• No results found

Wiens niet trouwens? Maar toch zijn er in de actuali- teit wel ontwikkelingen die tot nadenken stemmen over het functioneren van het politieke bedrijf

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wiens niet trouwens? Maar toch zijn er in de actuali- teit wel ontwikkelingen die tot nadenken stemmen over het functioneren van het politieke bedrijf"

Copied!
92
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

mten dan een lspel lissie

1 het

het Mr. drs. L.C. Brinkman lach-

'.1. in fder-

een

I het rmu- ram- het

men leau cen-

die van Jerkt een-

ngs- dea- : de lcili- ffec-

een voor ndat

, is :lam

19S-

; er 3ten

>ond elijk jers erkt

1\I0r-

aan

5/92

'Ja' zeggen

tegen de toekomst

De laatste tijd lijkt het wel eens of 'nee' zeggen tegen de politiek terrein begint te winnen op 'ja' zeggen. Nu zal het al vele eeuwen lang wel gebruik zijn geweest om niet alles wat politici zeggen onmid- dellijk voor zoete koek te slikken en zo- veel zelfkennis hebben politici waar- schijnlijk ook wel in huis om te erkennen dat ook hun woord en daad een enkele keer relativering behoeft. Wiens niet trouwens? Maar toch zijn er in de actuali- teit wel ontwikkelingen die tot nadenken stemmen over het functioneren van het politieke bedrijf.

Om te beginnen is er na een periode in de wereld van redelijk nauwkeurig om- schreven blokvorming onmiskenbaar een tendens van onzekerheid en instabiliteit.

Positief geformuleerd zijn tal van volken op zoek naar hun identiteit. Bewustwor- ding en zelfstandigheidsstreven nemen echter de laatste tijd nogal eens puntige vormen aan die de onzekerheid en insta- biliteit eerder vergroten dan verkleinen.

'Nee' tegen het oude, ook al was het niet altijd even vertrouwd, leidt nog niet auto- matisch tot een wel vertrouwenwekkend 'ja' zeggen tegen iets nieuws.

Een zorgelijke ontwikkeling is evenzeer een zeker gebrek aan vertrouwen dat soms uit opiniepeilingen valt op te snui- ven waar het gaat om het vertrouwen in

Christen Democratische Verkenningen 6/7/92

de politiek in het algemeen of een kabi- net in het bijzonder. Een tendens die overigens niet typisch Nederlands is, maar een ontwikkeling die we momenteel sterk zien in andere landen. Neem Bel- gië, Engeland, Frankrijk, Duitsland of zelfs geheel treffend de Verenigde Sta- ten (Perot). Een alternatiefloos 'nee' te- gen de zittende macht. Uiteraard kan geen enkel kabinet het iedereen naar de zin maken en dat geldt evenzeer voor politieke partijen afzonderlijk. Toch is het nog maar de vraag of het verstandig is al te veel te speculeren op wantrou- wen jegens de politiek. Het is immers niet zo moeilijk om ergens tegen te zijn, maar kleur bekennen dat je in de politiek voor iets bent lijkt mij toch wat moediger.

Bovendien zullen de meeste mensen heus wel begrijpen dat er in de politiek, door een kabinet voor de samenleving toch ondanks verder te spreiden verant- woordelijkheid nog heel wat besloten moet worden.

Ook al bevat zo'n besluit vaak compro- missen, helemaal zonder boosheid, ver- driet of andere anti-gevoelens zal het helaas wel nooit lukken op weg naar nog beter onderwijs, een schoner milieu, degelijker zorg, meer veiligheid - noem maar op. Ook hier is het dus zaak met elkaar te investeren in begrip voor de

235

(2)

Column

noodzaak van afweging van belangen.

'Nee' zeggen daartegen bergt anders te veel het risico in zich van steeds meer discussie over vorm, presentatie en pro- cedure van beleid, terwijl het toch vooral om de inhoud en onderlinge prioriteit daarvan bij voorrang zou moeten gaan.

Schone beloften zijn bovendien meestal niet bestand tegen het bestuurdersplu- che.

Vertrouwen in de politiek

Een dergelijke negatieve grondhouding tegenover de politiek geeft ook voedsel aan de toch al te vruchtbare bodem voor een wat afwachtende en afstandelijke houding ten opzichte van de gemeen- schap die op de golven van de individua- lisering is binnengespoeld in veler den- ken. Zolang je sterk en onafhankelijk bent is zo'n houding ten opzichte van de gemeenschap misschien ook nog wel verklaarbaar, maar de vraag of en hoe een ander zich kan redden blijft daarmee misschien wel eens te gemakkelijk buiten beeld. En voor je het weet leidt afstande- lijkheid tegenover de gemeenschap tot afstand nemen ervan, tot naar believen ervan gebruik maken of niet en niet zeI- den tot al te selectief winkelen. fraude daaronder begrepen. Gelukkig valt er een tendens te bespeuren waarin derge- lijke negatieve gevoelens en gedragingen niet alleen maar aan de kaak worden gesteld maar ook hopelijk een meer zelfreinigend effect zullen laten zien. Aan dit laatste zal de politiek zeker ook zelf haar steentje kunnen bijdragen. Naarma- te de gemeenschap zich meer en beter toelegt op de dingen die zij beter kan dan individu en groep en zich minder

236

fijnmazig en pretentieus begeeft in hoe- ken en gaten van de samenleving die toch in de praktijk minder doordringbaar blijken, zal dunkt mij het vertrouwen in de politiek zeker overeind blijven en waar nodig kunnen stijgen. Dat alles zal zeker ook gepaard moeten gaan met een te- rugname van het aandeel dat de ge- meenschap neemt uit de jaarlijkse groei van onze nationale middelen. Aan een zichtbare en voor burgers en bedrijven merkbare terugval van de collectieve lastendruk valt op weg naar 2000 niet te ontkomen als de politiek althans met succes een beroep wil blijven doen op eigen inzet van de samenleving op tal van terreinen. Vertrouwen in elkaar kan men immers waarschijnlijk niet zomaar bij elkaar schrijven. Daarvoor zullen met- terdaad maatregelen moeten worden getroffen.

