• No results found

Aanleiding voor het onderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Aanleiding voor het onderzoek "

Copied!
137
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Titel: “Tevredenheid à la carte: een onderzoek naar het aanbieden van digitaal tevredenheidsonderzoek in de restaurantsector

In opdracht van: Tevreden B.V.

Rotterdam

Rijksuniversiteit Groningen

Faculteit Bedrijfskunde

Afstudeerrichting Marketing

Begeleiding: Joep Roossen, adviseur Tevreden BV Drs. Huib (H.C.) Stek, eerste begeleider

Auteur: Jorrit Heekelaar Studentnummer: 1271881

E-mail: jheekelaar@hotmail.com Datum: Augustus 2006

(3)

Management summary

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Tevreden BV. Tevreden BV is een onderzoeksbureau op het gebied van tevredenheid en heeft een systeem ontwikkeld waarmee ondernemingen zelf de tevredenheid van klanten en medewerkers in kaart kunnen brengen.

Aanleiding voor het onderzoek

Tevreden BV wil door het aanbieden van dit systeem tevredenheidsonderzoek zo goedkoop maken dat het toegankelijk en financieel haalbaar wordt voor kleine organisaties om tevredenheidsonderzoek uit te voeren. Tevreden BV overweegt haar onderzoeksmethode aan een nieuwe doelgroep, de restaurantsector aan te bieden, om zo haar omzet te verhogen. Dit onderzoek moet inzicht bieden in of en hoe de restaurantsector een bijdrage kan leveren aan de groei van Tevreden BV.

De doelstelling voor dit onderzoek luidt zodoende als volgt: Inzicht verkrijgen in of en hoe de restaurantsector een bijdrage kan leveren aan het vinden van groeimogelijkheden in de directe toekomst. De vraagstelling die hier uit voortvloeir luidt: Kan Tevreden BV haar digitale tevredenheidsonderzoek succesvol introduceren in de restaurantsector en welke acties moet Tevreden BV ondernemen om dit te bereiken?

Onderzoeksopzet

Om antwoord te kunnen geven op deze vraagstelling is een onderzoeksmodel opgesteld

op basis van Aaker, Strategic Market Management (2001), Alsem, Strategische

marketingplanning (2005) en Frambach en Nijssen, Marketing strategie (1999). Bij deze

theorieën komen uit de externe analyse kansen en bedreigingen naar voren. Uit de interne

analyse komen sterkten en zwakten naar voren. Beide analyses dienen vervolgens als

input voor de SWOT-analyse. Aan de hand van de SWOT-analyse kunnen strategische

alternatieven worden opgesteld. Om vervolgens een keuze te maken uit deze strategische

alternatieven is gebruik gemaakt van de keuzecriteria van Johnson en Scholes, waarna op

basis van de literatuur van Percy en Elliott invulling is gegeven aan de

(4)

marketingcommunicatiestrategie (implementatie). Los van deze theorieën is allereerst op basis van literatuur inzicht verkregen in de begrippen tevredenheid en tevredenheidsonderzoek en het belang hiervan in de restaurantsector.

Resultaten

Tevredenheid wordt bepaald door het verschil tussen de verwachtingen en de perceptie van de werkelijkheid. Klanttevredenheidsonderzoek is een techniek om tevredenheid in kaart te brengen en biedt de volgende voordelen: aantonen aan werknemers dat nog niet alle klanten tevreden zijn en dat meer focus op de klant belangrijk is, attributen bepalen die belangrijk zijn en relatief laag scoren, trends en ontwikkelingen in de tijd volgen en resultaten vergelijken met andere organisaties.

De potentiële afnemers voor Tevreden BV zijn in dit ondezoek opgedeeld in drie groepen, namelijk: ondernemers in kleine en middelgrote restaurants, ondernemers in grote restaurants en ondernemers in restaurants met meerdere vestigingen (ketens). De meeste aanbieders van tevredenheidsonderzoek richten zich voornamelijk op de grotere onderneming en nog niet op restaurants. Formdesk en Foodstep zijn partijen waar Tevreden BV serieus rekening mee moet houden bij toetreding tot de restaurantsector.

Daarnaast zijn er een aantal substituten die tegemoet komen aan dezelfde behoefte van de afnemer (inzicht krijgen in de prestaties restaurant). Vooral directe observatie is een zeer belangrijk substituut voor tevredenheidsonderzoek.

Er is een toename van computer- en internetgebruik in de restaurantsector en ook outsourcing wordt steeds gebruikelijker. Dit zijn positieve ontwikkelingen voor het aanbieden van de digitale onderzoeksmethode van Tevreden BV. Ook groeit het aantal restaurants. Nadeel is dat de restaurantsector erg conjunctuurgevoelig is.

Om haar product aan restaurantondernemer te verkopen kan het best worden

samengewerkt met een parner. Hierdoor kunnen de zwakten van Tevreden BV (geen

kennis restaurantsector, beperkte naamsbekendheid) gecompenseerd worden. Het

Bedrijfschap Horeca en Catering of Koninklijk Horeca Nederland zouden geschikte

(5)

partijen zijn om mee samen te werken. Bijkomend voordeel is dat door een dergelijke samenwerking toetredingsdrempels opgeworpen worden voor nieuwe en andere partijen in de markt.

Ondernemers in grote restaurants en restaurants met meerdere vestigingen passen vrij goed bij Tevreden BV. De grote groep kleine ondernemers passen minder goed bij Tevreden BV. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de huidige afnemers proberen hun product/dienst of organisatie te verbeteren op basis van de wensen van de klant, terwijl restaurantondernemers in kleine restaurants uniek willen zijn en zich niet willen aanpassen aan de (gemiddelde) mening van de gast. Restaurantondernemers in grote restaurants en restaurants met meerdere vestigingen denken meer economisch en hierbij gaat het meer om leveren wat de gast wil. Een ander punt is dat in de kleine restaurants nog sprake is van een ondernemer die een groot deel van zijn klanten kent, waardoor er minder behoefte is aan tevredenheidsonderzoek.

Op basis van bovenstaande punten is vastgesteld dat d

e strategie ‘Digitaal tevredenheidsonderzoek aanbieden aan grote restaurants en restaurants met meerdere vestigingen in samenwerking met een partner’ het meest geschikt is voor Tevreden BV.

Deze strategie scoort zeer goed op de selectiecriteria geschiktheid, haalbaarheid en acceptatie van Johnson & Scholes (1997). De vraag naar tevredenheidsonderzoek in dit segment zal naar verwachting relatief groot zijn, doordat deze ondernemers al veel met tevredenheidsonderzoek werken, minder moeite hebben met outsourcing en zelf niet actief zijn op de werkvloer. Een rendement van 20% wordt haalbaar geacht in dit onderzoek. Zodoende kan het project bijdragen aan de groei van Tevreden BV.

Om restaurantondernemers te overtuigen van het product, is het van belang dat naast de

voordelen van de onderzoeksmethode van Tevreden BV en de partner ook aandacht

wordt besteed aan de algemene voordelen van tevredenheidsonderzoek. Horecavakbladen,

internet en direct mail zijn geschikt om deze uitgebreide informatie over te brengen op

restaurantondernemers. De lage kosten van haar product moeten het kernpunt zijn van

alle uitingen van Tevreden BV en de partner gericht op de restaurantsector.

(6)

Voorwoord

De afgelopen zes maanden heb ik mij gestort op de restaurantsector. Ik was altijd al veel actief in de horeca, maar heb deze sector nu van een hele andere kant mogen bekijken. Zo weet ik nu dat de 4 P’s van de horeca Poffertjes, Patat, Pils en Partijen zijn. Een geheel vernieuwend inzicht.

Na een mooie tijd in Groningen, ben ik in maart afgereisd naar Tevreden BV in Rotterdam om een onderzoek uit te voeren naar het aanbieden van digitaal tevredenheidsonderzoek in de restaurantsector. De mogelijkheden, gezeligheid en vooral ook de vrijheid die het bedrijf mij gegeven heeft, heb ik erg gewaardeerd.

Ik heb in mijn tijd bij Tevreden BV veel mogen leren en ook heel veel mogen doen.

Naast alle collega’s wil ik twee personen hier extra voor bedanken. Govert Janssen voor het aanbieden van deze kans en Joep Roossen voor de begeleiding en het vereenvoudigen van een probleem als ik hier al uren naar zat te staren.

Ook dank ik graag mijn begeleider van de universiteit, Huib Stek, voor de wetenschappelijke begeleiding en het snelle reageren als ik er even niet meer uitkwam.

Ook de gesprekken in Groningen waren altijd erg constructief.

Tenslotte wil ik mijn familie, vrienden en vriendinnen bedanken dat ze er van tijd tot tijd voor gezorgd hebben dat niet mijn hele leven uit mijn scriptie bestond. Maar met name wil ik mijn ouders bedanken voor de steun en het enorme vertrouwen dat ze altijd in mij hebben.

Iedereen bedankt, mede dankzij jullie ben ik straks de enige Drs. op Sint Maarten.

