• No results found

Boekverslag Nederlands De gele Rivier is bevrozen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Boekverslag Nederlands De gele Rivier is bevrozen"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Boekverslag Nederlands De gele Rivier is bevrozen door Leo Pleysier

Boekverslag door een scholier 5e klas vwo

2405 woorden 16 jaar geleden

7,8

37 keer beoordeeld

Auteur Leo Pleysier

Genre Coming of age, Roman,

Streekroman Eerste uitgave 1993

Vak Nederlands

1.Zakelijke gegevens Auteur: Leo Pleysier

Titel: De Gele Rivier is Bevrozen Uitgever: De Bezige Bij

Plaats van uitgave: Amsterdam Jaar van uitgave: 1994

Druk: 5e

Eerste druk: 1993 Aantal bladzijden: 147 Genre: Roman

2. Eerste reactie Keuze

Bastiaan had het boek ‘Wit is altijd schoon’ van Leo Pleysier gelezen en wij zouden samen onze duo- spreekbeurt gaan doen. Hij zei ook dat zijn boek uit een trilogie kwam. Het leek mij een goed idee om dan een ander boek uit deze trilogie te lezen, want dan konden we de boeken goed vergelijken. In de

mediatheek hadden ze alleen deze en dus is het deze geworden.

Inhoud

Ik vond het nog al een saai boek. Het is een soort biografie van de schrijver zijn ervaringen met zijn tante en over zijn tante. Ik vond niet dat deze ervaringen nou bijzonder genoeg waren om een boek over te schrijven. Ook waren er veel dialogen die niet goed te volgen waren voor mij, omdat het in de eerste plaats met een echt Vlaams accent was maar ook omdat niet duidelijk was wie er nou wat zei.

(2)

3.Verdieping Samenvatting

Het is 1946. De ik-figuur is nog maar een baby, als zijn tante Roza als missiezuster naar Kalgan,in het noorden van China, vertrekt. Haar ouders zijn er aanvankelijk fel tegen. Bij haar afscheid is er een feestelijk familiediner, waarvan de ik-figuur zich alleen het menu en het feit dat hij steeds door allerlei diensters werd opgetild herinnert. Tussen het gezin van de ik-figuur - dat trouwens bestaat uit vader, moeder, twee meisjes en twee jongens - en tante Roza ontspint zich een frequente briefwisseling. Twee jaar later krijgen ze bericht dat tante Roza moet vluchten in verband met de burgeroorlog, waarbij de oude regering van Tsiang Kai-tsjek ten slotte zou worden verdreven door de communisten van Mao Tse- toeng. Ze vertrekt per trein naar het noordelijker gelegen Peking, maar ook daar kunnen ze niet blijven.

Uiteindelijk gaan de nonnen per boot naar het zuiden van China en tante Roza wordt dan in Kan Hien gestationeerd. Begin jaren vijftig wordt ze echter door de nieuwe Chinese regering gedwongen te repatriëren en dan ziet de ik-figuur haar voor het eerst in levenden lijve. Tante is er niet zo best aan toe:

vel over been en gestresst. Tot enige communicatie met de familie is ze bovendien niet in staat. Vanaf het moment dat de ik-figuur haar ziet, is hij zeer gefascineerd door het fenomeen non, en helemaal door het zwijgzame exemplaar dat voor onbepaalde tijd bij hem thuis is ingetrokken. Hij probeert voorzichtig wat contact met haar te krijgen en af en toe lukt dat, maar bovenal blijft zij voor de ik-figuur en zijn oudere broer door geheimzinnigheid omgeven. Hun pogingen haar een keer zonder kap te kunnen aanschouwen, mislukken steeds. Het bevreemdt de beide broers ook dat tante haar kerkboek prefereert boven contact met haar neefjes. Hun streven hieraan iets ten gunste van henzelf te veranderen, heeft echter ook weinig resultaat. Ze heeft ook nogal vreemde buien, waarbij ze zich helemaal terugtrekt en zich in haar kamer opsluit.Geleidelijk komt ze enige tijd later toch meer uit haar isolement. Ze leert fietsen en vergezelt de familie naar de kerk, wat het kerkbezoek voor de kinderen een stuk gewichtiger maakt. Over haar ervaringen in China blijft ze zwijgen. Informatie daarover krijgen de ouders van de ik-figuur alleen van zuster Irma, een non die tante Roza vaak vergezelt. Ook zij is buitenslands geweest,maar dan op de Antillen. Van die gesprekken vangt de ik-figuur dan weer flarden op. Tante zelf gooit er af en toe slechts een losse zin uit. Eén daarvan fascineert de ik-figuur bijzonder,namelijk de zin 'De gele rivier is bevrozen'.

