• No results found

presidium der Tweede Kamer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "presidium der Tweede Kamer "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

Li er I

In zijn in het begin van dit jaar verschenen - en onmiddellijk na zijn verschijning door ons ter lezing aanbevolen - boek "Om de vrijheid en de democratie in een christelijk- sociaal tijdperk", acht mr. P. Zonderland het lichtelijk verwonderlijk, dat in ons land de op- vatting heerst, dat men heus wel weet wat. het liberalisme is. Niet slechts omdat er verschil- lende "liberalismes" zijn (een klassiek en een neo-liberalisme o.a.) maar ook omdat het woord liberalisme in tal van betekenissen kan worden opgevat: als geestesgesteldheid, als historische beweging, als filosofie, als strijd tegen gevestigde belangen, als politieke bewe- g·ing, als idee, als economisch begrip, als staat- kundig richtsnoer, enz.

Zou dit op zichzelf een onderzoek naar het ware liberalisme reeds voldoende rechtvaar- digen, de schrijver voegt er een o.i. nog klem- mender argument aan toe: Er zit - zo betoogt hij - voor Nederlandse begrippen beweging in de politieke verhoudingen en een confron- tatie van het liberalisme tegenover andere richtingen zou reeds daarom van waarde kun- nen zijn. "Er is iets van een doorbraak te zien in het politieke,wolkenspel. Het is de vraag of de confessionele partijen hun aanhang op peil zullen kunnen houden, of zij de tot hun kerk behorende liberalen en socialisten blijvend met succes kunnen voorhouden, dat zij hun staat- kundige keuze op grond van hun op een be- paalde centrale wijze uitgelegde godsdienst dienen te bepalen. Hoe - vraagt nu Z. - staat het liberalisme tegenover deze ontwik- keling? Is het wel juist om de doorbraak uit- sluitend als een socialistisch streven te be- schouwen?"

* * *

persoonlijk hebben wij tegen het woord

"doorbraak" wel enig bezwaar, om de agressieve klank die het heeft, vooral door de wijze, waarop van socialistische zijde dit woord als leuze is gehanteerd. Het feit echter, dat er inderdaad in kerkelijke kringen een kentering merkbaar is in de opvattingen omtrent poli- tieke partijkeuze, is wezenlijk en voor de libe- raal verblijdend.

Tenminste even belangrijk achten wij in- tussen een gelijkvormig verschijnsel ter . .lin-

kerzijde": het spreekt voor talloze in socialis- tische sfeer opgegroeiden, niet meer vanzelf hun stem op de socialistische partij uit te bren- gen, nu niet alleen de maatschappelijke om- standigheden zo geheel anders zijn dan ze een halve eeuw geleden waren. Doch bovendien het probleem van de individuele vrijheid, de zelf- standigheid en de verantwoordelijkheid een gans ander aspect heeft gekregen. Hoe diep dit alles ingrijpt in de mentaliteit, vooral van jongere mensen, werd ons dezer dagen nog eens heel toevallig duidelijk: wij lazen een zuiver litterair boek van de Engelse schrijver Paul Potts. Hij verzekert op bijna iedere bladzijde socialist te zijn, een left-winger nog wel. Maar heel het boek ademt de geest van een ontgoo- chelde, juist in zijn socialistische overtuiging.

Zoudt ge als lezer nu verwachten, dat hij als man van de uiterste linkervleugel hoop put uit hetgeen het communisme aan oude socialisti- sche "idealen" verwezenlijkt heeft, ge komt bedrogen uit, want ook dat bezorgt deze "so- cialistische" auteur slechts koude rillingen.

* * *

w i j bevinden ons dus duidelijk in een ge- heel nieuwe situatie, waarmede wij als liberalen terdege te maken hebben. Een voor ons hoopvolle situatie, die dan ook voortduren- de bezinning eist.

In de uitstekende omschrijving, die wijlen mr. J. Rutgers in de Winkier Prins Encyclo- pedie. van het Liberalisme gaf, lezen wij dat het is "het geloof in de waarde van de mense- lijke persoonlijkheid en de overtuiging, dat de bronnen van alle vooruitgang liggen in de vrije ontwikkeling van de menselijke persoonlijk- heid op geestelijk en stoffelijk gebied, waar- door de gemeenschap vol profijt kan trekken van de scheppende kracht van de menselijke geest. Het is meer een geestesgesteldheid dan een afgesloten leer wars als het is van dogma's.

Van verschillende levensbeschouwing uit kan de mens komen tot de liberale geesteshou- ding ... "

* * *

Als definitie zal het hier gezegde ook nu nog door iedere liberaal wel aanvaard worden. Maar het is uiteraard niet meer dan

Zaterdag 30 september 1961 - No. 651

\Vij spraken met:

mevr. G. S. Huese-Laming

lid v. d. gemeenteraad van De Bilt lZie oag. 3•

.e nu ,

een uitgangspunt, van waaruit wij gezamenlijk de actuele politieke vraagstukken benaderen.

Die wisselen met de tijd en met de omstandig- beden. Zien wij met mr. Rutgers het libera- Iisme meer als een geestesgesteldheid dan als een afgesloten leer, wars dus van dogma's, dan weten we ons principieel opgewassen te- gen de taak, die de tijd en de wisselende om- standigheden ons opleggen. Echter onder één beding, n.l. dat onze afkeer van dogma's niet mag leiden tot opportunisme.

Dat het Liberalisme hieraan .niet steeds ont- komen is, hebben wij in het verleden meer dan eens geconstateerd. Mr. Zonderva'h bevestigt het in zijn boek, waar hij enerzijds stelt dat in het eerst kwart dezer eeuw de Vrijz. Dem.