Jorrit Heekelaar

Rotterdam, 27 augustus 2006

(7)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Beschrijving van de organisatie 10

1.1 Inleiding 10

1.2 Geschiedenis Tevreden BV 10 1.3 Tevreden BV anno 2006 11

1.4 Evaluation-RMS 13

1.5 Rol Tevreden BV 13

1.6 Conclusie 15

Hoofdstuk 2 Onderzoeksopzet 16

2.1 Inleiding 16

2.2 Probleemanalyse 16

2.3 Theoretisch kader 23

2.3.1 Belang klanttevredenheid 24

2.3.2 Externe analyse 25

2.3.2.1Gedrag afnemers 25

2.3.1.2 Concurrenten 25

2.3.1.3 Aantrekkelijkheid restaurantsector 27 2.3.1.4 Bereikbaarheid restaurantsector 28

2.3.3 Interne analyse 28

2.3.4 Opstellen strategische alternatieven 29 2.3.5 Keuze strategisch alternatief 29 2.3.6 Uitwerking en implementatie 31

2.4 Onderzoeksmodel 31

2.5 Dataverzamelingsmethode per deelvraag 32

Hoofdstuk 3 Tevredenheid en tevredenheidsonderzoek 39

3.1 Inleiding 39

3.2 Tevredenheid 39

3.3 Belang tevredenheid in restaurantsector 41

3.4 Tevredenheidsonderzoek 43

3.5 Belang tevredenheidsonderzoek 45

3.6 Conclusie 46

Hoofdstuk 4 Afnemerswensen en behoeften 48

4.1 Inleiding 48

4.2 Segmentatievariabelen 48

4.3 Zes W’s voor afnemersanalyse 49

4.4 Afnemersanalyse 51

4.4.1 Wie zijn de potentiële klanten en hoe ondernemen ze? 52 4.4.2 Wat doen restaurantondernemers op dit moment met tevredenheid? 54 4.4.3 Waarom kiezen restaurants voor tevredenheidsonderzoek? 55 4.4.4 Waarom gebruiken restaurants geen tevredenheidsonderzoek? 57 4.4.5 Beschikt de restaurantsector over de benodigde faciliteiten? 58

4.5 Segmentatie 59

4.6 Conclusie 63

(8)

Hoofdstuk 5 Concurrenten 65

5.1 Inleiding 65

5.2 Identificatie concurrenten 65 5.2.1 Generieke concurrentie 66 5.2.2 Productvormconcurrentie 67 5.3 Analyse per concurrent 69

5.3.1 Effectory 70

5.3.2 INTERVIEW NSS 71

5.3.3 Formdesk 71

5.3.4 Foodstep 72

5.4 Conclusie 73

Hoofdstuk 6 Aantrekkelijkheid restaurantsector 74

6.1 Inleiding 74

6.2 Macro-omgevingsfactoren 74

6.3 Geaggregeerde marktfactoren 75 6.4 Bedrijfstakstructuurfactoren 76

6.4.1 Dreiging van potentiële toetreders 76 6.4.2 Dreiging van substituut producten 77 6.4.3 Onderhandelingsmacht afnemers 77 6.4.4 Onderhandelingsmacht toeleveranciers 78 6.4.5 De intensiteit van de concurrentie op de markt 78

6.5 Conclusie 79

Hoofdstuk 7 Bereikbaarheid restaurantsector 80

7.1 Inleiding 80

7.2 Directe levering versus indirecte levering 80

7.2.1 Directe levering 80

7.2.2 Indirecte levering 81 7.3 Analyse potentiële intermediairs/partners 82 7.3.1 Leveranciers restaurants 82 7.3.2 Brancheorganisatie Koninklijk Horeca Nederland 83 7.3.3 Horeca-adviesbureaus 83 7.3.4 Bedrijfschap Horeca en Catering 84

7.4 Conclusie 84

Hoofdstuk 8 Tevreden BV en de restaurantsector 85

8.1

Inleiding 85

8.2 Verkrijgen afnemers 85

8.3 Restaurantsector ten opzichte van huidige afnemers 87 8.4 Wensen en behoeften restaurantondernemers 88

8.5 Middelen 91

8.6 Conclusie 93

(9)

Hoofdstuk 9 Strategische alternatieven 95

9.1 Inleiding 95

9.2 SWOT-analyse 95

9.2 Kernpunten van de situatieanalyse 96

9.3 Confrontatiematrix 99

9.4 Conclusie 103

Hoofdstuk 10 Keuze strategisch alternatief 104

10.

1 Inleiding 104

10.2 Evaluatiecriteria 104

10.3 Evaluatie alternatieven 106

10.4 Conclusie 120

Hoofdstuk 11 Uitwerking en implementatie 121

11.

1 Inleiding 121

11.2 Marketingcommunicatiestrategie 121

11.2.1 Doelgroep 122

11.2.2 Beslissingen 122

11.2.3 Bepaal de beste positie het merk 123 11.2.4 Communicatiestrategie 124

11.2.5 Media strategie 125

11.3 Conclusie 126

Hoofdstuk 12 Conclusies en aanbevelingen 127

12.1 Inleiding 127

12.2 Conclusies 127

12.3 Bespreking doelstelling 132

12.4 Aanbevelingen 133

12.5 Beperkingen onderzoek 134

Literatuurlijst 135

BIJLAGE I Lijst geïnterviewde personen BIJLAGE II Uitnodiging onderzoek

BIJLAGE III Vragenlijst Diepte-interview restaurantondernemer

BIJLAGE IV Weergave diepte-interview restaurantondernemers per vraag

BIJLAGE V Relevante resultaten tevredenheidsonderzoek Tevreden BV

BIJLAGE VI Rekenvoorbeeld

(10)

Hoofdstuk 1 Beschrijving van de organisatie

1.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de organisatie beschreven met als doel meer inzicht te verkrijgen in wat Tevreden BV doet en in het verleden heeft gedaan. Allereerst wordt er ingegaan op de geschiedenis van Tevreden BV. Vervolgens wordt aandacht besteed aan Tevreden BV, zoals het nu bestaat. In de vierde paragraaf wordt ingegaan op het kernproduct van

Tevreden BV, Evaluation RMS. Tot slot wordt aandacht besteed aan de rol van Tevreden BV in een groter geheel. Afgesloten wordt met een conclusie.

1.2 Geschiedenis Tevreden BV

Tevreden BV is in 1999 opgericht als een adviesbureau voor tevredenheidsmetingen via Internet of Intranet. Ten tijde van de oprichting was het verzamelen van informatie via webformulieren voor tevredenheidsonderzoeken een methode welke vrijwel niet

gehanteerd werd, maar technische ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat onderzoek via internet tegenwoordig een veel voorkomende methode is.

Na diverse projecten en maatwerkonderzoeken voor grote en kleine organisaties kreeg Tevreden in de zomer van 2000 het verzoek van de Erasmus Universiteit om een onderzoeksconcept en technische oplossing uit te werken om alle vakevaluaties digitaal uit te kunnen voeren.

Er was behoefte aan een systeem om jaarlijks duizenden onderzoeken te kunnen maken, uit te kunnen sturen en de resultaten direct online inzichtelijk te hebben. In overleg met de opdrachtgever heeft Tevreden een Content Management System voor

onderzoeksdoeleinden ontwikkeld. Dit systeem is Evaluation-RMS (Zie: Evaluation- RMS).

Al snel werd Evaluation-RMS door andere organisaties gebruikt zoals de ANWB, Atlas

Copco en Siemens. Voor diverse nieuwe opdrachtgevers werd regelmatig extra

(11)

functionaliteit toegevoegd. Dit extra maatwerk is altijd modulair ontwikkeld en is naar keuze aan het basissysteem toe te voegen.

In 2001 heeft de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) gevraagd of Tevreden BV een onderzoeksconcept en technische oplossing wilde uitwerken om alle NVM leden als zelfstandige organisaties professioneel onderzoek uit te kunnen laten voeren onder klanten en medewerkers. Dit resulteerde in het programma "Kwaliteit telt" en de site www.nvm.tevreden.nl. Het eerste platform voor een branche van 3.500 ondernemingen en meer dan 10.000 individuele gebruikers was hiermee een feit.

Door het succes van dit eerste platform heeft Tevreden BV er voor gekozen meer van deze platformen te introduceren. Platformen als www.huisarts.tevreden.nl, www.ambulance.tevreden.nl, www.routemobiel.tevreden.nl, www.notaris.tevreden.nl, www.degoudse.tevreden.nl en www.kinderopvang.tevreden.nl zijn inmiddels een feit.

Sinds de oprichting in 1999 heeft Tevreden BV een geleidelijke groei van omzet en klanten laten zien. Tevreden BV tracht zich te onderscheiden door naast kennis, veel techniek aan te bieden aan haar afnemers, waardoor de afnemers van Tevreden BV zelf de tevredenheid van haar klanten in kaart kunnen brengen.

1.3 Tevreden BV anno 2006

Tevreden BV profileert zichzelf als full-service adviesbureau voor tevredenheidsonderzoek. Een full-service organisatie wordt in de literatuur als volgt omschreven. “Een organisatie die alle aspecten van een bepaald proces afhandelt, waardoor het complete proces uit handen van de afnemer wordt genomen.” (Sneath en Kennett, 2002) In dit geval zou het gaan om het ontwerp, planning, uitvoering, verwerking en afhandeling van het tevredenheidsonderzoek.