Behalve dat hij net op school heeft geleerd dat het 'bevroren' moet zijn, intrigeert de zin hem omdat deze alle onopgeloste mysteries rond tantes verblijf in China lijkt te herbergen. Tante toont haar ware identiteit wel als ze bijvoorbeeld haar verpleegsterstaak mag vervullen.Als de ik-figuur een grote snee in zijn voet heeft, verzorgt ze die zeer liefdevol. Vooral dit soort momenten is voor hem heel waardevol. Dan is er plotseling weer een nieuwe missie van tante Roza op komst. En opnieuw wordt er een feestelijk dineetje voor de hele familie georganiseerd. Tijdens het eten, waarbij ook zuster Irma aanwezig is, blijkt tante Roza nog steeds vrij stoïcijns, zeker als er uit het oogpunt van een non nogal dubieuze moppen worden verteld.

Een paar dagen voor haar vertrek gaat tante nog even het klooster in om instructies te ontvangen. Op de dag zelf reist het hele gezin van de ik-figuur in de gloednieuwe VW Kever naar de Antwerpse haven, waar ze scheep zal gaan. Bij het afscheid is tante, die zich op de reis verheugt, de meest spraakzame. Als ze weer thuis zijn, mist de ik-figuur haar, ondanks dat ze zich nooit zo sterk in huis manifesteerde. Vanuit haar nieuwe standplaats in India gaat tante trouw door met het sturen van brieven, maar het interesseert haar neef niet zo erg meer. Dit komt doordat hij op zijn school een flinke afkeer van enkele nonnen en paters heeft ontwikkeld en daardoor is zijn fascinatie voor zijn tante sterk afgenomen. Ook de kleine, soms wat exotische cadeautjes doen hem weinig. Alleen een reusachtige beschilderde kokosnoot maakt indruk.

(3)

Ze slopen hem en constateren dat hij van binnen leeg is. Na afloop schamen ze zich over hun gedrag.

Intussen is het 1963 en de ik-figuur heeft nu echt de leeftijd bereikt waarop de belangstelling van een verre tante hem gaat irriteren. Ook zijn ouders begint de jarenlange briefwisseling te vervelen. Meestal schrijft zijn moeder, omdat vader er geen zin in heeft. Als de kinderen echter commentaar krijgen op moeders taalfouten, wordt haar lust om te schrijven ook minder en ze laat de schaarse brieven ook niet meer aan de kinderen zien. Pas in 1978 komt tante Roza weer in België. De vader van de ik-figuur is intussen overleden en moeder verwijt tante dat ze het niet eens nodig heeft geacht voor de verschillende

begrafenissen in de familie over te komen. Tante weet daar weinig op te zeggen. De ik-figuur is ook bij het gesprek aanwezig, maar doet niet meer dan zijn tante observeren. Hij is vooral geïnteresseerd in de

ongetwijfeld abominabele leefomstandigheden van de mensen die tante in China en India heeft geholpen, maar dat onderwerp lijkt te gevoelig om over te praten. Hij beseft dat hiermee eigenlijk een eind gekomen is aan het contact met zijn tante, dat toch al nooit echt van de grond is gekomen. Iets wat hij eigenlijk niet heeft willen accepteren. Bij haar afscheid zegt hij haar toe enkele boeken van haar favoriete schrijvers naar India te zullen opsturen. Hij belooft haar ook nog een keer te schrijven. Het is eind 1946. Tante is in China gearriveerd en wordt verwelkomd door de plaatselijke kloostergemeenschap. Vanaf het begin worden haar de strenge regels duidelijk gemaakt. Er moet veel worden gebiecht. Spreken in de eigen taal of in het Engels is er niet meer bij: er moet zo snel mogelijk Chinees worden geleerd. Ze krijgt ook een Chinese naam. Voordat ze haar definitieve bestemming, de binnenlanden van Noord-China, bereikt, moet ze allerlei diensten in het huis van een rijke weduwe uit Peking verrichten. In het laatste hoofdstuk laat de ik-figuur een foto aan zijn jongste kind zien, waar tante Roza ook op staat. Hij vertelt wie deze tante was en wat zij allemaal in China en India heeft gedaan. Zijn kind krijgt hierbij eigenlijk meer informatie over de omstandigheden in India dan de vader ooit van zijn tante heeft gekregen. Intussen is ook de moeder van de ik-figuur overleden. Vlak voor haar dood heeft ze nog een brief uit India ontvangen, waarin Roza vertelt dat ze door een oogaandoening niet goed meer kan schrijven.