Bond naar het uiterlijk meer liberaal was, meer voortzetting van Thorbeeke's lijn dan de liberale partij (De Vrijheidsbond) zelf, doch anderzijds uit het gedenkboek "V.D.B. 1901- 1926" concludeert, dat ook eersterangs mede- werkers niet veel verder kwamen dan een koersen tussen het uiterste individialisme van de in naam liberalen en de verontachtzaming van het individu bij de socialisten. Van dit laatste ziet schrijver de oorzaak hierin, dat men afging op personen en feiten en ontbeerde een vaste leer van de vrijheid.

* * *

Men moet welhaast - als wij - heel deze periode meebeleefd hebben om deze kritiek op de juiste waarde te schatten. Daar- cm is het ons thans niet te doen. Belangrijk is voor ons slechts, dat we thans gelukkig slechts één liberale partij kennen en dat er in onze dagen in onze kringen - méér dan in het ver- leden - tijd en aandacht besteed wordt aan de actuele politieke problemen, gezien in het licht van de beginselen, die ons bij al onze activi- teiten moeten leiden.

Wie geregeld kennis neemt van de publica- ties uit onze kring verschijnend en de discus- sies in studieclubs gevoerd, zou - alle benau- wenissen van deze tijd ten spijt - als liberaal geneigd zijn, met een van de grote humoristen uit de zestiende eeuw, Ubrich von Hutten, te zeggen: "Het is tegenwoordig een lust om U,

leven "

deR.

(2)

"l'lüJHBID EN DEC\IOCHATIE 30 SEPTEl\lBER 1961 - PAGINA 2

Weer normale verhoudingen

presidium der Tweede Kamer

'

7 oor het eerst sinds twee en een half jaar is er weer een socialist eondervoorzitter van de Tweede Kamer en ciaarmee zijn de normale verhoudingen in het Kamerpresidium teruggekeerd.

Volgens de traditie levert de grootste fractie de voorzitter, de op een na groot- ste de ondervoorzitter en de derde frac- tie irt grootte de tweede vice-voorzitter.

Het conflict, dat zich in december 1958 heeft afgespeeld tussen de socialisten en dr. Kortenhorst, wie verweten werd, dat hij de in de spannende Kamervergade- ringen ro'1dom de val van het laatste kabinet-Drees niet voldoende objectief ge- weest zou zijn, heeft echter geleid tot een afwijking van de gebruikelijke verdeling der posten in het Kamerpresidium.

De socialisten verklaarde'1 na de ver- vroegde verkiezingen van 1959 demonstra- tief, dat ze niet zouden meewerken aan een herbenoeming van dr. Kortenhorst.

Meur. m1·. STOFFELS-uan HAAFTEN ... spoTti.e.f

De meerderheid van de Kamer meende toen, dat er onder die omstandigheid geen goede samenwerking mogelijk zou kunnen zijn tussen dr. Kortenhorst en een socialistische ondervoorzitter, zodat de P.v.d.A.-kandidaat Bommer werd ge- passeerd en in zijn plaats een liberaal naar voren ·werd geschoven.

Dat was aanvankelijk drs. Korthals, die na prof. mr. Oud over de meeste par- lementaire ervaring in de VVD-fractie beschikte. Drs. Korthals heeft echter nooit als ondervoorzitter gefungeerd, om- dat hij al spoedig tot het ministerschap werd geroepen.

In het najaar van 1959 is toen mevr.

mr. Stoffels-Van Haafte.n de eer te beurt gevallen om als represenfante van de op twee na grootste fractie het ondervoor- zitterschap te bekleden. Twee jaar lang

heeft zij vele Kamervergaderingen geleid.

Voortaan zullen we haar minder vaak in de voorzittersstoel zien. Want, zoals ge- zegel, een socialist - de heer Bommer - is opnieuw ondervoorzitter geworden.

*

D eze terugkeer tot normale verhou- dingen is mogelijk geworden, door- dat de socialisten htL'l verzet tegen dr.

Kortenhorst hebben opgegeven. Bij het opmaken van de nominatie kreeg hij 111 van de 117 (schriftelijk uitgebrachte) stemmen, waaruit duidelijk bleek, dat de P.v.d.A.-fractie weer op de 74-jarige KVP- kandidaat had gestemd.

Voor de rest der Kamer was er toen geen reden meer om niet volgens de "re- gels van het normale parlementaire spel de socialistische kandidaat Bommer als nummer twee op de nominatie te zetten.

Hij kreeg 109 van de 117 stemmen. waar- na tenslotte mevr. Stoffels met 1.08 van óe 117 stemmen als nummer drie te voor-

~:chijn kwam.

Onmiddellijlê na de stemming ging mevr. Stoffels sportief als eerste naar de heer Bommer om hem met de uitslag te

"eliciteren. Er was voor het liberale Ka- raerlid trouwens geen enkele reden om de wijziging in het Kamerpresidium als minder aangenaam voor haar persoon- lijk te beschouwen. Dat bewijst wel het

~eit, dat de VVD-fractie eveneens op de heer Bommer heeft gestemd.

Na twee-en-een-half iaar weer een socialist onder-voorzitter ..

Oud conflict uit de weg geruimd - Mevr. Stoffels-Van Haaften voortaan minder vaak in de voorzittersstoel - Herdenkingsrede- voeringen in beide Kamers.

