• No results found

HET GROTE TELEVISIE-DEBAT IN DE TWEEDE KAMER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "HET GROTE TELEVISIE-DEBAT IN DE TWEEDE KAMER "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJHEID ·IN

DEMOCRATIE

Zaterdag 26 Maart 1955 - No. 344

De lading en de vlag

(Zie pag. 3)

WEEK B L A D V A N D E V 0 L K S P A R TIJ V 0 n R V R IJ HE I D E N D E M 0 C R A TIE

HERDENKING

Nederland maakt zlch op, het feit zijner be~

vrijding, nu tien jaar geleden, te berden~

ken.

Daartoe bestaat alle aanleiding. Het overgrote deel der huidige generatie heeft de bange bezet- tingsjaren bewust doorleefd en moet wel de he~

hoefte gevoelen aaq. herdenking van al wat die jaren brachten en van het moment waarop het werd bevrijd van 's vijands druk. Niet minder nodig is herdenkins Gok voor de jeugd die geen persoonlijke heugenis aan dit alles heeft. Natio~

n~al bewustzijn, gelijk wij dat onder de jeugd aangekweekt willen zien, is nauwelijks denkbaar zonder nationale gedenkdagen.

* * *

zeer in OM vreugdebetoon bij de komende her~

denking remmen. Wij hebben het eenvoudig te aanvaarden dat wij - wat wij trouwens in ander opzicht ook hoopten! - als volk na de bevrijding gebleven bleken te zijn wat we waren, een volk bijv. waar geen nationale radio omroep mogelijk schijnt! ··

Ernstiger is, dat ook de internationale verhou~

dingen zich zo heel anders ontwikkeld hebben dan wij het ons in de jaren van oorlog en bezet~

ting hebben gedroomd. En aangezi~n de interna~

tionàle situatie veelszins beslissend is voor onze eigen nationale positie, is het duidelijk, dat wij ook bij de herdenking onzer bevrijding de ogen voor het internationale niet kunnen sluiten.

* * * Kan in 't algemeen gezegd worden dat ons

volk van feestdagen - ook nationale - Wij denken hier onwillekeurig terug aan de niet afkerig is, erkend moet worden dat aan de grote nationale feesten, die wij in de ja~

stijl van ons feestvieren in menig opzicht iets ren dertig vierden: het veertigjarig regeringsjubi~

hapert. Op dit punt is er aan volksopvoeding nog,~~· -kttm·"Wlll Koningin Wilhelmina bijvoorbeeld. Met wel iets te doen voor hen die zich met de leiding , welk enthousiasme en met welk een begrijpelijk~

der feestelijkheden helast zien. Laat ons hopen dankbare vreugde dit gevierd werd, over die fees~

dat zij hierin slagen. De taak waarvoor zij ·Zijn ten hing toch reeds iets van de schaduw die het gesteld is door allerlei oorzaken moeilijk. Ener~ nationaal~socialisme als donkere dreiging afwierp.

zijds moet er een zeker evenwicht gevonden wor~ Dat gaf voor ons gevoel zelfs aan die hoogge~

den tussen de twee elementen die ons aanstaande stemde feesten iets irreëels, althans iets beklem~

bevrijdingsfeest karakteriseren: herdenking van mends.

loodzwaar leed en herdenking van diepe blijd~

schap. Andererzijds moet de viering - wil zij zin hebben - ons als volk plaatsen voor hetgeen het heden en de naaste toekomst van ons eisen, wan~

neer we die zien in het licht van wat nu tien jaar achter ons ligt.

* * *

Û ok dit laatste noopt tot het zoeken naar evenwicht. Immers heden en toekomst Ia~

ten zich thans alweer zoveel anders aanzien dan op het ogenblik onzer bevrijding het geval was.

Dat de werkelijkheid niet beantwoordt aan onze dromen, is eenvoudige menselijke ervaringswijs~

hèid. Dat de beproevingen der bezettingsjaren zich in ons omzetten in _verwachtingen die illus~ . sies zouden blijken, mag ons dan ook niet al te

r \

BROCHURE KAMERDEBAT INZAKE CREMATIEWET

Als brochure is verkrijgbaar een overdruk uit "Vrijheid en Democratie", bevatten- . de het verslag van het Kamerdebat op 9 Fe- bruari 1955 over het ontwerp van Wet op de Lijkbezorging met de rede, die hierbij door Prof. mr P. J. Oud is gehouden.

De kosten bedragen 15 ct per exemplaar.

Bestellingen gelieve men te richten aan het Algemeen Secretariaat, Konin~inne­

gracht 61 te 's-Gravenhage, girorekening no. 67880.

\, J

* * *

l s het bij de komende herdenking onzer he~

vrijding zoveel anders gesteld?

Wij wensen niet voor onheilsprofeet te funge~

. ren. Wij geloven zelfs dat er waarheid schuilt in recente uitspraken van enkele grote staatslieden, dat het gevaar van een nieuwe wereldoorlog thans iets minder dreigend is dan het de laatste jaren scheen. Maé\r dit neemt niet weg, dat de onzekerheden in de wereldtoestand niet bepaald tot zulk een opgewektheid stemmen als voor een ongeremd nationaal feestbetoon nodig geacht mag worden.

