Versie 10.1.0
Gebruikershandleiding
Copyright
Gelicentieerd materiaal - Eigendom van IBM
© Copyright IBM Corp. 2005, 2010.
Beperkte rechten voor gebruikers in Amerikaanse overheidsdienst - Gebruik, vermenigvuldiging en openbaarmaking van de bijbehorende documentatie worden beperkt door het GSA ADP Schedule Contract met IBM Corp.
IBM, het IBM-logo, ibm.com PowerPlay, en Cognos zijn handelsmerken van International Business Machines Corp. in vele rechtsgebieden wereldwijd. Andere namen van producten en services kunnen handelsmerken zijn van IBM of andere bedrijven. Een actuele lijst van IBM- handelsmerken is beschikbaar op internet onder www.ibm.com/legal/copytrade.shtml.
Adobe, het Adobe-logo, PostScript en het PostScript-logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Microsoft, Windows, Windows NT en het Windows-logo zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Java en alle op Java gebaseerde handelsmerken en logo's zijn handelsmerken van Sun Microsystems, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Inhoudsopgave
Inleiding 7
Hoofdstuk 1: PowerPlay Studio 9
Waarin verschilt IBM Cognos PowerPlay Studio van IBM Cognos Series 7 PowerPlay Web? 9 PowerPlay Studio Explorer 12
Interface van PowerPlay Studio Explorer 12 Categorieën selecteren 14
Meetwaarden kiezen 15 PDF Viewer 16
De inhoud van een rapport aanpassen 16 Lagen op pagina's weergeven 17
Rapporten analyseren 17 Rapporten beheren 18
Hoofdstuk 2: Gegevens analyseren 19
Specifieke dimensies of meetwaarden zoeken 19 Scenariodimensies 20
Een niveau omlaag of omhoog gaan 20 Verschillende paden naar een categorie 21 Beperkte gegevenswaarden 21
Gegevens filteren 21 Geneste categorieën 22
Rijen, kolommen en geneste niveaus verplaatsen of kopiëren 23 Een subset van categorieën maken 24
Subsets maken met categorieën met hoogste en laagste waarden 26 Een kopie van een subset maken 26
Categorieën toevoegen aan of verwijderen uit een subset 27 De details van een subsetdefinitie weergeven 27
Totalen of subtotalen verbergen 28 Berekeningen toevoegen 28
Berekeningen bewerken 29 Berekeningen verplaatsen 30 Prognosemethoden 30
Trend (lineair of rechte lijn) 31 Groei (kromme of kromme lijn) 31 Autoregressie (seizoen) 32
Prognose maken 32
Werken in de ontwerpmodus 33 Alternatieve hiërarchieën analyseren 33 Diagram en tabel tegelijk weergeven 34 Uitleg bekijken 34
Doorsteken vanuit en naar PowerPlay Studio 35
Een ingesprongen kruistabeldisplay selecteren 38 Een cirkeldiagram selecteren of wijzigen 38
Een enkelvoudig staafdiagram selecteren of wijzigen 40 Een gegroepeerd staafdiagram selecteren of wijzigen 40 Een gestapeld staafdiagram selecteren of wijzigen 42 Een enkelvoudig lijndiagram selecteren of wijzigen 43 Een meervoudig lijndiagram selecteren of wijzigen 44 Een 3D-staafdiagram selecteren of wijzigen 45 Een spreidingsdiagram selecteren of wijzigen 46 Een correlatiediagram selecteren of wijzigen 47 Rapportwaarden weergeven als percentages 48 Statistische lijnen tonen 48
Valutawaarden omrekenen 49
Aangepaste uitzonderingen markeren 49 Aangepaste uitzonderingen definiëren 50 Aangepaste uitzonderingen toepassen 50 Uitzonderingen automatisch markeren 51 Waarden sorteren 52
Rijen en kolommen omwisselen 52 De grootte van kruistabellen beperken 53 Nulwaarden onderdrukken toepassen 54 80/20-onderdrukking toepassen 55 De y-as aanpassen 55
Formaat van diagrammen wijzigen 56 Legenda opmaken 56
Rangordecategorieën toevoegen op basis van meetwaarden 57 Categorieën verbergen 58
Korte namen weergeven 58 Een titel toevoegen 59
Geldige HTML-codering in rapporttitels 59
Meerdere meetwaarden weergeven in een rapport 60
Lagen gebruiken om meerdere categorieën in rapporten weer te geven 61 De patronen en kleuren van displays wijzigen 61
Een achtergrondkleur toepassen 62 Labels opmaken 62
Markeringen toevoegen 63
Hoofdstuk 4: Resultaten verspreiden 65 Rapporten maken 65
Bestaande rapporten vervangen 66
Een rapport maken in Analysis Studio of Report Studio 66 Gegevens exporteren naar een andere indeling 67
Gegevens naar CSV-indeling exporteren 67 Gegevens exporteren naar XLS-indeling 69 Gegevens naar PDF-indeling exporteren 69 Bladwijzers maken 70
Rapporten afdrukken 70
Grafische displays gebruiken in andere toepassingen 71
Hoofdstuk 5: Prognoseformules 73 Formule voor trendprognoses 73 Formule voor groeiprognoses 74
Formule voor autoregressieprognoses 74
Bijlage A: Problemen oplossen 75
Fout na invoegen van een berekening in PowerPlay Studio 75
Fout bij het openen van de koppeling in het e-mailbericht voor een gepland rapport 75 Paginafout bij het bewerken van de titel van een grafiek in het Japans 75
De browser Firefox geeft foutberichten bij het starten van een PowerPlay-rapport in PowerPlay Studio 75
Lange tekenreeksen worden afgekapt 75 Hebreeuwse tekst in grafieken 76
Na exporteren naar PDF wordt het label voor de categorie Overige in een cirkeldiagram gewijzigd in de daadwerkelijke naam van de categorie 76
Onleesbare of niet-toegankelijke display 76
Labels voor horizontale as worden niet verticaal of diagonaal weergegeven 76
Context voor rapport wordt niet juist doorgegeven bij doorsteken naar een ander pakket 76 Rapporten die u bekijkt via een lijst met uitvoerversies, worden altijd in Cognos Viewer
weergegeven 77
Context voor rapport wordt niet als verwacht doorgegeven bij doorsteken naar een ander pakket 77
Index 79
Inleiding
Dit document is bestemd voor gebruik met IBM®Cognos®PowerPlay®Studio.
Doelgroep
Voor gebruik van dit document hebt u het volgende nodig:
● kennis van de basisbeginselen van analyse van bedrijfsgegevens
● kennis van de vereisten van uw bedrijf
Waar vind ik informatie?
De IBM®Cognos®-productdocumentatie, inclusief alle vertaalde documentatie, is beschikbaar op internet in een van de informatiecentra van IBM Cognos ophttp://publib.boulder.ibm.com/infocenter/
cogic/v1r0m0/index.jsp. Updates van de releaseopmerkingen (Release Notes) worden rechtstreeks in de informatiecentra gepubliceerd.
PDF-versies van de releaseopmerkingen bij het product en de installatiehandleidingen zijn ook direct vanaf de IBM Cognos-product-cd's te lezen.
Toegankelijkheidsfuncties
Dit product biedt momenteel geen ondersteuning voor toegankelijkheidsfuncties waarmee gebruikers met een lichamelijke handicap, zoals beperkte mobiliteit of een beperkt gezichtsvermogen, dit product kunnen gebruiken.
Op de toekomst gerichte verklaringen
In deze documentatie wordt de huidige functionaliteit van het product beschreven. Het is mogelijk dat de documentatie verwijzingen bevat naar items die momenteel niet beschikbaar zijn. Hieruit mag niet worden afgeleid dat deze items in de toekomst beschikbaar zullen zijn. Deze verwijzingen houden geen toezegging, belofte of wettelijke verplichting tot het leveren van materiaal, code of functionaliteit in. De ontwikkeling, release en timing van functies of functionaliteiten vinden plaats naar goeddunken van IBM.
Vrijwaring voor voorbeeldbestanden
Alles voor Buitensport en Camping, ABC Verkoop, andere varianten op de naam Alles voor Buitensport en Camping, ABC en overige planningvoorbeelden verwijzen naar fictieve bedrijfsactiviteiten met voorbeeldgegevens die worden gebruikt om voorbeeldtoepassingen te ontwikkelen voor IBM en klanten van IBM. Deze fictieve gegevens bevatten voorbeeldgegevens voor verkooptransacties, productdistributie, financiële afdelingen en personeelsmanagement. Elke gelijkenis met bestaande namen, adressen, nummers van contactpersonen of transactiewaarden berust op toeval. Andere voorbeeldbestanden kunnen fictieve gegevens bevatten die handmatig of automatisch zijn geproduceerd, of feitelijke gegevens die zijn gecompileerd uit academische of
waarnaar wordt verwezen kunnen handelsmerken zijn van de respectieve eigenaren. Onrechtmatige verveelvoudiging van de voorbeeldgegevens is verboden.