Tevreden BV biedt al deze diensten aan, maar onderscheidt zichzelf met name door

digitale onderzoekstechnieken aan te bieden aan haar afnemers waarmee deze zelf de

tevredenheid van klanten en medewerkers in kaart kunnen brengen. In deze zin is

(12)

Tevreden BV dus juist geen full-service organisatie, omdat opdrachtgevers door deze techniek juist een deel van het onderzoek zelf uit kunnen voeren. Sneath en Kennett (2002) stellen dat het full-service versus self-service vraagstuk niet als een dichotomie gezien moet worden, maar als een continuüm, waarbij de afnemer/opdrachtgever kan kiezen tussen self-service of full-service.

Tevreden BV verkoopt voornamelijk het systeem Evaluation-RMS aan haar afnemers, waardoor deze zelf tevredenheidsonderzoek uit kunnen voeren onder haar klanten.

Tevreden BV heeft standaard vragenlijsten ontworpen voor haar opdrachtgevers, die opdrachtgevers eventueel kunnen wijzigen (ontwerp). De opdrachtgevers van Tevreden BV bepalen zelf wanneer en onder wie de onderzoeken worden uitgevoerd en sturen ook zelf de digitale vragenlijsten uit. (planning en uitvoering). Het systeem Evaluation-RMS verwerkt vervolgens de resultaten van de vragenlijsten en geeft deze eenvoudig en overzichtelijk weer aan de opdrachtgevers en stuurt automatisch ‘bedankmailings’ uit naar de respondenten. (verwerking en afhandeling).

Tevreden BV/Evaluation-RMS neemt dus het ontwerp, verwerking en afhandeling van het onderzoek voor haar rekening, waarbij opdrachtgevers zelf de planning en uitvoering van het onderzoek voor hun rekening nemen. In het continuüm van Sneath en Kennett (2002) neemt Tevreden BV op basis van deze gegevens de volgende positie in.

Daarnaast biedt Tevreden BV aanvullende diensten aan zoals mystery guest onderzoeken en de mogelijkheid tot benchmarking. Bij een mystery guest onderzoek beoordeelt een onafhankelijke beoordelaar een organisatie onaangekondigd op vooraf vastgestelde criteria. Benchmarking is het vergelijken van de resultaten van de eigen onderneming met de resultaten van de concurrentie (Leeflang, 2003).

Self-service Full-service

(13)

1.4 Evaluation-RMS

Op dit moment is Evaluation-RMS het kernproduct van Tevreden BV. Dit Content Management System (CMS) automatiseert het proces van het beheren, presenteren en publiceren van digitale vragenlijsten.

Het belangrijkste kenmerk van een CMS is dat deze een scheiding realiseert tussen de vorm van een site zelf en de inhoud van een site. (McKeever, 2003) Bij Evaluation-RMS betekent dit dat de vormgeving en structuur van de vragenlijst en de presentatie van de vragenlijst vooraf eenmalig vastgelegd zijn in stramienen en sjablonen.

Gebruikers van Evaluation-RMS kunnen vervolgens gemakkelijk vragenlijsten aanpassen en nieuwe vragenlijsten aanmaken. Het CMS zorgt ervoor dat de aanpassingen automatisch op de juiste plaats en in de juiste vorm in de vragenlijst gepubliceerd worden.

Door gebruik te maken van dit systeem kunnen de afnemers van Tevreden BV vragenlijsten zelf op maat maken en zo relatief goedkoop zelf een tevredenheidsonderzoek onder gasten houden. Tevreden BV wil door het aanbieden van dit systeem tevredenheidsonderzoek zo goedkoop maken dat het toegankelijk en financieel haalbaar wordt voor kleine organisaties om tevredenheidsonderzoek uit te voeren.

Naast maatwerk voor grote bedrijven, biedt Tevreden BV ook brancheplatformen aan.

Dit is als het ware een vereenvoudigde versie van Evaluation-RMS, waarbij de basisvragenlijsten al vastgesteld zijn door Tevreden BV en de ondernemingen in de betreffende branche de vragenlijsten slechts moeten uitsturen naar haar klanten.

1.5 Rol Tevreden BV

Tevredenheid is het verschil tussen de verwachtingen van de consument en het ervaren

product/service (Parasuraman et al, 1985). In hoofdstuk 3 zal hier dieper op ingegaan

worden.

(14)

Door middel van feedback is het mogelijk om iemand te informeren over het effect van zijn handelen (De Leeuw, 2000) Dit geldt ook voor organisaties. Door middel van feedback kunnen organisaties informatie vergaren over hun eigen prestaties.

In het feedbackproces speelt Tevreden BV een rol. De onderzoeksmethode van Tevreden BV brengt in kaart hoe tevreden/ontevreden een klant is (hoe groot het verschil tussen de verwachting en ervaring is). Op basis van de feedback kan een organisatie bijsturen totdat de gewenste situatie (geen kloof tussen verwachting en ervaring) behaald is (de Leeuw, 2000). Zodoende kan het product verbeterd worden en worden de klanten van de organisatie meer tevreden. Daarnaast kan de organisatie naar aanleiding van de feedback contact opnemen met de klant om beter inzicht te krijgen in het probleem en de klant eventueel tegemoet te komen om zo de klant voor de toekomst te behouden (stippellijn figuur 1.1).

Figuur 1.1: Tevreden in de klant-organisatie relatie

Verwachte Service/product

Ervaren service/product

Opdrachtgever Feedback via

onderzoekstechniek TEVREDEN BV

Geleverde service/product

Klant opdrachtgever

Communicatie

(15)

1.6 Conclusie

Tevreden BV is in 1999 opgericht als een adviesbureau voor tevredenheidsmetingen via

Internet of Intranet. Tevreden BV onderscheidt zichzelf met name door digitale

onderzoekstechnieken aan te bieden aan haar afnemers waarmee deze zelf de

tevredenheid van klanten en medewerkers in kaart kunnen brengen. Evaluation-RMS is

het onderliggende systeem waardoor dit mogelijk is. Op dit moment is Evaluation-RMS

het kernproduct van Tevreden BV. Dit Content Management System (CMS)

automatiseert het proces van het beheren, presenteren en publiceren van digitale

vragenlijsten. Tevreden BV wil door het aanbieden van dit systeem

tevredenheidsonderzoek zo goedkoop maken dat het toegankelijk en financieel haalbaar

wordt voor kleine organisaties om tevredenheidsonderzoek uit te voeren.

(16)

Hoofdstuk 2 Onderzoeksopzet

2.1 Inleiding

In dit deel van het onderzoek wordt de probleemstelling en de aanleiding van het onderzoek in kaart gebracht. Allereerst wordt er ingegaan op de achtergrond van het probleem in paragraaf 2.2. Deze probleemanalyse mondt uit in de doel- en vraagstelling, waarna er gekozen wordt voor een theoretisch kader in paragraaf 2.3. Vervolgens vloeien uit dit theoretische kader een aantal deelvragen voort. In paragraaf 2.4 wordt een onderzoeksmodel weergegeven op basis van deze deelvragen. Paragraaf 2.5 besteedt tot slot aandacht aan de dataverzamelingsmethode en beschrijft per deelvraag hoe data verzameld zal worden.

2.2 Probleemanalyse

Op dit moment is Tevreden BV in het stadium beland dat ze haar markt uit wil breiden en haar digitale onderzoekstechniek voor meerdere branches beschikbaar wil stellen. Groei van omzet is een belangrijke doelstelling van Tevreden BV. Tevreden BV heeft op dit moment zelfs de doelstelling om elk jaar de omzet te verdubbelen. Tevreden BV verstaat onder groei, groei van de omzet.

Crijns, Ooghe en Cosaert (1997) noemen naast groei als vergroting van de omvang van het bedrijf, ook groei van de winstgevendheid, groei van de aandeelhouderswaarde en groei van de kwaliteit van de onderneming. In navolging van deze auteurs kan groei omschreven worden als een algemene opwaartse ontwikkeling van bedrijven (Riseeuw en Thurink, 2003).

Verschillende auteurs hebben modellen opgesteld om de groei van bedrijven in fasen op

te delen. Het model van Greiner (1972) is het meest verspreid van alle modellen, maar is

vooral gericht op de ontwikkeling van groot naar middelgroot. Churchill en Lewis (1983)

leggen in hun artikel ‘The five stages of small business growth’ de nadruk op het

groeitraject van start tot stabiel en groot genoeg voor een beursgang. (Riseeuw en

Thurink, 2003) Dit model is geschikter voor de situatie van Tevreden BV aangezien het

(17)

model toegespitst is op small businesses. Tevreden BV valt, met haar 15 medewerkers, volgens de Europese definitie van MKB in de categorie kleine ondernemingen (10 tot 49 werkzame personen) (Riseeuw en Thurink, 2003).

Churchill en Lewis (1983) onderscheiden 5 groeifasen: bestaansopbouw, overleven, succes (losmaking of doorgroei), expansie en optimale verhoudingen. Tevreden BV wil zoals gezegd de omzet jaarlijks verdubbelen en streeft dus naar een flinke groei.

Churchill en Lewis maken onderscheidt tussen succes-doorgroei, waarin de groei voorbereid wordt en expansie, waarin de groei daadwerkelijk gerealiseerd wordt.