Het continent waarvan wij deel uitmaken vormt ternauwernood meer een staatkundig begrip, nu

Oost~ en West~Europa feitelijk twee gescheiden werelden zijn geworden. En al is er een krachtig ..

streven naar Westeuropese eenheid, die eenheid :;1:elve is nog verre van verwezenlijkt. Voeg daar~

bij dat de mogendheid, op welker kracht en van welker beleid West~Europa voor zijn behoud te enenmale aangewezen is, de Verenigde Staten, juist in deze weken niet alleen de Chinezen voor allerlei raadselen plaatst, dan hebt ge redenen te meer om aarzelend te staan tegenover een feestbetoon,. dat herinneringen wakker roept aan hetgeen wij in de oorlogsjaren aangaande een nieuwe wereld hoopten. De veelszins beschamen~

de publicaties over J alta, waartoe Was hington vrij onbesuisd is overgegaan, zijn ook in dit op~

zicht niet bepaald aanmoedigend voor een volk als het onze, dat nu beter dan !ien jaar geleden

begrijpt, wat het zeggen wil, mee te deinen op de bewogen stromen van het internationale leven.

* * *

H iermede zij niet gezegd, dat onze bevrijding niet feestelijk zou mogen worden her~

dacht. Wat ons in de bevrijding werd geschonken gaat in zijn betekenis verre uit boven de teleur~

stellingen die, de wereld en ons volk daarna te verwerken kregen. Want bevrijding betekende het einde van een nazi~systeem, in al zijn uitingen zo gruwelijk, dat alleen daarom reeds de vijfde Mei verdient herdacht en gevierd te worden.

Slechts zij het streven d~arbij gericht op dat evenwicht dat onontbeerlijk is op een dag welks vreugde niet enkel getemperd wordt door de her~

innering aan bitter leed dat was, maar ook door de ernst van de wereldsituatie van het ogenblik.

deR.

·Nederlandse vrouw tot hoge waardigheid geroepen

B ij Kon. Besluit van ll Maart 1955 werd mejuffrouw mr Josephine Helène Kroesen benoemd tot Rechter in de Arrondissements Rechtbank te Amsterdam.

Een bijzondere gebeurtenis, en ook een gebeur~

tenis om juist in ons Partijblad een ogenblik bij stil te staan, want meer dan 50 jaren hebben wij, liberalen, met anderen reeds moeten strijden tegen onwil, onverstand en kortzichtigheid om voor Ne~

derlandse academisch gevormde vrouwen toegang tot een aantal belangrijke landsbedieningen te verkrijgen.

Eindelijk is het nu dan zo ver, dat ook de vrouw waardig is bevonden als rechter over haar medemensen te staan.

Onze gelukwens aan de betrokkene, maar ook aan de oudere generatie van liberale vrouwen, die tenslotte een jongere het beloofde land ziet bin•

nengaan, mede dankzij haar onbaatzuchtige in"!

spanning.

Mogelijk werd deze benoeming tenslotte echter door de persoonlijke kwaliteiten van de nog jonge rechter, afstammelinge van een voorgeslacht dat gedurende welhaast 150 jaren op hoge posten het N ederlands~Indische Gouvernement heeft ge•

diend, die de traditie van het zich met alle kracht geven voor de publieke zaak van kind af aan heeft meegekregen, en zich sinds haar Leidse studen•

tentijd door haar karakter en talenten in steeds bredere kring achting, bewondering en genegen~

heid wist te verwerven. Wij mogen minister Don~

ker voor zijn voordracht aan Hare Majesteit dank weten.

Amsterdam krijgt een veelbelovend rechter, Nederland is één stap verder op de lange weg naar gelijke rechten voor vrouwen en mannen.

11 Maart 1955 is voor de Nederlandse liber a~

Ie~ ·en voor wie met hen op dit punt van gelijke gezindheid zijn, een dag van verheugenis.

(2)

VRIJBEID EN DEMOORATIE 28 MAART 195'1 - PAG. 2

* it•en *

HET GROTE TELEVISIE-DEBAT IN DE TWEEDE KAMER

Gedachtenwisseling met vele verrassingen; een onaangename voor minister Cals en een aangename voor onze geestverwante mevrouw Fortanier-De Wit

Het grote televisiedebat in de Tweede Kamer, dat voor het oog der televisie- eamera's werd gevoerd, heeft vele verrassingen opgeleverd.

Een onaangename verrassing voor minister Cals, omdat een motie van zijn geest- verwant de heer Peters in een stemming van "rechts" tegen "links" werd aanvaard, welke hij krachtig had bestreden. ,

Een' aangename verrassing voor onze geestverwante, mevrouw Fortanier-de 'Vit, die haar actie tegen de hoogst onbillijke siutatie, dat alle grote constructieve partijen staatkundige voorlichting door de aether kunnen geven, maar de libera)en Biet, einde- lijk bekroond za&' door een (voorlopige) toeliegging van minlater Cals. àéze kwestie in het Kabinet te zullen brengen, omdat hetgeen menouw Fortanier nee,, inderdaad everweging waard was.