Hoofdstuk 1: PowerPlay Studio
Met IBM®Cognos®PowerPlay®Studio kunt u rapporten maken en weergeven die zijn gebaseerd op PowerCube-gegevensbronnen. U kunt PowerPlay Studio openen vanuit de IBM Cognos Business Intelligence-portal, IBM Cognos Connection. IBM Cognos Connection is het centrale toegangspunt tot alle bedrijfsgegevens die beschikbaar zijn in IBM Cognos BI. Met behulp van IBM Cognos Connection kunt u werken met rapporten, analyses, query's, agents, metrics en pakketten. Met IBM Cognos Connection kunt u snelkoppelingen maken, maar ook URL's en pagina's om items te ordenen. U kunt IBM Cognos Connection aanpassen aan uw eigen wensen. U kunt dit programma ook gebruiken om agents uit te voeren en items te plannen.
Als u een nieuw rapport wilt maken, opent u een pakket in PowerPlay Studio, selecteert u de gegevens en opmaak voor het rapport en slaat u het rapport op naar IBM Cognos Connection. In IBM Cognos Connection is de standaardactie voor PowerPlay-rapporten om het rapport te openen in de interactieve indeling in PowerPlay Studio Explorer. U kunt de eigenschappen van het rapport wijzigen zodat het standaard geopend wordt in PDF-indeling in Report Viewer. Ongeacht de instelling voor de standaardactie kan een gebruiker van een rapport ervoor kiezen om het rapport in PDF-indeling of interactieve indeling te openen.
De beheerder kan IBM Cognos BI zo configureren dat anonieme toegang tot IBM Cognos Connection mogelijk is. Als u IBM Cognos Connection echter gebruikt zonder verificatiegegevens op te geven en probeert een beveiligd pakket te openen, wordt u gevraagd om uw referenties.
Zie de gebruikershandleiding bij IBM Cognos Connection voor meer informatie over het werken met rapporten en kubussen.
In IBM Cognos BI hebben makers van rapporten toegang tot gegevensbronnen, waaronder kubussen, via pakketten. U maakt niet rechtstreeks verbinding met een kubus zoals in IBM Cognos Serie 7.
Een beheerder van IBM Cognos BI maakt eerst een gegevensbronverbinding met de kubus. Een modeler gebruikt Framewrok Manager om een model te maken van de gegevensbron en publiceert vervolgens pakketten om de gegevens beschikbaar te stellen voor makers van rapporten. Voor gegevensbronnen van het type PowerCube kan de beheerder er desgewenst voor kiezen om automatisch een pakket te genereren bij het maken van de gegevensbronverbinding. Het pakket hoeft dan niet meer te worden gemaakt in Framework Manager.
Waarin verschilt IBM Cognos PowerPlay Studio van IBM Cognos Series 7 PowerPlay Web?
In IBM®Cognos®PowerPlay®Studio kunt u rapporten bekijken, analyseren, opmaken en verspreiden, net als in IBM Cognos Series 7 PowerPlay Web.
U kunt PowerPlay Studio openen vanuit de IBM Cognos Business Intelligence-portal, IBM Cognos Connection. Wanneer u PowerPlay Studio opent, vervangt dit programma IBM Cognos Connection in de webbrowser. Dit lijkt veel op het openen van een PowerPlay-rapport vanuit Upfront in IBM
Het gebruik van dit programma komt gebruikers van PowerPlay Web zeer bekend voor, maar er zijn wel enkele verschillen in PowerPlay Studio.
De gebruikersinterface van IBM Cognos BI
Het standaarduiterlijk van de interface van PowerPlay Studio is vergelijkbaar met de andere studio's van IBM Cognos BI. In vergelijking met PowerPlay Web zijn er verschillen in kleuren, lettertypen en pictogrammen die worden gebruikt in de interface en het uiterlijk van uitvoer in de vorm van PDF, XLS en HTML. De PowerPlay-beheerder kan de configuratie instellen voor het gebruik van alternatieve interfacetypen waarmee het uiterlijk van IBM Cognos Series 7 behouden blijft.
De meeste menuopties en berichten zijn hetzelfde als in in IBM Cognos Serie 7 PowerPlay Web.
Net als in in IBM Cognos Serie 7 kan de beheerder het type interface instellen in IBM Cognos Administration.
Ondersteunde gegevensbronnen
PowerCubes zijn de enige gegevensbronnen die worden ondersteund door IBM Cognos PowerPlay.
Makers van rapporten krijgen, in tegenstelling tot IBM Cognos Serie 7, niet rechtstreeks toegang tot een PowerCube in IBM Cognos BI. In plaats daarvan krijgen ze toegang tot een pakket dat beheerders of modelleerders hebben gemaakt via een gegevensbronverbinding met de PowerCube.
In alle studio's in IBM Cognos BI loopt de toegang tot gegevensbronnen via pakketten.
Zodra PowerPlay Studio is gestart, ziet u alle pakketten die beschikbaar zijn in Cognos Connection.
U kunt echter geen pakketten selecteren die niet worden ondersteund voor gebruik in PowerPlay Studio.
Agents en meldingen
In IBM Cognos BI biedt Event Studio functies voor agents en meldingen die vergelijkbaar zijn met IBM Cognos NoticeCast in IBM Cognos Serie 7. Deze functies worden echter anders beheerd in IBM Cognos BI en PowerPlay Studio bevat geen opdrachten op werkbalkknoppen voor agents of meldingen. Daarnaast ondersteunt PowerPlay Studio Viewer geen te controleren items van IBM Cognos BI.
De integratie voor PowerPlay-rapporten in Event Studio ondersteunt geen rapporten die zijn gemaakt met pakketten die gebruikmaken van meerdere gegevensbronverbindingen naar PowerCubes of rapporten die zijn gemaakt met een PowerCube-gegevensbron die is beveiligd met een wachtwoord.
Als u PowerPlay-rapporten wilt gebruiken die een beveiligd pakket gebruiken, moet u zich aanmelden met de benodigde referenties voordat u Event Studio of agents van Event Studio uitvoert.
Doorsteken
IBM Cognos BI bevat een doorsteekservice die door alle studio's van IBM Cognos BI wordt gebruikt.
Als u op de knop Doorsteken in PowerPlay studio drukt
● en er maar één doorsteekdoel beschikbaar is, wordt het doelrapport of pakket geopend,
● en er meerdere doorsteekdoelen beschikbaar zijn, wordt er een lijst met doorsteekdoelen weergegeven waar u uit kunt kiezen.
In zowel IBM Cognos Serie 7 als IBM Cognos BI kan een modeler doorsteekdefinities voor een
beheerprogramma. Als u inhoud van IBM Cognos Serie 7 migreert naar IBM Cognos BI, worden doorsteekinstellingen die u hebt gedefinieerd in PowerPlay EnterPrise Server voor de kubussen of rapporten gemigreerd naar IBM Cognos BI.
In IBM Cognos BI kunt u op een pakket gebaseerde doorsteekdefinities maken vanuit het menu Starten in IBM Cognos Connection. Als u op deze manier doorsteekt, hoeft u de kubus niet opnieuw op te bouwen om doorsteekdoelen toe te voegen of te wijzigen.
Foutafhandeling
Als zich fouten voordoen in IBM Cognos BI, wordt er een dialoogvenster weergegeven dat de knop Details bevat en een gedetailleerde foutentracering. Gedetailleerde informatie en tracering is beschikbaar voor fouten in IBM Cognos PowerPlay.
De bestandsnaam van de kubus in de rapporttitel
In IBM Cognos PowerPlay Studio wordt de naam die wordt opgegeven bij de naameigenschap van de PowerCube in Transformer gebruikt, wanneer u de bestandnaam van de kubus invoegt in de titel van het rapport. In IBM Cognos Serie 7 wordt de bestandsnaam van de kubus gebaseerd op de naam die is ingesteld toen de kubus is ingevoegd in PowerPlay Enterprise - Server Administration.
Rapporten weergeven in PDF-indeling
Uit overwegingen met betrekking tot de consistentie met andere studio's van Cognos BI, worden PowerPlay-rapporten in Cognos Viewer weergegeven in PDF-indeling. Voor PowerPlay-rapporten beschikt Cognos Viewer over hulpmiddelen die lijken op die van IBM Cognos Serie 7 PowerPlay Web Viewer. Zo kunt u een rapport openen in PowerPlay Studio voor verdere analyse.
De beheerder kan de standaardviewer voor rapporten wijzigen van IBM Cognos Viewer naar PowerPlay Studio Report Viewer. Deze rapportviewer lijkt sterk op IBM Cognos Serie 7 PowerPlay Web Viewer.
In beide rapportviewers zijn de opties Opslaan en Opslaan als niet beschikbaar voor PowerPlay- rapporten.
Coderen voor export naar CSV-indeling
In IBM Cognos Serie 7 wordt bij exporteren naar CSV-indeling de eigen codering van de server gebruikt.
In PowerPlay Studio wordt bij exporteren naar CSV-indeling UTF-16-codering gebruikt. Deze codering sluit aan op bestaand gedrag in IBM Cognos BI.