(Riseeuw en Thurink, 2003)

Op dit moment begeeft Tevreden BV zich in de succes-doorgroei fase. Tevreden BV wil namelijk groei bereiken door haar onderzoekstechnieken ook te verkopen aan nieuwe groepen afnemers. Dit is een essentiële fase in de groei van een onderneming. In deze fase gebruikt de ondernemer eerder gemaakte winst en neemt de ondernemer risico om financiële groei te bereiken, daarnaast is het zaak om de bestaande activiteiten winstgevend te houden. Als de onderneming succesvol is in deze fase wordt daadwerkelijk de volgende fase (expansie) bereikt. Als de onderneming niet succesvol is in deze fase kan de onderneming in de succeslosmaking fase terechtkomen wanneer de oorzaken van het niet succesvol zijn op tijd duidelijk zijn. Als dit niet het geval is kan de onderneming zelfs terugvallen naar de ‘overleving fase’ of zelfs failliet gaan of tot verkoop gedwongen worden. (Churchill en Lewis, 1983) Het is daarom essentieel dat de expansie goed voorbereid wordt, om zo de gewenste groei te kunnen bereiken .

Dit onderzoek kan ook in dit licht bezien worden. Tevreden BV overweegt een nieuwe doelgroep aan te boren, namelijk de horeca. Door haar onderzoektechniek ook aan deze groep afnemers te verkopen, hoopt Tevreden BV haar omzet te vergroten.

Omdat horeca een heel breed begrip is, is er in dit onderzoek gekozen puur te focussen op

de restaurantsector. De verwachting is namelijk dat hotels, restaurants en cafés drie zeer

(18)

heterogene groepen zijn met verschillende behoeften, waardoor het onmogelijk zou worden uitspraken te doen die geldig zijn voor de gehele horeca.

Om een duidelijk beeld te verkrijgen van de behoeften en beweegredenen van afnemers en de kansen voor Tevreden BV is gekozen om het onderzoek te beperken tot het restaurantwezen. Door voor deze groep te kiezen hoop ik uitspraken te kunnen doen over de behoeften van deze groep en tot een concreet advies te komen voor Tevreden BV.

Het CBS hanteert de volgende definitie van een restaurant. “Verstrekken van maaltijden voor directe consumptie ter plekke met al dan niet daarnaast afzonderlijk verstrekken van dranken of kleine eetwaren voor directe consumptie ter plekke.” Op basis van deze definitie waren er 1 januari 2005 volgens het CBS 18.375 Restaurants, cafetaria’s en snackbars in Nederland. Het CBS geeft echter vervolgens geen meer specifieke opdeling in verschillende categorieën en maakt eveneens geen onderscheid tussen cafetaria’s en restaurants. Het Bedrijfschap Horeca en Catering (BHenC) maakt dit onderscheid wel.

Het BHenC registreert elke onderneming binnen de horeca en catering. Het Bedrijfschap is een samenwerkingsverband van werknemers- en werkgeversorganisaties en streeft ernaar om objectief belangwekkende ontwikkelingen in de bedrijfstak op de agenda’s te plaatsen van beleidsmakers en –beïnvloeders. Het verkrijgen van een compleet overzicht van de bedrijfstak is hiervoor een vereiste. Daarom registreert het bedrijfschap iedere onderneming binnen de horeca en catering. Deze registratie is een wettelijke verplichting.

Het Bedrijfschap gaat over tot registratie wanneer een ondernemer een hotel-, pension-, restaurant-, café-, cafetaria-, lunchroom- of cateringbedrijf heeft; dan wel een bedrijf bezit dat dranken, spijzen of maaltijden voor verbruik ter plaatse verstrekt; dan wel logies verstrekt gepaard gaande met dienstverlening (bron: www.bhenc.nl).

Uit gegevens van het BHenC (2005) blijkt dat er in Nederland 9.800 horecabedrijven

onder de noemer fastfood vallen en 10.590 horecabedrijven als restaurant gezien kunnen

worden. Bij deze indeling vallen onder de fastfoodsector alle cafetaria’s/snackbars,

ijssalons, fastfoodrestaurants, shoarmazaken/grillrooms, lunchrooms/croissanteries en

(19)

pannenkoekenhuizen. Onder de Restaurantsector vallen alle: bistro’s, restaurants, café- restaurants en wegrestaurants. Hierbij dient opgemerkt te worden dat deze indeling gebaseerd is op hoe de ondernemer zelf zijn onderneming typeert. Dit houdt in dat er geen hele scherpe grenslijnen zijn tussen de verschillende categorieën. Wat de ene ondernemer als fastfoodsector ziet kan door de andere ondernemer als restaurantsector getypeerd worden. Deze indeling geeft echter wel een indicatie van het aantal restaurants en moet ook als zodanig gezien worden.

2005

Bistro 1.335 Restaurant 6.215 Café-restaurant 2.925 Wegrestaurant 115

Restaurantsector totaal 10.590

Tabel 2.1: Aantal vestigingen in de restaurantsector (Bron: BHenC)

Dit onderzoek zal zich toespitsen op deze groep van 10.590 restaurants. Door deze keuze te maken blijft een meer homogene groep over, waardoor het onderzoek beter uitvoerbaar wordt. Deze groep restaurants is meer relevant voor het onderzoek, omdat de gemiddelde besteding (5 a 6 euro in fastfoodsector versus 19 euro in de restaurantsector (Rapport

‘Eten in de Nederlandse Horeca’ BHenC, 2006) en betrokkenheid van gasten naar verwachting hoger ligt.

Alvorens verder te gaan met het onderzoek is het eerst nodig de markt waarop Tevreden

BV actief is af te bakenen. Om groei te bereiken is het namelijk belangrijk dat er een

duidelijk beeld is van de markt. Er dient aangegeven te worden wat men gezien de

activiteiten in het verleden, in de toekomst wil ondernemen en bereiken. Vragen als ‘what

is our business?’ en ‘what should our business be?’ moeten hiertoe beantwoord worden

(Leeflang, 2003)

(20)

Abell (1980) heeft het Three Dimensional Business Definition model opgesteld om markten te definiëren. Er is in dit onderzoek gekozen voor dit model, omdat het zowel gebruikt kan worden om de huidige status als de toekomstige status te beschrijven en daarbij ook aandacht besteedt aan de technologie, wat bij Tevreden BV erg belangrijk is.

In zijn boek “Defining the business – The starting point of strategic planning” stelt Abell dat de standaard tweedimensionale manier (producten en markten) om markten te bepalen ernstige gebreken heeft. Abell heeft driedimensionaal model opgesteld, met de volgende drie assen:

- Customer groups. Categorieën van klanten.

- Customer functions. De behoeften van de klant.

- Alternative technologies. De manier waarop de behoeften worden bevredigd.

Centraal in dit model staat de klant en niet het bedrijf zelf of het product. Het model benadrukt dat de producten slechts een fysieke manifestatie zijn van de toepassing van een technologie om in de behoefte van een bepaalde afnemersgroep te voorzien (Abell, 1980). Afnemers hebben geen behoefte aan een bepaalde technologie, maar aan een oplossing voor hun problemen. Potentiële afnemers van Tevreden BV (restaurants) willen geen onderzoeksmethode, maar willen weten hoe de gasten denken over het eigen functioneren om zo hun eigen presteren te verbeteren. (Leeflang, 2003)

Figuur 2.1: Three Dimensional Business Definition (Abell, 1980)

(21)

Een onderneming kiest op de drie assen welk deel van de markt het wil bestrijken.

Hieronder zal voor Tevreden BV beschreven worden welke keuzes er op dit moment gemaakt zijn en wat er in de toekomst mogelijk veranderd in deze keuzes.

Customer functions

De behoefte waarin Tevreden BV wil voorzien is de behoefte dat organisaties willen weten hoe afnemers denken over het functioneren van de organisatie om zo de dienstverlening en producten te verbeteren. Tevreden BV voorziet in deze behoefte door tevredenheidsonderzoek en mystery guest onderzoek aan te bieden.

Tevredenheidsonderzoek zal in hoofdstuk 3 uitgebreid behandeld worden. Een andere manier om informatie over het eigen functioneren te vergaren is observatie. Observatie is een directe vorm van waarneming van de (neerslag van) menselijk gedrag. (Baarda en de Goede, 2001) Bij sommige ondernemingen kent de ondernemer al zijn klanten persoonlijk en intensief, vooral vroeger was dit vaak het geval. Hij wist wat zij wilden, hij zag gedragsveranderingen en kon daar direct op reageren (Thomassen, 2003).

Alternative technologies

De technologie die Tevreden BV gebruikt om dit in kaart te brengen is digitaal

onderzoek. Daarnaast zijn er ook andere manieren om tevredenheidsonderzoek uit te

voeren. Hieronder volgt een classificatie van informatieverzameling. (Emans, 2002)

(22)

Informatiedrager

Computer Papier

Respondent zelf

Doe-het-zelf vragenlijsten

Vragenlijst afgenomen met computer zonder

tussenkomst van interviewer

Klassieke papieren vragenlijst, ingevuld zonder tussenkomst van interviewer

Interviewer, per telefoon

Telefonisch interview, afgenomen door interviewer met computer

Klassiek telefonisch interview

‘Mode’

(verzameling Van

informatie Door…)

Interviewer, oog in oog

Oog-in-oog interview, afgenomen door interviewer met computer

Klassiek oog-in-oog interview

Tabel 2.2: Classificatie van informatieverzameling. (Emans, 2002)

Digitaal onderzoek (‘een vragenlijst afgenomen met computer zonder tussenkomst van

interviewer’) is dus slechts een van de mogelijkheden om tevredenheid in kaart te

brengen. Het product dat in de behoefte van de afnemer moet voorzien is in het geval van

Tevreden BV digitaal tevredenheidsonderzoek, maar kan ook elke andere vorm van

tevredenheidsonderzoek zijn.

