Vraag nr. 163
van 12 augustus 1997
van de heer KAREL DE GUCHT Boelwerfdossier – Ms Discovery
Uit diverse berichten in de media blijkt dat recen-telijk een overeenkomst is tot stand gekomen met betrekking tot het schip Discovery, waarbij het schip verhuurd wordt aan de rederij Stolt Comex. 1. Wat is de inhoud van deze overeenkomst ? 2. Op welke wijze waarborgt de gesloten
overeen-komst volledige terugbetaling van de uitstaande scheepskredieten ?
3. Werden de scheepskredieten met betrekking tot het schip Discovery opgezegd ?
4. Waren er andere mogelijke gegadigden voor de huur, dan wel de aankoop van het schip Disco-very ?
Antwoord
1. Vooreerst dient duidelijk gesteld dat de over-eenkomst met Stolt Comex Seaway MS Ltd. (Stolt Comex) een overname is van een bestaande charterovereenkomst tussen Fr i a r y Ocean Surveyor NV (FOS NV) en Subsea Off-shore Ltd. (Subsea) uit Schotland.
Dit betrof een langetermijncharter, maar jaar-lijks opzegbaar door de huurder. De overdracht van de charter past in de overname door Stolt Comex van de offshore-activiteiten van Subsea. De inhoud van de overeenkomst is de volgende : – de charter kan gedurende vijf jaar, te
reke-nen vanaf 1 oktober 1997, niet worden opge-zegd door Stolt Comex Seaway MS Ltd. ; – de charterhuur zal worden betaald in
Belgi-sche frank (in tegenstelling tot vroeger ver-dwijnt het wisselkoersrisico volledig) en zal de volgende evolutie kennen :
jaar 1 : 598.657 fr. per dag ;
jaar 2 tot 4 : huurprijs van het vorige jaar, tel-kens verhoogd met 5 % ;
jaar 5 tot 9 : 563.850 fr. per dag ; jaar 10 tot 15 : 441.000 fr. per dag ;
– Stolt Comex Seaway SA, een belangrijke vennootschap van de Stolt Nielsen groep, waarborgt deze verplichtingen ;
– "Undertaking of quiet enjoyment" zolang de huidige charter loopt en wordt gerespec-teerd ;
– achterstallige vervaldagen betreffende het scheepskrediet blijven aanhangig ;
– Friary stort 20.000.000 frank ter aanzuivering van de achterstand en behoudt haar recht op een maandelijkse management fee van 850.000 frank om haar werkingskosten te financieren.
Deze regeling biedt voor de schuldeisers het duidelijke voordeel dat de onzekerheid omtrent het jaarlijks hernieuwen van de charter gedu-rende vijf jaar niet meer bestaat. O n d e r t u s s e n zal een groot deel van het krediet ook worden afgelost,zodat de resterende marktwaarde moet toelaten het krediet grotendeels af te lossen. In totaal zullen volgende bedragen toekomen aan de schuldeisers van het scheepskrediet geduren-de geduren-de volgengeduren-de vijf jaar vanaf 1 oktober 1997 :
jaar 1 208.309.805 fr. jaar 2 219.235.295 fr. jaar 3 230.707.060 fr. jaar 4 242.752.413 fr. jaar 5 195.605.250 fr. Totaal 1.096.609.823 fr.
Na vijf jaar heeft Stolt Comex Seaway MS Ltd. de mogelijkheid om de charter telkens met één jaar te verlengen of om een koopoptie uit te o e f e n e n . Deze optieprijs, bestaande uit de ach-terstallige bedragen op het scheepskrediet plus de geactualiseerde nog uitstaande bedragen op het ogenblik van de uitoefening van de optie, heeft de terugbetaling van het volledige scheepskrediet tot gevolg.
