• No results found

Orde van Dienst Sellingen 7 februari Voorganger: ds. A.L. Verduijn. 1. Heer, die mij ziet zoals ik ben, 2. Gij zijt zo diep vertrouwd met mij:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Orde van Dienst Sellingen 7 februari Voorganger: ds. A.L. Verduijn. 1. Heer, die mij ziet zoals ik ben, 2. Gij zijt zo diep vertrouwd met mij:"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Orde van Dienst Sellingen 7 februari 2021 Voorganger: ds. A.L. Verduijn

Orgelspel

Welkom en mededelingen

Zingen Psalm 139: 1, 2, 3 ‘Heer die mij ziet zoals ik ben’

1. Heer, die mij ziet zoals ik ben, 2. Gij zijt zo diep vertrouwd met mij:

dieper dan ik mijzelf ooit ken, wie weet mijn wegen zoals Gij

kent Gij mij, Gij weet waar ik ga, Gij kent mijn leven woord voor woord, Gij volgt mij waar ik zit of sta. Gij hebt mij voor ik spreek gehoord.

Wat mij ten diepste houdt bewogen, Ja overal, op al mijn wegen 't ligt alles open voor uw ogen. en altijd weer komt Gij mij tegen.

3. Waar zou ik vluchten voor uw Geest Gij sluit mij in, ik ben bevreesd.

Gij legt uw hand op mij, Gij zijt zo dichtbij met uw majesteit, zo ver en zo met mij verbonden:

hoe kan ik uw geheim doorgronden Stil gebed

Bemoediging en groet

Muziek Psalm 8: 1, 2, 3 ‘Heer onze Heer, hoe heerlijk en verheven’

1. Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven 3. Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven Hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven Hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven Machtige God, Gij die uw majesteit Heer, onze God, hoe vol van majesteit Ten hemel over ons hebt uitgebreid Hebt Gij uw naam op aarde uitgebreid

2. Aanschouw ik 's nachts het kunstwerk van uw handen De maan, de duizend sterren die daar branden

Wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt Het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt Verootmoediging en genade verkondiging Geloofsbelijdenis

Zingen ‘Eenzaamheid’

(2)

1. God, ’t is donker en U bent zo ver refr. Niets kan mij meer van U scheiden

’t Is alsof de zon nooit meer zal schijnen machten, krachten, lijden of nood Ziet U niet mijn eenzaamheid Heden, toekomst, lengte, diepte angst en pijn en mijn verlorenheid honger, armoe of de dood God, ik schreeuw het uit waar moet ik heen

als U mij niet begrijpt waar moet ik heen

2. God ’t is donker, nergens zie ik licht refr.

‘k Ben alleen en zonder idealen als U dan mijn vader bent

waarom hebt U zich dan afgewend

God, ik schreeuw het uit waar moet ik heen als U mij niet niet meer hoort

waar moet ik heen

3. God, ik weet wel, ‘k ben nooit alleen refr. (2 x) U regeert bij U ben ‘k veilig

Heer vergeef toch mijn opstandigheid laat mij leven in uw zonneschijn God, ik dank U wel,

U hebt mijn leven in uw sterke hand Ik zing het uit

Gebed bij de opening van het Woord

Muziek voor kids ‘Jona, Jona, ga naar Ninevé’

Schriftlezing Jona 1:1-16

Eens richtte de HEER zich tot Jona, de zoon van Amittai: 2‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen, want het kwaad dat ze daar doen is ten hemel schreiend.’ 3 En Jona maakte zich gereed, maar vluchtte naar Tarsis, weg van de HEER. Hij ging naar Jafo en vond er een schip met bestemming Tarsis. Hij betaalde de overtocht en ging aan boord om mee te varen naar Tarsis, weg van de HEER.4 Maar de HEER wierp een hevige storm op de zee, en de zee werd zo wild dat het schip dreigde te breken. 5 De zeelieden werden bang, en ieder riep tot zijn eigen god om hulp. Ook gooiden ze, om het gevaar af te wenden, de lading in zee. Maar Jona was in het ruim van het schip afgedaald, was daar gaan liggen en in een diepe slaap gevallen. 6De schipper ging naar hem toe en zei tegen hem: ‘Wat lig jij hier te slapen! Sta op, roep je God aan! Misschien dat hij zich om ons bekommert, zodat we niet vergaan.’ 7Intussen overlegden de zeelieden: ‘Laten we het lot werpen om te weten te komen wiens schuld het is dat deze ramp ons treft.’ Ze wierpen het lot, en het lot viel op Jona. 8 Toen zeiden ze tegen hem: ‘Vertel ons: Hoe komt het dat deze ramp ons treft? Wat doe je hier aan boord? Waar kom je vandaan? Uit welk land kom je? Bij welk volk hoor je?’ 9Jona antwoordde:

‘Ik ben een Hebreeër en ik vereer de HEER, de God van de hemel, de God die de zee en het

(3)

vroegen hem: ‘Wat moeten we met je doen, dat de zee ons met rust laat?’ Want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger. 12Hij antwoordde: ‘Gooi me in zee, dan zal de zee jullie met rust laten. Want ik weet dat het mijn schuld is dat deze storm zo tegen jullie tekeergaat.’ 13Maar de mannen roeiden uit alle macht om weer aan land te komen; dat lukte hun echter niet, want de zee ging steeds onstuimiger tegen hen tekeer. 14Toen riepen ze tot de HEER: ‘Ach HEER, laat ons toch niet vergaan als wij het leven van deze man opofferen. Reken het ons niet aan als hier een onschuldige sterft. U bent de HEER, al wat u wilt dat doet u!’ 15Toen tilden ze Jona op en gooiden hem in zee, en de woede van de zee bedaarde. 16De mannen werden vervuld van bang ontzag voor de HEER. Ze brachten hem een offer en deden hem geloften.