(23)

Customer groups

Tevreden BV bedient op dit moment diverse afnemersgroepen, zoals: makelaars, kinderopvangcentra en huisartsen. Nu overweegt Tevreden BV haar onderzoekstechniek ook aan te bieden in de restaurantsector.

Vooral dit laatste is van groot belang voor het onderzoek. Het doel van dit onderzoek is dat er een advies gegeven wordt of en hoe Tevreden BV haar onderzoek aan moet bieden aan een nieuwe afnemersgroep, namelijk de restaurantsector. Het is echter de vraag of deze nieuwe groep afnemers hetzelfde gedrag vertonen als de reeds bestaande afnemers, of deze groep behoefte heeft aan dit product en hoe dit product aan deze groep verkocht kan worden. Dit onderzoek moet duidelijkheid verschaffen op deze punten.

Op basis van bovenstaand betoog is de volgende doelstelling tot stand gekomen:

Doelstelling: Inzicht verkrijgen in of en hoe de restaurantsector een bijdrage kan leveren aan het vinden van groeimogelijkheden in de directe toekomst.

De vraagstelling van het onderzoek is als volgt geformuleerd:

Vraagstelling: Kan Tevreden BV haar digitale tevredenheidsonderzoek succesvol introduceren in de restaurantsector en welke acties moet Tevreden BV ondernemen om dit te bereiken?

2.3 Theoretisch kader

Uit bovenstaande is naar voren gekomen dat Tevreden BV haar onderzoeksmethode aan een nieuwe afnemersgroep wil verkopen. In dit onderzoek wordt onderzocht of en hoe Tevreden BV dit moet gaan doen.

Hierbij zal als basis gebruik worden gemaakt van Aaker, Strategic Market Management

(2001), Alsem, Strategische marketingplanning (2005), Frambach en Nijssen, Marketing

(24)

strategie (1995) en Leeflang, Leerboek marketing (2002). Aaker (2001) beschrijft in zijn boek een framework voor strategische analyse via de interne- en externe analyse. Ook Alsem biedt een framework voor strategische analyse, waarbij aangegeven wordt welke stappen doorlopen moeten worden. Het framework van Aaker komt in grote lijnen overeen met de interne analyse, externe analyse en het genereren van strategische alternatieven van Alsem.

Uit de externe analyse komen kansen en bedreigingen naar voren. Uit de interne analyse komen sterkten en zwakten naar voren. Beide analyses kunnen vervolgens dienen als input voor de SWOT-analyse. Aan de hand van de SWOT-analyse kunnen strategische alternatieven worden opgesteld.

Om een keuze te maken uit deze strategische alternatieven wordt gebruik gemaakt van de keuzecriteria van Johnson en Scholes, waarna op basis van de literatuur van Percy en Elliott invulling wordt gegeven aan de marketingcommunicatiestrategie (implementatie).

Nu de gebruikte literatuur zeer beknopt is aangegeven, zal in de volgende subparagrafen meer gedetailleerd gekeken worden naar de literatuur en concepten waar in dit onderzoek gebruik van is gemaakt.

2.3.1 Belang klanttevredenheid

Alvorens aan de interne en externe analyse te beginnen, is het belangrijk eerst duidelijk in

kaart te brengen wat tevredenheid is en wat het belang van klanttevredenheid en

klanttevredenheidsonderzoek is volgens de literatuur. Later in het onderzoek zal gekeken

worden of dit overeenkomt met hoe restaurantondernemers hier tegenaan kijken. Door

eerst literatuuronderzoek te doen, kunnen meer gerichte vragen aan

restaurantondernemers gesteld worden in de afnemersanalyse. Op basis van het

bovenstaande is de volgende deelvraag opgesteld “Wat is het belang van tevredenheid en

tevredenheidsonderzoek voor de restaurantsector?”

(25)

2.3.2 Externe analyse

De externe analyse bestaat in Aakers (2001) framework uit een afnemers-, concurrentie-, markt- en omgevingsanalyse. Alsem (2005) maakt onderscheid tussen een afnemersanalyse, bedrijfstakanalyse, concurrentenanalyse en een distributie- en leveranciersanalyse. De bedrijfstakanalyse van Alsem komt grotendeels overeen met de marktanalyse en omgevingsanalyse van Aaker. Er wordt in dit onderzoek gekozen voor de aanpak van Alsem, omdat deze aanpak expliciet aandacht besteedt aan de distributie en leveranciersanalyse. Dit is een belangrijke analyse voor dit onderzoek omdat Tevreden BV een nieuwe doelgroep wil gaan bedienen. Het is daarbij erg belangrijk hoe je deze nieuwe doelgroep gaat bereiken. Distributeurs en leveranciers kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.

2.3.2.1 Gedrag afnemers

Om tot een goed advies te kunnen komen, moet eerst inzicht worden verkregen in het gedrag van de afnemers. Een afnemersanalyse biedt inzicht in de motieven van afnemers, onvervulde behoeften en het onderscheiden van verschillende segmenten en de percepties (hoe kijkende afnemers tegen het product en de concurrenten aan (Alsem, 2005)).

Het gedrag van de afnemers is van groot belang voor het onderzoek, omdat zij uiteindelijk beslissen of er gebruik gemaakt wordt van het digitale tevredenheidsonderzoek van Tevreden BV. Er dient inzicht te worden verkregen in hoe restaurantondernemers ondernemen, hoe zij omgaan met tevredenheid, hoe tevredenheid op dit moment in kaart gebracht wordt en of er onvervulde behoeften zijn op dit gebied.

Ook zal er gekeken worden of er verschil is in het gedrag van restaurantondernemers in verschillende soorten restaurants en of er verschillende segmenten te onderscheiden zijn.

Op basis van het bovenstaande is de volgende deelvraag opgesteld: Wie zijn de potentiële afnemers en wat zijn hun wensen en behoeften?

2.3.2.2 Concurrenten

Ook de concurrentie op de nieuw te betreden deelmarkt is van belang voor het onderzoek.

Doel van de concurrentenanalyse is inzicht te krijgen in het toekomstige gedrag van de

(26)

belangrijkste concurrenten van de onderneming om zo inzicht te krijgen in mogelijke kansen en bedreigingen (Alsem, 2001). Door middel van een concurrentenanalyse worden huidige en potentiële concurrenten geïdentificeerd en worden de sterkten, zwakten en strategieën van de concurrent in kaart gebracht. (Aaker, 2001) Hieruit kunnen factoren gedistilleerd worden die voor succes zorgen en kan het onderscheidend vermogen van de concurrentie geïdentificeerd worden.

Om concurrenten te identificeren kunnen twee methoden worden gebruikt:

- concurrentie georiënteerde methoden;

- afnemers georiënteerde methoden.

Een concurrentie georiënteerde methode houdt in dat men zelf de concurrentie identificeert aan de hand van gegevens over de concurrent, bijvoorbeeld door na te gaan welke concurrenten een vergelijkbare strategie volgen als de eigen onderneming. Bij de afnemers georiënteerde methode wordt concurrentie geanalyseerd vanuit het standpunt van de consument (Alsem, 2005).

De concurrentenanalyse wordt in twee stappen verricht. Allereerst wordt gekeken naar generieke concurrentie en vervolgens naar productvormconcurrentie. Generieke concurrentie houdt in producten die tegemoet komen aan dezelfde behoefte van de afnemer. Productvormconcurrentie is concurrentie tussen merken die gericht zijn op hetzelfde marktsegment (Alsem, 2005).

De afnemers georiënteerde methode wordt bij het identificeren van generieke concurrenten als uitgangspunt gebruikt. Aan ondernemers wordt gevraagd of en hoe op dit moment in kaart wordt gebracht hoe gasten denken over het functioneren van het restaurant.

Productvormconcurrentie is moeilijk te identificeren met de afnemers georiënteerde

methode, omdat tevredenheidsonderzoek nog een relatief onbekend product is in de

restaurantsector. Daarom wordt gebruik gemaakt van de concurrentie georiënteerde

(27)

methode. Om vervolgens te kijken of deze aanbieders daadwerkelijk als concurrent gezien kunnen worden, wordt gebruik gemaakt van het Three Dimensional Business Definition model van Abell (1980). Door te kijken welke categorieën van klanten de concurrenten bedienen, in welke behoeften van de klant de concurrenten voorzien en te kijken op welke manier deze manier deze behoeften worden bevredigd (bijvoorbeeld digitaal of niet digitaal) ontstaat een goed beeld van wat de directe concurrenten van Tevreden BV zijn als zij deze nieuwe doelgroep gaat bedienen. Er wordt hierbij per aanbieder inzicht verkregen in de doelstellingen, huidige strategie, sterke en zwakke punten en het toekomstige gedrag (verwachte strategie) van de verschillende concurrenten. Dit is van belang omdat deze punten uiteindelijk aanknopingspunten kunnen bieden voor de eigen concurrentievoordelen (Alsem, 2005). Op basis van het bovenstaande is de volgende deelvraag opgesteld: Wat zijn de belangrijkste concurrenten op het gebied van tevredenheidsonderzoek en wat zijn de sterkten, zwakten en strategie van deze concurrenten?