Een motie van mevrouw Fortanier in dezelfde geest werd verworpen, maar in feite was voor haar gedachte thans een meerderheid in de Kamer, doordat de socialisten lilleen op grond van een bezwaar tegen de tekst van deze motie tegenstemden. O.a.

de gehele A.R.-fractie, 2 C.H.-Ieden en twee leden van de P.v.d.A.-fractie stemden voor de motie-Fortanier.

Zeer duidelijk hebben zowel mevrouw Fortanier als prof. Oud daarbij doen uitko- men, dat de liberalen geen omroepvereniging willen stichten en dus geen nieuwe

"zuil" naast de bestaande "zuilen" willen worden, doch eenvoudig een bescheiden endtijd vragen voor liberale vóorlichting.

Het verheugde mevrouw -Fortanier, ·dat minister Cals het culturele aspect van de televisie als de hoofdzaak zag, omdat zij met hem van oordeel is, dat de televisie in de toekomst een belangrijke rol kan spelen tot bevordering van de culturele ontwikkeling en tot verbetering van de ontspanning.

Het staat vast, dat de culturele instan- ties niet in.staat zijn, de enorme bedra- gen op te brengea, die voor het televisie- bedrijf nodig zijn.

Het is daarom o.i. geëigend, dat, even- als dat op ander cultureel gebied gebeurt, de Staat de voorwaarden schept, waar- door het gebruik van deze nieuwe tech- nische vinding zodanig verantwoord is, dat het culturele leven van ons gehele volk daarmee .gebaat is.

Het scheppen van deze voorwaarden brengt voor de Staat een aantal verplich- tingen mee met daaraan verbonden ver- antwoordelijkheden.

In de eerste plaats, omdat het hier gaat Clver een schaars goed. Het aantal golf- lengten, waarop kan worden uitgezonden, is beperkt.

De televisie is een massa-medium vati éen monopolistisch karakter, dat op den duur bestemd is, grote groepen van ons volk te bereiken. Er zijn slechts weinig zenduren te verdelen. Daarom ligt een rechtvaardige zendtijdverdeling op de weg van de overheid.

In de tweede plaats heeft de overheid een speciale verantwoordelijkheid tegen- Clver het gehele volk, omdat het televi- siebedrijf bekostigd wordt door de over- heid, in casu door de belastingbetalers. ·

Het zal de minister duidelijk zijn, zo kon mevrouw Fortanier ook verklaren, dat de Regering een zekere algemene verantwoordelijkheid draagt voor het eulturele leven.

Maar dit betekent niet, dat op cultu- reel terrein, iri dit geval op het gebied van de televisie, de overheid een eerste plaats zou hebben in te nemen. Een staatsomroep,. in welke vorm dan ook, wijzen wij af.

Onze woordvoerster was van mening, dat de taak van de particuliere organisa- ties en van particuliere personen voorop staat en dat die taak een geheel andere is dan die van de overheid.

Particuliere organisaties en personen dienen het creatieve werk te doen en het Nederlandse televisiebeleid zijn eigen gezicht te geven. Met andere woorden:

· zij dienen de programma's samen te stel- len en verantwoordelijkheid te dragen voor de inhoud daarvan.

De minister en ik, zo kon zij vast stel- len, gaan dus samen in onze zienswijze, dat bet culturele aspect voor het televi- siebeleid van alles overheersend belang is.

En wanneer hij verder zegt, dat de sa- menstelling van de programma's dient opgedragen te worden aan culturele or- ganisaties en dat de levensbeschouwe- lijke richting een belangrijke rol behoort te spelen, dan kan ik daar în grote lijnen ook mee accoord gaan. Maar als het over de uitwerking van deze gedachte gaat,·

dan scheiden zich onze wegen.

Haar eerste vraag was dan: Waarom zouden de omroeporganisaties alleen en bij uitstek aangemerkt moeten worden als de culturele organisaties, die het ge- zicht van de Nederlandse televisie mo- gen uittekenen?

De minister ziet in de omroepvereni- . gingen bij uitstek de exponenten van het culturele en maatschappelijke leven. Dit is een visie, die zij ten enemale niet kon onderschrijven.

Wanneer de minister voorts aanvoert, dat de televisie behoort te worden toe- vertrouwd aan culturele instellingen, die voortkomen uit en haar levenskracht vinden in de grote geestelijke en maat-

schappelijke stromingen in ons land, dan kon spreekster daarmede voor een groot gedeelte accoord gaan, maar dan had zij toch nog wel een belangrijke vraag:

Hoe denkt de minister dan die grote geestelijke, maatschappelijke en staat- kundige stroming van het liberalisme een plaats in te ruimen? De minister be- reikt zijn eigen doelstelling nooit, als hij alleen de omroepverenigingen beschouwt als de culturele exponenten van het Ne- derlandse volk.

De minister komt er w e 1, als hij voor de Nederlandse Televisie Stichting de bestuursvorm kiest, waarin de vertegen- woordigers van de omroepverenigingen óók een plaats hebben, doch de meerder- heid bestaat uit niet belanghebbende deskundigen op cultureel terrein.

