Vraag nr. 62
van 13 december 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Positieve-actieplan allochtonen en gehandicapten – Doelgroep
Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap heeft het positieve actieplan voor allochtonen en personen met een handicap 2002 opgemaakt. Een hinderpaal is evenwel dat in de verschillende d e p a r t e m e n t e n / d i e n s t e n / VOI's ... deze groepen tel-kens anders omschreven worden. Dit bleek nog-maals tijdens de gedachtewisseling/hoorzitting m . b. t . inburgering in de Commissie voor We l z i j n , Volksgezondheid en Gelijke Kansen op 7 novem-ber 2002.
1. Welke personen worden bedoeld met "allochto-nen" en "migranten" ?
2. Welke personen worden bedoeld met "perso-nen met een handicap" ?
3. Worden deze twee definities ook door alle be-trokkenen exact geïnterpreteerd/toegepast ? NB. Deze vraag werd gesteld aan de ministers
Vo-gels (nr. 6 2 ) , Vanderpoorten (nr. 3 8 ) , L a n d u y t (nr. 27) en Van Grembergen (nr. 43).
Gecoördineerd antwoord
Vlaams minister van We l z i j n , G e z o n d h e i d , G e l i j ke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking
Door het besluit van de Vlaamse Executieve van 19 december 1990 houdende maatregelen tot be-vordering van gelijke kansen van mannen en vrou-wen in de diensten van de Vlaamse Executieve en in de instellingen van openbaar nut die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaams Ge-west werd de bevoegdheid voor het emancipatie-beleid voor de personeelsleden van de V l a a m s e overheid toegewezen aan de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken.
Met het oog op het realiseren van de evenredige participatie van vrouwen, migranten en gehandi-capten in de Vlaamse administraties en VO I ' s stemde de toenmalige Vlaamse regering op haar vergadering van 3 februari 1993 er principieel mee in om een doelgroepenbeleid te voeren gebaseerd op de Canadese Employment Equity A c t . In een brief dd. 10/12/1993 gaf de toenmalige minister van
Ambtenarenzaken aan de opdrachthoudster Emancipatiezaken opdracht gegeven om het goed-gekeurde concept inzake doelgroepenbeleid uit te v o e r e n . Hierdoor werd het doelgroepenbeleid offi-cieus toegevoegd aan de opdrachten van de toen-malige opdrachthoudster Emancipatiezaken. N. a . v. de goedkeuring van het positieve-a c t i e p l a n van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap op 16/03/99 besliste de Vlaamse regering om de verantwoordelijkheid voor het interne doelgroe-penbeleid toe te wijzen aan de opdrachthoudster E m a n c i p a t i e z a k e n . Hiermee kreeg de dienst Emancipatiezaken officieel en formeel de opdracht om het doelgroepenbeleid voor allochtonen en personen met een handicap op te nemen.
Het aflijnen en definiëren van de doelgroep "al-lochtonen" en "gehandicapten" in het kader van het doelgroepenbeleid en het nagaan of de defini-ties door alle betrokkenen exact geïnterpreteerd/ toegepast worden, behoort derhalve tot de be-voegdheid van de dienst Emancipatiezaken.
Vlaams minister van Onderwijs en Vorming
Jaarlijks stelt de dienst Emancipatiezaken van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap een posi-t i e v e-acposi-tieplan op voor heposi-t werken aan gelijke kan-sen voor allochtonen en personen met een handi-c a p. Met betrekking tot de uitvoering van het ahandi-ctie- actie-p l a n , maar ook meer algemeen in het kader van het voeren van een kleurrijk en divers personeels-b e l e i d , kunnen de personeelsverantwoordelijken van de verschillende departementen en V l a a m s e Openbare Instellingen steeds een beroep doen op de dienst Emancipatiezaken. Zij kunnen er terecht voor informatie en ondersteuning.
Ik heb begrepen dat de dienst heel vaak wordt ge-contacteerd en geraadpleegd. Ik neem dan ook aan dat zij in de mate van het mogelijke sturing kunnen geven aan het gelijkekansenbeleid van het Ministe-rie van de Vlaamse Gemeenschap en aldus een ze-kere lijn kunnen trekken voor de terzake gehan-teerde terminologie.