2.3.2.3 Aantrekkelijkheid restaurantsector

De bedrijfstakanalyse is van belang om kansen en bedreigingen uit de macro omgeving te

vinden en om inzicht te krijgen in de aantrekkelijkheid van de markt. Bij de

bedrijfstakanalyse wordt de concurrentie als geheel geanalyseerd. Alle mogelijke factoren

die van invloed zijn op de marktaantrekkelijkheid worden onderzocht (Alsem, 2005). Bij

deze bedrijfstakanalyse wordt eerst inzicht verkregen in macro-omgevingsfactoren en

geaggregeerde marktfactoren. Vervolgens wordt inzicht verkregen in

bedrijfstakstructuurfactoren waarbij gekeken wordt naar de concurrentiekrachten op een

markt, zoals de machtsverdeling van de aanbieders en de onderhandelingsmacht van de

afnemers. Om dit te analyseren wordt gebruik gemaakt van het vijf-krachten-model van

Porter (1980). Hiermee kan de structurele aantrekkelijkheid van de markt geanalyseerd

worden met behulp van vijf onderliggende krachten. Deze krachten zijn: de intensiteit

van de concurrentie op de markt, entree barrières, substituten, onderhandelingskracht

afnemers en onderhandelingskracht toeleveranciers (Porter, 1980). In dit onderzoek

wordt dit model gebruikt om de aantrekkelijkheid van een nieuwe categorie afnemers

(restaurants) te bepalen. Op basis van het bovenstaande is de volgende deelvraag

(28)

opgesteld: Hoe aantrekkelijk is de restaurantsector als afnemer van tevredenheidsonderzoek?

2.3.2.4 Bereikbaarheid restaurantsector

Alsem (2005) stelt dat het aangaan van partnerships met distribuanten steeds meer van belang wordt. Voor Tevreden BV is dit mogelijk ook van belang omdat het overweegt haar product aan te bieden aan een afnemerscategorie waar zij nog niet bekend mee is.

Samenwerken met een andere partij is mogelijk een manier om een ingang tot deze, voor Tevreden BV, nieuwe doelgroep te krijgen. Er dient daarom een keuze gemaakt te worden tussen directe levering of indirecte levering. Directe levering vindt plaats aan afnemers zonder het gebruik van intermediairs, dit kan onder andere via internet.

Indirecte levering maakt wel gebruik van intermediairs. Mogelijke tussenschakels tussen producent en consument zijn: agenten, importeurs, grossiers en detaillisten (Alsem, 2005).

Voor Tevreden BV ligt dit iets anders, Tevreden BV zal haar producten immers niet in een supermarkt of via een detaillist verkopen. Toch zijn er wel degelijk geschikte intermediairs, zoals een branchevereniging, een horeca-uitzendbureau of agenten. Om mogelijke intermediairs/partners te identificeren wordt in dit onderzoek eerst bepaald in welke behoefte binnen de onderneming dient te worden voorzien, waarna vervolgens wordt gekeken welke organisaties in deze behoefte kunnen voorzien. Op basis van het bovenstaande is de volgende deelvraag opgesteld: Op welke manier kan Tevreden BV deze nieuwe afnemersgroep bereiken?

2.3.3 Interne analyse

Bij de hierboven beschreven analyses is er naar de omgeving van Tevreden BV gekeken.

In de interne analyse wordt Tevreden BV en de onderzoeksmethode van Tevreden BV bekeken en gekeken of deze aansluit bij de restaurantsector. Door te analyseren op welke gebieden Tevreden BV goed aansluit bij de restaurantsector en op welke punten Tevreden BV (nog) tekortschiet, worden sterkten en zwakten van Tevreden BV in kaart gebracht.

Om te analyseren of Tevreden BV past bij de restaurantsector wordt gekeken hoe

Tevreden BV op dit moment aan haar afnemers komt en of dit ook zou kunnen in de

restaurantsector, of de restaurantsector afwijkt van de huidige afnemers, of de

(29)

onderzoekstechniek van Tevreden BV past bij de restaurantsector en of Tevreden BV over de middelen beschikt om deze deelmarkt te betreden. Op basis van het bovenstaande is de volgende deelvraag opgesteld:Past Tevreden BV bij de restaurantsector?

2.3.4 Opstellen strategische alternatieven

Bij deze deelvraag worden relatieve sterken en zwakten uit de vorige deelvraag

gecombineerd met de kansen en bedreigingen uit de externe analyse (deelvraag 2, 3, 4 en 5). De SWOT-confrontatiematrix is een hulpmiddel wat hierbij gebruikt wordt. Deze matrix bevat de belangrijkste kruispunten tussen interne en externe zaken (Frambach en Nijssen, 1995).

Alsem (2005) heeft een variant op de SWOT matrix ontwikkeld, waarbij er in één keer overkoepelende alternatieven bedacht, waarbij per alternatief expliciet wordt aangegeven bij welke sterkten zwakten, kansen en bedreigingen dit aansluit. Er wordt gekozen voor deze aanpak van Alsem (2005), omdat zodoende niet per kwadrant alternatieven bedacht worden, waarna deze weer beoordeeld worden met plussen en minnen. Zodoende wordt de confrontatiematrix gebruikt als hulpmiddel om strategieën op te stellen en wordt voorkomen dat de confrontatiematrix een doel op zich wordt. Op basis van het bovenstaande is de volgende deelvraag opgesteld: Welke strategische alternatieven kunnen opgesteld worden voor de restaurantsector?

2.3.5 Keuze strategisch alternatief

Doel van het onderzoek is dat uiteindelijk het meest optimale strategische alternatief wordt geselecteerd. Om de strategische alternatieven te evalueren en uiteindelijk tot een keuze te komen, moet worden vastgesteld waarop de alternatieven beoordeeld worden.

Vaak wordt bij het evalueren slechts naar de doelstelling van de onderneming gekeken. In

dit geval is de hoofddoelstelling meer omzet genereren. Frambach en Nijssen (1995)

stellen echter dat een bepaalde weg wel kan leiden tot het gewenste doel, maar daarmee

nog niet acceptabel hoeft te zijn. Strategische opties dienen daarom in een meer brede zin

geëvalueerd worden.

(30)

Alsem (2005) geeft drie criteria weer welke gebruikt kunnen worden bij de strategieselectie. Dit zijn:

- Passendheid. Sluit de optie aan bij de visie van de onderneming en wordt het kernprobleem opgelost?

- Haalbaarheid. Haalbaarheid wordt getoetst aan de hand van zeven radvoorwaarden, namelijk financieel, organisatorisch, economisch, technisch, sociaal, juridisch en ecologisch.

- Resultaten en risico’s. Zijn de resultaten aanvaardbaar voor de interne stakeholders.

Johnson & Scholes (1997) toetsen strategische opties op de volgende criteria.

- Geschiktheid. Speelt de strategie in op kansen uit de omgeving en leidt de strategie tot het realiseren van de gestelde doelen?

- Haalbaarheid. Beschikt de organisatie over de middelen, kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het uitvoeren van de strategie? En wat zal de reactie van de concurrentie hierop zijn?

- Acceptatie. Past de strategie binnen de organisatie. Kunnen de personen die van belang zijn voor het uitvoeren van deze strategie overtuigd worden en zijn er organisatorische veranderingen noodzakelijk om voor dit scenario te kiezen.

De criteria van Johnson en Scholes (1997) en de criteria van Alsem (2005) komen grotendeels met elkaar overeen. Passendheid van Alsem en geschiktheid van Johnson en Scholes dekken dezelfde lading. Ook besteden de auteurs allen aandacht aan haalbaarheid.

Acceptatie van Johnson en Scholes is echter breder dan resultaten en risico’s van Alsem.

Alsem (2005) kijkt naar de verwachte realisatie van doelstellingen en of dit aanvaardbaar is voor de diverse stakeholders en maakt hierbij vooral gebruik van financiële maatstaven.

Johnson en Scholes kijken echter minder naar financiële maatstaven, maar meer of de

stakeholders overtuigd kunnen worden van de desbetreffende strategie. In dit onderzoek

is gekozen voor de keuzecriteria van Johnson en Scholes. Tevreden BV is een kleine

organisatie, wat betekent dat een klein aantal direct betrokkenen de strategie uit moeten

voeren. Het is van belang dat de gekozen strategie ook daadwerkelijk geaccepteerd wordt

(31)

door deze personen. Financiële punten zijn ook van belang, maar deze komen reeds aan de orde bij de haalbaarheid en de geschiktheid. Op basis van het bovenstaande is de volgende deelvraag opgesteld: Welke strategie is het meest geschikt voor tevreden BV?

2.3.6 Uitwerking en implementatie

Een gekozen strategie heeft alleen waarde als deze op verantwoorde wijze wordt geïmplementeerd (Frambach en Nijssen, 1995). Daarom wordt in dit deel van het onderzoek invulling gegeven aan de gekozen marketingcommunicatie strategie en de implementatie hiervan. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van het Strategic Planning Proces van Percy en Elliot (2005). Dit model bestaat uit de volgende vijf stappen:

1 Selecteer een doelgroep

2 Begrijp hoe de doelgroep beslissingen maakt 3 Bepaal de beste positie het merk

4 Ontwikkel een communicatiestrategie

5 Bepaal de media strategie om de boodschap over te laten komen

Er is gekozen voor deze aanpak, omdat op deze manier een aantal concrete punten naar voren komen, hoe Tevreden BV haar omzet kan vergroten door tevredenheidsonderzoek aan te bieden aan de restaurantsector. Op basis van het bovenstaande is de volgende deelvraag opgesteld: Op welke wijze dient invulling te worden gegeven aan de marketingcommunicatiestrategie, zodat digitaal tevredenheidsonderzoek op effectieve wijze aangeboden kan worden aan restaurants?