Weergeven voor export naar XLS-indeling
Als u een rapport exporteert naar XLS-indeling in IBM Cognos Series 7 PowerPlay Web en kiest om het bestand te openen, wordt het bestand geopend in een Microsoft®Excel-werkblad.
Als u een rapport exporteert naar XLS-indeling in IBM Cognos PowerPlay Studio en het bestand wilt openen, wordt het bestand geopend in een browservenster van Microsoft Excel. Het openen in een browservenster sluit aan bij het exporteren vanuit andere studio's van IBM Cognos BI.
Namen van bestanden voor export naar XLS-indeling
Als u een rapport exporteert naar XLS-indeling in IBM Cognos Serie 7 PowerPlay Web, is de standaardbestandsnaam ppweb.xls.
Als u een rapport exporteert naar XLS-indeling in IBM Cognos PowerPlay Studio, is de standaardbestandsnaam een willekeurige alfanumerieke tekenreeks.
PowerPlay Studio Explorer
IBM®Cognos®PowerPlay®bevat een ruimgesorteerde set hulpmiddelen waarmee u bedrijfsanalyses vanuit verschillende perspectieven kunt uitvoeren. U kunt een grote verscheidenheid aan combinaties van de belangrijkste dimensies en meetwaarden in uw gegevens analyseren. U kunt bepalen welke invloed elk bedrijfsonderdeel heeft op de algemene resultaten en dit met andere dimensies vergelijken voor verdere analyse.
Bij het analyseren van informatie kunt u het volgende doen:
● uw eigen berekeningen aan de resultaten toevoegen;
● gegevens filteren;
● waarden onderdrukken, markeren en sorteren;
● kiezen met welk displaytype u wilt werken, bijvoorbeeld een kruistabel, cirkeldiagram of staafdiagram, en welke hoeveelheid informatie u wilt weergegeven;
● rapporten publiceren, exporteren, afdrukken of ernaar verwijzen met een bladwijzer.
Wanneer u een kubus of rapport opent in PowerPlay Studio Explorer, worden de gegevens weergegeven met het weergavetype dat de beheerder heeft opgegeven.
● Verbeterd
Er zijn twee verbeterde weergaveopties, die beide dezelfde functionaliteit bieden. Het
standaardweergavetype, Verbeterd - IBM Cognos BI, is vergelijkbaar met andere studio's van IBM Cognos BI. Het weergavetype Verbeterd - Serie 7 biedt dezelfde weergave als IBM Cognos Serie 7 PowerPlay Web.
● Algemeen
Uw beheerder kan het algemene weergavetype selecteren om de reactietijden voor gebruikers met een kleine bandbreedte te bekorten. De algemene weergave is geschikt voor webbrowsers die geen ondersteuning bieden voor webpagina's die zijn gebaseerd op enhanced JavaTM. De opties in de gebruikersinterface van de algemene weergave verschillen weliswaar van die van de verbeterde weergave, maar met beide weergavetypen kunt u de dezelfde resultaten krijgen.
Interface van PowerPlay Studio Explorer
De interface van IBM®Cognos®PowerPlay®Studio Explorer bevat de volgende elementen als een van de verbeterde weergavetypen wordt geselecteerd.
werkbalk van de dimensieviewer
dimensieviewer werkbalk van de display display
niveauselectiegebieden dimensieregel
Display
In de display kunt u klikken met de rechtermuisknop op titels, kolomtitels en gegevenscellen en acties uitvoeren die betrekking hebben op afzonderlijke gegevenselementen.
Werkbalk voor weergave
Veel van de functies in de verbeterde weergave zijn beschikbaar via menu's of dialoogvensters die u opent vanaf de werkbalk voor weergave.
Zo opent u het dialoogvenster Berekeningen door te klikken op de knop Berekening . In dit document wordt de werkbalk voor weergave aangeduid als de werkbalk.
Dimensieviewer
In de dimensieviewer wordt een volledige boomstructuur van de dimensies en de meetwaarden in een kubus weergegeven. Met deze weergave kunt u de gegevensstructuur zien en de benodigde items vinden. In de dimensieviewer worden alle dimensies, niveaus en categorieën in de geselecteerde kubus gerangschikt weergegeven.
In de dimensieviewer kunt u de volgende acties uitvoeren door middel van slepen en neerzetten of klikken met de rechtermuisknop:
● een rij of kolom wijzigen
● een meetwaarde wijzigen of nieuwe meetwaarden toevoegen aan het rapport
● een geneste kruistabel of diagram maken
● filteren
Als u liever het volledige browservenster gebruikt, kunt u de dimensieviewer sluiten door te klikken op de knop Dimensieviewer verbergen/weergeven .
Werkbalk van de dimensieviewer
Als u bijvoorbeeld een categorie wilt toevoegen als het geneste hoogste niveau in kolommen, klikt u op de knop Invoegen vóór de kolommen .
Als u de werkbalk van de dimensieviewer wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop op de dimensieviewer en kiest u Werkbalk weergeven.
Als u een andere ondersteunde browser gebruikt dan Microsoft Internet Explorer,
● is de werkbalk van de dimensieviewer standaard uitgeschakeld.
● zijn sleep- en neerzetacties niet ondersteund. U moet de werkbalk van de dimensieviewer gebruiken om taken te voltooien.
Dimensieregel
U kunt de dimensieregel gebruiken om categorieën toe te voegen aan rijen en kolommen, en de gegevens in de kubus te filteren. U kunt items van de dimensieregel naar de kruistabel of het diagram slepen, of u kunt met de rechtermuisknop klikken op de categorieën om informatie over de gegevens te bekijken.
Werkbalk voor niveauselectie
Als u de werkbalk voor niveauselectie wilt openen, klikt u op het niveauselectiegebied voor rijen of kolommen. De werkbalk bevat knoppen waarmee u categorieën kunt uitvouwen, gegevensniveaus kunt verwijderen, categorieën kunt omwisselen, niveaus kunt wijzigen en uitleg kunt weergeven.
Categorieën selecteren
Als u een nieuw rapport maakt, worden de categorieën van de eerste twee dimensies op de dimensieregel weergegeven als de rijen en kolommen. De Transformer-samensteller definieert de indeling van de dimensies bij het samenstellen van de kubus. Als u de categorieën van andere dimensies wilt analyseren, selecteert u de categorieën die de huidige categorieën moeten vervangen of voegt u geneste categorieën(p. 22)toe aan het rapport.
Een categorie is een vast aspect van uw bedrijf, dat wordt weergegeven door een rij of kolom in een kruistabel. De beheerder brengt categorieën aan in de dimensies van een kubus. Elke dimensie wordt weergegeven als map in de dimensieviewer en op de dimensieregel van het rapport. De dimensies in een kubus kunnen bijvoorbeeld jaren, locaties, producten en kanalen omvatten. De doorsnede van alle categorieën op de dimensieregel worden berekend om u de waarden voor uw rapport te geven.
Categorieën worden weergegeven als hyperlinks in het rapport. Wanneer u op een categorie klikt, komen de bijbehorende onderliggende categorieën in de plaats van de categorieën in het rapport.
Wanneer u op een samenvattingscategorie klikt, komen de bovenliggende categorieën in de plaats van de onderliggende categorieën in het rapport.
U kunt ook andere berekende categorieën toevoegen die de beheerder heeft gedefinieerd in een kubus, zodat u specifieke gegevenscombinaties kunt analyseren.
Procedure met de dimensieregel
● Sleep de categorie van de dimensieregel naar het kolomtitelgebied of het rijtitelgebied.
Procedure met de werkbalk van de dimensieviewer
1. Als de werkbalk van de dimensieviewer niet wordt weergegeven onder de dimensieviewer, klikt u met de rechtermuisknop in het vlak onder de dimensieviewer en klikt u op Werkbalk weergeven.
2. Vouw in de dimensieviewer het niveau of de categorie uit die u als rij of kolom wilt weergeven uit en klik erop.
3. Kies op de werkbalk van de dimensieviewer waar u de categorie wilt toevoegen:
● Als u de selectie wilt toevoegen als buitenste niveau van geneste rijen, klikt u op de knop Invoegen vóór de rijen .
● Als u de huidige rijen wilt vervangen, klikt u op de knop Rijen vervangen .
● Als u de selectie wilt toevoegen als genest niveau in rijen, klikt u op de knop Invoegen na de rijen .
● Als u de selectie wilt toevoegen als bovenste niveau van geneste kolommen, klikt u op de knop Invoegen vóór de kolommen .
● Als u de huidige kolommen wilt vervangen, klikt u op de knop Kolommen vervangen .
● Als u de selectie wilt toevoegen als genest niveau in kolommen, klikt u op de knop Invoegen na de kolommen .
Meetwaarden kiezen
Een meetwaarde is een prestatie-indicator die in getallen kan worden uitgedrukt en die wordt gebruikt om te bepalen hoe goed een bedrijf functioneert. Een meetwaarde is bijvoorbeeld:
● een eenvoudig overzicht van beschikbare informatie, zoals het aantal verzonden eenheden, omzet, uitgaven, inventarisniveaus, of quota's.