De derde overweging van de minister voor de keuze van de omroepverenigin- gen was ontleend aan het feit, dat overal in West-Europa de televisie is toever- trouwd aan de omroeporganisaties.

Op zichzelf achtte roevrouw Fortallier dit al een weinig sprekend argument, omdat, wanneer een ander het doet, wij het nog niet behoeven te doen, maar het argument verliest alle kracht wanneer men ,bedenkt, dat nergens in de wereld een verdeeld radiobestel bestaat als in Nederland.

All(emeen program

E én programmastaf en één ;!gemeen programma, waarin ieder het eige- ne op eigen wijze kan brengen, zien wij principieel als de meest geëigende vorm om te komen tot een zo hoog mogelijk peil van de uitzendingen.

Mevrouw Fortanier kon daarbij in her- innering brengen, dat de meerderheid van de Televisieraad in het advies van deze raad had opgemerkt: "Het lijkt vrij- wel onmogelijk - althans niet doelmatig - om -vier of vijf afzonderlijke staven te creëren voor de programmasamenstelling, nog daargelaten dat zulks tot een zeer- belangrijke verhoging van lasten zou leiden.

Bovendien moet de vraag worden ge- steld of het mogelijk zou zijn eerste-klas- se krachten te vinden voor een vier- of meervoudige bezetting".

In ons land van 10 millioen inwoners moet dit onwaarschijnlijk worden geacht.

Het gevolg zal zijn, dat (aldus weer de Televisieraad in meerderheid) "door ver- snippering van krachten de programma's kwalitatief beneden de maat blijven, on- voldoende aantrekkelijk zijn en daardoor de toeneming van het aantal kijkers in ongunstige mate zullen beïnvloeden."

En in het advies van de Radioraad wordt door de grootst mogelijke meer- derheid der leden geconcludeerd, dat

"wanneer de televisie door vijf omroep- verenigingen wordt verzorgd, de kosten onbetaalbaar zullen worden en de kwa- liteit van de uitzending onvoldoende."

Met recht kon mevrouw Fortanier ver-·

klaren: Deze uitspraken onderschrijven wij volkomen. Om deze reden betreuren wij het zeer ernstig, dat de bewindsman niet gekomen is met een voorstel, zoals ik dat zojuist in algemene zin schetste. ·

En zij betreurde dat des te meer, om- dat zij de indruk had, dat 's ministers eigen gedachten oorspronkelijk in deze richting zijn gegaan, maar dat hij daar- van is teruggekomen omdat de omroep- organisaties daartegen onoverkomelijke bezwaren hadden en hebben.

Uit de stukken, die de Kamer hebben bereikt, blijkt, dat het merendeel van de omroeporganisaties niets wil weten van een algemeen programma, zelfs niet van een algemeen programma als door de mi- nister is ontworpen; een algemeen pro- gramma, waar het vetorecht als een zwaard van Damocles boven hangt en

ten aanzien waarvan het recht van vete (een recht van elk lid van het bestuur der Algemene Programma Commissie en van het bestuur der Ned. Televisie Stich- ting) een zelfde rol speelt als in de Vei- ligheidsraad van de Ver. Naties.

Men meent vooral in de confessionele omroepverenigingen de verantwoordelijk- heid voor een algemeen programma niet te kunnen dragen, omdat men geen ver- antwoordelijkheid kan aanvaardèn voor die delen van het algemeen programma, die door andersdenkenden zijn ingebracht en verzorgd.

De vraag, die hierbij rijst, is deze:

wanneer men een algemeen programma brengt, waarin, haast voor ieder aan•

vaardbare stof, ook delen worden uitge- zonden, die een rooms-katholiek, pro- testans-christelijk of ander levensbe- schouwelijk merk dragen, moet dan elke componist de volle verantwoordelijkheid dragen voor elk onderdeel?

Het komt mij voor, zo zei onze geest- verwante naar aanleiding hiervan, dat men in de kringen van enkele omroep- verenigingen verantwoordelijkheid ge- lijkstelt met instemming, iets, dat ik buitengewoon betreur, omdat in deze op- vatting het algemeen programma nooit kan worden wat de minister wel bedoelt, n.l. een programma, dat een "veelkleurig stempel" draagt, een programma van ve-

CORNELISSEN ... televisie en reclame

Ie kleuren, die te zamen een harmonisch geheel vormen (Mem. v. Antwoord).

Zou er, aldus spreekster, in Nederland één mens zijn, die f 700 à f 1000 heeft.

neergeteld voor een televisietoestel en alleen gaat zitten luisteren naar de uit- zending van die omroeporgl\nisatie, waar- mee hij zich het meest verwant voelt?

Natuurlijk is dat niet zo.

Men beluistert practisch alle program- ma's, onverschillig door welke organisa- ties deze worden uitgezonden.

Als dat nu . eenmaal de feiten zijn, waarom dan alles niet ingebracht in een algemeen programma met duidelijke vermelding, als men dat wenst, door wel- ke organisatie dit onderdeel is verzorgd?

Waarom dan vijf televisiestaven en alle onkosten, die daarmee gemoeid zijn?