2.4 Onderzoeksmodel

Op basis van de hierboven beschreven deelvragen kan het volgende onderzoeksmodel

opgesteld worden. Het onderstaande conceptueel model dient er tevens toe om de

samenhang tussen de verschillende aspecten van het onderzoek te verduidelijken.

(32)

Figuur 2.2: Onderzoeksmodel

2.5 Dataverzamelingsmethode per deelvraag

Baarda en de Goede (2001) geven drie manieren om aan gegevens te komen:

• gebruik maken van bestaande informatie (bureauonderzoek);

• verkrijgen van gegevens via schriftelijk of mondeling interview (veldonderzoek);

• verkrijgen van informatie via observatie.

In dit onderzoek zal gebruik gemaakt worden van de eerste twee methoden. Observatie is niet van toepassing, omdat het veelal om kennis, houdingen, attitudes en opinies gaat.

Deze kunnen niet geobserveerd worden. In het resterende deel van de onderzoeksopzet zal per deelvraag worden aangegeven hoe aan gegevens gekomen wordt om de deelvraag te beantwoorden.

Interne analyse

• Passendheid Tevreden BV restaurantsector

Externe analyse

• Afnemersanalyse

• Bedrijfstakanalyse

• Concurrentenanalyse

• Distributie- en leveranciersanalyse

Opstellen strategische alternatieven

Keuze strategisch alternatief

Implementatie gekozen strategie

Sterkten/zwakten Kansen/bedreigingen

(33)

Deelvraag 1: “Wat is het belang van tevredenheidsonderzoek in het algemeen en specifiek in de restaurantsector?”

Allereerst wordt er bureauonderzoek verricht naar tevredenheid en tevredenheidsonderzoek. Er zal in bij deze deelvraag op basis van literatuur beschreven worden wat tevredenheid is en wat de voordelen van tevredenheid en tevredenheidsonderzoek zijn. Om de voordelen van tevredenheidsonderzoek aan te geven wordt gebruik gemaakt van het boek Klanttevredenheid, de zin en onzin (Thomassen, 2004) en Waardering door klanten (Thomassen, 2002). In deze boeken wordt het belang van klanttevredenheid en klanttevredenheidsonderzoek uiteengezet en geven de auteurs aan dat effectief tevredenheidsonderzoek kan leiden tot een positieve Return on Investment. Deze literatuur geeft echter de algemene voordelen van tevredenheidsonderzoek en heeft geen specifieke betrekking op de restaurantsector.

Daarom wordt er tevens gebruik gemaakt van een aantal papers die specifiek betrekking hebben op de restaurantsector.

Deelvraag 2: Wie zijn de potentiële afnemers en wat zijn hun wensen en behoeften?

Deelvraag 2 gaat in op de afnemersanalyse, waarbij de wensen, (onvervulde) behoeften en het gedrag van afnemers centraal staan. Het gaat hier om de meningen en gedrag van potentiële afnemers, namelijk restaurantondernemers. Om hier inzicht in te verkrijgen wordt gebruik gemaakt van het horeca brancherapport ‘Monitor ondernemerschap’ van het Bedrijfschap Horeca en Catering (BHenC) van februari 2006. Het Bedrijfschap Horeca en Catering stelt periodiek rapporten op voor restauranthouders waarin aandacht wordt besteed aan trends en marktontwikkelingen. Er is gekozen rapporten van het bedrijfschap Horeca en Catering te gebruiken, omdat dit een samenwerkingsverband van werknemers- en werkgeversorganisaties is en ernaar streeft om objectief belangwekkende ontwikkelingen in de bedrijfstak op de agenda’s te plaatsen van beleidsmakers en – beïnvloeders (bron: www.bhenc.nl).

Om zicht te krijgen in hoe ondernemers in de horecabranche aan hun ondernemerschap

vorm en inhoud geven is in 2004 de Monitor Ondernemerschap ontwikkeld. De volgende

onderzoeksvraag is geformuleerd in het rapport monitor ondernemerschap:‘Op welke

(34)

wijze wordt aan het ondernemerschap binnen de horecabranche vorm en inhoud gegeven?’ Het onderzoeksbureau EIM heeft in samenspraak met een panel van branchedeskundigen en het bedrijfschap Horeca en Catering het begrip kwaliteit van ondernemerschap uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in twaalf aspecten die naar de mening van het deskundigenpanel een rol spelen bij de kwaliteit van ondernemerschap.

De uiteindelijke vragenlijst omvat ruim 70 vragen. De vragen zijn gericht op hoe de ondernemer omgaat met elk aspect van ondernemerschap. Zijn concrete gedrag is gemeten. Deze monitor meet in feite de mate van actief ondernemerschap. Eind 2004 heeft een eerste meting van de monitor Ondernemerschap plaatsgevonden. In totaal hebben ruim 600 horecabedrijven meegewerkt aan een telefonische enquête.

Echter, het gaat in de monitor ondernemerschap niet specifiek om hoe restaurantondernemers tegen tevredenheidsonderzoek aankijken. Enkele vragen zijn wel toegespitst op dit onderdeel, maar geven niet genoeg informatie om deze deelvraag te kunnen beantwoorden. Daarom wordt naast bureauonderzoek tevens gebruik gemaakt van veldonderzoek om deze deelvraag te beantwoorden. Door middel van mondelinge interviews met restaurantondernemers wordt er een meer diepgaand begrip verkregen van hoe restaurantondernemers ondernemen en beslissingen maken, hoe tevredenheid op dit moment in kaart gebracht wordt en hoe restauranthouders tegen tevredenheid en (digitaal) tevredenheidsonderzoek aankijken. Vooral het veldonderzoek is van groot belang voor het onderzoek. Het gedrag van de restaurantondernemers is namelijk essentieel voor het al dan niet aanbieden van tevredenheidsonderzoek in de restaurantsector en het vaststellen van de te volgen marketingstrategie, aangezien zij uiteindelijk beslissen om al dan niet in zee te gaan met Tevreden BV.

Om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van ondernemerschap in de restaurantsector is

er voor gekozen twee diepte-interviews af te nemen met restaurantondernemers in kleine

restaurants, twee interviews met restaurantondernemers in middelgrote restaurants, twee

interviews met restaurantondernemers in grote restaurants en twee interviews met

(35)

restaurantondernemers die onderdeel zijn van een keten. Voor het onderscheid klein, middel, groot is gebruik gemaakt van de criteria van het BHenC (Zie hoofdstuk 4).

Deelvraag 3: Wat zijn de belangrijkste concurrenten op het gebied van tevredenheidsonderzoek en wat zijn de sterkten, zwakten en strategie van deze concurrenten?

Door middel van de interviews met restaurantondernemers wordt inzicht verkregen in de generieke concurrentie. Vervolgens worden op basis van informele gesprekken met werknemers en de directeur van Tevreden BV een aantal concurrenten op merkniveau bepaald. Daarnaast wordt door middel van bureauonderzoek gekeken welke organisaties tevredenheidsonderzoek aan restaurants aanbieden.

Om een diepgaander begrip van deze concurrentie te krijgen en om te kijken of dit daadwerkelijk concurrenten zijn, wordt gebruik gemaakt van het Three Dimensional Business Definition model van Abell (1980). Er wordt, door middel van bureauonderzoek, per concurrent in kaart gebracht welke categorieën van klanten de concurrenten bedienen, in welke behoeften van de klant de concurrenten voorzien en te kijken op welke manier deze manier deze behoeften worden bevredigd (bijvoorbeeld digitaal of niet digitaal).

Daarnaast wordt aandacht besteed aan de doelstellingen, huidige strategie, sterke en zwakke punten en het toekomstige gedrag (verwachte strategie) van de verschillende concurrenten.

Deelvraag 4: Hoe aantrekkelijk is de restaurantsector als afnemer van tevredenheidsonderzoek?

Bij het beantwoorden van deze deelvraag wordt onder andere gebruik gemaakt van de

Monitor Ondernemerschap (Zie deelvraag 1). Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het

sectorrapport ‘Eten in de Nederlandse Horeca’ (januari 2006) van het BHenC. Dit rapport

geeft een actueel beeld van het reilen en zeilen binnen de totale eten-markt. Het rapport

brengt de belangrijkste ontwikkelingen en aandachtspunten binnen deze markt in kaart,

vooral bekeken door de ‘bril’ van de horeca. Het rapport heeft daarbij bijzondere

aandacht voor de twee sectoren waar het meest wordt besteed aan eten: de fastfood- en

(36)

restaurantsector. In dit onderzoek zal alleen gebruik gemaakt worden van de informatie over de restaurantsector. Het sectorrapport ‘Eten in de Nederlandse Horeca’ is primair bedoeld voor beleidsmakers in de horeca, werknemers- en werkgeversorganisaties, banken, opleidingsinstituten, etc.