H2:1-2 De HEER liet Jona opslokken door een grote vis. Drie dagen en drie nachten zat Jona in de buik van de vis. 2 Toen begon hij in de buik van de vis tot de HEER, zijn God, te bidden:

Schriftlezing Mattheus 12:38-42

38 Daarop reageerden enkele schriftgeleerden en farizeeën met een vraag: ‘Meester, we zouden graag een teken van u zien.’ 39Hij antwoordde: ‘Dit is een verdorven en trouweloze generatie. Ze verlangt een teken, maar zal geen ander teken krijgen dan dat van de profeet Jona. 40 Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een grote vis zat, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde verblijven. 41 Op de dag van het oordeel zullen de Ninevieten samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij hadden zich bekeerd na de prediking van Jona, en hier ziet u iemand die meer is dan Jona! 42 Op de dag van het oordeel zal de koningin van het Zuiden samen met deze generatie opstaan en haar veroordelen; want zij was van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo!

Muziek lied 422: 1, 2, 3 ‘Laat de woorden die wij hoorden’

1. Laat de woorden 3. Laat ons hopen

die we hoorden biddend hopen,

klinken in ons hart. dat de liefde wint.

Laat ze vruchten dragen Wil geloof ons geven

alle, alle dagen dat door zo te leven

door uw stille kracht. hier Gods rijk bemint.

2. Laat ons weten nooit vergeten

hoe U tot ons spreekt:

Sterker dan de machten zijn de zwakke krachten vuur dat U ontsteekt.

Verkondiging

Muziek ‘Dankt sei dir Herr’

(4)

Dank sei dir Herr, Dank sei dir Herr, segne das glück, segne den Tag, Vater der alles vermag.

Lasse dein antlitz über uns leuchten, in Ewigkeit, Gib uns die liebe un Treue für alle Zeit.

Dank, sei dir Herr, Dank sei dir Herr,

Segne das glück, segne den Tag, Vater, der Alles Vermag. Dank sei dir Herr, Dank sei dir Herr, segne das Glück, segne den Tag, Vater, der Alles vermag.

Dank sei dir Herr.

Dankgebed

Slotlied liedbundel 100: 1, 2 ‘Houdt me dicht bij U’

1. Houd mij dicht bij U Refr. U bent mijn doel Laat me nooit meer gaan U bent mijn hartsverlangen Voor U leg ik mijn leven neer U bent mijn doel

Verlangend naar Uw vriendschap, Heer Houd mij heel dicht bij U U alleen begrijpt

Wat ik nodig heb

Uw liefde die mij warmte geeft Als U mij in Uw armen neemt Leid mij naar Uw hart

Breng mij terug naar U (het geheel wordt eenmaal herhaalt.) Heenzending en zegen

Respons ‘Zegen ons algoede’

1. Zegen ons algoede 3.Amen, amen, amen!

Neem ons in uw hoede Dat wij niet beschamen

En verhef uw aangezicht Jezus Christus onze Heer

Over ons en geef ons licht Amen, God, uw naam ter eer.

2. Stort, op onze bede, In ons hart uw vrede

En vervul ons met de kracht Van uw geest bij dag en nacht.

Naspel Zach Williams ‘Chain breaker’

If you've been walking the same old road for miles and miles If you've been hearing the same old voice tell the same old lies If you're trying to fill the same old holes inside

(5)

If you've got pain, He's a pain taker If you feel lost, He's a way maker

If you need freedom or saving, He's a prison-shaking Savior If you got chains, He's a chain breaker

We've all searched for the light of day in the dead of night We've all found ourselves worn out from the same old fight We've all run to things we know just ain't right

When there's a better life, there's a better life

If you've got pain, He's a pain taker If you feel lost, He's a way maker

If you need freedom or saving, He's a prison-shaking Savior If you got chains, He's a chain breaker

If you believe it, if you receive it If you can feel it, somebody testify If you believe it, if you receive it

If you can feel it, somebody testify, testify If you believe it, if you receive it

If you can feel it, somebody testify

If you've got pain, He's a pain taker If you feel lost, He's a way maker

If you need freedom or saving, He's a prison-shaking Savior If you got chains, He's a chain breaker

If you need freedom or saving, He's a prison-shaking Savior If you got chains, He's a chain breaker

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het jongetje huilde, en vol medelijden zei ze: ‘Dat moet een Hebreeuws kind zijn.’ 7 Toen kwam de zuster van het kind haar vragen: ‘Zal ik bij de Hebreeuwse vrouwen een voedster

Geef vrede, Heer, geef vrede, de aarde wacht zo lang,.. er wordt zo veel geleden, de mensen zijn zo bang, de toekomst is zo duister en ons geloof

Laat niet tot zonde uw geschil zijn, maar zoekt uw vrede voor de nacht. Spreekt tot uw hart en laat het stil zijn, laat wat de HERE wil uw

En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam.. Wat moet

Herschep mijn hart, en reinig Gij, o HEER', Die vuile bron van al mijn wanbedrijven;.. Vernieuw in mij een vasten geest,

Gezang 127 vers 3 Liedboek voor de Kerken.!. Juicht nu, trots al uw zorgen, de Koning komt

Of bangen nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed. Mijn rots, mijn deel, mijn

Wat Gij eenmaal zijt begonnen o voltooi het: maak ons rein, tot de wereld is gewonnen en in U hersteld zal zijn, tot wij eeuwig bij U wonen, schrijdende van licht tot licht,