Staatkundige voorlichting

De minister had gezegd, dat de staat- kundige voorlichting ongetwijfeld

"een belangrijk onderdeel van de maat- schappelijke en voorlichtende taak, die radio en televisie hebben, vormt".

Mevrouw Fort~mier-de W'it was het met deze uitspraak volkomen eens. Maar hoe denkt de minister hier ook maar enigermate te komen tot een rechtvaar- dige verdeling van de zendtijd, als hij deze verdeelt onder de ongelijksoortige grootheden, die de omroepverenigingen zijn?

Van de vijf omroepverenigingen zijn er drie confessioneel, één berust op poli- tieke grondslag en één op geen van beide.

Krijgen we nu op de televisie een her- haling van wat zich op radiogebied af- speelt? De minister wenst het "politieke

twistgesprek~' niet in de aether, zegt hij.

"Wijze matiging dient te worden be- tracht". En minister Cals ziet de waar- borg daarvoor in het karakter en de lei- ding van de omroeporganisaties.

Mevrouw Fortanier zou bijna zeggen:

even lachen! Zij begreep niet erg goed hoe de minister meende te kunnen po- neren, dat bijvoorbeeld de V.A.R.A. een wijze matiging betracht wanneer het gaat over politieke voorlichting.

Het is werkelijk de moeite waard om te zien, op welk een ingenieuze wijze deze omroepvereniging het democratisch socialisme dag aan dag aan de luisteraara weet voor te zetten op de meest onver- wachte momenten.

Een wijze gematigheid? Waarom zou men die mogen verwachten van een om- roeporganisatie, die op politieke grond- slag berust? Het is weer een bovenmen- selijke opgaaf, waaraan niet kan worden voldaan.

De minister zal, zodra in de televisie de staatkundige voorlichting een rol gaat spelen, naar haar inzicht dienen te bepa- len, dat verschillende nationale partijen da:araah kunnen medewerken, en niet uitsluitend, zoals nu bij de radio, enkele - bevoorrechten.

Wanneer de minister dit niet doet, be- stendigt hij een onrecht, dat niet meer of minder genoemd kan worden dan een schande voor een land met een democra- tisch Staatsbestel.

Reclame m de oether

Nadat mevrouw Fortanier•de Wit al- dus het principiële en politieke standpunt van onze fractie had uiteen- gezet, beperkte de heer C o r n e 1 i s s e n, die ook nog kort aan het woord kwam, zich tot het maken van enkele opmerkin- gen en het stellen van enige vragen, welke meer de onderdelen van de aan de orde gestelde materie betreffen.

Het voornaamste punt betrof de recla- · me in de aether. De heer Cornelissen ver- klaarde, geen tegenstander te zijn van een beperkte mogelijkheid tot het maken van reclame door middel van televisie- uitzendingen. In de eerste plaats zullen de inkomsten hieruit een welkome fi-

nanciële aanvulling zijn voor de uiter- aard zeer hoge kosten der uitzendingen, terwijl bovendien de modeme reclame- techniek voor een gewilde afwisseling kan en zal zorgdragen. ·

Vergelijkingen met Amerika, zo zei hij, _ gaan niet op, gelet op het ontbreken van enige controle op de uitzendingen aldaar.

Liever neme men een voerbeeld aan · Engeland, waar, gelijk bekend, een zelf- standige organisatie voor commerciële televisie is en binnen enkele weken in werking zal treden.

Er is, zo meende de heer Cornellssen, reden voor twijfel, of de televisie hier te lande op deri duur zonder steun uit hoofde van ,;sponsered programs'' wel voldoende armslag zou kunnen krijgen en niet wederom bij vergelijkbare lan- den achter zou kunnen geraken.

In verband met wat hij had opgemerkt, bestaan er dus geen' doorslaggevende re- denen om de mogelijkheid van commer- cieel getinte televisie-uitzendingen a priori geheel uit te sluiten.

Trouwens; men zou, naar zijn mening, hiervoor beter de ervaringen, welke op- gedaan kunnen worden tijdens de ten- toonstelling E 55, di~ deze zomer te ·Rot- terdam wordt gehouden, kunnen af- wachten.

Replieken

Zoals vaak, waren de replieken gelijk deze zich ditmaal bovendien voor de ogen der televisiecamera's afspeelden, eigenlijk nog belangwekkender en i!J ieder geval nog levendiger dan het de- bat in eerste aanleg.

Hoe verleidelijk het is, ook daarvan weer zoveel mogelijk te geven, het is ons helaas niet mÓgelijk. Wij zullen ons tot een enkel punt moeten beperken, ook al omdat er niet minder dan zes moties werden ingediend, over elk waarvan wij toch ook iets zullen moeten zeggen.

De heer VanSleen kwam weer aandra- gen met de stelling (althans vragender- wijze), dat de A.V.R.O. "liberaal" zou zijn.

Was dat reeds helemaal mis, toen de heer Van Sleen daarbij dan ook nog de radiorubriek "Even afrekenen heren" te- pas bracht, stoof mevrouw Fortanier op .en interrumpeerde: ,,Even afrekenen, heren, is een onderdeel van het program- ma van de A.V.R.O., dat met liberalisme niets uitstaande heeft en waaraan wij ons groen en geel ergeren, omdat het vol- komen destructief is".