M evr. Stoffels kan terugzien op ee'1 succesvolle tweejarige periode als ondervoorzitter. Op bekwame wijze heeft zij, als regel in de avondvergaderingen, de voorzittershamer gehanteerd. Daarmee heeft zij zelf het bij haar eerste benoe- ming gehanteerde anti-revolutionaire be- zwaar, dat zij te wei'1ig parlementaire ervaring had, ontzenuwd. Overigens moet men het destijds door de AR-fractie naar voren gebrachte bezwaar ongetwijfeld zien tegen de achtergrond van de in die kri'lgen nog altijd bestaande afkeer van het bekleden van openbare functies door vrouwen.

r;:~

i

Binnenhof ;

~ ... ~~

BOMMER niet gepasseerd Deze afkeer is haar waarschijnlijk ook

bij de jongste stemming op het verlies van enkele stemmen komen te staan. A'1-

ders kunnen wij tenminste niet de zeven stemmen verklaren, die op de a.r. mr.

Roosjen zijn uitgebracht. De anti-revo- lutionairen, die thans de vierde fractie in de Kamer zijn, kunnen in normale verhoudingen geen rechten laten gelden op het leveren van een tweede ondervoor- zitter. Maar misschien was het juist het antirevolutionaire depit over dit feit, dat mr. Roosjen nog een paar stemmen op- leverde. Wie zal het zegge'1.

Van deze laatsten spreekt prof. Ger- brandy, de felle minister-presielent uit het Londense oorlogskabinet, wel het meest tot de verbeelding. Bij het horen van zijn naam, aldus dr. Kortenhorst, is het alsof in een visioen zij'1 markante figuur nog eenmaal voor ons oprijst. Wij heb- ben hem erkend als de verpersoonlijking van de geest van ons volk i'l de jaren der beproeving.

*

D e vergadering \:t..ras begonnen met redevoeringen van dr. Kortenhorst ter herdenking van de omgekomen secre- taris van de Verenigde Naties, Dag Ham- marskjöld en twee Nederlandse figuren:

generaal Duymaer van Twist en prof.

Gerbrandy, beiden anti-revolutionair.

Hij was van hetzelfde 11arde en gave hout gesneden als zijn Britse wapenbroe- der Churchill. Hem is dan ook terecht van alle zijden dartk en eer bewezen voor de wijze, waarop hij het vertrouwen zo- wel van de geallieerden als van ons eigen volk beeft weten te winnen en tot het ei'1cl toe te behouden.

De zo tragisch om het leven gekomen Hammarskjöld schetste dr. Kortenhorst als de bekwame, zelfbeheerste en moedige Zweedse diplomaat, die oneindig veel meer was dan een gewetensvol admini-

CJ)eze

Burger_

heeft ditmaal Prinsjesdag b1iiten Den Haag doorgebracht. De zorg vooT de dagelijkse dTie sneetjes bruin brood dwong hem de stad züner in- woning te verlaten, reeds in de v1·oege morgenuren, toen deze zich op- maakte de aanvang der nieuwe parlementaire periode met glans en glo1·ie, met feestneus en gerookte paling, te vieren.

Altijd een mooie dag met mooie dames en heren in nwoie pakjes, met ambassadeurs en andeTe goochelaars, met geneTalen en admiralen en collegae - vum·vreteTs langs de vele café-ten·assen. Ik pleeg e1· telken jare m~jn lwrt en ziel aan op te halen en er ste1:kte uit te putten voo1·

mi:in belangsteHing in 's Rijles aangelegenheden, hie1· en overzee.

Lijfelük kon ik er dus niet bti z~jn, doch met mUn zware monsterkoffer sjouwend doo1· Amsterdam teneinde ook voor deze dag mijn bete brood weer te verove1·en op het keiharde kapitalisme, toefde ik in gedachten bij het Haagse hoogtij: de Gouden Koets; de gouden heren; het ganzen-- rijtje van de Raad van State, zoals dat aangedribbeld komt dwaTS oveT het Binnenhof; de witte broek ( voo1· de gelegenheid pantalon geheten) van onze bloedeigen Oud. Beelden, 1·eeds vanaf mijn kinderjw·en. toen ik aan vaders hand dat aLlemaal Teeds hevig mocht meebeleven. Toen al droomde ik, er ééns zelf bij te mogen zi.jn als medespele1· op 's lands podium. Het is daaT nimmer van gekomen. Eénmaal tweede sec1·etaris van de plaatselijke afdeling van de V1·ijheidsbond. Twee maal onver- kiesbaar kandidaat voor de gemeenteraad. En nooit een witte broek. En nimmeT een slagzwaard op zij. Geen flonkerend sterretje nàg zo klein op de smalle borst. Zelfs geen vierdaagse-knlis. Een gemankeerde car- rièTe. Alleen i k weet wat uacleTland en volk er aan te ko1·t gekomen zijn.

Twee dagen na de grote, derde dinsdag heb ik het toch alles met eigen ogen mee-beleefd: gezeten in het diepe duister en de benauwende mensenvlees-geuren van de Cineac weTd, wat de jounullisten .,het spTookje" noemen, weTke!ijkheicl.

En tien avonden nu Teeels - en nàg is 't einde niet in zicht -heb ik gebogen gezeten over de Miljoenennota, een boeiend b1·olc !ectmu·, waar- vaaT ik graag mijn geliefde simenonnetes terzijde schuif.

De wereld geurt naar he11stblaren, kruitdamp en mensenbloed.

Het pm·lementaire jaar is in de laatste zome1·-zonneschijn begonnen.

Wat al geschieden moge in 's lc111ds ve1·gaderzalen, het zal de ge-rede bela11gstelling krijgen van

strateur van het enorme apparaat der Verenigde Naties.

Door het vertrouwen, dat zijn· Jh JU

inboezemde, had hij zich ontwikkeiLt tot de uitvoerder en in vele opzichten tot de leider van de politieke en taktische ta- ken in de volkerenorganisatie. De naam van Dag Hammarskjöld was voor tallo- ze'1 het symbool van de kracht van het gezonde verstand te midden van de veel- al verward en redeloos lijkende gevaar- volle tegenstellingen in het samenleven der volkeren. Ee'1 edele politieke figuur van de allerhoogste orde, succesrijk ar- biter en bemiddeha:::- in ernstige conflic- ten.