Als ik alles bijeen een gokje zou mo- gen wagen op de toekomst, dan zou ik niet speculeren op onvrede en daarmee 'nee' zeggen tegen van alles en nog wat.

Nee, dan zou ik 'JA' willen zeggen tegen enkele uitdagingen die in het voorgaande besloten liggen. En ik zou zeker in Ne- derland willen blijven wonen - niet in Denemarken en ook niet in België of Luxemburg. Investeren in elkaar; investe- ren in ons land, laten we ons geld daar maar op zetten. Kortom, laten we daar samen maar een gokje op wagen.

Christen Democratische Verkenningen 6"7'92

(3)

hoe- I die Ibaar m in waar :eker

1 te- ge- Jroei

een ijven tieve et te met

1 op ) tal kan naar met- rden

mo-

IU ik mee wat.

~gen

tnde Ne- t in ) of 'ste- jaar jaar

7'92

Schoon milieu en vuile groei

Economische groei is vuil. Aanzienlijke verscherping van het milieubeleid is har- de noodzaak. De snelheid van de vervui- ling is vijfmaal zo hoog als het herstel- lend vermogen van de natuur. De snelle groei van de wereldbevolking en de die- pe armoede in grote delen van de Derde Wereld zijn tijdbommen. De waarde van fundamentele schaarsten als die van schone lucht worden in het economisch denken onderschat. Daardoor zijn er ingebouwde mechanismen in de econo- mie die aandrijven tot vuile groei. Zo luidt in grote trekken de zorg die dr. A.J. Ver- maat uitte in het januarinummer van Christen Democratische Verkenningen in zijn diepgaande beschouwing 'De geur van groei'. In dat artikel kiest Vermaat voor onderschikking van economische groei aan het streven naar een schoon milieu. Welvaart is hooguit een gelukkig restprodukt van een politiek die mikt op duurzaamheid, aldus Vermaat.

Er is reden voor een nieuwe bezinning op de relatie tussen milieuzorg en eco- nomische ontwikkeling. Met de Confe- rentie van de Verenigde Naties over Milieu en Ontwikkelingen net achter de rug, met de discussie over het Ontwerp- Program van Uitgangspunten van het CDA in het vooruitzicht en onder de voortdurende uitdaging vervuiling tegen te gaan is dit het thema van het zomer- nummer van Christen Democratische

Christen Democratische Verkenningen 10/91

Verkenningen: Schoon milieu en vuile groei. Het CDA heeft tot nu toe een middenscenario gevolgd. schreef Ver- maat. Het acht milieu en economische groei verenigbaar. Het houdt vast aan een marktconforme aanpak. Het Ont- werp-Program van Uitgangspunten be- vestigt deze aanpak. Het wil de factor milieu laten meewegen in de waardering van de economische groei.

Ecologische moraal

Maar hoe? Hoe komen wij tot een ecolo- gische moraal? Krijgt de commercie, in de vorm van marktdenken en winststre- ven, niet een dominante positie in de cultuur? Prof. dr. O.F. Scheltens schrijft daarover: De eerste remedie ligt in de sfeer der ideeën. Het milieuprobleem heeft op termijn gevolgen voor het voort- bestaan van de mensheid. De verant- woordelijkheid voor het milieu berust bij alle cultuurdragende instanties. En dan:

Het CDA ziet alleen een benadering binnen de kaders van markteconomie en parlementaire democratie. Or A.J. Ver- maat bevestigt dat, prof. dr. C.J. Rijnvos gaat ervan uit en dr. J. Zijlstra onder- streept het met nadruk. Dat betekent dat voor wat betreft de markteconomie pro- ducenten en consumenten het milieu tot hart van hun afwegingen moeten maken.

Dat sluit ook aan bij het kernbegrip van de gespreide verantwoordelijkheid. We- zenlijk punt is hoe het verantwoordelijk-

237

(4)

heidsbesef van mensen het overwicht kan krijgen boven het eigenbelang. Om het zover te laten komen kent vooral Vermaat een bepalende rol toe aan de overheid. Dat blijkt uit groepsgesprek en interview met deze vooraanstaande eco- nomen.

Democratie en milieubehoud

Kan de parlementaire democratie, die gewoonlijk in blokken van telkens vier jaar moet denken, haar beperkingen overwinnen? Heeft zij de kracht om mi- lieubewustzijn om te zetten in beleid, dat offers vergt? Prof. dr. R. Hoppe schrijft over deze vragen. Zonder een goed geïnformeerde publieke opinie is in een democratie langdurig preventief beleid onmogelijk. En zijn er zo onderhand niet nieuwe instrumenten van democratische besluitvorming toe te voegen aan de parlementaire gebruiken die stammen uit de negentiende eeuw? Het milieu is een wereldprobleem. Het gaat dus ook om de stuurbaarheid van mondiale ontwikkelin- gen. In hoeverre zijn democratieën daar- toe in staat? Mr. J.JAM. van Gennip geeft aan het eind van dit nummer zijn impressies van de VN-conferentie over milieu en ontwikkeling. De zogeheten Agenda-21 gaat in ieder geval werken, stelt hij vast. Deze geeft de publieke opinie een maatstaf in handen bij de beoordeling van het beleid.

Milieu en ontwikkeling

Milieu en ontwikkeling hangen nauw samen. Ontwikkeling is óók economische groei en heeft dus consequenties voor het milieu. Bovendien zijn hier de rollen ineens omgedraaid: Voor een schoon milieu in de wereld is het rijke Noorden van het arme Zuiden afhankelijk. De gebruiksruimte van het milieu is be- grenst, schrijft prof. dr. P.H.J.J. Terhal.

Het is de omvang van de inkomensonge- lijkheid in de wereld die het menselijk welzijn bedreigt. Tenzij gekozen wordt

238

voor een vergaande inkomensnivellering.

En voorwaarde voor oplossing van het vraagstuk is afname van de groei van de wereldbevolking. Dat kan alleen, schrijft dr. J.K.S. van Ginneken, als de positie van de vrouw verbetert en als er meer democratisch georiënteerde politieke systemen komen.