2. De te ontvangen charterhuur dekt in belangrij-ke mate de te vervallen kredietverbintenissen, doch niet de achterstallige bedragen. De ver-wachting bestaat nochtans dat de charterer de aankoopoptie zal lichten vóór het verstrijken van de termijn van vijf jaar. In dat geval moeten alle uitstaande kredietverbintenissen, met inbe-grip van de achterstand, worden aangezuiverd. Licht de charterer de optie niet en verlengt hij na vijf jaar evenmin de charter, dan bestaat er
een zeer redelijke kans dat de verkoopwaarde van het schip op dat moment groter zal zijn dan het uitstaande krediet. Mocht de markt echter toch dalen (tegen de huidige verwachtingen in), dan bestaat er wel een risico op een tekort. De kans dat dit tekort groter zou zijn dan het onmiddellijk verlies dat zou moeten worden genomen in geval van een verkoop vandaag tegen 47.000.000 Amerikaanse dollar, lijkt de NMKN en Gimvindus echter zeer klein.
Het verlengen van de charter voor een vaste periode van vijf jaar (gewaarborgd door de moedermaatschappij) met het daaraan gekop-peld optierecht, biedt derhalve volgens NMKN en Gimvindus veruit de grootste kans om ver-lies voor de overheid te vermijden.
3. De scheepskredieten met betrekking tot de Dis -covery werden door NMKN nooit opgezegd o m d a t , spijts de achterstand, de kansen op terugbetaling met de tijd verbeterden door de verhoogte charterhuur en wegens het hangend voorstel aan de overheid betreffende de conso-lidatie van de achterstand.
Vast staat alleszins dat de overheid geen belang had bij een gedwongen verkoop na opzegging. Een beslag zou automatisch de stopzetting van de betaling van de charterhuur teweegbrengen, nog afgezien van eventuele claims vanwege de c h a r t e r e r. Vooraleer het tot een effectieve ver-koop zou kunnen komen, zou er heel wat tijd overheen gaan met alle gevolgen van dien : enorme kosten van onderhoud, allerlei claims en voorrechten, en hoogstwaarschijnlijk een aanzienlijk lager verkoopresultaat. Het verlies voor de overheid zou dan nog veel hoger liggen dan in de hypothese dat een vrijwillige onmid-dellijke verkoop op vandaag mogelijk zou zijn. Precies op het ogenblik dat de beslissing acuut w e r d , kon een oplossing worden gevonden via de overname en verlenging van de charter. 4. Het is bekend dat er een kandidaat was om het
schip charter-vrij te kopen voor 47.000.000 Amerikaanse dollar, een bedrag dat ten opzich-te van het uitstaande nominale scheepskrediet een onmiddellijk verlies van ongeveer 557.000.000 frank voor de overheid zou hebben betekend.
Dit bod was echter slechts een voorwaardelijk bod aangezien het schip diende vrij te zijn van charter. Om die reden werd in het bod een leve-ring opgenomen tussen 1 april 1998 en 30 april 1 9 9 8 , ch a r t e r- v r i j. De interesse van deze bieder
om het schip te huren was per definitie even-eens ondergeschikt aan het vrij zijn van het schip.
Welnu, het schip was niet vrij van huur en kon het eventueel maar worden vanaf 1 april 1998, indien Subsea de charter niet zou verlengen. Gelet op de achterstand in het terug te betalen scheepskrediet, werd door NMKN een deskun-dig juridisch advies ingewonnen omtrent de mogelijkheden van de bank tot vervroegde en gedwongen ontbinding van de charter. Uit dit advies bleek dat het schip niet charter-vrij kan worden gemaakt.
Zoals reeds vermeld, heeft Subsea een voorstel geformuleerd om de bestaande charter over te dragen aan de voormelde voorwaarden. G e l e t op de evaluatie van deze voorwaarden en aan-gezien het schip door de bank niet unilateraal kon worden vrijgemaakt, hebben alle betrokke-nen (NMKN, Gimvindus, Vlaams Gewest, fede-raal departement van Verkeerswezen) deze overdracht van charter aanvaard.