Schrijfstijl

Ik vond het verhaal op het begin redelijk lastig te lezen, omdat het echt in het Vlaams is geschreven, maar na een tijdje raak je daar aan gewend. Ook komen er in dit verhaal veel dialogen voor die vooral in het begin lastig te begrijpen zijn, omdat je niet weet wie er wat zegt, later zet de schrijver er wel tussen haakjes achter wie het zegt en dan is het ook gelijk veel beter te volgen.

Ruimte

Het tijdsverloop is grotendeels chronologisch. Het verhaal begint in 1946, als de ik-figuur nog een baby is.

In het volgende hoofdstuk is het 1948. De tussenliggende periode wordt in een paar regels beschreven. In het derde hoofdstuk is het 'begin jaren vijftig' en de ik-figuur krijgt tante voor het eerst echt te zien. Hoe lang haar verblijf duurt, is niet helemaal duidelijk. Aan het eind van het hoofdstuk vertrekt ze weer. Het volgende hoofdstuk begint met de eerste brief vanaf tantes nieuwe standplaats. Vervolgens is er sprake van een heleboel brieven, waarbij het niet duidelijk is hoeveel tijd er verloopt. Een enkele keer geeft de auteur een vrij exacte tijdsaanduiding: Pasen 1963. In het vijfde hoofdstuk is het 1978. De ik-figuur is volwassen en zijn vader is overleden. Het zesde hoofdstuk beschrijft de aankomst van tante Roza in China.

Op doorreis naar haar definitieve bestemming in de binnenlanden van China, verblijft ze een paar

maanden als dienster bij een rijke weduwe. In hoofdstuk 7, waarschijnlijk in de jaren tachtig, bekijkt de ik-

(4)

figuur samen met zijn jongste zoon een familieportret met tante Roza erop. Aan de hand daarvan vertelt hij over Roza's leven. Ook denkt hij terug aan bepaalde gesprekken met haar. In het volgende hoofdstuk keert tante terug naar India. Het laatste hoofdstuk bevat slechts vier regels, waarin het lichamelijke verval van de inmiddels tachtigjarige tante wordt beschreven.

Het verhaal speelt zich voor het grootste gedeelte in België in de woonplaats en het huis van de ik-figuur af. Verder nog een stukje in China en een klein stukje in de haven van Antwerpen waar tante Roza wordt afgezet om op haar volgende missie te gaan.

Verhaalfiguren

De ik-figuur: hij wordt zelf niet echt duidelijk beschrijven, maar uit zijn gedrag kun je opmaken dat hij erg nieuwsgierig is. Hij houdt ook van Frans, dat kun je merken aan de dialogen waar hij af en toe een leuke Franse zin tussendoor gooit.

Tante Roza: zij is een mysterieuze persoonlijkheid. Ze is een missie-non die op verschillende reizen gaat om daar mensen te helpen. Ze vindt het prettig om te corresponderen met haar familie als ze in het buitenland zit, maar wanneer ze bij haar familie is, is ze heel erg in zichzelf gekeerd.

Moeder van de ik-figuur: zij heeft heel veel voor tante Roza over, ze is de enige die echt met tante Roza wil schrijven, als anderen al lang niet meer in haar geïnteresseerd zijn blijft zij gewoon schrijven.

Vader van de ik-figuur: hij is redelijk realistisch, hij ziet het niet echt meer zitten om met tante Roza te schrijven ook al is het zijn zus.

Verder zijn er nog een aantal kleine bijrollen voor broers, zussen, tantes, ooms en Zuster Irma, maar die houden eigenlijk maar weinig in.

Situaties

De situaties gaan vooral over de brieven die tante Roza stuurt en over hoe de familie over haar en de brieven denkt. Als tante Roza zelf aanwezig is gaat het daarnaast ook over de nieuwsgierigheid van de ik- figuur, die samen met zijn broer allerlei dingen over zijn tante probeert te ontdekken.

Vertelwijze

Het perspectief ligt in een groot deel van de roman bij de ik-figuur. In het eerste hoofdstuk is dat wat moeilijk, omdat hij nog een baby is en dus niet alles kan registreren, zoals later. In het zesde hoofdstuk worden de eerste maanden van tante in China beschreven. Er is wel een verteller, maar deze blijft anoniem. Opvallend in de roman is het grote aantal dialogen. Er wordt zelden een situatie beschreven.