De leemte door zijn plotseling einde ontstaan, stelt de leden van U.N.O. voor de meest netelige problemen. De conse- quenties van de ontstane vacature kun- nen op dit tragisch uur zelfs niet bij be- nadering worden gepeild, aldus dr. Kor- tenhorst.

Namens de regering·sloot minister-pre- sident prof. dr. De Quay zich met enkele welgekozen woorden bij de redevoeri'1gen aan. In de Eerste Kamer hebben voorzit- ter mr. Jonkman en de minister van Bin- nenla'1dse Zaken, mr. Toxopeus, aan- dacht besteed aan het overlijden van Hammarskjöld. Het verscheiden van mr.

Gerbrandy werd herdacht door mr. Jonk- man en de minister van Justitie mr.

Beerma'1.

De Tweede Kamer heeft zonder enige discussie besloten het debat over het han- gende probleem van de kinderbijslag pas na het algemene politièke debat van 3 en 4 oktober te hervatten. De juiste da- tum staat nog niet vast.

\Advertentie)

VRIJHEID EN GERECHTIGHEID

stelt het m.oderne humanisme voot·op als eisen voor het persoonlijk en maatschap- pelijk leven, waarbij het op een langdu- rige traditie kan terugzien.

De GELIJKBERECHTIGING van ons buitenkerkelijk volksdeel laat intussen nog veel te wensen over. Het is één van de vele zaken, waarvoor het Humanis- tisch Verbond op de bres wil staan.

U ook?

Inl. bij: HUMANISTISCH VERBOND, OUDEGRACHT 152, UTRECHT.

Mr!O H. R. Nord

secretaris -generaal van het Europese .Parlement

Met genoegen vernamen wij, dat onze Haagse geestverwant mr. H. R.

N o r cl dezer dagen is benoemd tot secretaris-generaal (griffier) van het Europese Parlement.

De heer Nord treedt aldus in de vacature, ontstaan door het heengaan van mr. M. F. F. A. de Neree tot Babberich. Mr. Nerd werd gekozen uit een lijst van achttien kandidaten.

In ons land genoot mr. Nord be- kendheid als voorzitter van de Euro- pese Beweging en juridisch adviseur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie.

Hoewel het Europese Parlement in Straatsburg vergadert, is het secreta- riaat-generaal van het lichaam in Luxemburg gevestigd, waar de heer Nord zich dus metterwoon zal vesti- gen.

Mr. Nord werd kort geleden door het Hoofdbestuur benoemd tot lid van de Werkcommissie voor de Europese verkiezingen van onze Par~

tij, en hij vervulde daarin een zeer actieve rol.

Wij wensen hem gaarne geluk met zijn benoeming.

(3)

VRIJHEID EN DEl\IOCRATIE

G. s. Huese-Laming

Lid van de gemeenteraad van De Bilt

Mevrouw Huese is afkomstig uit Rotterdam, waar zij ook haar schooltijd heeft doorgebracht. Daar haar vader een Engelsman was, was het vanzelfsprekend, dat zij na afloop van de meisjes-H.B.S. in Engeland haar opleiding zou gaan vol- tooien.

Daartoe ging zij in Cambridge sociologie studeren, een richting, die nog steeds haar volle belangstelling 'heeft. Helaas moest het destijds tot een jaar beperkt worden.

Vervolgens volgde zij de opleiding tot verpleeg~ter in het ziekenhuis aan de - Zuidwal te 's-Gravenhage, waar zij haar diploma behaalde.

Na haar huwelijk woonde zij achtereenvolgens in Zeeland en Bloemendaal en ten slotte vanaf 1943 te Bilthoven.

Mevrouw Huese is omstreeks 1930 lid geworden van de "Vrijheidsbond"

en heeft altijd actief medegewerkt.

woningzoekenden blijft stijgen tot 747 op 1 januari 1961!

"De woningbouw is één van de voor- naamste problemen," zegt mevrouw Huese. "Helaas is dit een van de wei-

houden te getuigen van onze eigen libe rale opvattingen en vooral in vertegen- woordigende lichamen duidelijk uiteen te zetten waarom en op welke gronden wij als liberaal denkend mens tot een bepaalde beslissing zijn gekomen!"

Veel verenigingswerk :Mevrouw Huese vervult vele functies in het verenigingsleven van haar woon- plaats. Zo is zij o.a. presidente van de U.V.V., een afdeling, die veel goed werk doet en b.v. een bloeiende be- jaardensociëteit in stand houdt. Ook is zij voorzitster van de afdeling Utrecht van de Vereniging vo:r Vrouwenbelan- gen. Voor de Federatie Vrouwelijke V rij willige Hulpverlening heeft zij zit- In haar huis 'werd dan ook destijds

de "Partij van de Vrijheid", afdeling De Bilt/Bilthoven opgericht. Na de oprichting van de V.V.D. volgde in 1949 de oprichting van de plaatselijke Vrouwengroep, waaraan mevrouw Ve- der-Smit mede een groot aandeel had.

De bijeenkomsten van de Vrouwen in de V.V.D. worden nog steeds bij me- vrouw Huese aan huis gehouden en het aantal leden is nu gestegen tot 90, waarvan gemiddeld 25 regelmatig de ver gaderingen bezoeken.

BEKENDE PERSOONLIJKHEDEN IN DE V.V.D.

ting in het Provinciaal bestuur en ligt h::ar taak vooral op het gebied van de Individuele Zelfbescherming (één op vijf-plan).