● een berekende waarde, zoals omzetvariatie (verwachte omzet min feitelijke omzet).
In de display wordt standaard de eerste meetwaarde in de lijst met meetwaarden gebruikt.
Procedure voor het wijzigen van de meetwaarde met de dimensieregel
● Kies of u een of meer meetwaarden wilt weergeven:
● Als u één meetwaarde wilt weergeven, sleept u de meetwaarde naar het titelgebied voor
Als u in een kruistabel meerdere meetwaarden met dezelfde ouder wilt weergeven, sleept u de meetwaarden vanuit de meetwaardenmap naar een gemarkeerd gebied tussen twee kolomtitels.
U kunt deze methode ook gebruiken om de meetwaarden anders te rangschikken.
● Als u alle meetwaarden in een kruistabel wilt weergeven, sleept u de map Meetwaarden naar het titelgebied van de rij of de kolom.
In de display wordt de nieuwe meetwaarde gebruikt.
Procedure voor het wijzigen van de meetwaarde met de werkbalk van de dimensieviewer 1. Klik in de dimensieviewer op de meetwaarde in de map Meetwaarden.
2. Klik op de werkbalk van de dimensieviewer op de knop Meetwaarden vervangen.
Als de werkbalk van de dimensieviewer niet wordt weergegeven onder de dimensieviewer, klikt u met de rechtermuisknop onder de dimensieviewer en klikt u op Werkbalk weergeven.
In de display wordt de nieuwe meetwaarde gebruikt.
PDF Viewer
De beheerder van IBM®Cognos®PowerPlay®stelt het type viewer voor rapporten in PDF-opmaak in, IBM Cognos Viewer of IBM Cognos PowerPlay Studio Report Viewer. Beide viewers bieden toegang tot rapportopties zoals doorsteken en de mogelijkheid om het rapport te openen in PowerPlay Studio. De standaardinstelling is IBM Cognos Viewer. De interface van deze viewer lijkt op die van de viewer die wordt gebruikt voor het bekijken van uitvoer in PDF-opmaak voor de andere IBM Cognos-studio's. De andere vieweroptie, IBM Cognos PowerPlay Studio Report Viewer, heeft een uiterlijk dat vergelijkbaar is met IBM Cognos Series 7 PowerPlay Web Viewer.
Afhankelijk van de uitvoeropties die de maker van het rapport heeft geselecteerd bij publicatie van het rapport, kan de informatie in het rapport worden aangepast(p. 16). Zo kan de maker van het rapport bijvoorbeeld vragen definiëren waarmee u het rapport kunt filteren op een bepaalde categorie of de meetwaarde kunt wijzigen.
Als u het rapport nader wilt analyseren, kunt u het afdrukken of openen in PowerPlay Studio(p. 12).
De inhoud van een rapport aanpassen
Afhankelijk van de manier waarop het rapport is gemaakt, kunt u de informatie in het rapport aanpassen.
U kunt het volgende kiezen
● dimensies(p. 19)
● inhoud van rijen en kolommen(p. 52)
● nulwaarden onderdrukken(p. 54)
● korte namen(p. 58)
● valuta en valutanotatie
U kunt een rapport openen en vragen gebruiken om de jaren en producten te kiezen die u in het rapport wilt weergeven. In het rapport worden alleen de geselecteerde jaren en producten weergegeven. U kunt teruggaan naar de vragen om de selectie te wijzigen. Telkens wanneer u de selecties wijzigt met de vragen, wordt de informatie in het rapport vernieuwd.
Vragen zijn alleen beschikbaar als deze door de maker van het IBM®Cognos®PowerPlay®Client- rapport zijn ingesteld.
Procedure
1. Open een PowerPlay-rapport in PDF-indeling.
2. Selecteer de gewenste informatie met behulp van de vragen op de pagina Rapport bewerken en klik op OK.
Als het rapport al is geopend, kunt u teruggaan naar de vragen met de knop Rapportinstellingen wijzigen .
In het rapport wordt de informatie weergegeven die u hebt geselecteerd met behulp van de vragen.
Als de vragen dimensies bevatten, kunt u snel alle filters van alle dimensies verwijderen door de knop Dimensies herstellen te gebruiken op de pagina Rapport bewerken.
Lagen op pagina's weergeven
Rapporten die in IBM®Cognos®PowerPlay®Client zijn gemaakt, kunnen verschillende categorieën informatie bevatten door het gebruik van lagen. Als u het PDF-rapport bekijkt in de rapportviewer, wordt elke laag op een afzonderlijke pagina weergegeven.
Het is mogelijk gelaagde weergaven weer te geven als u het rapport exporteert naar de PDF-indeling (p. 69). Ook kunt u, als de beheerder die functie heeft ingesteld, uitleg bekijken over iedere categorie in het rapport of vanuit het rapport doorsteken naar een gerelateerd rapport voor meer informatie.
Procedure
● Schuif naar de volgende pagina in het rapport.
De pagina bevat de inhoud van de volgende laag.
Rapporten analyseren
Als u de gegevens nader wilt analyseren of een rapport wilt wijzigen, kunt u het rapport openen in PowerPlay Studio Explorer. U kunt het rapport wijzigen in IBM®Cognos®PowerPlay®Studio Explorer door meetwaarden en dimensies te selecteren, of door niveaus omlaag of omhoog te gaan om de focus van het rapport te veranderen.
Procedure
● U hebt nu de volgende mogelijkheden:
● Klik in de viewer van IBM PowerPlay Studio op de knop Analyse . Het rapport wordt geopend in PowerPlay Studio.
Rapporten beheren
Als u een of meer rapporten hebt gemaakt, kunt u deze beheren voor uzelf en anderen. U kunt de volgende taken uitvoeren in IBM®Cognos®Connection:
● Plannen dat een rapport of groep rapporten op een bepaald tijdstip wordt uitgevoerd;
● Rapporten verspreiden onder andere gebruikers;
● Een rapport afdrukken;
● De taal kiezen die wordt gebruikt bij het uitvoeren van een rapport;
● Waarden voor vragen instellen;
● De geschiedenis van een rapport bijhouden;
● Verschillende versies van een rapport bewaren;
● Rapportweergaven maken.
Zie de IBM Cognos Connection User Guide voor meer informatie over deze taken.
Hoofdstuk 2: Gegevens analyseren
Met IBM®Cognos®PowerPlay®kunt u specifieke categorieën en meetwaarden zoeken voor uw analyse of gegevens analyseren door een niveau omlaag te gaan voor gedetailleerdere gegevens of een niveau omhoog te gaan voor een algemener beeld. Ook kunt u gegevens filteren om alleen de informatie te krijgen die u wilt. Voor verdere analyses kunt u kindcategorieën nesten onder een oudercategorie of berekeningen toevoegen, zodat u precies die informatie krijgt die u wilt.
Doorsteekopties bieden soms toegang tot een andere kubus, een ander rapport of een andere gegevensbron.
Specifieke dimensies of meetwaarden zoeken
U kunt in de gegevens van het huidige rapport of de huidige kubus zoeken naar specifieke categorieën, dimensies of meetwaarden. Door specifieke items te zoeken in zeer complexe en omvangrijke dimensies kunt u de analysetijd aanzienlijk verkorten.
Wanneer u in het huidige rapport zoekt, worden in IBM®Cognos®PowerPlay®de gegevens in de huidige display doorzocht. Wanneer u in de kubus zoekt, worden alle gegevens in de kubus doorzocht.
Met de volgende criteria kunt u zoeken naar tekst in een categorie of meetwaarde:
● bevat
● begint met
● eindigt op
In de zoekresultaten worden de categorienaam en het volledige pad vermeld. Als u in een kubus zoekt naar Star Lite, worden de volgende resultaten gegeven:
● Categorie: Star Lite
● Pad: Products/Camping Equipment/Tents
Procedure
1. Klik op de pijl naast de knop Help en klik op Zoeken.
2. Selecteer de zoekcriteria in het vak Zoekreeks en typ de tekst die u wilt zoeken.
3. Kies in het vak Tekst zoeken in of u wilt zoeken in een rapport of kubus en selecteer het bereik van de zoekopdracht.
U kunt bijvoorbeeld de zoekopdracht beperken tot de rijen van een rapport. Bij kubussen kunt u de zoekopdracht beperken tot een bepaalde dimensie.
4. Klik op Zoeken.
5. Klik in de lijst Resultaten op de categorie met de items die u zoekt en kies een van de volgende opties:
● Klik op de koppeling Ga naar om de gegevens in een categorie in het huidige rapport te isoleren.
● Klik op Filter als u het rapport wilt filteren op de resultaatcategorie.
● Klik op Rijen vervangen als u de resultaatcategorie wilt tonen in de rijen van het rapport.
● Klik op Kolommen vervangen als u de resultaatcategorie wilt tonen in de kolommen van het rapport.
Scenariodimensies
Een scenariodimensie is een dimensie waarin categorieën verschillende scenario's voorstellen. Als u bijvoorbeeld financiële gegevens analyseert, kunt u verschillende sets met waarden tegelijk analyseren, zoals geplande, gebudgetteerde een werkelijke waarden of de beste en slechtste waarden.