Milieu en technologie

Van de toepassing van technologische verworvenheden zijn milieu en economi- sche groei sterk afhankelijk. Aanzienlijke technische verbeteringen zijn wel moge- lijk om het energieverbruik te beperken, schat dr. K. Blok. Groei als zodanig wijst hij niet af, als deze maar blijft binnen de grenzen die het milieu stelt. Vaak is er wel sprake van ingesleten gewoontes, ook bij de toepassing van technologie in produktieprocessen. Alternatieve techno- logieën liggen voor het oprapen, meent prof. dr. L.L.G. Soete, maar zij krijgen geen kans. Juist als gevolg van die inge- sleten gewoontes. In ieder geval is er geen blind vertrouwen in de 'wonderbare' mogelijkheden van de technologie. Toch zullen ook harde keuzen onvermijdelijk zijn. Op het gebied van verkeer en ver- voer sluit prof. dr. CAJ. Vlek zich aan bij de voorkeur van Vermaat voor milieu boven groei. Voor Vlek is een vergaande hervorming van het vervoerssysteem onontkoombaar. De economische belan- gen van auto- en garagebedrijven horen hier minder zwaar te tellen dan de be- strijding van de milieuschade door motor- voertuigen.

Daarmee wordt ook in dit zomernummer het definitieve antwoord niet gegeven.

Maar de relevante vragen zijn expliciet en impliciet aan de orde gesteld. De redactie beoogt daarmee een handrei- king te geven voor de discussie in het CDA over milieu en economische groei.

Christen Democratische Verkenningen 6/7/92

(5)

Milieu en mentaliteit

3ring. Prof. dr. D.F. Scheltens

1 het

in de :hrijft ositie meer tieke

sche lOmi- 'llijke loge- rken, wijst n de is er 'ltes, ie in hno- eent Ijgen nge-

s er Jare' roch lelijk ver- aan ilieu tnde eem dan- )ren

be- ltor-

mer ten.

iciet De lrei-

het

~i .

·7/92

Met een mentaliteitsverandering de patstelling doorbreken

De internationale concurrentie legt een zware druk op het politieke leven. Om de patstelling te doorbreken, waarin de poli- tiek nu nog verkeert, is een mentaliteits- verandering noodzakelijk. Die kan wor- den afgeleid van een fundamentele visie, maar evenzeer totstandkomen doordat men zich het dramatisch karakter waar- mee het milieuprobleem zich opdringt realiseert.

Het milieuprobleem is ongetwijfeld een uitermate dringend probleem dat op termijn gevolgen heeft voor het voortbe- staan van de mensheid. Het is daarom geen probleem naast andere problemen.

Er is nog een andere reden waarom het niet als een apart probleem kan gezien worden. Het is een probleem dat ook heel onze cultuur in al haar aspecten ter discussie stelt. Het ontbreekt in onze cultuur aan een totaalvisie. Recht, poli- tiek, economie, techniek, godsdienst staan er naast elkaar alsof ze met elkaar niet veel te maken hadden. Zo er al van een totaalvisie sprake kan zijn, dan was het een tamelijk onbewuste maar daarom niet minder fatale. Het was de visie van de techniek. Bij herhaling werd door denkers van de meest diverse oriëntaties - G. Marcel, M. Heidegger, E. Levinas en anderen - de technische visie op de hele

Christen Democratische Verkenningen 6/7/92

werkelijkheid aangeklaagd als de grote fout van onze cultuur. De gefragmen- teerdheid van onze cultuur evenals de overheersing van de technische visie hebben de mens blind gemaakt voor het mysterie, voor de afwezigheid van een diepere dimensie en een bewuste ge- richtheid op de totale werkelijkheid. Ze hebben geleid tot de profanatie van de wereld.

Het kan echter niet helpen om de traditionele christelijke visie ter hulp te roepen om redding te brengen in deze situatie. Het traditionele christendom is wellicht tegelijk mede oorzaak en slacht- offer van die culturele kortzichtigheid.

Binnen het christendom werd meestal over de verhouding tussen God en we- reld te dualistisch gedacht: wij zijn hier, God is ginder. De wereld van het heilige en het profane werden eveneens als gescheiden werelden ervaren, geen concentrische cirkels, maar naast elkaar gelegen gebieden. God werd daardoor voor de mens een buitenstaander en de natuur werd er door ontledigd, geprofac neerd. Het is daarom niet voldoende te verwijzen naar de vertrouwde wereld van de christelijke traditie om de crisis van de

Prof. dr. D.F. Scheltens (1919) is emeritus hoogleraar van de Katholieke Universiteit Niimegen.

239

(6)

Milieu en mentaliteit

Westerse cultuur te verhelpen. De ker- ken zelf hebben behoefte aan een her- nieuwing van mystieke diepgang. Er moet in onze cultuur een nieuw religieus besef groeien dat de mensheid, de we- reld, de natuur en de wereld van het religieuze of van God niet náást elkaar staan, maar dat alles van die ene alles- omvattende werkelijkheid is vervuld. De hernieuwing van de religieuze dimensie in onze cultuur kan dus niet betekenen dat de verdwaalde schapen worden te- ruggeroepen naar de bekende schaap- stal van de kerken; zij betekent evenzeer een innerlijke vernieuwing van de kerken zelf. Die vernieuwing zal er onder meer in bestaan de wereldse dimensie van de christelijke spiritualiteit te erkennen en de christelijke spiritualiteit te verbinden met de finaliteit van onze zogeheten profane cultuur. Ze zal de mensen ook bewust maken van hun verantwoordelijkheid voor de hele wereld met in begrip van de generaties uit een verre toekomst.

De verantwoordelijkheid inzake milieu berust natuurlijk niet alleen bij de kerken of de traditionele godsdienst. Ze berust bij alle cultuur-dragende instanties. Ze berust ook en evenzeer bij alle a-religieu- ze bewegingen, die zich duidelijk reken- schap moeten geven van hun fundamen- tele totaalvisie op de wereld. Ze zullen dan vanzelf zich moeten afvragen, of hun zorg voor het milieu niet een houding van behoedzaam respect oproept die wellicht een religieuze duiding vraagt.

