• No results found

Vraag nr. 57 van 6 januari 1997 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 57 van 6 januari 1997 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 57 van 6 januari 1997

van mevrouw MARIJKE DILLEN Investeringssteun – Criteria en controle

In het kader van de expansiewetgeving worden door de Vlaamse regering geregeld beslissingen genomen om steun te verlenen aan investerings-programma’s.

1. Kan de minister meedelen aan welke voorwaar-den en criteria de bedrijven dienen te beant-woorden om in aanmerking te komen voor deze investeringssteun ?

2. Welke specifieke eisen worden er gesteld naar personeelsuitbreiding toe ? Kan de minister mij meedelen hoeveel extra arbeidsplaatsen op deze wijze de laatste drie jaar werden gecreërd? 3. Kan de minister meedelen op welke wijze en

door wie er controle wordt uitgeoefend opdat de steun aan de investeringsprogramma’s op een correcte wijze verloopt ?

4. Zijn er overzichten beschikbaar van de verschil-lende bedrijven die steun hebben genoten, met vermelding van het verkregen bedrag ?

Kan de minister mij dan eventueel zo’n over-zicht bezorgen voor de laatste drie jaar ?

Antwoord

1. De economische expansiesteun wordt geregeld door drie regelgevingen, elk met hun eigen toe-passingsgebied.

De wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering is van toepassing op de kleine ondernemingen die een investering realiseren in het Vlaams Gewest.

De wet van 30 december 1970 betreffende de economische expansie is van toepassing op de middelgrote en grote ondernemingen met tewerkstellingsaangroei en die een investering realiseren in een ontwikkelingszone of bufferzo-ne in het Vlaams Gewest.

Het decreet van 15 december 1993 tot bevorde-ring van de economische expansie in het Vlaams Gewest is van toepassing op middelgrote en grote ondernemingen die een investering

reali-seren in het Vlaams Gewest en die niet ressorte-ren onder de wet van 1970.

Overeenkomstig de richtlijnen VL6 voor uitvoe-ring van de wet van 4 augustus 1978 en de richt-lijnen MGB2 voor uitvoering van respectieve-lijk de expansiewet van 1970 en het decreet van 1993, worden voor de definitie van kleine, mid-delgrote en grote ondernemingen criteria gehanteerd inzake tewerkstelling, omzet en balanstotaal en samenstelling van het maat-schappelijk kapitaal.

De definities zijn conform de regelgeving van de Europese Unie.

Een onderneming is een kleine onderneming als zij voldoet aan de volgende voorwaarden : – minder dan 50 werknemers tewerkstellen en – een jaaromzet hebben van maximum 7

mil-joen ECU of een balanstotaal van maximum 5 miljoen ECU en

– niet afhankelijk zijn van één of meer grote ondernemingen : dit betekent dat minder dan een vierde van het kapitaal of de stem-rechten in het bezit mag zijn van één of ver-schillende grote ondernemingen gezamen-lijk.

Een onderneming is middelgroot als zij voldoet aan de volgende voorwaarden :

– minder dan 250 werknemers tewerkstellen en

– een jaaromzet hebben van maximum 40 mil-joen ECU of een balanstotaal van maximum 27 miljoen ECU en

– niet afhankelijk zijn van één of meer grote ondernemingen : dit betekent dat minder dan een vierde van het kapitaal of de stem-rechten in het bezit mag zijn van één of ver-schillende grote ondernemingen gezamen-lijk ;

– geen kleine onderneming zijn.

Grote ondernemingen zijn ondernemingen die niet ressorteren onder de categorie "klein" of "middelgroot".

2. Inzake personeelsuitbreiding wordt gesteld dat het moet gaan om nieuwe en duurzame arbeids-plaatsen. De extra tewerkstelling moet geduren-de minstens twee aaneensluitengeduren-de jaren worgeduren-den a a n g e h o u d e n . De aanwerving van langdurig werklozen (minstens een jaar werkzoekend) of personen die van het bestaansminimum leven, geeft recht op een gunstiger subsidieregime.