Als raadslid is mevrouw Huese voor- zitster van de Vrouwen Advies Com-

30 SEPTEiHBEH 191;1 - PAGIN,-\. 3

missie voor de woningbouw, terwijl zij ook lid is van de Commissie voor So- ciale Zaken en Maatschappelijk Hulp- betoon.

Als Centrale vertegenwoordigster heeft mevrouw Huese zich tot taak ge- steld ieder jaar een nieuwe vrouwen- groep op te richten. In de Centrale Utrecht bestaan nu al 10 vrouwengroe- pen. De laatste, die werd opgericht, was in Doorn.

Ondanks alle bezigheden, die nood- zakelijk verbonden zijn aan haar vele activiteiten, is mevrouw Huese altijd aanwezig bij alle vergaderingen en bij- eenkomsten van de V.V.D.

"Dit is niet alleen mijn plicht als be- stuurslid," zegt ze, "maar ik acht het beslist noodzakelijk, als je je functie naar behoren wil vervullen, steeds op de hoogte te blijven; en dat kun je al- leen als je zelf aanwezig bent, niet al- leen in eigen omgeving, maar ook op de Jaarvergadering, de V.V.D.-dag en dergelijke bijeenkomsten." L. R.

Mevrouw Veder was de initiatief- neemster en de eerste Centrale Verte- genwoordigster voor de V rouwen in de V.V.D., maar toen zij naast het lid- maatschap van de Provinciale Staten van Utrecht ook wethouder van Zeist was geworden, volgde mevrouw Huese haar op in de Adviesraad van vertegen- woordigsters van de centrales. In deze functie maakt mevrouw Huese ook deel uit van het bestuur van de Centrale Utrecht van de V.V.D.

nige problemen, waarvan de oplossing niet in eensgezindheid is te vinden.

Een deel van de raad zoekt de oplossing in hoogbouw en een ander deel ver- langt in onze gemeente de handhaving van het landelijk karakter, door uit- sluitend eengezinswoningen te bouwen.

De scheidslijn loopt dwars door de fracties en ook in onze V.V.D.-fractie bestaan verschillende opvattingen. Dit neemt niet weg, dat wij in volle eens- gezindheid verder gaan en dat de raad een plezierig team vormt".

Naast het woningprobleem heeft De Bilt een tweede ernstig probleem op te lossen: de verkeersonveiligheid. De grote verkeersweg Zeist-Utrecht loopt door De Bilt en is een van de drukst bereden wegen in ons land. Het is geen autoweg, maar een weg voor gemengd verkeer, hoewel de auto's verre de meerderheid hebben. Er zijn al verschil- lende verbeteringen aangebracht, maar toch blijft het levensgevaarlijk om, b.v.

als voetganger, deze weg over te steken.

CJrlen schrijft """"' ...

Natuurlijk was mevrouw Huese al geruime tijd lid van het afdelingsbe- stuur en in mei 1953 kwam zij in de gemeenteraad, Haar grote algemene be- langstelling, met een bijzondere voor- keur voor sociale kwesties, en een pret- tige manier van spreken, maken haar bij uitstek geschikt voor een vertegen- woordigende functie.

De gemeente De Bilt/Bilthoven

De V. V.D. is in de gemeenteraad van De Bilt de grootste fractie met 6 vertegenwoordigers, gevolgd door de P.v.d.A. met 5 leden, de A.R.P. met 3 leden en de K.V.P. eveneens met 3 leden. De wethouderszetels zijn in kan- den van de V.V.D., de P.v.d.A. en de A. R.P.

Onze wethouder, de heer Brune, heeft Openbare Werken, de A.R.P. Fi- nanciën en de P.v.d.A. Onderwijs en Sociale Zaken. De burgemeester is niet bij een politieke partij aangesloten.

De bevolking vertoont een sterke aanwas, t.w. in de laatste 20 jaar een vermeerdering met 66,2 Op 1 ja- nuari 1961 telde de gemeente 25.284 inwoners.

Deze groei van de bevolking (op de lij st van de snelst groeiende gemeen- ten neemt De Bilt de elfde plaats in) brengt met zich mee, dat het aantal

De Bilt is een bekende klank in de oren van alle Nederlanders, omdat hier het Koninklijk Meteorologisch Insti- tuut gevestigd is. Daarnaast bezit deze gemeente een zich steeds uitbreidende industrie en een zeer bijzonder natuur- schoon. Al met al een zeer aantrekke- lijke gemeente om te wonen.

Wij liberalen

"Wij liberalen hebben eigenlijk een dubbele taak: natuurlijk willen wij an- deren van de juistheid van onze opvat- tingen overtuigen, maar daarnaast brengt de liberale instelling met zich mee, dat wij de opvattingen van an- deren kunnen respecteren en dat wij begrip hebben voor een andere opinie.

Dit maakt het natuurlijk voor ons zelf moeilijk, maar ook zo bijzonder boeiend.

Het is veel gemakkelijker om te zeg- gen: zo is het en dit is de juiste opvat- ting. Om begrip voor een andere opinie te kunnen opbrengen is echter kennis van andere denkwijzen noodzakelijk.

Maar laten wij toch vooral nooit op·

Nogmaals pens1oen en

Aangezien het ingezonden stuk van mevrouw Hartgerink-Koomans in V & D van 23 september 1961 over pensioen en principe door de re- dactie niet van commentaar werd voorzien, meen ik goed te doen op het onderstaande te wijzen.

De globale berekening van me- vrouw H. is in grote trekken volko- men juist. Zij vergeet echter, dat de bedrijfspensioenfondsen meestal zeer kort na hun oprichting ook begonnen met de uitkering van pensioenen.

