• No results found

Vraag nr.164van 27 juli 2000van de heer CHRIS VANDENBROEKE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.164van 27 juli 2000van de heer CHRIS VANDENBROEKE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 164 van 27 juli 2000

van de heer CHRIS VANDENBROEKE Leerkrachten – Weddeberekening

Volgens een mededeling van COC, de Christelijke O n d e r w i j s c e n t r a l e, liggen de onderwijslonen in Vlaanderen hoger dan in Wa l l o n i ë , zowel voor on-d e r w i j z e r s, regenten als licentiaten. De positieve verschillen lopen op van 1,8 % tot 5 %. De vak-bond gaat daarmee in tegen de door de minister bevestigde OESO-cijfers als zou een Waalse leer-kracht gemiddeld 6.000 tot 15.000 frank per maand meer verdienen dan zijn Vlaamse evenknie (OESO : Organisatie voor Economische Samenwerking en O n t w i k k e l i n g ) . Deze cijfers kunnen inderdaad worden teruggevonden in de OESO-studie "Edu-cation at a Glance" op de bladzijden 213-215. In de bronvermelding op bladzijde 349 van dezelf-de studie stelt dezelf-de OESO dat dezelf-de gebruikte basisge-gevens werden gehaald... bij de Vlaamse Gemeen-s c h a p. Meer bepaald werd het onderwijGemeen-szakboekje, editie 1997-1998 geraadpleegd. Aan Fr a n s t a l i g e kant werd een beroep gedaan op het zogenaamde statut pécuniair (arrêté royal du 15 avril 1958). De cijfers uitgedrukt in Belgische frank werden omgezet in Amerikaanse dollar, teneinde de onder-wijslonen betaald in de verschillende OESO-l i d s t a-ten te kunnen vergelijken. Daarbij werd – wat sta-tistisch perfect aanvaardbaar is – rekening gehou-den met koopkrachtverschillen.

Hoe verklaart de minister de toch wel opvallende verschillen in de berekening van de verloning ? Kan voor elk van beide berekeningen worden aan-gegeven hoe zij precies totstandkomen ?

Welke berekening stelt de minister voorop ?

Antwoord

Uit het laatste OESO-rapport "Education at a Glance" blijkt inderdaad dat de verloning van het onderwijspersoneel in de Franse gemeenschap in 1998 hoger ligt dan in Vlaanderen.

Reeds tijdens een vorige discussie in de commissie-vergadering in de maand juli heb ik evenwel een en ander trachten te nuanceren. Deze indicator dient te worden gerelateerd/gecombineerd met de on-derwijsprestaties in de diverse landen/regio’s. Daarenboven betreft het een momentopname in

1 9 9 8 , die uiteraard geen rekening houdt met de op gang zijnde gelijkschakeling van de wedde van (kleuter)onderwijzer met die van de regent (CAO I V ) , noch met de initiatieven genomen in verband met de CAO V en volgende.

Het is evenwel correct dat wanneer (enkel) de w e d d e b a r e m a ’s (in januari 2000) van onderwijzer, regent en licentiaat – zoals ze in de beide gemeen-schappen statutair verankerd zijn – worden verge-l e k e n , deze onderwijsverge-lonen in Vverge-laanderen hoger liggen dan in Wallonië.

De door de OESO gehanteerde "methodologie" is evenwel complexer en de internationale "definitie" die geldt voor deze loonindicator is ruimer dan "het (statutaire) barema per personeelscategorie". Zonder in een technische discussie te willen gera-k e n , wordt de loonindicator van de OESO bepaald a l s, en ik citeer : "the gross salary before tax, m i n u s the employers premium for social security and pen-s i o n . Bonupen-sepen-s that conpen-stitute a regular part of the annual salary, like a thirteenth month or holiday b o n u s, are included". Dit betekent met andere woorden dat de vergelijkingen in het OESO-rap-p o r t , wat Vlaanderen (en Wa l l o n i ë ?) betreft, w o r-den gebaseerd op de bruto jaarsalarissen vermeer-derd met het vakantiegeld en de eindejaarstoela-gen en zonder rekening te houden met de "patro-nale RSZ-bijdragen".

Momenteel voert het OESO-secretariaat – mede op vraag van de Vlaamse Gemeenschap naar aan-leiding van de discussie in de maand juli – een bij-komende kwaliteitscontrole om uit te maken of alle landen/regio’s de correcte basisgegevens (con-form boven geciteerde definitie) hebben aangele-v e r d . De bruikbaarheid aangele-van een dergelijke, i n t e r n a-tionale indicatorenpublicatie staat of valt immers met de onderlinge vergelijkbaarheid van de data-set.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– aankoop van extra trams ingericht om fiet- sen terug naar de verblijfplaats te brengen tijdens de daluren, en extra accommodatie om fietsen te plaatsen op een tiental locaties

Op het indicatief meerjarenprogramma voor de wegen 2000-2002, voorgelegd aan de Commissie voor Openbare We r k e n , Mobiliteit en Energie, is er voor de N8 vak 4 N353 (km 0)

Op het indicatief meerjarenprogramma voor de wegen 2000-2002, voorgelegd aan de Commissie voor Openbare We r k e n , Mobiliteit en Energie, is er voor de N43 vak 3

In plaats van zowel de noorder- als de zuiderrij- baan te overlagen, werd ervoor geopteerd om in eerste fase enkel de noorderrijbaan te overla- g e n , maar dan wel over een

Wat de ingebruikname van de We s t e r s c h e l d e- tunnel betreft, werd door de Vlaamse regering in het kader van de gedeeltelijke gewestplanwij- ziging Gentse en Kanaalzone en

Voor de invoering van het project basismobili- teit in Voeren wordt door de Vlaamse Ve r v o e r- maatschappij een onderzoek gedaan naar de meest passende exploitatievorm voor

Zo worden, ook in documenten van Toerisme Vlaanderen (zie bv. de toelichtingsnota bij de dagen van de Vlaamse regering op de Expo Hannover 2000), voortdurend de termen Belgische

Uit de globale overzichtstabel voor de periode 1999-2000 blijkt dat de in 1999 door de VHM goed- gekeurde projecten en verwervingen effectief goed waren voor een totale