Heel deze gedachtengang berust op de mening dat de sfeer van het gods- dienstige volstrekt niet kan worden opge- vat als een inhoudsloze of zelfs ver- vreemdende superstructuur, zoals Mar- xisten veelal hebben gedacht. Een cul- tuur berust altijd op een fundamentele visie die de sfeer oproept van het reli- gieuze. Die fundamentele visie moet echter niet worden gezien als een ach- teraf interpretatie die alles laat zoals het was. Ze zal slechts echt zijn in de mate waarin ze de bezielende inspiratie wordt van de hele culturele wereld.

In deze beschouwingen werd nu wel de indruk gewekt alsof de redding van het milieu vanuit een fundamentele visie zou worden 'afgeleid·. Het belang van die fundamentele visie ten aanzien van het milieuprobleem is echter niet in één rich- ting op te vatten. Het dramatisch karakter waarmee het milieuprobleem zich op- dringt, de noodsituaties die op zovele plaatsen ontstaan en voor de toekomst worden voorspeld kunnen evenzeer tot bezinning brengen, de noodlottigheid van de overheersende technische visie doen beseffen en een andere cultuur oproe- pen.

Utilitarisme

Deze beschouwing mag niet de indruk wekken dat het milieuprobleem te herlei- den is tot een levensbeschouwelijke houding. een totaalvisie op de werkelijk- heid. Zoals al gezegd is het milieupro- bleem allesomvattend. Het slaat zowel

'Rentmeesterschap wil zeggen dat de mens zorgvuldig moet omgaan met zijn of haar omgeving. Die omvat niet alleen het natuurlijke milieu, maar ook de omgang met gaven en talenten op het gebied van wetenschap, techniek, arbeidsverdeling of cultuurvorming. Rentmeesterschap duidt op verantwoordelijkheid voor het bewaren van het milieu en van al haar bewoners: mensen, planten en dieren. De natuur is gegeven om ervan te genieten, van haar vruchten te leven, maar ook om deze mogelijkheden in tact te laten en te bewaren voor volgende generaties.'

(uit: Ontwerp-Program van Uitgangspunten. pagina 14)

240 Christen Democratische Verkenningen 6·7·92

(7)

Jst op gods- opge-

3 ver- Mar- n cu 1- entele

~t reli- moet

I ach- Is het

mate wordt

J wel J van visie

In die n het rich- 'akter

I op- ovele .omst

)r tot

j van doen proe-

ldruk erlei- 31ijke elijk- Jpro- owel

t

)

op de nationale als de internationale politiek, de verdeling van de wereldrijk- dom, de relatie tussen arm en rijk, de beperktheid van de grondstoffen, de kwetsbaarheid van de natuur en ook de economie. De levensbeschouwelijke to- taalvisie. waarover sprake was, staat trouwens ook niet op zich, ze is even omvattend als het milieuprobleem zelf.

Het zijn twee problemen die zowel de hele theoretische als de hele praktische zijde van onze cultuur betreffen. Wan- neer al werd gezegd dat in onze cultuur de deelaspecten - recht, politiek, ethiek, economie, godsdienst - zich in zekere zin hebben losgemaakt van elkaar, dan betekent dit niet dat ze niet elk hun eigen inbreng moeten hebben. Het zou dwaas zijn over de economische aspecten van de ecologische problematiek te willen meespreken zonder de daartoe vereiste competentie.

Het milieuprobleem wordt te zeer benaderd als de mogelijkheid om de

bestaande situatie zolang en zo goed mogelijk In

stand te houden

Om die reden wil ik mij niet begeven in een discussie met het artikel van dr. A.J.

Vermaat. Ik heb wel de indruk dat het milieuprobleem te zeer wordt benaderd als de mogelijkheid om de bestaande situatie zolang en zo goed mogelijk in stand te houden. Een aldus begrepen utilitaristische benadering lijkt me ontoe- reikend. Vanuit een respectvolle houding

Christen Democratische Verkenningen 6 792

Milieu en mentaliteit

ten aanzien van het milieu zal het bere- kenen van toekomstige evoluties en toekomstmogelijkheden in verband met economische groei, beschikbare grond- stoffen, toegebrachte schade enzovoorts helemaal op zijn plaats zijn. Het hele gebied van het economisch onderzoek zal echter steeds moeten indachtig blij- ven dat het gaat om de omgang van de mens met de natuur, de relatie van de volkeren onder elkaar, de rechtvaardig- heid in de wereld. Die fundamentele doelstellingen zullen toch altijd richting- gevend moeten blijven voor het econo- misch handelen.

Patstelling

Het feitelijk heersende politieke leven - zowel op nationaal vlak maar nog meer op internationaal terrein - blijkt onbe- kwaam om het milieuprobleem te be- heersen. Daar ligt het zwaarste prak- tische probleem. Ik zei reeds dat het mi- lieuprobleem te maken heeft met alle facetten van onze cultuur, het heeft te maken met de wereldpolitiek en de rela- tie tussen de arme en de rijke landen.

Na de ineenstorting van de communis- tische regimes werd van vele zijden de loftrompet gestoken op de liberale staats- organisatie en het regime van de vrije markt. Het communisme was nochtans ontstaan uit reactie op de negatieve aspecten van het klassieke liberalisme.

Dit klassieke liberalisme is intussen wel verdwenen al vindt het nog steeds enke- le fervente verdedigers zoals R. Nozick.

Niettemin blijft de vraag of het systeem van de vrije markt niet belangrijke nega- tieve aspecten vertoont die verband houden met het milieuprobleem. De drang van de economische macht oefent een verlammende werking uit op het politieke leven. De internationale concur- rentie legt een zeer zware druk op de politiek die wellicht nog het sterkst is in de grootste landen die de eerste verant- woordelijkheid dragen inzake milieube-

241

(8)

Milieu en mentaliteit

leid. Ook in de nationale politiek weegt de druk van de respectievelijke achter- ban zwaar op de elkaar beconcurrerende partijen. Wat zou er kunnen gebeuren om die patstelling te doorbreken?