Over het algemeen hadden en heb- ben deze pensioengerechtigden niet of zeer weinig premie betaald, n.l. al- leen gedurende de periode na de op- richting van het fonds tot hun 65ste verjaardag, zodat een groot deel van de premie, door de jongeren betaald, bestemd werd voor de pensioen- uitkeringen aan de ouderen.

Al naar gelang deze oudere cate- gorieën uitsterven zal men zien, dat de bedrijfspensioenfondsen hun ~uit­

keringen kunnen verhogen op grond van de door mevrouw H. aangevoer- de berekeningen.

Het zal echter zeer lange tijd du- ren alvorens de pensioengerechtig- den ten volle over de opbrengst van de door en voor hen betaalde premies zullen kunnen beschikken. Deze toe- stand zal echter geleidelijk worden bereikt.

Wanneer men deze ontwikkeling vergelijkt met de gevolgen van de A.O.W. waarbij men 45 jaar lang premie moet betalen terwijl in de uit- keringen geen rentebestanddeel tot uitdrukking kan komen wegens het omslagstelsel, dan is dat op zichzelf reeds een argument om de uitkerin- gen en dus de premies zo laag moge- lijk te houden.

Immers, de jongeren dient duide- lijk gemaakt te worden, dat men be- ter een individuele verzekering kan afsluiten (of een andere bezitsvor- mende spaarmethode kan toepassen) waarbij men behalve over de ge- spaarde bedragen ook over de geac- cumuleerde rente kan beschikken dan mede te werken aan omvangrijke ver- hogingen van de AOW uitkeringen.

waarbij het effect dat aanleiding was tot het ingezonden stuk van mevrou·w H. blijvend aanwezig is.

Het zal duidelijk zijn, dat dit on- derwerp nog talloze andere aspecten heeft. waaraan uiteraard bij het schrijven van bovenstaande opmer- kingen in dit verband geen aandacht is besteed.

Ik hoop met het bovenstaande me- vrouw Hartgerink een antwoord te hebben gegeven dat haar ontstelteni~

kan doen verdwijnen.

Bussum. A. Q. DE- FUNES

(4)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 30 SEPTEl\ffiER 1961 - PAGINA 4

Een troonre e 1net edagogische

Gehoopt ntag worden, dat o.m. het subsidiebeleid van de reger[;ng gericht zal zijn op een zo breed mogelijke basis

De jongste troonrede heeft in de pers - wat kon men anders verwachten? - uiteen- lopende waardering en beoordeling gevonden. Het was een scala van saai tot optimis- tisch. Ook dat is niets bijzonders.

Mensen vergeten snel. Daarom is het goed hen af en toe eraan te herinneren, dat ook in de jaren, toen Kabinetten van andere samenstelling het bewind voerden, de Troonreden sterk gedifferentieerd werden beoordeeld en ook wel veroordeeld.

\Vat ik in de commentaren op de Troonrede van 196l miste was de aandacht voor het m.i. toch wel interessante aspect van de opvoedkundige waarheden en waarschu-

~vingen.

Nu zij toegegeven, dat iemand met belangstelling voor opvoedkundige vraagstukken licht geneigd is deze overal te zoeken en dus ook in een staatsstuk als de Troonrede.

Het is eveneens best mogelijk, dat elke Troonrede in wezen een opvoedkundige ten- dens heeft, omdat haar inhoud niet alleen bedoeld is voor de volksvertegenwoordigers doch tevens voor gans het volk. Bovendien bevat zij meestentijds wel een gedeelte, dat nauw verband houdt met de vraagstul•ken van opvoeding en cultuur.

Er is, dunkt mij, ditmaal reden aanwe- zig om aan bedoeld aspect enige aa'1- dacht te wijden.

In het slotgedeelte, dat gericht is op de geestelijke waarden, lezen we:

"De materiële welvaart en de opzien- barende technische ontwikkelingen va'1

onze tijd houden het gevaar in ,dat de geestelijke waarden te weinig aandacht krijgen. Toch zijn het juist deze waar- de'1, die aan het leven een diepere zin geven en de krachtsinspanning, die ons land en de gehele vrije wereld zich thans moeten getroosten, rechtvaardigen. De re- gering zal, zoveel als i'1 haar vermogen

ligt door het verlenen van krachtige steun in het bijzonder aan onderwijs en cul- tum·, blijven streven naar de versterki'1g van de geestkracht van ons volk. Zij be- seft, dat dit doel slechts kan worden be- reikt, indien ieder, op welke plaats ook gesteld, hier bewust aan bijdraagt".

Diepere zin

Het hier gesignaleerde gevaar is stel- lig aa'1wezig, maar daarover straks iets meer. Dat de geestelijke waarden aan het leven een diepere zin geven, zal iedereen beamen en dat zij de kracli.tsinspanning va•1 de gehele vrije wereld rechtvaardi- gen, zal, dunkt mij, ook wel door geen zinnig mens worden ontkend.

En dat ten slotte de versterking van de

geest~lijke weerbaarheid een zaak is, die 0'1S allen aangaat en waarbij wij allen een taak hebben, is een waarheid, die nauwelijks nadere motivering van node heeft. Maar het bijzondere is, dat deze waarheden tegelijkertijd waarschuwingen zijn. Waarschuwi'1gen aan het adres, ja, van wie?

Waarschuwt de regering hier zichzelf?

\Vil zij de volksvertegenwoordigers voor de gevaren waarschuwen? Of was het haar doel ons volk te doen beseffen, hoe in de welvaartsperiade allerlei gevaren aan de deur liggen? Het komt mij voor, dat voor alle, hier ge'loemde veronder- stellingen, gronden zijn aan te voeren.

