Vraag nr. 103 van 21 mei 1996
van de heer DIDIER RAMOUDT
Gemeentebelasting op personeel – Werkloosheid Het is de minister wellicht niet onbekend dat de belas-ting op het tewerkgesteld personeel voor vele gemeen-ten nog steeds een belangrijke bron van inkomsgemeen-ten vormt.
Anderzijds is iedereen het erover eens dat de arbeids-kosten in ons land dringend moeten worden verlaagd om onze ondernemingen opnieuw concurrentieel te maken en om de strijd tegen de werkloosheid aan te gaan.
In zijn antwoord op een vraag om uitleg van 8 februari 1996 van de heer Herman Candries (Beknopt Verslag nr. 27 van 28 februari 1996, blz. 44-46), deelde de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, mee dat tijdens de vorige legislatuur de koppeling tussen enerzijds de belasting op het tewerkgesteld personeel en anderzijds de belasting op de drijfkracht van motoren werd opgeheven, in het kader van de zorg voor de bevordering van de werkge-legenheid.
1. Wat is de beleidsvisie van de minister inzake de stelling dat de heffing van de gemeentelijke belas-ting op het tewerkgesteld personeel niet langer ver-antwoord is, rekening houdende met de hoge werk-loosheidscijfers en met de noodzaak om onze bedrijven opnieuw concurrenticel te maken ? 2. Welke initiatieven heeft de minister reeds genomen
om de gemeenten ertoe aan te zetten deze belasting niet langer te heffen ?
Antwoord
De meest recente omzendbrief inzake de zogenaamde ontkoppeling van de gemeentebelastingen op tewerk-gesteld personeel en op drijfkracht dateert van 22 janu-ari 1991. Met ontkoppeling werd hierin slechts bedoeld dat de tarieven van beide belastingen niet meer even hoog moesten zijn. Een te sterke differentiatie werd echter nog steeds onaanvaardbaar geacht en een onder-ling evenwicht moest nog gevrijwaard blijven.
Ik onderzoek momenteel of het opportuun is nieuwe onderrichtingen ter zake te verstrekken.