In tegenstelling tot normale dimensies worden scenariodimensies niet geaggregeerd tot een enkele stamcategorie, aangezien de waarden niet bruikbaar zijn.
U kunt een scenariodimensie herkennen aan het pictogram voor scenariodimensies .
Scenariodimensies worden gedefinieerd door de Transformer-samensteller. Als de samensteller een standaardcategorie heeft aangewezen voor de scenariodimensie, wordt de standaardcategorie weergegeven als een standaardfilter op de dimensieregel.
Een niveau omlaag of omhoog gaan
U kunt een niveau omhoog en omlaag gaan om verschillende aspecten van uw bedrijf te analyseren en de verschillende informatieniveaus nader te bekijken.
Zo kunt u de omzet voor een hele productlijn bekijken en vervolgens een niveau omlaag gaan om de omzet voor elk afzonderlijk product in de lijn te zien. Nadat u de omzet voor elk afzonderlijk product hebt bestudeerd, kunt u weer een niveau terug gaan. Wanneer u zich de hiërarchische structuur eenmaal eigen hebt gemaakt, kunt u meerdere niveaus tegelijk omlaag en omhoog gaan.
Als u de invloed van één enkel aspect van uw bedrijf op het geheel wilt onderzoeken, kunt u naar de onderste categorie in een dimensie gaan.
Welke functies beschikbaar zijn bij het omhoog of omlaag gaan in de hiërarchie, hangt af van het weergavetype dat u kiest.
Procedure voor één niveau omlaag gaan
● Wijzig de categorieniveaus op een van de volgende manieren:
● Als u naar een lagere categorie wilt gaan, klikt u op de dimensieregel op een lagere categorie.
● Als u één categorieniveau tegelijk omlaag wilt gaan, klikt u op de koppeling van een rij- of kolomtitel tot u op het categorieniveau bent.
● Als u één niveau naar beneden wilt gaan voor alle categorieën, klikt u met de
rechtermuisknop op het niveauselectiegebied voor rijen of kolommen en klikt u op Eén niveau omlaag.
● Als u direct omlaag wilt gaan naar de categorieën die horen bij een bepaalde gegevenswaarde in een kruistabel, dubbelklikt u op de gegevenswaarde.
Procedure voor één niveau omhoog gaan
● Wijzig de categorieniveaus op een van de volgende manieren:
● Klik op de dimensieregel op een hogere categorie.
● Als u één niveau omhoog wilt gaan voor alle categorieën, klikt u met de rechtermuisknop op het niveauselectiegebied voor rijen of kolommen en klikt u op Eén niveau omhoog.
● Als u omhoog wilt gaan tot de categorieën van de ouderrij en ouderkolom, dubbelklikt u op de gegevenswaarde waar de totalen van de rijen en kolommen elkaar kruisen.
Verschillende paden naar een categorie
De IBM®Cognos®Transformer-samensteller kan diverse paden in een dimensie definiëren die naar dezelfde categorieën leiden. Een primair pad omlaag is het hoofdpad in een dimensie. Een alternatief pad omlaag is een ander pad binnen dezelfde dimensie dat naar dezelfde categorieën leidt.
Het hoofdpad van de dimensie Years gaat bijvoorbeeld langs jaar en een van de alternatieve paden langs maand. Deze paden komen samen op dagniveau.
Beperkte gegevenswaarden
De IBM®Cognos®Transformer-samensteller kan beveiligingsregels instellen voor kubussen waarin vertrouwelijke gegevens zijn opgeslagen, bijvoorbeeld in financiële toepassingen. Wanneer de display een categorieniveau bevat waarvoor u niet de juiste toegangsrechten hebt, wordt het woord
"geweigerd" weergegeven in plaats van een gegevenswaarde. Wanneer u omlaag gaat in een categorie, kunt u niet een lager niveau van een beperkte gegevenswaarde bekijken. Het woord "geweigerd"
wordt ook weergegeven bij samenvattingen van totalen voor een categorie met deze beperkte gegevenswaarde.
Gegevens filteren
Een filter verlegt het aandachtspunt van een rapport doordat informatie wordt beperkt tot één niveau van een dimensie en alleen de geselecteerde informatie wordt weergegeven. Als u de invloed van één aspect van uw bedrijf op het geheel wilt onderzoeken, kunt u een filter instellen waarmee u alleen de onderste categorie in die dimensie te zien krijgt.
U kunt bijvoorbeeld beginnen met een rapport met de omzet voor alle productlijnen in alle regio's.
Filter het rapport met behulp van de dimensieregel op de dimensie Sales region om de omzet voor Americas te zien.
Procedure
● In de dimensieviewer klikt u op de categorie waarop u wilt filteren.
U kunt ook filteren door met de rechtermuisknop te klikken op de categorie in de dimensieviewer en Filter te kiezen.
De gefilterde categorie wordt vet weergegeven op de dimensieregel en in de display worden de waarden vervangen door die van de gefilterde categorie.
Als u alle filters uit alle dimensies wilt verwijderen, klikt u op de knop Dimensies herstellen .
Geneste categorieën
Als u een rapport opent, verschijnen de categorieën van de eerste twee dimensies van de dimensieregel in de rijen en kolommen. Wilt u gedetailleerdere informatie in het rapport bekijken, dan kunt u geneste categorieën van de huidige dimensie, andere dimensies en meetwaarden toevoegen. Een genest rapport bevat een samenvatting van de informatie voor geneste categorieën.
Stel dat een rapport productcategorieën in de kolommen en jaarcategorieën in de rijen weergeeft.
U kunt de kwartalen ook als geneste categorieën toevoegen. De samenvatting voor elk kwartaal wordt weergegeven in het volgende rapport.
Procedure
● Zoek in de dimensieregel de categorie op die u wilt nesten en voeg deze toe aan het nestniveaugebied van de rij of de kolom.
De geneste categorie wordt weergegeven in de display als subniveau binnen de rij- of kolomcategorie.
U kunt een geneste categorie verwijderen via het contextmenu van het niveauselectiegebied voor de geneste categorie.
Rijen, kolommen en geneste niveaus verplaatsen of kopiëren
Als u snel de weergave van kruistabelgegevens wilt wijzigen in de verbeterde interface, kunt u rijen, kolommen en geneste niveau verplaatsen of kopiëren.
U kunt de meetwaarden in de kruistabel ook herschikken(p. 60).
Procedure
● Bepaal of u een bepaald niveau wilt verplaatsen of kopiëren:
● Als u een niveau wilt verplaatsen, sleept u het niveauselectiegebied van het geneste niveau naar een doelniveaugebied op de huidige as of de andere as.
● Als u een niveau wilt kopiëren, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt terwijl u het
niveauselectiegebied van het geneste niveau sleept naar een doelniveaugebied op de huidige as of de andere as.
Het doelniveaugebied wordt gemarkeerd aan het uiteinde van een as.
Het niveau of een kopie van het niveau wordt weergegeven op de nieuwe locatie.
U kunt een geneste categorie verwijderen via het contextmenu van het niveauselectiegebied voor de geneste categorie.
Een subset van categorieën maken
U kunt een subset van categorieën definiëren op basis van bepaalde criteria. Subsets helpen u bepaalde elementen van gegevens te isoleren, onderzoeken en analyseren.
U kunt subsets maken op zoekcategorie, meetwaarde of op afzonderlijke categorieën. U kunt ook een subset voor een dimensie rechtstreeks maken vanuit een kruistabel. Nadat u de subset hebt gemaakt, wordt deze weergegeven in de dimensieviewer in de dimensie die u hebt gebruikt om de subset te maken.
Subsets kunnen dynamisch zijn. Dat wil zeggen dat deze worden bijgewerkt als een verandering van de gegevens van de kubus van invloed is op de categorieën in de subset. Stel dat u regiomanager bent van een bedrijf dat buitensportartikelen verkoopt. Als u de verkoop in uw regio van
milieuvriendelijke producten wilt analyseren, maakt u een subset die u definieert op zoekcriteria waarbij alle producten de tekst "milieu" bevatten. Als er aan de kubus meer artikelen worden toegevoegd die voldoen aan de zoekcriteria, worden die dynamisch toegevoegd aan de subset.
Als u een subset maakt op een afzonderlijke categorie, kan deze categorieën bevatten van meerdere niveaus, maar alleen categorieën in dezelfde dimensie. U kunt een subset niet nesten binnen de dimensie waaruit deze is afgeleid of binnen een andere subset als beide subsets afkomstig zijn uit dezelfde dimensie.
Als u doorsteekt vanuit een rapport dat een subset gebruikt, moet u er rekening mee houden dat de subsetwaarden niet worden toegepast op het doelrapport.
Procedure voor het gebruik van zoekcriteria of meetwaarde 1. Klik op de knop Aangepaste subsets .