En toen de heer Van Sleen zei: "Wü de V.V.D. zich los' maken van de A.V.R.

0., laat zij het dan openlijk uitspreken", interrumpeerde onze geestverwant de heer Korthals: "Wij hebben met de A.V.R.O. niets te maken. Wij behoeven ons daarvan niet los te maken, omdat wij er nooit "vast" mee geweest· zijn; wij zijn

"los"! A..

(3)

• VR1111DD J:N DilMOORATlE

*

~

WEEK to.t WEEK *

De lading en de vlag

Wil lezen in ,.Burgerrecht" van 19 Maart 1955 onder het opschrift ,.Dwangpositie"

het navolgende:

,.Het is nu wel heel aardig, dat minister Cals gezegd heeft dat de V.V.D. maar een omroepver*

eniging moet oprichten, als deze politieke partij over eigen .radio-zendtijd beschikken wil, maar zo aimpel is het niet.

Natuurlijk kan de V.V.D. het advies van de minister opvolgen. Maar wat dan? De A.V.R.O.

is, niet in de partij-politiek, maar toch wel in al- gemene zin, een liberale omroepvereniging.

Richt dè V.V.D. een partijpolitieke, liberale omtoepvereiliging op, dan bestaat er kans, dat de A.V.R.O. ten dele wordt leeggezogen. De andere weg: zendtijd aan de A.V.R.O. vragen, is ook al niet begaanbaar, want wanneer de A.V.R.O.

hierin zou bewilligen, dan zou haar dat ook leden kósten.

De minister heeft van zijn standpunt volkomen gelijk, als hij de V.V.D. een dergelijk advies geeft en is daarmee ook gedekt. Maar de V.V.D. be- vindt zich hierdoor in een dwangpositie."

Dit stukje zal wel geschreven zijn, vóórdat de redactie heeft kunnen kennis nemen van het tele- visie-debat in de Tweede Kamer, waarbij van de zijde van onze Kamerfractie uitdrukkelijk is ge- constateerd, dat de A.V.R.O. niet liberaal is. Al- thans niet liberaal in de zin, zoals wij dit begrip verstaan.

Men kan echter op de naam ,.liberaal" geen octrooi nemen. Als .. Burgerrecht" zich liberaal noemt, kan niemand zijn redactie dit recht ontzeg- gen, maar dan is het toch een liberalisme, dat ons niet ligt.

Wij begrijpen intussen de houding van .. Bur- gerrecht" wel. De rubriek .. Even afrekenen, he- ren", is geheel in de trant van de redactie.

Als de A.V.R.O. werkelijk voor politiek neu- traal· wil blijven doorgaan, moet hierin voor haar

ee~ ernstige waarschuwing liggen. Uitzendingen van deze aard doen afbreuk aan de waat"dering, die ook ik voor haar werk in het algemeen gaarne

tot uitdrukking breng.

Men kan echter zonder overdrijving zeggen, dat zo niet de gehele, dan toch bijna de gehele Tweede Kamer zich aan deze rubriek ergert.

Daarom is uitzending nog niet ongeoorloofd.

Wij leven in een vrij land en wie de volksver- tegenwoordigers ergeren wil, kan rustig zijn gang gaan. Maar hij kan zich niet tegelijkertijd sieren met het etiquet, dat hij niet aan partij-politiek doet.

Ook bij een omroepvereniging behoort de vlag de lading te dekken.

P.J. 0.

K. V.P. en de vrijheid (I) Daar ,.Het Vrije Volk" weet te melden, heb-

ben twee raadsleden van de P.v.d.A. de raadsvergadering van Groenlo verlaten, nadat de burgemeester de K.V.P.-fractie had toegezegd, stappen te zullen ondernemen bij de Nederlandse Hervormde Kerkvoogdij, opdat geen katholieke jongelui meer zullen worden toegelaten in het hervormde jeugdgebouw ,.De Zaaiheuve".

De K.V.P. had gedreigd te zullen voorstellen het subsidie aan ,.De Zaaiheuve" in te trekken als de r.k. jeugd nog langer in het gebouw zou werden toegelaten.

De socialistische raadsleden keerden zich uiter- aard fel tegen de houding van de katholieke frac- tie, daarbij betogend, . dat de ouders baas over de kinderen zijn· en niet de raad.

.. Nog een stapje verder," zo werd betoogd, ,.en men verbiedt ons de stap naar de kerk."

Tot zover ,.Het Vrije Volk".

De wijze waarop de K.V.P.-fractie te Groenlo de plaatselijke jeugd meent te moeten ,.bescher- men" is op zijn zachtst gezegd hoogst merkwaar- dig en in flagrante strijd met de vrijheid.

AI met al een slechte beurt en een ontwikke- ling, die allen, die pal staan voor de vrijheid wel diep moet teleurstellen.

K. V.P. en de vrijheid· (IJ) 0 e burgemeester van Schinveld, in Zuid- Limburg, heeft, aldus ,.Het Vrije Volk", als eis gesteld aan iemand, die een woning in zijn gemeente wilde betrekken, dat hij rooms-katholiek

moest zijn en f 80.- in de week moest verdienen.