Het is in ieder geval duidelijk, dat er naast de vraagstukken van lonen e'1 prij- zen, huren, belastingverhogingen en -ver- lagingen, woningbouw, enz. ook proble- men bestaan, die door de regering zijn

onderkend en op het terrein van de gees- telijke waarden liggen.

Men zou over de vraag kunnen discus- siëren of in deze Troonrede het bewijs wordt geleverd, dat die vraagstukken toch niet die belangstelling hebben gehad als de problemen van materiële aard ge- noten. De plaatsing aan het slot, maar bove'1al het feit, dat werd volstaan met enkele volzinnen in tegenstelling tot de vrij uitvoerige uiteenzettingen ter zake van de welvaartsproblemen, de belastin- ge'l en de woningbouw, zouden in zo'n discussie naar voren kunnen worden ge- bracht.

Belangrijker acht ik evenwel de vraag, of in het toekomstige regeringsbeleid in- derdaad sprake zal zijn van een krach- tige bestrijding der gevare'l, die onze sa- menleving thans bedreigen. Met andere

woorden, of de geestelijke waarden, die een diepere zin aan het leven geven e'1 de krachtsinspanning van de vrije we- reld rechtvaardigen, meer aandacht zul- len krijge'l.

Dit zal moeten blijken uit de maatre- gelen, welke de regering zich voorstelt te nemen.

Niet alleen van financiële aard

Ik ben van me11ing, dat deze niet in de eerste plaats en zeker niet uitsluitend van financiële aard behoeven te zijn.

Ik ben allerminst blind voor het feit dat de post 0'1derwijs en cultuur zee;

hoog is, ja zelfs alle andere posten over- treft. Maar - en er zal nog wel eens ge- legenheid zijn om daarop terug te ko- men - die verhoogde uitgaven vragen een uitvoerige toelichti11g ter zake van de wijze, waarop en waaraan zij wor- den besteed.

Ik geef toe, dat de huidige regering voor een zware taak staat wat onderwijs en cultuur betreft: de onderwijsvraag- stukken zijn nog altijd benauwe'1d en al- le optimistische geluiden ten spijt, is er nog altijd sprake van een noodsituatie.

Krachtige steun - en dan de'1k ik aan financiële offers - zal noodzakelijk zijn om uit de impasse te geraken.

Maar naast dit alles zijn er andere pro- blemen. Vraagstukken. die 11iet direct met financiën te maken hebben. En dan denk ik aan de ruggesteun en de waar- dering, die juist i'1 deze moeilijke om- standigheden de dienaren van het onder- wijs zo bitter nodig hebben in hun strijd voor de versterking van de geestelijke weerbaarheid va11 ons volk. Dit geldt dan ten aanzien van àlle leerkrachten die bewust bijdragen tot het doel. dat il;

de Troonrede is aangeduid.

Met opgewektheid

Voor de dienaren van het ope>1baar on- derwijs geldt bovendien, dat zij met des te meer opgewektheid hun taak vervul- len als zij weten, dat zij en het onder- wijs, d:'lt zij dienen, niet te•1 achter ge- steld z1jn. Zij toch weten, dat zij gees- telijke waarden vertegenwoordigen en trachten te versterken, die in de loop der eeuwen in dit volk werden erkend

waarheden en

waarschuwingen

en gewaardeerd en voor de toekomst der natie hun betekenis blijven behouden,

Het is een verheugend feit, dat de re- gering nog eens duidelijk heeft gewezen op de betekenis van onderwijs en cul- tuur voor de geestkracht van een volk.

Dit is een hoopgevend geluid, dit temeer nu de internationale stiuatie verontrus- tend is geworden.

De waarheden en waarschuwingen in deze Troonrede gelden gans het volk. In het bijzonder de ouders, die in zo be- langrijke mate kunnen bijdragen tot ver- sterking van de geestkracht van de natie in de toekomst.

De laatste jaren hebben ons dikwijls een weinig opwekkend beeld gegeven van een deel der jeugd. Het optreden van de nozems en brozems, de moeilijkheden kortelings in Twente, zij leveren niet be- paald het bewijs, dat die jeugd veel in- teresse voor en notie van de geestelijke waarden bezit. Integendeel. Maar draagt zij alleen de schuld?

Moet men alleen bij de jeugd de tot het uiterste opgevoerde interesse voor materiële zaken zoeken? Dringt het niet meer tot de mensen door, dat ook de ouders in grote mate mee schuldig zijn aan het verregaande baldadige gedrag van talrijke jongeren? De materiële wel- vaart en de opzienbaren technische ont- wikkeli.'1gen van onze tijd houden het gevaar in, dat de geestelijke waarden te weinig aandacht krijgen, niet alleen in de grote, nationale samenleving, maar ook en vooral i.'1 de kleine gemeenschap, die gezin heet.

"Welstandshark op het dak"

Een geestig schrijfster sprak onlangs van de "welstandshark op het dak" en ieder weet wel, wat daarmee wordt be- doeld. Niet de vraag, of iemand zich al dan niet wenst te voorzien van zaken, die het leven veraangenamen, is van be- lang, maar die van de keuze in de be- paalde omstandigheden. Er zijn gezin>:Jen, waar men uitsluitend leeft en werkt voor het bezit van t.v., elektrische huishoud- machines, ijskast, perzische tapijt, enz.

enz.

Er zijn ook gezin11en. waar andere waarden voorrang geniete-n: bijv. de vor- ming van de kinderen. In dergelijke ge- zinnen leeft en werkt men om de kin- deren de best mogelijke vorming te ge- ven. Men beseft, dat men als ouders in de eerste plaats voor de bekostiging van die opleiding heeft te zorgen en legt zich daarom beperkingen op. Men koopt voor- lopig geen brommer of scooter of auto, doet het nog een poos met de wat ouder- wetse wasmachine en heeft nog wat ge- duld met de aanschaf van een ijskast.