Ook wordt gebruik gemaakt van het rapport Ondernemen in de Sectoren, Feiten en ontwikkelingen 2004-2006 (september 2005) van het EIM. De informatie in 'Ondernemen in de Sectoren' is bestemd voor allen die op een of andere wijze betrokken zijn bij de beleidsvorming en -uitvoering binnen de overheid of het georganiseerde bedrijfsleven. Dit rapport biedt inzicht in de actuele stand van zaken in 15 verschillende sectoren uit het bedrijfsleven. Een van deze sectoren is de horeca, catering en verblijfsrecreatie. Het betreft een beschrijving van de structuur, het economisch functioneren, de marktomstandigheden, de kracht en het investeringsgedrag van de sector.

Deze drie rapporten geven inzicht in de restaurantsector, maar hebben niet specifiek betrekking op tevredenheidsonderzoek in de restaurantsector. Daarom wordt deze informatie aangevuld met informatie die verzameld is door middel van interviews met restaurantondernemers.

Deelvraag 5: Op welke manier kan Tevreden BV deze nieuwe afnemersgroep bereiken?

Op basis van het businessplan, jaarplannen en interne documenten van Tevreden BV en

informele gesprekken met de directeur en werknemers van Tevreden BV wordt in kaart

gebracht waar Tevreden BV behoefte aan heeft om deze nieuwe doelgroep te bereiken en

of Tevreden BV dit zelf in huis heeft. Als Tevreden zelf niet de benodigde kennis en/of

middelen in huis heeft kunnen mogelijke partners geïdentificeerd worden die deze kennis

en/of middelen wel in huis hebben. Hierbij wordt gebruik gemaakt van informatie uit de

afnemersanalyse (interviews met restaurantondernemers), omdat hierin een aantal

organisaties naar voren gekomen zijn waar restaurantondernemers veel contact mee

hebben.

(37)

Om een keuze te maken tussen samenwerken of niet samenwerken om deze nieuwe afnemersgroep te bereiken, wordt gebruik gemaakt van de Risseeuw en Thurik,

‘Handboek ondernemers en adviseurs: Management en economie van het midden en kleinbedrijf’ (2003).

Deelvraag 6: Past Tevreden BV bij de restaurantsector?

Door middel van het bestuderen van interne documenten van Tevreden BV en informele gesprekken met medewerkers van Tevreden BV wordt informatie over de huidige afnemers, de onderzoekstechniek en de middelen van Tevreden BV verzameld.

Informatie uit de vorige analyses wordt vervolgens gebruikt om te kijken of de restaurantsector hierbij aansluit of juist heel anders is.

Deelvraag 7: Welke strategische alternatieven kunnen opgesteld worden voor de restaurantsector?

Er wordt bij deze deelvraag hierbij geen nieuwe data verzameld, maar sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen opgesteld op basis van de vorige analyses. De confrontatiematrix moet vervolgens het verband tussen de geïdentificeerde kansen/bedreigingen en sterkten/zwakten leggen.

Deelvraag 8: Welke strategie is het meest geschikt voor Tevreden BV?

In deze deelvraag worden de verschillende strategieën op de punten geschiktheid,

haalbaarheid en acceptatie beoordeeld. Om de geschiktheid te bepalen wordt bekeken in

welke mate de strategieën voldoen aan de doelen die Tevreden BV wil bereiken met

toetreding tot de restaurantsector en of er ingespeeld wordt op de kansen uit de externe

analyse. Om de haalbaarheid in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van informatie

uit het interne documenten van Tevreden BV aangevuld met informatie verzameld via

interviews met werknemers en de directeur van Tevreden BV. Om de acceptatie in kaart

te brengen wordt gebruik gemaakt van interviews met werknemers en de directeur van

Tevreden BV, omdat dit de aangewezen methode is om houdingen, attitudes en opinies in

kaart te brengen (Baarda en de Goede, 2001)

(38)

Deelvraag 9: Op welke wijze dient invulling te worden gegeven aan de marketingcommunicatiestrategie, zodat digitaal tevredenheidsonderzoek op effectieve wijze aangeboden kan worden aan restaurants?

In het laatste deel van het onderzoek invulling gegeven aan de gekozen

marketingcommunicatie strategie en de implementatie hiervan. Hiertoe wordt eerst een

vijf-stappen-model Percy en Elliot (2005) weergegeven, waarna hier per stap invulling

aan wordt gegeven. Hierbij wordt met name gebruik gemaakt van informatie uit de

afnemersanalyse.

(39)

Hoofdstuk 3 Tevredenheid en tevredenheidsonderzoek

3.1 Inleiding

Er zal in dit hoofdstuk op basis van literatuur beschreven worden wat tevredenheid en tevredenheidsonderzoek inhoudt en waarom tevredenheid en tevredenheidsonderzoek belangrijk zijn voor een organisatie. Allereerst wordt ingegaan op het begrip tevredenheid en het belang van tevredenheid in de restaurantsector volgens de literatuur. Vervolgens wordt ingegaan op het begrip tevredenheidsonderzoek en het belang van tevredenheidsonderzoek in de restaurantsector volgens de literatuur. De deelvraag “Wat is het belang van tevredenheid en tevredenheidsonderzoek voor de restaurantsector?”

wordt in dit hoofdstuk beantwoord.

3.2 Tevredenheid

Tevreden BV brengt met haar onderzoekstechniek de tevredenheid van de klanten van haar opdrachtgevers in kaart. Het is voor het onderzoek van belang alvorens verder te gaan duidelijkheid te scheppen over het begrip tevredenheid.

In vrijwel alle definities van tevredenheid wordt de link gelegd tussen verwachting en ervaring, daarom is er ook in dit onderzoek voor gekozen om deze definitie te hanteren.

De stelling dat tevredenheid wordt bepaald door het verschil tussen de verwachtingen en de perceptie van de werkelijkheid is gebaseerd op het Servqual model van Parasuraman, Zeithaml en Berry (1985). Parasuraman, Zeithaml en Berry hebben in de jaren tachtig het Servqual model ontwikkeld om de kwaliteit van dienstverlening vast te stellen. Het uitgangspunt van Servqual is dat kwaliteit van dienstverlening gedefinieerd kan worden als het verschil tussen verwachtingen en realiteit. Diverse auteurs geven aan dat het onderscheid tussen klanttevredenheid en de kwaliteit van service zeer gering is (Chenet et al,1999). Net als kwaliteit van service wordt tevredenheid bepaald door het verschil tussen verwachtingen en perceptie van de werkelijkheid (Thomassen,1999).

In het Servqual model komt een kwaliteitsoordeel tot uiting in het verschil (de ‘gap’)

tussen datgene dat men van de dienst verwacht had en datgene wat men daadwerkelijk

(40)

ervaren heeft. Deze verwachtingen zijn gecreëerd door de organisatie (door bijvoorbeeld reclame, prijsstelling etc.) en door de factoren mond-tot-mond reclame, persoonlijke behoeften en ervaringen uit het verleden (Parasuraman et al, 1985).

Het verschil tussen verwachtingen van de consument en de percepties van de consument (tevredenheid/gap 5 figuur 3.1) kan worden veroorzaakt door ‘gap’ een tot en met vier.

Hieronder zullen deze gaps kort uitgelegd worden.

- Gap 1 geeft het verschil weer tussen datgene wat de klant verwacht en datgene wat het management van de organisatie denkt te moeten aanbieden aan de klant.

- Gap 2 maakt het onderscheid tussen de perceptie van het management over het begrip "verwachtingen van de klant", en de randvoorwaarden waaraan de kwaliteit van de dienstverlening moet voldoen

- Gap 3 vertegenwoordigt de discrepantie tussen de verkregen dienstverlening en de randvoorwaarden of specificaties waaraan de dienstverlening moet voldoen.

- Gap 4 geeft het verschil weer tussen de uiteindelijk verkregen dienst en de afspraak die men op dat gebied gemaakt had. Deze communicatie kan direct (persoonlijk contact met de klant) of indirect (reclame, informatiefolders, website e.d.) tot stand komen.

- Gap 5 wordt bepaald door het resultaat van gap 1 tot en met gap 4.

(Parasuraman et al, 1985) (Zie figuur 3.1)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer men probeert om bij kleine fluctuaties in te grijpen, (door bijvoorbeeld bij een iets te lage waarde te proberen de waarde van het proces te verhogen) dan zal het middel

Daartoe zijn de tf-dreigingen met de grootste poten- tiële impact geïdentificeerd, is een inschatting gemaakt van de impact die deze dreigingen kunnen hebben en is de ‘weerbaarheid’ 2

Deze drie vragen hebben betrekking op de informatie- omgeving (information environment). 165) zich af of SFAS 131 invloed heeft op de toezichthoudende omgeving (monitoring

Dat de doorsnee secundaire vesting groter is dan gemiddeld in Vlaanderen, is te wijten aan de invloed van een aantal industrietakken waar het vooral om grote bedrijven

De eigen bijdrage is niet bedoeld als een extra straf, maar de betrokkene zal het wel zo ervaren 'De vervuiler betaalt.' Dat is het motto van twee wetsvoorstellen die beogen

Over inter-specifieke concurrentie tussen aaltjes en de gevolgen daarvan voor schade en populatiedynamica is nog weinig bekend Deze kennis is nodig om telers te adviseren over

Rode henna, het poeder dat gemaakt wordt door het vermalen van gedroogde bladeren van de plant Lawsonia inermis, is in zijn algemeenheid veilig, met slechts enkele beschreven

Over dit leidgaren en het volgende leidgaren spannen, de naald van rechts naar links onder het leidgaren doorvoeren, daarbij niet door de wikkeldraden steken.. Het garen