Belangrijk lijkt me in de eerste plaats de mentaliteitsverandering. Misschien lijkt het vreemd de eerste remedie te zoeken in de sfeer der ideeën. Was Marx niet van mening dat niet het denken maar wel de economische verhoudingen de wereldevolutie bepalen? Dat mag dan waar zijn. De economische situaties worden echter pas aanleiding tot prak- tisch ingrijpen wanneer ze doordringen tot het bewustzijn van de massa. Welk een mentaliteitsverandering is er niet ontstaan ten gevolge van de publikaties van en over de Club van Rome? Welk een psychologische schok verwekte de recente boodschap van Dans Meadows?

Zulk een mentaliteitsverandering zal op zichzelf nog geen oplossing brengen aan het milieuprobleem. Het zal wel de socia- le basis ontvankelijk maken voor politieke maatregelen zelfs wanneer die offers opleggen. Die politieke maatregelen zullen op hun beurt alleen maar succes- vol zijn wanneer de politieke partijen bereid zijn zich in te zetten voor een nationaal beleid. De kerken kunnen er toe bijdragen vanuit een authentiek reli- gieuze visie de begrensde horizon van het eigen land te openen naar de hele wereld en de toekomst en daardoor het politieke beleid ondersteunen.

Individualisme en marktdenken

Een fundamenteel kenmerk van onze culturele wereld, met name van onze politieke wereld, is het individualisme. De grote initiator van het moderne denken, R. Descartes, baseerde zijn hele filosofi- sche systeem op het individuele denken:

'Je pense donc je suis'. De grondleggers van de moderne liberale staat - Hobbes, Locke en anderen - zochten de grond- slag van hun politieke denken in de zo-

242

geheten natuurtoestand, dit is de fictieve toestand van geïsoleerde, abstracte individuen. Dat individualisme hebben we nog niet overwonnen. Het vormt ook de basis van de volledig-vrije markt die in dezelfde denksfeer haar oorsprong vond.

Datzelfde individualisme heeft ongetwij- feld ook zeer belangrijke positieve aspec- ten die hun weerslag vonden in de civie- le grondrechten. Het heeft echter ook aanleiding gegeven tot de wantoestan- den van de klassieke liberale staat, die op hun beurt de reactie van het commu- nisme hebben opgeroepen. De verzor- gingsstaat betekent een zeer belangrijke correctie op het individualisme van de achttiende eeuw. We kunnen ons echter afvragen of het regime van de vrije markt, dat wij kennen, in staat is meer rechtvaardigheid in de wereld tot stand te brengen en in welke mate het ernstig werkt op een ernstig wereldwijd milieube- leid. Het lijkt daarom volkomen terecht dat het Ontwerp-Program van Uitgangs- punten zijn zorg uitspreekt over de domi- nante positie van de commercie - markt- denken en winststreven - in de cultuur.

Hetzelfde individualisme speelt niet al- leen in het marktdenken, maar ook in de individuele houding van de burgers. Ie- dereen is bereid het milieu te ontzien op kosten van de anderen. De bereidheid om zelf offers te brengen is minder aan- wezig. Een zekere dwang zal moeten worden uitgeoefend door politiek beleid.

De offers die aan de burgers worden opgelegd zullen echter gemakkelijker worden aanvaard wanneer ze door een nationaal beleid worden gedragen.

Eigendom

Het individualisme dat de grondslag vormde van de moderne staat die in de Franse Revolutie ontstond, kende zijn meest treffende uitdrukking in het toen- malig geformuleerde eigendomsbegrip dat in de Codex van Napoleon en in vele wetboeken van burgerlijk recht werd

Christen Democratische Verkenningen 6/7/92

(9)

:tieve racte n we Ik de ie in lond.

~twij­

;pec-

~ivie-

ook stan- , die lmu- rzor- )rijke

1 de

~hter

rije neer ld te lstig ube- echt ngs- omi- arkt-

r.

t al-

1 de Ie-

1 op heid lan-

~ten

leid.

den Ijker een

;Iag de zijn len- grip Iele 'erd

'7/92

overgenomen. Ter illustratie wil ik dit begrip citeren zoals het wordt geformu- leerd in artikel 17 van de bekende Décla- ration des droits de /'hamme et du citay- en (1789). Het luidt als volgt: 'Aangezien de eigendom een onschendbaar en heilig recht is, mag hij aan niemand ontnomen worden, tenzij de wettelijk vastgestelde openbare noodzaak het klaarblijkelijk verlangt en alleen onder de voorwaarde van een rechtvaardige en van te voren vast te stellen schadeloosstelling.' Het individualistisch karakter van dit eigen- domsbegrip is overduidelijk. Het gaat om een absoluut en onaantastbaar recht van het individu over om het even welke zaak die zijn eigendom is. Ofschoon dit begrip in het burgerlijk wetboek stond en dus tot de sfeer van het privaatrecht scheen te horen, was het bepalend voor de structuur van de staat en de maat- schappij.

Dit eigendomsbegrip is intussen gron- dig veranderd. Een vergelijking met het artikel 17 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) kan dit treffend illustreren:

1. 'Een ieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij te samen met anderen.

2. Niemand mag willekeurig van zijn eigendom worden beroofd.'

De hele sociale wetgeving en de regels van het arbeidsrecht bevatten vele we- zenlijke beknottingen van het klassieke individuele eigendomsrecht. Maar ook nu, net zoals vroeger, is het eigendoms- recht bepalend voor de structuur van de staatsvorm. Dit was trouwens ook het geval voor de communistische staten. In een van de Sowjet-grondwetten werd het eigendomsrecht eveneens - net als in het artikel 17 van de bekende Franse Décla- ration - heilig verklaard. Het betrof dan echter niet het individuele eigendoms- recht, maar wel het collectivistische. Ook daar had het eigendomsrecht een vol-

Christen Democratische Verkenningen 6/7/92

Milieu en mentaliteit

strekt fundamentele betekenis. De ineen- storting van de communistische regimes heeft ons intussen wel geleerd dat de wereldproblemen niet worden opgelost langs de weg van het collectivisme.