2. Typ een naam voor de subset.
3. Selecteer de dimensie waarop u de subset wilt maken.
4. Definieer de zoekcategorie of meetwaarde:
● Als u zoekcriteria wilt definiëren, klikt u op Regel op zoekcategorie definiëren en op Volgende. Klik op Toevoegen en maak de zoekdefinitie door de zoekreeks, de begincategorie voor de zoekopdracht en het bereik van categorieniveaus op te geven. Klik op OK.
In de zoekreeks wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
U kunt meerdere zoekdefinities definiëren. U kunt ook bestaande definities bewerken en verwijderen in het dialoogvenster Aangepaste subset maken op zoeken naam.
Als u alle zoekdefinities hebt gedefinieerd, klikt u op Volgende.
● Als u een meetwaarde wilt definiëren, klikt u op Regel op meetwaarde definiëren en op Volgende. Definieer de meetwaarde door de meetwaarde te selecteren waarop u de regel wilt baseren, de waarden die u als resultaat wilt krijgen, de categorie en het bereik van categorieniveaus die u wilt doorzoeken. U kunt desgewenst ook dimensiefilters toepassen.
Als u de meetwaarde hebt gedefinieerd, klikt u op Volgende.
5. Bekijk de zoekresultaten.
Als u het zoekresultaat wilt verwijderen uit de subset, klikt u op het resultaat en klikt u op Verwijderen. Om het zoekresultaat weer op te nemen in de subset, klikt u op het resultaat en klikt u op Opnieuw inschakelen.
Categorieën die op basis van de subsetregel als resultaat worden gegeven in de resultatenset, zijn dynamisch. Als de gegevensbron verandert, worden die veranderingen doorgevoerd in de resultatenset. De veranderingen zijn daar herkenbaar aan het pictogram met de verrekijker . 6. Als u categorieën wilt toevoegen die niet als resultaat werden gegeven in de resultatenset,
selecteert u de categorieën in de lijst Beschikbare categorieën en klikt u op de knop Aan aangepaste subset toevoegen.
Deze categorieën zijn statisch. Als u de subsetregel wijzigt of als de gegevensbron verandert en er een andere resultatenset als resultaat wordt gegeven, blijven deze extra categorieën deel uitmaken van de subset tot u ze verwijdert.
7. Klik op Voltooien.
In de dimensieviewer wordt de subset weergegeven als een nieuwe categorie.
U kunt de subset bewerken, verwijderen en de naam ervan wijzigen met de opdrachten in het contextmenu wanneer u de subset selecteert.
Procedure voor het gebruik van categorieselectie 1. Klik op de knop Aangepaste subsets .
2. Typ een naam voor de subset.
3. Selecteer de dimensie waarop u de subset wilt maken.
4. Klik Geselecteerde categorieën en klik Volgende.
5. Selecteer de categorieën die u in de subset wilt opnemen en klik op de knop Aan aangepaste subset toevoegen.
6. Klik op Voltooien.
In de dimensieviewer wordt de subset weergegeven als een nieuwe categorie. De categorieën zijn statisch en blijven in de subset tot u ze verwijdert.
U kunt de subset bewerken, verwijderen en de naam ervan wijzigen met de opdrachten in het contextmenu wanneer u de subset selecteert.
Procedure met een dimensie in een rapport
1. Selecteer de rijen of kolommen die u wilt opnemen in de subset.
2. Klik met de rechtermuisknop op het titelgebied van een geselecteerde rij of kolom en kies Aangepaste subset maken.
U kunt de subset bewerken, verwijderen en de naam ervan wijzigen met de opdrachten in het contextmenu wanneer u de subset selecteert.
Subsets maken met categorieën met hoogste en laagste waarden
U kunt subsets maken met categorieën met de hoogste of de laagste waarden van een bepaalde meetwaarde.
Gebruikers kunnen het aantal op te nemen categorieën dynamisch bepalen, bijvoorbeeld de hoogste tien of de laagste 25.
Procedure
1. Klik op de knop Aangepaste subsets .
2. Typ een naam voor de subset, kies de dimensie waarop u de subset wilt baseren, klik op Regel op meetwaarde definiëren en klik op Volgende.
3. Stel de opties als volgt in en klik op Volgende:
● Klik op de optie om de hoogste waarden (aflopend gesorteerd) of laagste waarden (oplopend gesorteerd) op te nemen.
● Geef op hoeveel categorieën moeten worden opgenomen in de subsetdefinitie.
● Selecteer het vereiste dimensieniveau als het beginpunt voor de subsetdefinitie en selecteer de juiste bereikoptie.
4. Volg de aanwijzigen van de wizard tot het laatste scherm en klik op Voltooien.
5. Controleer of de dimensiestructuur is bijgewerkt met de nieuwe subset en of de gefilterde niveaus navenant zijn gewijzigd.
Scripts met opdrachten voor het maken van subsets op meetwaarde moeten door
automatiseringsontwikkelaars worden bijgewerkt. Gebruikers van de huidige versie kunnen rapporten en kubussen wel analyseren met reeds bestaande subsets en bladwijzers, maar nieuwe subsetdefinities kunnen niet worden weergegeven in oudere versies van IBM®Cognos®PowerPlay®. De subsets worden geopend als lege subsets.
Een kopie van een subset maken
U kunt een kopie maken van een statische subset. Nadat u de subset hebt gekopieerd, kunt u de kopie aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld met de kopieën meerdere vergelijkbare subsets maken.
U kunt een kopie van een statische subset alleen maken met de verbeterde interface.
Procedure
● Klik in de dimensieviewer met de rechtermuisknop op een subset en kies Dupliceren.
Er wordt een kopie van de subset gemaakt met de naam Duplicatie van naam van de oorspronkelijke subset.
U kunt de kopie selecteren en bewerken met de opdracht Bewerken in het contextmenu.
Categorieën toevoegen aan of verwijderen uit een subset
U kunt categorieën toevoegen aan een subset als deze uit dezelfde dimensie komen als de subset en uit dezelfde hiërarchie als waaruit de subset oorspronkelijk is gemaakt. Verder mag de categorie geen stamcategorie in de hiërarchie zijn.
Procedure voor het toevoegen van categorieën
1. Klik in de dimensieviewer met de rechtermuisknop op een subset en kies Bewerken.
2. Selecteer de categorieën die u wilt opnemen in de subset in de lijst Beschikbare categorieën.
3. Selecteer een categorie in de lijst Resultatenset.
De toegevoegde categorieën verschijnen boven de categorie die u selecteert in de lijst Resultatenset.
4. Klik op de knop Aan aangepaste subset toevoegen om de categorieën te verplaatsen van de lijst Beschikbare categorieën naar de lijst Resultatenset.
5. Klik op Voltooien.
De categorieën worden toegevoegd aan de subset.
Procedure voor het verwijderen van categorieën
1. Klik in de dimensieviewer met de rechtermuisknop op een subset en kies Bewerken.
2. Selecteer een categorie in de lijst Resultatenset.
3. Klik op de knop Uit aangepaste subset verwijderen om de categorieën te verplaatsen van de lijst Resultatenset naar de lijst Beschikbare categorieën.
4. Klik op Voltooien.
De categorieën worden verwijderd uit de subset.
De details van een subsetdefinitie weergeven
Als een dimensiefilter of een rij of een kolom in een kruistabel een aangepaste subset bevat, toont het venster Uitleg een beknopte beschrijving van de subsetdefinitie, naast een herkenningspictogram.
In plaats van dat alleen de subsetnaam wordt getoond, ziet u ook een lijst met categorieën die zijn opgenomen in de subset in de vorm van doorzoekbare tekenreeksen, bereiken of "bevat"-expressies.
Mogelijk worden ook beginpunt en bereik getoond.
De volgende onderdelen worden niet weergegeven niet in het venster Uitleg:
● categorieën in een statische keuzelijst;
● expliciet opgenomen categorieën of categorieën met genegeerde resultaten;
in subsets op meetwaarde, het hoogste niveau (stam) van een dimensie.
Procedure
1. Klik met de rechtermuisknop op een rij, een kolom of een cel in de kruistabel en klik vervolgens op Uitleg.
2. Blader indien noodzakelijk om de gedetailleerde beschrijving van de subset te bekijken.
De tekst wordt weergegeven onder de filters en bij meerdere subsets onder de desbetreffende titel.
Totalen of subtotalen verbergen
In elk rapport met een kruistabel wordt een rij en kolom met de totale waarde van elke categorie weergegeven. Wanneer u geneste categorieën toevoegt aan een rapport met een kruistabel, wordt in IBM®Cognos®PowerPlay®een rij of kolom met de samenvatting van subtotalen toegevoegd voor ieder niveau kindcategorieën, zodat u kunt zien hoe ieder niveau bijdraagt aan het volgende niveau. Als u deze totalen of subtotalen niet wilt zien, kunt u ze verbergen.
U kunt totalen en subtotalen alleen verbergen in kruistabellen en ingesprongen kruistabellen.
Procedure
1. Klik met de rechtermuisknop op een samenvattingsrij of -kolom met een totaal of subtotaal en kies Verbergen/weergeven.