Eerst de kind-eren op hun plaats bre'1- gen en liefst zonder hulp van de staat.

Ik herhaal: die keuze staat een ieder vrij.

Maar wie kiest voor de geestelijk waar- den en zijn leven richt op het toekom- stige geluk van zij'l kinderen, door hen in aanraking te brengen met de geeste- lijke waarden, draagt op zijn manier bij tot de versterking van de geestkracht in de '1atie.

Het is een foutieve gedachte te menen, dat opleiding tot een intellectueel beroep alleen de geestkracht van de natie in de toekomst versterkt en dat deze jeugd nu reeds belangselli'lg verkrijgt voor de din- gen van de geest en de cultuur. Ont- spoorde jeugd van middelbare scholen heeft ons anders geleerd! Het gaat niet in de eerste plaats over het beroep, waar- voor men zijn kiYJderen laat opleiden, maar om de geest, die in het gezin heerst.

Stoffelijk bezit als enig doel

De samenleving zelf is evenmin van schuld vrij te pleiten.

Zo lang men de beteke•1is van de mens afweegt aan wat hij materieel bezit, zal men de strijd voor dat bezit blijven hou- den. Een strijd, die tot bepaalde hoogte allerminst valt af te keuren, maar die verwerpelijk wordt zodra het stoffelijk bezit het enige doel van het leven is ge- worden.

Krachtige steuYJ. aan onderwijs en cul- tuur kan ongetwijfeld bijdragen tot ver- sterking van de geestkracht van ons volk, maar dan moet tegelijkertijd worden vol- daan aan de eis, dat in gezin, school en samenleving waardering leeft voor de geestelijke waarden, die niet gelijk zijn aan intellectuele kennis of technische vaardigheid, maar deze wel kunnen dra- gen.

In een samenleving als de onze, wordt over geestelijke waarden verschille'1d ge-

dacht. Het kan niet op het terrein van de Overheid liggen voorkeur uit te spre- ken voor bepaalde levensovertuigingen en wereldbeschouwingen en haar steun op die gronden al dan niet te verlenen, ten- zij de opvattingen indruisen tegen de sa- menleving of het bestaan der natie.

Gehoopt mag worden, dat o.m. het subsidie-beleid van de regering gericht zal zijn op een zo breed mogelijke basis, opdat inderdaad een ieder, op welke plaats ook gesteld, kan bijdragen aan de verst,2rking van de nationale geestkracht.

I

J. VAN MOURIK.

DE f\mHJWIE VOETGANGERS-

BEPALINGEN Vragen van mej. mr.

Ten Broecke Hoekstra

Het lid van de Tweede Kamer voor de V.V.D. mej. mr. ten Broecke Hoekstra heeft de volgen- de schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Verkeer en Wa- terstaat.

1. Zijn de berichten juist, waar- uit blijkt, dat het Verbond. voor Veilig Verkeer een subsidie is verleend, ten einde het in staat te stellen de nieuwe voetgangersbepa- lingen in het Wegenverkeersregle- ment op zo groot mogelijke schaal bekendheid te geven, waarbij de Minister de wens te kennen gege- ven zou hebben, dat deze subsidie in nauwe samenwerking met an- dere organisaties als ANWB, KNAC, Ned. Ver. BeBcherming Voetgangers zou worden besteed?

2. Indien het antwoord op de eerste vraag bevestigend luidt kan de Minister dan mededelen, op welke wijze deze subsidie door de gezamenlijke verkeersbonden en _organisaties zal worden gebruikt?

3. Is de Minister niet van oor- deel, dat deze gecoördineerde voorlichting over de nieuwe voet- gangersbepalingen, welke per 1 november a.s. van kracht worden, reeds veel eerder intensief begon- nen had moeten worden om te voorkomen, dat de toch al steeds toenemende verkeersonveiligheid per 1 november a.s. nog groter wordt?

4. Wordt deze subsidie wel zo doelmatig mogelijk gebruikt, en om welke redenen is er nog niets te bemerken van de besteding daarvan door de gezamenlijke or- ganisaties op verkeersgebied ter voorlichting van alle weggebrui-

kers?

I

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mede in dat licht is ook aandacht besteed aan de vraag in hoeverre het pedagogisch karakter van het jeugdstrafrecht onder de wijzigingen behouden is gebleven en aan de vraag of

Dit gaf ons de mogelijkheid de mutatie te bestuderen in zieke en gezonde hartspiercellen, gedifferentieerd uit ESCs en iPSCs en deze vervolgens te vergelijken met

Een mens is immers geen eiland, maar lang niet alle mensen kunnen goed verwoorden waar- aan ze nood hebben.. Ik ben te gast in het leven van

Als hij/zij een ernstige fout heeft gemaakt Als hij/zij niet integer is geweest Als inwoners gemeente geen vertrouwen meer hebben Als gemeenteraad geen vertrouwen meer heeft

Hirsch Ballin betoogde onlangs nog als minister van Justitie, dat het proces van totstandkoming van wetgeving tegenwoordig geen afbreuk doet aan de noodzaak

Wat moet er nu 2.B o en B abs gaan naar het strand. Spring maar lek ker K ijk maar hier, dit neem

En al moge nu de praktijk in sommige opzichten meevallen, vast staat dat, waar het staatsbelang vernietiging van rechten en vrijheden vordert, noch de

Studenten die kiezen voor een specialisatie op het gebied van marketing komen na het afstuderen in diverse startfuncties terecht. Deze zijn erg divers en liggen veelal op het gebied