Welkom in deze dienst
Voorganger is ds. K. Timmerman
Schriftlezingen: Spreuken 15 vers 13 t/m 17 Spreuken 16 vers 8
Spreuken 17 vers 1 Psalm 100 vers 3 (Schoolpsalm)
Psalm 128 vers 1, 2, 3 en 4
Gezang 479 vers 1, 2, 3 en 4 (Liedboek) Psalm 37 vers 2 en 8
Gezang 148 vers 1, 4, 5 en 6 (Bundel 1938) Psalm 73 vers 12 en 13
Biddag 12 maart 19:30 uur Goede Herderkerk
Gaat tot Zijn poorten in met lof, Met lofzang in Zijn heilig hof;
Looft Hem aldaar met hart en stem;
Prijst Zijnen Naam, verheerlijkt Hem.
Psalm 100 vers 3 (Schoolpsalm)
U mag men zalig heten,
Dien 's HEEREN vrees bekoort;
Die, met een goed geweten,
Steeds wandelt naar Zijn woord.
Gij zult uw nooddruft vinden Door d' arbeid van uw hand;
Wat g' U moogt onderwinden, Komt naar uw wens tot stand.
Psalm 128 vers 1
Uw echtvriendin zal bloeien, Gelijk een wijnstok tiert,
Die, vruchtrijk onder 't groeien, Uw huismuur dekt en siert.
Niets zal uw welvaart stuiten;
Uw kroost zal blij en fris, Als groen' olijvenspruiten, Versieren uwen dis
Psalm 128 vers 2
Dit lot is u beschoren, Zo gij, met diep ontzag,
Naar 's HEEREN wet blijft horen;
Voor u zal, dag aan dag, Het heil uit Sion vloeien:
Gij zult, zolang gij leeft, Jeruzalem zien bloeien,
't Welk God Zijn zegen geeft.
Psalm 128 vers 3
Blijft gij op Hem betrouwen, Dan zult gij, op uw beê
't Kroost van uw kroost aanschouwen;
In Israel zij vreê.
Psalm 128 vers 4
Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren, het vaste land, de onzeekre zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.
Gezang 479 vers 1 (Liedboek voor de Kerken)
Gij roept het jonge leven wakker, een tuin bloeit rond het open graf.
Er ruisen halmen op de akker
waar zich het zaad verloren gaf.
En vele korrels vormen saam
een kostbaar brood in uwe naam.
Gezang 479 vers 2 (Liedboek voor de Kerken)
Gij hebt de bloemen op de velden met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
't Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.
Gezang 479 vers 3 (Liedboek voor de Kerken)
Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet.
Gezang 479 vers 4 (Liedboek voor de Kerken)
Stel op den HEER' in alles uw betrouwen;
Betracht uw plicht, bewoon het aardrijk; leer Uw welvaart op Gods trouw volstandig
bouwen.
Verlustig u met blijdschap in den HEER', Dan zal Hij u in liefd' en gunst
aanschouwen, U schenken, wat uw hart van Hem begeer'.
Psalm 37 vers 2
Gods wraak ontwaakt en trekt de trotsen
tegen, Hun eigen zwaard vergiet hun ziedend
bloed;
Dan breekt hun boog, dan vallen z' op hun wegen, Dan blijkt op 't klaarst', dat hier het weinig
goed Van 's HEEREN volk, rechtvaardiglijk
verkregen, Veel beter is, dan 's bozen overvloed.
Psalm 37 vers 8
Van U zijn alle dingen, van U, o God, alleen, van U de zegeningen, o hoorder der gebeen!
Uw liefd' en trouw omringen mijn wankelende schreen,
en wat w' ooit goeds ontvingen, het is van U alleen!
Gezang 148 vers 1 (Hervormde Bundel 1938)
Hoe kent Gij al mijn noden, waarin Gij trouw voorziet!
Gij geeft geen steen voor broden, een slang voor vissen niet!
Wie komt tot U gevloden, wien Gij geen hulpe biedt?
Gij laat de zondaar noden.
nog eer hij tot U vliedt.
Gezang 148 vers 4 (Hervormde Bundel 1938)
O mocht ik U beminnen, gelijk Gij mij bemint,
en heil'ge vrees van binnen mij leiden als uw kind!
Mocht ik die rijkdom winnen, die roest nog mot verslindt, en werden nooit mijn zinnen door ijd'le glans verblind!
Gezang 148 vers 5 (Hervormde Bundel 1938)
U zal ik eeuwig eren,
die eeuw'ge goedheid zijt!
U blijv', o Heer der heren, geheel mijn hart gewijd!
Wat kan ik niet ontberen, wanneer uw hand mij leidt, wat vuriger begeren
dan uwe heerlijkheid!
Gezang 148 vers 6 (Hervormde Bundel 1938)
'k Zal dan gedurig bij U zijn,
In al mijn noden, angst en pijn;
U al mijn liefde waardig schatten,
Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten.
Gij zult mij leiden door Uw raad, O God, mijn heil, mijn toeverlaat;
En mij, hiertoe door U bereid, Opnemen in Uw heerlijkheid.
Psalm 73 vers 12
Wien heb ik nevens U omhoog?
Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog, Op aarde nevens U toch lusten?
Niets is er, waar ik in kan rusten.
Bezwijkt dan ooit, in bitt're smart
Of bangen nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed
Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.
Psalm 73 vers 13