,.Het Vrije Volk" tekent hier verder bij aan:

HHet valt nauwelijks aan te nemen dat de bur- gemeester met het stellen van deze eis binnen de perken is gebleven van de verordening die de ge- meenteraad van Schinveld heeft gemaakt ter uit- voering van de Woonruimtewet. Want artikel 4 van deze wet zegt, dat geen andere gronden voor weigering van een vergunning om woonruimte te betrekken mogen worden gesteld dan die voor een doelmatige verdeling van woongelegenheid in de gemeente bevorderlijk zijn.

Hoe het bevorderlijk kan zijn voor een doel*

matige verdeling van de woonruimte niet-katho- lieken de vestiging te beletten, is ons een raadsel.

De scheve schaats, 'die ·Schinveld heeft gereden, dient weer rechtgebogen te worden."

Inderdaad. Over vrijheid en verdraagzaamheid gesproken!

.•

Vrijheid en wijsheid (I) Onze Nederlandse dagbladen hebhen aan het

begin van deze week uitvoerig melding · gemaakt van de maatregelen genomen door bur- gemeester en wethouders van Oss, op grond waarvan twee jonge gezinnen, die eigenmachtig en eigenhandig een houten huisje hadden ge- bouwd op straat zijn gezet.

Vooral het ene geval is wel bijzonder triest, temeer, omdat de nieuwe houten woning een plaats had gevonden op het erf van de boerderij van de vader van de clandestiene bouwer en deze laatste de nieuwe woning geheel zelf en volkomen vakkundig in elkaar had gezet.

B. en W., zo heet het, waren bang gevaarlijke precedenten te handhaven en lieten de nieuwe woning van f 4.000.- afbreken. Zelfs een sneeuwjacht vormde klaarblijkelijk geen beletsel voor het gemeentebestuur hier enige consideratie aan de dag te leggen.

Bij een ander gezin, waarbij de omstandigheden ongeveer· gdijk{uide:nd waren, heeft men nog enig respijt gegeven op grond van de slechte weersom- standigheden.

Ofschoon B. en W. in hun recht staan, stuiten de genomen maatregelen ons tegen de borst.

Blijkens een verklaring van de burgemeester, opgenomen in het dagblad ,.De Telegraaf", zijn er in Oss wel 50 à 60 gevallen van Ossenaren, die vergunning vroegen voor de bouw van een (luxe) kippenhok, een stalling etc., die dan zelf hun intrek .er in namen. De burgemeester wenst hieraan een einde te maken en heeft een voor- beeld gesteld door twee nieuwe woningen te laten afbreken.

Vrijheid en wijsheid· (II)

Wij vragen ons in de eerste plaats af. of de maatregelen van B. en W. niet konden worden uitgesteld totdat men met een aan zeker- heid grenzende waarschijnlijkheid (zo mag men het in ons land langzamerhand wel zeggen) beter weer kon verwachten.

Buitendien rijst de vraag, waarom hier nu wer- kelijke woningen ten offer moesten vallen. Ware het niet verstandiger geweest allereerst de kip- penhokken en stallingen aan te tasten, die inder- daad absoluut voor een normale woonruimte te enen male ongeschikt zijn?

Nogmaals, B. en W. mogen gelijk hebben. Wij twijfelen er geen ogenblik aan. Maar dan man- keert er in elk geval toch iets aan de voorschriften in deze.

Blijkens "De Telegraaf" bestaat er te Oss een getal van 1356 aanvragen naar woonruimte. Er is een feitelijk tekort van 2200 woningen en er is een bouwtoewijzing voor 171 per jaar.

Bij dergelijke cijfers is het eenvoudig dwaas- heid, dat twee werkelijke woningen, die op eigen initiatief zijn gebouwd, die dus zijn tot stand ge- komen door eigen inspanning en vlijt, door een aanpak dus, waarmee· de gemeenschap en de initiatiefnemers zijn gebaat, zonder vorm van pro- ces worden afgebroken. .

Ook hier wordt de vrijheid aangetast. Zeker, wij staan de vrijheid voor in gebondenheid. De huidige maatschappij is in haar inrichting niet denkbaar zonder · bepaalde reglementeringen.

Maar die reglementeringen dienen er op gericht te zijn Individu en gemeenschap te beschermen.

In het geval te Oss is dat zeer bepaald niet .

Z8 MAART 1H5- PAG. I

het geval, net 3o min als in vele andere gemeen- ten.

Vaak ook ontbreekt (het geval te Oss bewijst dit overduidelijk) het begrip wijsheid bij de toe..

passing en toelating der vrijheid.

Veel te veel vinden wij in ons land voorbeel- den, dat wij in dit opzicht dreigen af te glijden.

En het ergste is, dat men er aan gewend raakt en de aanslagen op de vrijheid niet meer onderkent.

Onze woningbouwpolitiek hinkt op twee ge- dachten, die volkomen met elkaar in strijd zijn.

Het particuliere initiatief blijft nog steeds het kind van de rekening en vrijheid en wijsheid heb- ben elkaar zoals in vele andere gevallen DOf

steeds niet kunnen vinden.