2. Schakel het selectievakje Samenvattingen weergeven uit en klik op OK.
De samenvattingsrijen of -kolommen met totalen of subtotalen zijn niet meer zichtbaar.
Berekeningen toevoegen
U kunt een aangepaste berekening maken en rijen of kolommen combineren om een nieuw item te verkrijgen.
U kunt de volgende typen berekeningen uitvoeren:
● Rekenkundig: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, machtsverheffen
● Percentage: procent, basispercentage, cumulatieve percentage, percentage groei
● Analytisch: gemiddelde, mediaan, maximum, minimum, percentiel, aggregatie
● Financieel: prognose, optellen
Als uw rapport bijvoorbeeld de kwartalen van het jaar bevat, kunt u nieuwe items toevoegen die het cumulatieve percentage laten zien dat in elk kwartaal wordt bijgedragen. Nadat u een nieuwe
berekende categorie hebt toegevoegd, kunt u andere berekeningen toevoegen met een bestaande berekende categorie.
Procedure
1. Selecteer de rij- of kolomtitels waarvoor u een berekening wilt uitvoeren en klik op de knop Berekening .
2. Selecteer het gewenste type bewerking in het vak Bewerkingstype.
3. Selecteer de berekening in het vak Bewerking.
4. Typ in het vak Naam berekening een naam voor de berekening.
5. Selecteer in het vak Inclusief categorieën de categorieën die u in de berekening wilt opnemen.
Bepaal of u categorieën met nulwaarde-onderdrukking in de berekening wilt opnemen of ervan wilt uitsluiten. Als u nulwaarden onderdrukt, maar deze toch in de berekening opneemt, is dat mogelijk verwarrend voor andere gebruikers van het rapport.
6. Als u in de berekening een constante wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje naast Getal in en typt u de constante.
7. Als u de berekening wilt verplaatsen, schakelt u het selectievakje Verplaatsbaar in.
Zie"Berekeningen verplaatsen" (p. 30)voor informatie over het verplaatsen van berekeningen.
8. Klik op OK.
De nieuwe berekende categorie wordt cursief weergegeven.
Berekeningen bewerken
U kunt berekeningen bewerken die u hebt ingevoegd in kolommen of rijen van een rapport. Daarnaast kunt u de naam van berekeningen wijzigen.
Stel dat u berekeningen hebt gemaakt om vast te stellen hoe groot het aandeel van het cumulatieve percentage van iedere kwartaalomzet in de jaaromzet is. Als u meer gedetailleerde gegevens wilt opnemen in uw rapport, kunt u de berekening zo veranderen dat deze het maandelijkse aandeel laat zien.
In de generieke interface kunt u bestaande berekeningen niet wijzigen. U moet eerst de berekening verwijderen en vervolgens een nieuwe berekening maken met de nieuwe definitie.
Procedure
1. Klik met de rechtermuisknop op de rij- of kolomtitel met de berekening en kies Berekening bewerken.
2. Bewerk de items in de berekening en klik op OK.
De bewerkte categorie wordt cursief weergegeven.
Berekeningen verplaatsen
U kunt berekeningen in de verbeterde interface slepen naar elke willekeurige locatie op een as. U kunt de berekening aan de boven- of linkerkant van de kruistabel plaatsen. Na het verplaatsen van de berekeningen blijven ze op de nieuwe opgegeven positie zolang u in dezelfde dimensie van de kruistabel gegevens analyseert.
Als u een berekening verplaatst onder een categorie die geen oudercategorie is van de operands van de berekening, worden de operandwaarden ingesteld op nul. Als u bijvoorbeeld de berekening Kampeerartikelen +1 verplaatst onder een categorie die geen oudercategorie is van Kampeerartikelen, geeft de berekening de waarde 1 voor alle rijen. De reden hiervoor is dat de waarde van
Kampeerartikelen is ingesteld op nul. De operand wordt ook op nul ingesteld als u de filterbalk voor dimensies instelt op een categorie die geen rechtstreekse bovenliggende categorie is van de operands in de berekening.
U kunt berekeningen verplaatsen in een tijddimensie maar niet in een tijdcategorie.
De volgende beperkingen zijn van toepassing wanneer u berekeningen in een kruistabel sleept:
● Berekeningen moeten zijn aangeduid als verplaatsbaar.
● Berekeningen kunnen alleen binnen dezelfde dimensie worden verplaatst.
● Prognoseberekeningen en rangordes kunnen niet worden verplaatst.
Standaard kunnen berekeningen niet worden verplaatst tenzij dit is ingesteld bij het maken van de berekening.
Procedure
1. Klik met de rechtermuisknop op de rij- of kolomtitel met de berekening en kies Berekening bewerken.
2. Klik in het dialoogvenster Berekeningen op Verplaatsbaar en klik op OK.
3. Klik op de berekening en sleep deze naar de nieuwe locatie in het rapport.
De berekening wordt weergegeven op de nieuwe locatie.
Als de kruistabel verandert, verschuift de verplaatsbare berekening samen met de categorie waarmee deze samenhangt. De berekening blijft naast de categorie zolang de categorie zichtbaar is in de kruistabel en de hiërarchie van de dimensie hetzelfde blijft. In tegenstelling tot een niet-verplaatsbare berekening, verandert de locatie van de berekening niet wanneer de definitie van de berekening wordt aangepast.
Prognosemethoden
GEBRUIKSVOORWAARDEN
De prognosemethoden die worden toegepast in de functie Prognose, zijn gebaseerd op de statistische analyse van historische gegevens die uit de onderliggende gegevensbronnen wordt gehaald. De nauwkeurigheid van de prognoses is afhankelijk van een groot aantal variabelen, zoals de
nauwkeurigheid van de onderliggende historische gegevens en externe gebeurtenissen die de geldigheid
van de onderliggende historische gegevens voor prognosedoeleinden kunnen beïnvloeden. De functie Prognose dient alleen te worden gebruikt als een richtlijn voor de toekomstige waarden van de meetwaarden waarop de prognose betrekking heeft en is niet bedoeld om te worden toegepast als uitgangspunt voor complexe besluitvorming op financieel of zakelijk gebied.
IBM geeft geen garanties over de nauwkeurigheid van de werkelijke toekomstige waarden en garandeert geen specifieke resultaten. U gebruikt de functie Prognose en de gegevens die hiermee worden gegenereerd op eigen risico. De functie Prognose kan fouten bevatten of onnauwkeurige berekeningen opleveren. U accepteert de functie Prognose en de documentatie "ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE". IN GEEN ENKEL GEVAL ZAL IBM AANSPRAKELIJKHEID AANVAARDEN VOOR ENIGERLEI SCHADE MET INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT, DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE OF SCHADE DIE LEIDT TOT SCHADEVERGOEDINGEN DIE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN DE FUNCTIE PROGNOSE OF HET INTERPRETEREN VAN DE GEGEVENS DIE HIERVAN HET RESULTAAT ZIJN.
Zie"Prognoseformules" (p. 73)voor informatie over de formule voor de afzonderlijke prognosemethoden.
Trend (lineair of rechte lijn)
De prognosemethode Trend is gebaseerd op de lineaire regressietechniek voor prognoses over een bepaalde periode. Trendprognoses geven de hoogste betrouwbaarheid wanneer de drijvende factoren van het bedrijf de meetwaarden op een lineaire wijze beïnvloeden. Wanneer bijvoorbeeld de historische omzet met een constante mate toe- of afneemt, krijgt u een lineair effect te zien.
Een meervoudig lijndiagram met historische gegevens moet lineair of nagenoeg lineair zijn voor de grootst mogelijke betrouwbaarheid. De methode Trend geeft een prognose met de grootst mogelijke betrouwbaarheid als u bijvoorbeeld een prognose van de omzet wilt geven voor de komende twee kwartalen op basis van de afgelopen vier kwartalen en het meervoudige lijndiagram voor de omzet over het afgelopen kwartaal lineair of nagenoeg lineair is.
Gebruik de prognosemethode Trend wanneer slechts twee gegevenswaarden twee tijdsperioden met historische gegevens weergeven.
Groei (kromme of kromme lijn)
De prognosemethode voor groei is gebaseerd op de exponentiële regressietechniek voor prognoses over een bepaalde periode. Groeiprognoses geven de hoogste betrouwbaarheid wanneer de essentiële factoren van het bedrijf de meetwaarden op een exponentiële wijze beïnvloeden. Wanneer
bijvoorbeeld de historische omzet met een grotere mate toe- of afneemt, krijgt u een exponentieel effect te zien.
Een meervoudig lijndiagram met historische gegevens moet exponentieel zijn voor de grootst mogelijke betrouwbaarheid. Als bijvoorbeeld de omzet exponentieel toeneemt ten gevolge van de introductie van een goed verkopend product, geeft de prognose Groei een betrouwbaardere voorspelling dan de methode Trend. Als u twee extra vertegenwoordigers in dienst neemt, kunt u de prognosemethode Groei gebruiken om vast te stellen welke productlijn de meeste groeipotentie heeft zodat u uw nieuwe werknemers effectief kunt inzetten.