(2)

Het aantal extra arbeidsplaatsen dat op deze wijze werd vooropgesteld gedurende de laatste drie jaren.

Kleine onder- Middelgrote en nemingen grote

onder-nemingen

1994 7.899 3.670

1995 6.557 3.741

1996 9.219 2.574

3. Opdat de steun aan de investeringsprogramma's op een correcte wijze zou verlopen, wordt in volgende controlesystemen voorzien.

De financiële instellingen moeten alle maatre-gelen treffen om de planmatige realisatie van de ingediende investeringen op de voet te volgen. Zij mogen het krediet pas vrijgeven naarmate de onderneming bewijsstukken kan overleggen van de realisatie van de ingediende investerin-gen en als er geen achterstallige fiscale schulden zijn.

In het kader van de wet van 4 augustus 1978 wordt de rentetoelage uitbetaald in twee gelijke s c h i j v e n . De eerste schijf op zijn vroegst zes maanden na de beslissing tot toekenning en nadat 50 % van de investering is gerealiseerd. De tweede schijf kan niet vroeger dan vijftien maanden na de beslissing worden uitbetaald én nadat het investeringsprogramma volledig werd gerealiseerd. De administratie laat slechts kapi-taalpremies uitbetalen na controle ter plaatse of op stukken. Bij rentetoelage wordt een gelijk-aardige controle uitgevoerd, maar steekproefs-gewijs.

In het kader van de wet van 1970 en het decreet van 1993 wordt de steun naargelang die kleiner of groter is dan vijf miljoen frank, in respectivelijk twee of drie schijven uitbetaald. N a a r g e-lang de schijf moet ook het investeringspro-gramma proportioneel zijn gerealiseerd. Vo o r iedere uitbetaling vindt een controle vanwege de administratie plaats op basis van stukken of ter plaatse.

4. Administratief zijn er overzichten beschikbaar van de verschillende bedrijven die steun hebben g e n o t e n , met vermelding van het verkregen b e d r a g. Het is echter niet gebruikelijk deze overzichten in de openbaarheid te brengen en nominatief bekend te maken (art. 3 § 2, 2e b. van het decreet van 23 oktober 1991

betreffen-de betreffen-de openbaarheid van bestuursdocumenten in de diensten en instelling van de Vlaamse rege-r i n g. Als bevoegd ministerege-r rege-rapporege-rteerege-r ik rege- regel-matig in de Commissie voor We r k g e l e g e n h e i d en Economische Aangelegenheden en via haar fractie kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger steeds informatie verkrijgen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De doorstro- mingsprogramma's zijn van toepassing in alle sectoren (leefmilieu, sport, cultuur, ...), met uit- zondering van de sectoren die het voordeel van de

Op 6 maart 1997 schreef de afdeling Communi- catie en Ontvangst vijf drukkers aan, met de vraag een prijs op te geven voor de drie taalver- sies van de brochure, waarbij

Heel wat advertenties die worden ontwikkeld in het kader van het Protocol Steun aan de Geschre- ven Pers en die in de Vlaamse dag- en weekbladen verschijnen met de

Sinds de aanvang van de regeerperiode werd slechts een beroep gedaan op één extern p u b l i c i t e i t s b u r e a u , namelijk Statt, dit als uit- vloeisel van

Noch Export V l a a n d e r e n , noch de vroegere Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel (VDBH) hebben gebruik gemaakt van reclame- bureaus voor het voeren van een

De volledige kosten voor de uitwerking van deze campagnes worden gedra- gen door de twee betrokken federaties, zodat deze advertenties in feite buiten het bestek van de vraag van

Aan alle scholen die deelne- men aan het Internetproject wordt op de site "ICT in het onderwijs" een webpagina aangeboden, waarin het ICT-project van de school wordt

Naar aanleiding van de opening van het academie- jaar aan de Katholieke Universiteit Leuven heeft de minister-president verklaard dat er een speciaal initiatief wordt genomen voor