Ik denk dat de dienst op dat punt zeer goed werk kan verrichten en dit ook daadwerkelijk doet. Vlaams minister van Tewerkstelling en Toerisme 1. In de Ve s o c-actieplannen "Evenredige
e-ruggaand op een ander land, die al dan niet Belg geworden zijn en ofwel in het kader van gastarbeid en volgmigratie naar ons land geko-men zijn, ofwel het statuut van ontvankelijk ver-klaarde asielzoeker of van vluchteling hebben v e r k r e g e n , ofwel door regularisatie recht op verblijf in België hebben verworven, of elke door het Vesoc erkende of als allochtoon gere-gistreerde persoon binnen een door het Ve s o c goedgekeurde registratiemethode. Ook in de VOI's die een positieve-actieplan of een diversi-teitsplan hebben uitgevoerd (zoals Kind en G e z i n , V RT, V DAB e.d.) werd voor de doel-groepafbakening in grote lijnen deze omschrij-ving gehanteerd.
In het kader van de in ontwikkeling zijnde uit-voeringsbesluiten bij het decreet van 8 mei 2 0 0 2 , houdende evenredige participatie op de a r b e i d s m a r k t , wordt deze omschrijving aange-past om meer afstemming te realiseren met an-dere beleidsdomeinen en om nauw aan te slui-ten bij de registratiemethode die in de toekomst zal gehanteerd worden binnen de diversiteits-plannen in ondernemingen en instellingen. De nieuwe omschrijving van allochtonen wordt: a) personen die zich legaal in België bevinden,
ongeacht of zij de Belgische nationaliteit h e b b e n , en die tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldoen:
– minstens één van hun ouders of grootou-ders is geboren buiten België ;
– zij bevinden zich in een achterstandsposi-tie vanwege hun etnische afkomst of hun zwakke sociaal-economische situatie; b) personen die zich in België bevinden en die
aan één van de volgende voorwaarden vol-doen :
– zij zijn door België als vluchteling erkend op basis van het Internationaal Ve r d r a g betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend in Genève op 28 juli 1951 ; – zij hebben in België asiel aangevraagd en
hun aanvraag werd niet definitief afgewe-zen ;
– zij zijn slachtoffer van mensenhandel met een voorlopige of in duur onbeperkte verblijfsvergunning ;
– zij zijn geregulariseerd op basis van een samenlevingscontract of kregen een eer-ste inschrijving in BIVR op basis van een aanvraag in die zin.
2. De omschrijving van de kansengroep personen met een handicap, zoals die binnen het V l a a m s werkgelegenheidsbeleid tot op heden wordt ge-b r u i k t , luidt als volgt : personen met of een V F S I P H-n u m m e r, en/of ten hoogste een diplo-ma BuSO, en/of bij de V DAB ingeschreven staan als beperkt of zeer beperkt arbeidsge-s c h i k t , of elke alarbeidsge-s arbeidarbeidsge-sgehandicapte geregiarbeidsge-s- geregis-treerde persoon binnen een door het Ve s o c goedgekeurde registratiemethode.
Hiermee wordt de groep van arbeidsgehandi-capten in beeld gebracht ; het is immers deze ca-tegorie van personen met een handicap die in het werkgelegenheidsbeleid de eerste aandacht nodig heeft.
3. Met de nieuwe omschrijving van de kansen-groep allochtonen wordt eenvormigheid van de doelgroepomschrijving gerealiseerd tussen de werkgelegenheidsprogramma's van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, het minderhe-d e n minderhe-d e c r e e t , het minderhe-decreet houminderhe-denminderhe-de evenreminderhe-dige participatie op de arbeidsmarkt en het in ont-wikkeling zijnde strategisch plan etnisch-c u l t u-rele minderheden.
De omschrijving van de kansengroep arbeidsge-handicapten zal verder worden afgestemd in uitvoering van de Interministeriële Conferentie personen met een handicap, en meer bepaald in de werkgroep "Optimale coördinatie tussen het tewerkstellingsbeleid en de mogelijkheden inza-ke inschainza-keling in het beroepsleven".
Vlaams minister van Binnenlandse A a n g e l e g e n h e-den, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken
1. In het personeelsbeleid van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt de term "mi-granten" niet meer gebruikt. Men hanteert enkel de term "allochtonen".
Als allochtoon wordt beschouwd :
– iedereen die een niet-Belgische nationaliteit heeft
Deze definitie geldt voor het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De definities, g e h a n-teerd binnen de Vlaamse openbare instellingen komen hier niet noodzakelijk mee overeen. 2. In het personeelsbeleid van het Ministerie van
de Vlaamse Gemeenschap gebruikt men de ruime definitie van "arbeidsgehandicapte" om personen met een handicap de definiëren. Als arbeidsgehandicapte wordt iedereen be-schouwd die:
– een dossier bezit bij het VFSIPH
– of als hoogste onderwijsniveau BuSO heeft – of zich in het kader van de vrijwillige
regis-tratie opgeeft als arbeidsgehandicapte. 3. Zoals gezegd gelden deze definities voor het
personeelsbeleid binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