Meestal staat er een zin uit één van tantes brieven, die gevolgd wordt door allerlei reacties van het gezin.

Thema

Centraal in de roman staat natuurlijk de fascinatie van een jongen voor zijn tante in het Vlaanderen van na de Tweede Wereldoorlog. Zij intrigeert hem om verschillende redenen. Ten eerste is daar het feit dat zij non is. Bovendien verricht zij missiewerk in China en India, landen die sowieso tot de verbeelding van de hoofdpersoon spreken. Het mysterie tante Roza wordt voor hem nog vergroot door haar gedrag. Tot twee keer toe verblijft ze bij de familie, maar beide keren blijft ze erg gesloten. De schrijver lijkt ook een tweede doel te hebben. Hij schetst een beeld van een Vlaams gezin en zijn ontwikkeling tussen 1946 en een jaar of twintig later. Dit doet hij aan de hand van een aantal losse scènes, die steeds betrekking hebben op tante

(5)

Roza. Zij schrijft een brief, waarop de verschillende gezinsleden dan reageren en zo ontstaat een beeld van het milieu waarin de ik-figuur opgroeit. Dit blijft echter tamelijk oppervlakkig, omdat de ontwikkeling van de verschillende personages, ook die van de ik-figuur, zelden wordt losgekoppeld van tante Roza, die als een soort aangever fungeert. Hierop is één uitzondering. Op een gegeven moment staat de ik-figuur bij de waslijn, waaraan kleren van al zijn broertjes en zusjes hangen. Hij denkt dan na over de personen die bij die kledingstukken horen en zo krijgt de lezer een volledig beeld van de samenstelling van het gezin. Ook geeft de ik-figuur in dit fragment min of meer een mening over zijn broers en zussen.

Motieven

De brieven zijn natuurlijk een groot motief in het boek, ze komen iedere keer terug en worden zeer

uitgebreid besproken, dit is zo`n beetje het enige waar het boek over gaat. Ook een motief is het zinnetje

‘de gele rivier is bevrozen’ deze wordt meerdere keren in het boek genoemd, met een verschillende betekenis.

Titelverklaring

De ikfiguur kan zich eigenlijk nauwelijks een voorstelling maken van het leven van tante Roza in China.

Alles is geheimzinnig voor hem. De door tante geschreven zin ‘De gele rivier is bevrozen’ past aan de ene kant heel goed in het beeld dat de ik-figuur van China heeft: het toppunt van geheimzinnigheid.

Daarnaast spreekt er uit deze ene zin veel meer helderheid dan uit al het andere wat de ik-figuur uit tantes brieven bereikt. De zin ‘De gele rivier is bevrozen’ boeit de ik-figuur ook door het laatste woord, dat

volgens zijn schoolmeester incorrect taalgebruik is. Het heeft daardoor iets spannends. De titel komt echter verder in het boek ook nog eens voor en nu in meer figuurlijke zin. Als het beeld van tante door haar lange afwezigheid voor de ik bijna helemaal vervaagd is, vindt hij de ooit door haar opgeschreven zin goed van toepassing op de situatie van dat moment. Tante Roza zegt hem niets meer: De gele rivier is bevrozen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De verhouding tussen de jongen en zijn tante vormt wel de hoofdlijn, maar daarnaast speelt ook een andere gebeurtenis een belangrijke rol, namelijk de strijd rond de krotten en

De inspectie heeft op 13 mei 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de voorschoolse educatie op Kindercentrum Hoornse meer - locatie Tante Toosje.. Voorschoolse

De leiding en de medewerkers van Tante El voeren een voortdurende en transparante dialoog met deze partijen, om in de voorschoolse educatie van betekenis te zijn voor de peuters

GREET Spijt komt niet in mijn agenda FRIEDEL Hoe lang hebben jullie ….. GREET

Het zijn niet de dagelijkse beslommeringen van Tante An of Kirsten Emous als mantelzorger die centraal staan, maar dat wat medische wetenschappers over dementie kunnen

Is uw kind ziek en kunt u geen opvang regelen of vrij krijgen, dan is uw kind bij ons in  goede handen. Doch ook wij moeten rekening houden met andere kinderen, die hier niet  de

De kijkers van Eén kennen haar al achttien jaar als Marianne uit ‘Thuis’ maar op zondag is Leah Thys te zien als koningin Fabiola in de veelbe- sproken serie ‘Albert II’..

Zoo loopt hij voort als waar 't niet pluis, En staat ook eind'lijk voor zijn huis;.. En nu is aan 't verhaal een end En Kasper maakt