Moet de overheid niet met nieuwe maatregelen het milieu tegenover de vrije beschikking over goederen beschermen

Niettemin stelt de milieuproblematiek de vraag of de overheid niet met nieuwe maatregelen het milieu tegenover de vrije beschikking over goederen moet be- schermen. De overheid hoeft zich in elk geval niet door de vermeende heiligheid van het privé-eigendom te laten weer- houden om de nodige maatregelen te treffen ter bescherming van het milieu.

Het eigendomsrecht is een sociaal recht, dat zijn oorsprong vindt niet bij het indivi- du, maar bij de gemeenschap. Het is interessant hierbij te bedenken dat het individuele eigendomsrecht aan vroegere denkers onder meer aan Thomas van Aquino onbekend was. Aan individuen kon wel het beheer over zaken worden toevertrouwd. Het absolute recht over dingen kon hen nooit worden geschon- ken.

Wereldprobleem

Milieubeschermende maatregelen kun- nen niet worden verwacht van individueel initiatief. Op kleine schaal kan wel iets worden bereikt: gescheiden afval inza-

243

(10)

Milieu en mentaliteit

melen, afwijzen van bepaalde produkten, loodvrije benzine gebruiken enz. Het zijn beperkte initiatieven die wel enig belang hebben, vooral omdat ze de mentaliteits- verandering bevorderen. Gevoelige be- perkingen en ingrijpende maatregelen zullen waarschijnlijk niet worden tot stand gebracht door privé initiatief.

Het milieu is een wereld probleem en kan niet anders dan op wereld- niveau worden opgelost

Hoezeer ook wordt geprotesteerd tegen vervuilende bedrijven, hoe actief Green- peace ook moge optreden, toch is het niet te verwachten dat zij het milieupro- bleem tot een oplossing zullen brengen of de toestand in belangrijke mate zullen verbeteren. Alle privé initiatieven kunnen in een land als Nederland de overheid ernstig onder druk zetten en het publiek bereid maken om ernstige beperkingen te aanvaarden. De problemen blijven echter een internationale aangelegenheid met mondiale dimensies. Wanneer de overheid in Nederland door zware lasten te leggen op het bedrijfsleven de concur-

244

rentiepositie van de Nederlandse bedrij- ven ernstig schaadt zodat de sluiting van bedrijven en werkloosheid het gevolg zijn, dan zal dat voor de Nederlandse kiezer onaanvaardbaar worden omdat hij zal inzien dat de hier gebrachte offers ei- genlijk nutteloos zijn, zolang ze niet door andere landen worden gedeeld.

De nationale overheid is niet totaal machteloos maar toch zeer beperkt in haar mogelijkheden. Het probleem is echter zo belangrijk dat geen enkele van die mogelijkheden mag worden verwaar- loosd. De Nederlandse overheid kan haar invloed laten gelden in alle internati- onale gremia, ze kan de mentaliteitsver- andering stimuleren, ze kan op eigen terrein proberen te realiseren wat moge- lijk is zonder de eigen nationale econo- mie grote schade toe te brengen. Maar het milieuprobleem is een wereldpro- bleem. Vroeger werd de afwezigheid van een wereldregering ten zeerste gemist voor het handhaven van de vrede. Thans belemmert die afwezigheid een efficiënte wereldpolitiek zolang de drang van de noodsituatie niet dwingt tot verstandhou- ding.

Christen Democratische Verkenningen 6/7/92

(11)

)edrij- J van evolg lndse at hij rs ei-

door

taal kt in

11 is

~ van vaar-

kan rnati- sver- ligen loge- :ono- Vlaar Jpro-

van

~mist

lans ënte

1 de hou-

'7/92

Markteconomie en milieubehoud

Sanering van het milieu moet de hoogste prioriteit krijgen in het sociaal-econo- misch beleid. Het milieu staat er zo slecht voor dat herstel dringend geboden is. In zijn artikel 'Oe geur van groei', opgenomen in het januarinummer van Christen Democratische Verkenningen, kwam dr. AJ. Vermaat tot die conclusie.

Vasthouden aan economische groei als voornaamste doelstelling zal leiden tot vervuiling die per saldo het herstellend vermogen van de natuur overtreft. Eco- nomische groei is hooguit een gelukkig restprodukt van een politiek die mikt op duurzaamheid, zo schreef hij. Daarvoor zijn offers nodig. AI was het alleen maar omdat schoner produceren leidt tot hoge- re prijzen. En die moeten niet gecom- penseerd worden in de lonen en uitkerin- gen. Het CDA evenwel acht milieube- scherming en economische groei ver- enigbaar. Christen Democratische Ver- kenningen organiseerde een gesprek met dr. AJ. Vermaat en prof. dr. C.J.

Rijn vos, mr. J.J.AM. van Gennip en dr.

J. Grin. Het gesprek werd vastgelegd door de redactie secretaris.

Kan een democratie zulke offers aan haar burgers vragen? Van Gennip ver- wijst naar het klassieke dilemma van Roosevelt: 'Hoe krijgt de politiek in een

Christen Democratische Verkenningen 6/7/92

Groepsgesprek

democratie de meerderheid van de kie- zers zo ver, dat zij bereid zijn keuzes te maken, waarmee zij in eerste instantie ingaan tegen hun eigen korte termijnbe- langen. Dat zij bereid zijn offers te bren- gen, die pas veel later, over de gebruike- lijke verkiezingsperiodes heen, resultaten opleveren. Het tweede kabinet-Lubbers is gestruikeld over dat dilemma, toen de VVD niet bereid bleek zo'n offer van de kiezers te vragen. Of de politiek in de Verenigde Staten; die komt niet door de lage accijnzen op benzine heen. Toch zijn maatregelen nodig. Moet er eerst een ramp gebeuren om een meerderheid te krijgen voor vergaande milieumaatre- gelen? Prof. Rijnvos acht markteconomie en democratie nauw met elkaar verbon- den. 'Het is net als een huwelijk. Het ter discussie stellen van de markteconomie in een democratie is hetzelfde als een man die zijn huwelijk serieus wil nemen en zich toch afvraagt of hij wel aan het huwelijk gebonden is. Ook milieubewust- zijn kan niet zonder de democratie. Denk aan pressiegroepen. Die zijn slechts in een democratie mogelijk en spelen daar- in ook een belangrijke rol. Kijk bijvoor- beeld naar de toestand van het milieu in Slowakije. Daar was geen democratie en daar waren geen pressiegroepen, maar de milieuproblemen zijn gigantisch.'

