Vraag nr. 11 van 6 oktober 1997
van mevrouw GERDA RASKIN
Heffing leegstand – Inventaris – Evolutie
Bij besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 wordt de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen gere-geld.
In verschillende gemeenten hebben de belastingre-glementen op leegstand dikwijls een verschillende i n h o u d . In sommige gemeenten blijken de gehan-teerde tarieven per jaar van leegstand te verhogen, wat in andere gemeenten dan weer niet het geval is.
1. Hoeveel gebouwen en/of woningen zijn er mo-menteel in de inventaris van leegstaande gebou-wen opgenomen ?
2. Zijn er reeds positieve evoluties in de leegstand die cijfermatig kunnen onderbouwd worden ? Zijn er hierbij correlaties met de aard van de gemeentelijke heffingen op leegstand en ver-krotting ?
Antwoord
1. De inventaris valt op te splitsen in twee delen : a) het gedeelte van de inventaris beheerd door
de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschap-pen (ROHM) ;
b) het gedeelte van de inventaris in beheer bij de verschillende gemeenten die een conve-nant hebben afgesloten met de V l a a m s e regering.
Voor het gedeelte in handen van de administra-tie ROHM is het aantal gebouwen en/of wonin-gen geïnventariseerd voor leegstand 2.021 (tel-ling van 1-9-97).
Voor het gedeelte van de inventaris in handen van de verschillende gemeenten, moet ik verwij-zen naar de diensten van de minister van Finan-ciën, mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, en dit wegens de ontoereikende mogelijkheden van het huidige informaticapakket dat dient voor de verwerking van de gegevens.
2. Het project werd praktisch opgestart in septem-ber 1996, wat eigenlijk inhoudt dat het team "leegstand en verkrotting" momenteel één jaar werkzaam is. Het lijkt dan ook voorbarig om op dergelijk korte periode resultaten te verwachten in een project dat naar de geest op langere ter-mijn werkt. Een eerste aanschrijven aan eige-naars resulteert niet onmiddellijk in effectieve g e v o l g e n , een eerste aanslagbiljet wel. A a n g e-zien het team dat instaat voor de inning auto-matisch later is opgestart dan het projectteam, is het onvermijdelijk dat de effectieve resultaten van deze heffing nog even op zich laten wach-ten.
Om de resultaten te kennen van het verzenden van administratieve aktes leegstand (dus het idee van de waarschuwing) heeft het huidige informatiepakket ontoereikende mogelijkhe-d e n . Aangezien het project praktisch wermogelijkhe-d opgestart in september 1996 en gezien (opnieuw) de ontoereikende mogelijkheden van het informaticapakket, zijn dergelijke gegevens nog niet beschikbaar.
3. Gezien het antwoord op het eerste deel van de vraag, kunnen momenteel geen correlaties wor-den gelegd. Overigens blijven de gemeenten, gelet op hun autonomie, bevoegd om eigen heffingen in stand te houden, voorzover ze geen opcentiemen op de gewestelijke heffing hebben goedgekeurd.