promotie) voor-handen om de titel algemeen verpleegkundige te verwerven na het vierdegraadsonderwijs ? Na vroedvrouw ?
5. Zijn de gemeenschappen betrokken bij de werkgroep "uniek statuut" ? Is het onderwijs erbij betrokken ?
Antwoord
1. Betreffende het bedoelde voorontwerp van wet had geen officieel overleg plaats met het minis-terie van de Vlaamse Gemeenschap, departe-ment Onderwijs. Wel waren er informele con-tacten met mijn kabinet.
Mijn kabinet en de administratie van het depar-tement Onderwijs zijn ook vertegenwoordigd in een werkgroep ad hoc betreffende de in het voorontwerp opgenomen uitvoeringsbesluit(en) waarin de voorwaarden en de regels zouden worden bepaald tot het verkrijgen van de er-kenning als drager van de beroepstitel van alge-meen verpleegkundige voor de dragers van de beroepstitel van gebrevetteerd verpleegkundi-ge, alsmede voor de vroedvrouwen (= de zoge-naamde brugfuncties).
Deze werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de (federale) minister van Volksgezondheid en Pensioenen, het federale ministerie van So-ciale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en van de Onderwijsdepartementen van de ver-schillende gemeenschappen.
2. Volgens het bedoelde voorontwerp van wet zouden de houders van :
a) het diploma of de titel van gegradueerde verpleger of verpleegster of van het diploma van vroedvrouw behaald vóór 1 januari 1998, b) het brevet of de titel van verpleger of
ver-pleegster of van het diploma in de zieken-huisverpleegkunde of in de psychiatrische verpleegkunde,
c) het brevet of de titel van ziekenhuisassisten-te,
van rechtswege worden erkend als drager van de beroepstitel respectievelijk van :
– algemeen verpleegkundige, – gebrevetteerd verpleegkundige, – ziekenhuisassistent.
De opleidingen die in Vlaanderen de voor-noemde diploma's of brevetten uitreiken (uit-reikten) voldoen derhalve om de bedoelde be-roepstitels te verwerven. Te noteren valt dat het brevet van ziekenhuisassistent momenteel niet meer wordt uitgereikt in de Vlaamse Gemeen-schap.
3. De gediplomeerde verpleegkundigen krijgen de beroepstitel van gebrevetteerd verpleegkundige (cfr. punt 2, b hiervoor).
4. Momenteel omvat de onderwijsreglementering geen "brugfuncties" om na de vierdegraadsop-leiding het diploma van gegradueerde verpleger of verpleegster te verkrijgen.
in zekere brugfuncties te voorzien.
Voor de houders van het diploma van vroed-vrouw gelden de gewone regels inzake vrijstel-lingen en studieduurverkorting op basis van ge-slaagde studies in het hoger onderwijs.