245

(12)

Groepsgesprek

Vermaat: 'Ik acht de politieke democra- tie noodzakelijk, maar ik betwijfel of ze voldoende voorwaarde is om van de bur- gers de nodige offers te verkrijgen. In Nederland kunnen pressiegroepen een signaalwerking hebben op de politiek.

Maar zij hebben ook hun beperkingen.

Actiegroepen zijn naar hun aard eisers, vragenstellers. Zij zijn nooit breed ge- noeg om langdurig op aanhang van de burgers te kunnen rekenen. De vraag is alleen of de politiek ook zonder kan.' Rijnvos: 'Markteconomie en democratie gaan in hoge mate samen. Ik ga uit van het bestaan van een politieke democra- tie. Die zorgt ervoor dat de wal het schip wel zal keren. In dat proces hebben pressiegroepen hun plaats. In beginsel zijn actiegroepen onmisbaar.' Vermaat vindt ze hooguit nuttig: 'One Issue-bewe- gingen komen op waar er maar knelpun- ten zijn. Maar als die zijn opgelost, ver- dwijnen ze weer.'

John Grin trekt de vergelijking met de evolutie van de markteconomie naar een sociale normering. 'Er kwamen groepen op vanuit de christelijk-sociale beweging en de sociaal-democratie die de sociale kwestie aan de orde stelden, in de eco- nomie en in de democratie. Dankzij hun politieke en maatschappelijke actie werd de solidariteit geïnternaliseerd in de markteconomie. In Nederland is het ge-

lukt deze inbreng op soepele wijze in te kaderen. Zou dat niet ook zo kunnen gaan met de ecologische normering, zij het hopelijk wat sneller, zodat we tot een sociaal en ecologisch genormeerde markteconomie kunnen komen.' Van Gennip: 'Zou het zo werken? Het pro- bleem is, dat bij de sociale kwestie de betrokken mensen er direct beter van werden. Het milieu vraagt eerder offers, dan dat het baten voor de burger per- soonlijk opbrengt. Het moet wel die kant uit. Maar hoe komt de ommekeer tot stand bij de publieke opinie?'

Milieubewustzijn

Vermaat waarschuwt voor het trekken van te gemakkelijke parallellen met de sociale kwestie. 'De vraag is veel belang- rijker of je het gedrag van kiezers zou kunnen beïnvloeden. Waarom niet?

Waarom zouden ideële overwegingen geen rol kunnen spelen? Het milieube- wustzijn is latent aanwezig, misschien onder vrouwen meer dan mannen. Dat moet je weten te actualiseren.' Van Gen- nip: 'Waar denkt u dan aan? Aan een soort van NCO (Nationale Commissie Bewustwording Ontwikkelingssamenwer- king) voor het milieubewustzijn?' Ver- maat: 'Dat zou een uitstekend idee zijn.

En waarom niet iedere maand een mi- lieubarometer in de krant?' Rijnvos vindt

'Voor sociale en culturele ontwikkeling is een solide economisch draag- vlak onmisbaar. Dit betekent economische groei. Van verschillende kanten worden claims gelegd op die economische groei. Investeringen ten behoeve van het milieu, technologische vernieuwing, fundamenteel onderzoek en infrastructuur zijn noodzakelijk, maar leggen beslag op het nationale inkomen ... Veel van deze uitgaven zijn noodzakelijk, maar zij perken de ruimte ten behoeve van investeringen in. En als verder de sociale ambities te hoog worden gesteld doen zij het economisch draagvlak geweld aan. De slinger dreigt nu teveel naar de andere kant door te slaan. Het evenwicht raakt verstoord als de nadruk eenzijdig komt te liggen bij het op peil houden van het concurrerend vermogen van bedrijven.'

(uit: Ontwerp-Program van Uitgangspunten, pagina 42-43)

246 Christen Democratische Verkenningen 6/7/92

(13)

in te mnen Ig, zij ,t een 3erde Van pro- Ie de van ,ffers, per- kant

!r tot

!kken

!t de lang-

zou niet?

ngen

!ube-

;hien Dat 3en-

een issie Iwer-

Ver- zijn.

mi- vindt

17192

het opmerkelijk hoe sterk het milieu een rol speelt in het gevoel van mensen.

'Kleine, lokale milieuprojecten, zoals de verzorging van een park, slaan geweldig aan. Ik kan in dit verband uit praktische ervaring spreken, met name wat betreft de milieuwedstrijd 'De kern waar pit in zit' van de Koninklijke Nederlandse Ver- eniging Heidemaatschappij. Er is een groot maatschappelijk milieubewustzijn.'

Zonder een sterk

maatschappelijk weefsel kom je nergens. Ook niet op het gebied van de milieuzorg

Vermaat: 'En vergeet niet dat er mensen zijn die nu al last hebben van de vervui- ling, zoals mensen met astmatische aandoeningen. Iedereen kent wel iemand in zijn of haar omgeving, die fysiek lijdt aan de vervuiling. Dergelijke mensen hebben direct baat bij verbetering. Daar ligt wel degelijk een draagvlak voor ver- gaande milieumaatregelen.' Grin: 'En je ziet dat fabrikanten nu al anticiperen op het milieubewustzijn. Blijkbaar zien ze daar brood in. Maar ook de Europese Gemeenschap heeft een goed voorbeeld gegeven. Zij heeft besloten haar afval niet meer te exporteren. Uit vrije wil heeft zij zich voorgenomen een bepaalde ge- makkelijke weg voor zichzelf af te snijden en om naar schonere methoden te zoe- ken. Politiek blijkt dus zo nu en dan meer te kunnen zijn dan alleen een belangen- strijd. Ook morele overwegingen kunnen de doorslag geven.' Rijnvos: 'En dat

Christen Democratische Verkenningen 6/7/92

Groepsgesprek

begint in de kleinere verbanden. In de kleine kring werkt het verantwoordelijk- heidsbesef voor het milieu het sterkste door. Zonder een sterk maatschappelijk weefsel kom je nergens. Ook niet op het gebied van milieuzorg.' Vermaat sluit zich daarbij aan. 'Mensen vervullen im- mers allerlei rollen: zij zijn huizenbezitter, autorijder, werknemer, staatsburger ... Op elk niveau mogen ze aangesproken wor- den op hun ecologische verantwoordelijk- heid.'