Autoregressie (seizoen)
De prognosemethode voor autoregressie is gebaseerd op de auto-correlatiebenadering die wordt gebruikt voor prognoses over een bepaalde periode. De prognose Autoregressie stelt lineaire, niet- lineaire en seizoensgebonden afwijkingen vast in historische gegevens en projecteert deze trends naar de toekomst. Een autoregressieprognose geeft de hoogste betrouwbaarheid wanneer de essentiële factoren die ten grondslag liggen aan uw bedrijf onderhevig zijn aan seizoensinvloeden.
Een meervoudig lijndiagram met tijd en omzet toont de fluctuaties naar boven en naar beneden die kunnen worden veroorzaakt door seizoensinvloeden. Als bijvoorbeeld de omzet exponentieel toeneemt ten gevolge van de introductie van een goed verkopend product, maar de verkoop van dat product ook seizoensgebonden is, geeft de prognose met autoregressie een betrouwbaardere voorspelling dan de methode Groei.
Gebruik de methode met autoregressie wanneer u beschikt over historische gegevens voor een groot aantal tijdsperioden (bijvoorbeeld meer dan 24 maandelijkse perioden) en wanneer er
seizoensinvloeden in voorkomen.
Wanneer u meerdere tijdniveaus nest in een kruistabel, geeft IBM®Cognos®PowerPlay®alleen de prognose voor het hoogste tijdniveau. Als u bijvoorbeeld kwartalen nest binnen jaren met omzet en vervolgens een prognoseberekening invoegt, genereert PowerPlay alleen de prognose op jaarniveau.
Als u de prognose wilt genereren op kwartaalniveau, verwijdert u het jaarniveau voordat u de prognose genereert.
Als u rangorden hebt toegepast op de kruistabel, maakt PowerPlay de prognose waar u om verzocht hebt, maar de prognoses worden niet opgenomen in de rangorden.
Als u valuta's omrekent in de kruistabel, wordt de gewenste prognose toegepast op de omgerekende valutawaarden.
Prognose maken
U kunt voorspellingen doen over de toekomstige prestaties van uw bedrijf op basis van historische gegevens. U gebruikt hiervoor de prognosemethoden die betrekking hebben op een bepaalde periode:
trend, groei of autoregressie.
Berekende waarden kunnen worden weergegeven als nb of in de wetenschappelijke notatie (bijvoorbeeld 1,7976931348623158e+308). Als de waarden worden weergegeven als nb, beschikt IBM®Cognos®PowerPlay niet over de noodzakelijke waarden om een prognose op te baseren. Een waarde wordt weergegeven in de wetenschappelijke notatie als het resultaat langer is dan 15 cijfers.
Procedure
1. Klik met de rechtermuisknop op een tijdcategorie in uw kruistabel- of grafische display en klik vervolgens op Berekening invoegen.
2. Selecteer Financieel in het vak Type bewerking.
3. Selecteer de methode die u wilt toepassen in de lijst Prognosemethode.
De methoden zijn Trend, Groei en Autoregressie.
4. Typ het aantal perioden waarvoor u een prognose wilt maken, in het vak Voer de prognosehorizon in.
5. Klik op OK.
Tips
● Als u de label van een berekening wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de label en kiest u Naam berekening wijzigen. Typ de nieuwe label in het vak Naam berekening en klik op OK.
● Als u wilt weten welke prognosemethode werd gebruikt, klikt u met de rechtermuisknop op de label en klik u op Uitleg.
Werken in de ontwerpmodus
Als u met kruistabellen werkt, kunt u uw rapport maken zonder de gegevens weer te geven. Hierdoor kunt u tijd besparen als u een grote kubus analyseert die veel niveaus bevat. Wanneer u de gewenste gegevens hebt gevonden, kunt u ze snel tonen in de weergave.
Als u de optie Gegevens later ophalen hebt ingeschakeld, zijn sommige opties op de werkbalk niet beschikbaar.
Procedure
1. Klik op de knop Displayopties en klik op Gegevens later ophalen.
2. Bekijk uw rapport nauwkeurig en wijzig de vormgeving totdat u tevreden bent met het resultaat.
3. Klik in de weergave op Gegevens ophalen.
Alternatieve hiërarchieën analyseren
Het is mogelijk kruistabellen te maken waarin twee verschillende hiërarchieën van dezelfde dimensie worden weergegeven in de rijen en kolommen. U kunt dit doen om relatieve gegevens te isoleren en analyseren op een fijnkorrelig niveau.
Stel dat u een rapport maakt met informatie over leveranciers van artikelen. De dimensie Retailers in het rapport bevat categorieën voor elk type leverancier, en een alternatieve hiërarchische categorie die de leveranciers per regio voorstelt. Afzonderlijke leveranciers zijn het laagste niveau in de dimensie Retailers. In de alternatieve hiërarchie zijn de afzonderlijke leveranciers ook het laagste niveau. Als u een kruistabel maakt met de alternatieve hiërarchie By retailer site in de rijen en het Retailer type in de kolommen, kunt u snel de relatieve prestaties analyseren van de typen leverancier in de verschillende regio's.
Procedure
1. Klik in de dimensieviewer met de rechtermuisknop op de dimensiecategorie waarop u wilt filteren en kies Rijen vervangen.
De gefilterde categorie wordt vet weergegeven op de dimensieregel en in de weergave worden de rijtitels en waarden veranderd aan de hand van de gefilterde categorie.
2. Klik met de rechtermuisknop op de alternatieve hiërarchiecategorie in de dimensie en kies Kolommen vervangen.
De kolomtitels en waarden veranderen aan de hand van het toegevoegde alternatieve hiërarchiefilter.
Diagram en tabel tegelijk weergeven
U kunt uw presentatie en de analysemogelijkheden verbeteren door een kruistabel en een diagram samen weer te geven in één browservenster. In de gesplitste weergave gebruiken beide displays dezelfde gegevens en blijven ze gesynchroniseerd, ook als u in één display een niveau omhoog of omlaag gaat of een filterbewerking uitvoert.
U kunt gesplitste weergaven opslaan met geëxporteerde PDF-bestanden en bladwijzers die zijn gemaakt in IBM®Cognos®PowerPlay®. Tevens kunt u gesplitste weergaven opslaan door het rapport te publiceren in de portal.
Procedure
1. Klik op de knop Displayopties .
2. Kies Gesplitste weergave in het menu Displayopties.
Standaard worden een staafdiagram en een kruistabel weergegeven. U kunt de werkbalkmenu's voor de kruistabel en het diagram gebruiken als u de kruistabel of het diagram wilt wijzigen.
Uitleg bekijken
Het is mogelijk uitleg te krijgen over de informatie die u bekijkt. De uitleg bevat algemene informatie over de status van de huidige display en eventuele beschrijvingen van de gegevens die de Transformer- samensteller aan de kubus heeft toegevoegd.
In IBM®Cognos®PowerPlay®Studio Viewer is uitleg beschikbaar voor de rij- en kolomtitels in het rapport. De uitleg in PowerPlay Studio Explorer geeft extra informatie, met inbegrip van
bijzonderheden over de instellingen van de onderdrukkingsfuncties en of het rapport aangepaste uitzonderingen bevat.
Procedure voor PowerPlay Studio Explorer
● Bepaal of u de uitleg voor de gehele weergave of voor afzonderlijke cellen wilt bekijken:
● Als u uitleg wilt bekijken voor de hele display, klikt u op de pijl rechts van de knop Help en kiest u Uitleg.
● Als u de uitleg voor afzonderlijke cellen in de display wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop op de cel en kiest u Uitleg.
Procedure voor PowerPlay Studio Viewer
● Plaats in Adobe®Acrobat Reader de muisaanwijzer op de rij- of kolomtitel waarover u uitleg wilt en klik op de titel.
Een afzonderlijk HTML-venster wordt geopend met de beschrijving van het item.
Doorsteken vanuit en naar PowerPlay Studio
U kunt met behulp van doorsteekdefinities in IBM Cognos BI naar een IBM®Cognos®Business Intelligence-rapport gaan, of naar een pakket dat een PowerCube van PowerPlay®Studio bevat. U kunt ook doorsteken naar een pakket met een PowerCube vanuit een ander rapport of een dashboard of een ander PowerCube-pakket. Raadpleeg de Cognos Connection User Guide voor meer informatie over doorsteken tussen andere studio's in IBM Cognos BI.
De volgende voorbeeldrapporten in het pakket Verkoop en marketing (kubus) bevatten doorsteekkoppelingen vanuit PowerPlay Studio:
● Profit Margin and Revenue by Country
● Opbrengst per ordermethode
● Top 20 Product Brands
Doorsteken vanuit PowerPlay Studio
U kunt de context van de geselecteerde cel en de filters op de dimensieregel in het bronrapport in PowerPlay Studio gebruiken voor het volgende:
● een bestaand rapport of de standaardweergave van een PowerCube filteren en openen filter in PowerPlay Studio;
● een rapport filteren en openen in Analysis Studio;
● een rapport filteren en uitvoeren dat is gemaakt in Query Studio, Analysis Studio of Report Studio;