Televisie en Parlement (I) De jongste uitzendingen van de parlementai-

re debatten vanuit de Tweede Kamer voor de televisie zijn ·een groot succes geworden en hebben allerwege in de Nederlandse huiskamers:, voor zo ver daar althans televisietoestellen aan- wezig waren, een gunstig onthaal gevonden.

Wij, die reeds meerdere malen op deze plaats hebben gepleit voor het uitzenden via de radio van flitsen uit het parlementaire leven, kunnen ons uiteraard mede verheugen over deze gang van zaken wat de televisie-uitzendingen betreft, al is daarmee onze wens om de debatten ook via de

radio~uitzendingen te lateJ;t beluisteren nog niet vervuld. Helaas, moeten wij er meteen bij zeggen.

Immers, met de radio bestrijkt men, althans nog op dit ogenblik, een aanzienlijk groter gebied dan

met de televisie. ·

Wij zijn wat die parlementaire radio-uitzendin*

gen betreft wel erg ten achter met het buitenland, dat door rechtstreeke uitzendingen een nàuwere band tussen kiezers en gekozenen weet te leggen.

Wellicht kunnen de gunstige resultaten be- haald mèt de televisie-uitzendingen een stimulans vormen om ook tot soortgelijke radio-uitzendin- gen te komen.

Televisie en Parlement· (II) Blijkens een verslag in "De VolkskranC heeft de voorzitter van de Tweede Kamer, dr Kortenhorst, o.m. verklaard, dat men in de Kamer van de televisie-camera's en mensen hele- maal geen last heeft gehad. ·

Dit is zeker een belangrijke verklaring, omdat er uit blijkt, dat de televisie-uitzending~n het werk van de Kamer op geen enkele wijze hebben gestoord en het publiek dus ook een juist "beeld ..

heeft ontvangen van hetgeen zich in de Kamer afspeelde.

Toen de verslaggever van "De Volkskrant ..

aan dr Kortenhorst de vraag stelde of door veel- vuldige uitzendingen vanuit de Kamer de voor- keur van het Nederlandse publiek voor bepaalde personen bij de volgende verkiezingen niet zal worden beïnvloed, antwoordde dr Kortenhorst:

.,De mogelijkheid bestaat inderdaad en in dat ge*

val zal men rekening moeten gaan houden met de voordrachtskunst en spreektalenten van de Ka-

merleden."

Wij weten niet of dr Kortenhorst deze woor*

den ernstig heeft gemeend. Wij kunnen het nau- welijks aannemen. .

Immers, buiten alle politieke principes om.

speelt de persoonlijke voorkeur bij een deel van de kiezers steeds een rol.

Wij raken hier op psychologisch terrein, dat zeer moeilijk begaanbaar is als het betreft de in- druk, die volksvertegenwoordigers op de kiezers maken buiten de politieke motieven om.

Dr Colijn was daar o.m. wel een sprekend voorbeeld van.

Deze persoonlijke voorkeur kan op allerlei manieren worden aangewakkerd, hetzij door rechtstreeks optreden van de volksvertegenwoor- diger in een openbare vergadering, hetzij zijn ver- schijnen, meestal in een nevenfunctie in het bioscoopjournaal, hetzij door middel van de radio, al . geven wij toe, dat het visuele contact het sterkst spreekt.

· Neen, laten wij het verschijnen van onze poli- tici voor de televisie m'aar zo eerlijk mogelijk ver- delen en de voordrachtskunst en het spreektalent dan maar verder buiten beschouwing laten.

Wijziging b~nkrekening V.V.D ..

De bankrekening van de Partij is overgebracht vaa Pierson en Co. te Amsterdam naar R. Mees en Zoooen te 's-Gravenhage.

Men wil hiervan wel goede neta nemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit tabel 3 is bijvoorbeeld af te lezen dat uitvoering van de begroting van partij C tot gevolg zou hebben dat de stijging van het reëel nationaal inkomen 0,4 procentpunt per

Zij hebben daarom een wetsvoorstel voorbereid waarbij de uiterste betaaltermijn van grote ondernemingen aan mkb-ondernemingen van 60 naar 30 dagen wordt

Ten tweede regelt dit amendement in het nieuw voorgestelde artikel 922 lid 1 dat niet ten nadele van in Nederland gevestigde franchisenemers van de nieuwe titel 16 van Boek 7 BW

Het zal ongetwijfeld aller instemming hebben dat ik nogmaals de liberale Staatsman Thorbecke ten tonele voer. Thorbecke was tegen Staatsprijzen. Het fenomeen „Staats­ prijs” dateert

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

➢ Onderzoek welk algemeen belang kan worden ingeroepen voor de beperking van de transparantie bij de verplichtstelling en waarom voldaan is aan het

◼ Verplichtingstelling noodzakelijk middel om het “financiële evenwicht” pensioenfondsen te borgen bij het uitoefenen van een “essentiële sociale functie” tbv

Door het vertrek van de ‘goede’ risico's zou het bedrijfspensioenfonds met de ‘slechte’ risico's blijven zitten (…) aan die werknemers zou het Pensioenfonds dan niet meer tegen