Van Gennip ziet toch knelpunten. 'De bescherming van het milieu zal meer kosten met zich mee brengen. De consu- ment zal dat in zijn portemonnee mer- ken. Maar wij vinden in het ontwerp-Pro- gram van Uitgangspunten dat die hogere kosten niet afgewenteld moeten worden op de gemeenschap.' Vermaat: 'Ik zou willen, dat er een algemene afspraak kwam tussen werkgevers en werknemers dat hogere prijzen ten behoeve van het milieu niet meer worden doorberekend in de lonen.'

Markteconomie en milieu

Milieubewustzijn is dus niet alleen een zaak van de overheid, maar ook van de burgers en organisaties van werkgevers en werknemers. We hebben in het CDA gekozen voor de markteconomie, zegt Van Gennip. 'Maar zijn de eisen van het milieu zo groot, dat er een soort van milieusocialisme nodig is?' Vermaat: 'De markteconomie bestaat niet. Wij hebben een vorm van markteconomie. Maar daarin moet wel het een en ander veran- deren. Ik twijfel er aan of we het met de huidige vorm van markteconomie zullen redden. De planeconomie heeft het ook niet gered. In onze situatie is een vorm van markteconomie de beste benadering, op voorwaarde dat de technologische vooruitgang niet stilstaat. De overheid moet de markt versterken en minder dirigistisch worden. Dat neemt niet weg, dat zij wel aan de grondslagen van de

247

(14)

Groepsgesprek

V/n.r. JJAM van Gennip. C.J Rijn vos. J Gnn. Th.B.F.M Brinkel en AJ Vermaat (foto Hans Hordijk).

marktwerking een ecologische basis moet geven. Dat is een meer constitue- rende rol van de overheid. Zij moet niet willen sturen via subsidies. maar via maatregelen die ten grondslag liggen aan de werking van de markt.' Rijnvos kiest ook voor een marktbenadering. 'De milieuvervuiling wordt voor een groot deel veroorzaakt door de besluitvorming in de produktie-eenheden. Het zich te weer stellen tegen milieuvervuiling moet worden bereikt door de eigen verant- woordelijkheid van degenen die de be- sluiten nemen te vergroten. Daarvoor is geen plaats in de planeconomie. In de grootschalige planeconomieën lijden de veiligheid van de mensen en het milieu.

Daar zal het milieuprobleem nooit goed worden aangepakt.' Vermaat: 'Ik ben wel voorstander van de markteconomie, maar ik geloof de ondernemer niet op zijn mooie ogen. Controle blijft nodig.' Van Gennip haalt zijn ervaringen met de wereld van de landbouw op. 'De ambte- naar controleert alleen tijdens kantoortijd.

248

De boer kan de controlemaatregelen vierentwintig uur per dag ontduiken.'

Volgens Rijnvos is er toch wel wat gaande. 'Ook in de opleidingen moet er wat veranderen. Nu zitten er bijvoorbeeld ook sociale elementen in de opleidingen van ingenieurs. Zo zouden er ook ecolo- gische componenten aan toegevoegd kunnen worden. Het milieu is binnen de bedrijven een punt van zorg geworden.

Denk aan de uitvoerige milieurapporta- ges van de grote oliemaatschappijen.

Een bedrijf als Stork heeft met een veel- omvattend beleidsplan een hele serie maatregelen genomen ten behoeve van het milieu.' Vermaat: 'Dat zijn noodzake- lijke ontwikkelingen, maar ze zijn niet voldoende. Gezien de hevige concurren- tie op de internationale markt, hebben veel bedrijven nauwelijks een keuze.

Voor hen staat het pure overleven op het eerste plan. En dat gaat ten koste van de milieuzorg. Dat is ook het grote be- zwaar tegen eenzijdige milieumaatrege- len in Nederland. Die brengen de concur-

Christen Democratische Verkenningen 6/7 /92

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De verstrekte informatie is weliswaar gebruikt door vader, maar de leerkracht heeft met de gemaakte excuses aangegeven dat hij zich niet inhoudelijk had mogen uitlaten over de

ONZE-LIEVE-VROUW GASTHUIS VZW Ieperstraat 130 | 8970 Poperinge info@gasthuis.be | www.gasthuis.be Ond.. 0445.066.385 RPR Gent

‘Ik vind die boom zo veel architectonische kwa- liteiten hebben en tegelijkertijd zo goed kunnen in de stad, dat ik niet begrijp dat hij zo weinig wordt toegepast’, zegt Frans van

wetenschappelijk onderwijs en onderzoek en lobbyen wij voor de randvoorwaarden die nodig zijn om deze ambities te verwezenlijken. Het VSNU-bureau ondersteunt dit met het ontsluiten

Naast de onderzoeksthema’s en -vragen die in paragraaf 3 zijn verwerkt in de onderzoeksopzet, is een groot aantal vragen gesteld die niet direct tot de scope van het

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Argus Clou Natuur en Techniek | groep 7/8 | Je ziet het niet, maar het is er wel?. ARGUS CLOU NATUUR EN TECHNIEK | LESSUGGESTIE |

- dat type ‘begrijpend lezen’-onderwijs is zeer goed te toetsen omdat vormkenmerken van teksten bevraagd worden, maar het levert volgens PISA een vorm van leesbegrip op die

Maar de arnhemsche neef had nog niet uitgesproken Hij zag Machteld met eerbiedige hoogachting aan, en terwijl hij van de bank opstond, plaatste hij zich naast haar stoel, terwijl